Bijlagen bij Jaarrapport integratie 2009

Vergelijkbare documenten
Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)

Bijlage bij hoofdstuk 5 Allochtone leerlingen in het onderwijs

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

Facts en figures Integratie etnische minderheden 2005

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bijlagen bij hoofdstuk 10 De positie van allochtone vrouwen Mérove Gijsberts (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Factsheet Demografische ontwikkelingen

B1 Bijlage bij hoofdstuk 1

12. Vaak een uitkering

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

5. Onderwijs en schoolkleur

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau en taalvaardigheid

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

Migrantenouderen in cijfers

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Bijlagen bij hoofdstuk 6 Arbeid en inkomen

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Marokkaanse Nederlanders 2012

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

Opleidingsniveau stijgt

Antilliaanse Nederlanders 2012

Onderzoeksignalement

Antilliaanse Nederlanders 2010

Antilliaanse Nederlanders 2013

Bijlage bij hoofdstuk 4 Opleiding en taal

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Gestruikeld voor de start

Marokkaanse Nederlanders 2010

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amsterdam 2010

Marokkaanse Nederlanders 2013

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Marokkaanse Nederlanders 2011

IN EERSTE HALFJAAR Paula van der Brug en Robert Selten. April Het aantal gestarte trajecten in het eerste halfjaar van 2002.

10 Samenvatting en conclusies

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Tilburg 2010

11. Stijgende inkomens

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Binnensteden en hun bewoners

Marokkaanse Nederlanders in Zeist 2011

Allochtonen in Nijmegen Gezondheid en zorggebruik

Wijziging Uitvoeringsregeling inkoop arbeidsvoorziening door gemeenten

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amersfoort 2011

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Inhoudsopgave hoofdstuk 1

Administratieve correcties in de bevolkingsstatistieken

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Den Haag 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Tilburg 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Lelystad 2011

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017

Rotterdamse Risicogroepen 2014 Een monitor van de maatschappelijke positie van Rotterdamse risicogroepen

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Schiedam 2010

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Rotterdam 2010

Marokkaanse Nederlanders in Veenendaal 2011

Marokkaanse Nederlanders in Helmond 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Amersfoort 2010

Bijlagen Bouwend aan een toekomst in Nederland

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De positie van etnische minderheden in cijfers

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Lelystad 2010

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Eerste vervolgmeting indicatoren AvdT

Jaarrapport Integratie Bijlage

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Marokkaanse Nederlanders in Maassluis 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Eindhoven 2010

Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen

Marokkaanse Nederlanders in Utrecht 2011

Jaarrapport integratie 2012

Brabant en zijn multi-etnische samenleving - VI

Antilliaanse Nederlanders in Spijkenisse 2011

Marokkaanse Nederlanders in s-hertogenbosch 2011

Antilliaanse Nederlanders in Capelle aan den IJssel 2011

Artikelen. Determinanten van de vruchtbaarheid onder allochtone vrouwen. Aslan Zorlu 1)

Antilliaanse Nederlanders in Zoetermeer 2011

Bijlage bij hoofdstuk 9 Identificatie, acceptatie en discriminatie

10. Veel ouderen in de bijstand

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Nijmegen 2011

Jaarrapport Integratie 2014

Marokkaanse Nederlanders in Gouda 2011

Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders in Eindhoven 2013

Bijlage verzuimcijfers

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

BIJLAGEN. Bijlage B1 Hoofdstuk 1 2. Bijlage B3 Hoofdstuk 3 3. Bijlage B4 Hoofdstuk 4 4. Bijlage B6 Hoofdstuk 6 8. Nieuw in Nederland

Transcriptie:

Bijlagen bij Jaarrapport integratie 29 Mérove Gijsberts (red.) Jaco Dagevos (red.) Bijlage bij hoofdstuk 2 Demografie... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4 Onderwijs en opleidingsniveau... 9 Bijlage bij hoofdstuk 5 Werkloosheid, uitkeringen en werk... 15 Bijlage bij hoofdstuk 6 Wonen en wijken... 19 Bijlage bij hoofdstuk 7 Criminaliteit: daders, slachtoffers en veiligheidsbeleving... 3 Bijlage bij hoofdstuk 8 Sociaal-culturele positie... 35 Bijlage bij hoofdstuk De leefsituatie van kinderen en jongeren met een niet-westerse achtergrond... 44 Bijlage bij hoofdstuk 11 De positie van vrouwen en meisjes... 47 Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 29 1

Bijlage bij hoofdstuk 2 Demografie Tabel B2.1 Allochtonen uit Midden- en Oost-Europese landen (MOE-landen), 1 januari --------------------------------- ------------------- ------------------- --------------------- --------------------- ------------------ ----------------------------------- Totaal waarvan rmet herkomstgroep: ------------------- ------------------- --------------------- --------------------- ------------------ ----------------------------------- Polen Hongarije Roemenië Tsjechië en Bulgarije Estland, Letland, Slowakije Litouwen en Slovenië --------------------------------- ------------------- ------------------- --------------------- --------------------- ------------------ ----------------------------------- x 1996 5.3 25.1 11.5 4.2 7.1 1.5.9 1997 52.2 26.2 11.6 4.4 7.3 1.6 1. 1998 54.3 27.3 11.7 4.7 7.6 1.8 1.1 1999 56.7 28.5 11.9 5.1 8. 2. 1.2 2 58.3 29.2 11.9 5.5 8.3 2.2 1.3 21 61.4 3.6 12.1 6. 8.9 2.4 1.4 22 65. 32.2 12.4 6.7 9.5 2.7 1.6 23 68.3 34.1 12.5 7.2 9.6 3.2 1.8 24 71.3 35.5 12.6 7.9 9.8 3.6 1.9 25 77.7 39.8 12.7 8.4.4 4. 2.4 26 85.1 45.4 12.9 8.8 11. 4.3 2.8 27 92.7 51.3 12.9 9.4 11.5 4.6 3. 28 8. 58.9 13.4 11.4 12.1 8.8 3.3 29 125.9 68.8 14.5 13. 13. 12.8 3.9 --------------------------------- ------------------- ------------------- --------------------- --------------------- ------------------ ----------------------------------- Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 2

Tabel B2.2 Kerncijfers leeftijdsopbouw naar herkomstgroepering, 1 januari 29-19 jaar 2-64 jaar 65 jaar of gemiddelde ouder leeftijd % jaar Totaal niet-westers 35. 61.3 3.7 28.9 w.o. Turken 35.7 6.2 4.1 28.6 Marokkanen 4.9 54.8 4.3 26.7 Surinamers 28.2 66.3 5.5 33.1 Antillianen/Arubanen 34.1 62.7 3.2 29.1 Iraniërs 25.3 71.6 3.1 32.6 Irakezen 35.7 61.7 2.5 28.1 Somaliërs 41.6 57.2 1.2 23.6 Afghanen 4. 57.5 2.5 26.7 Chinezen 26.8 69.1 4.1 29.8 Overig niet-westers 36.2 61.8 2. 27.7 Totaal westers 17.6 66.5 15.9 41.5 w.o. Polen 21.8 74.7 3.5 31.9 Hongaren 14.1 7.4 15.6 41.4 Roemenen 24.3 72.7 3. 29.6 Slowaken en Tsjechen 21.7 69.9 8.4 34.4 Bulgaren 2.2 78.7 1.1 29.4 Overige MOE-landen 1) 29. 67.6 3.4 28.6 Overig westers 17.2 65.8 16.9 42.3 Autochtonen 23. 6.5 16.4 4.6 Totaal 23.9 61.1 15. 39.4 Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 1) Estland, Letland, Litouwen, Slovenië. 3

Tabel B2.3 Huishoudens naar type en herkomstgroepering van de referentiepersoon, a 1-1-28 paar overig totaal eenpersoonshuishouden eenouderhuishouden totaal wv. gehuwd x 1 niet-westers totaal 269 1 319 255 15 75 waarvan herkomstland Turkije 36 14 78 72 2 13 Marokko 35 11 62 57 3 111 Suriname 64 33 55 35 3 154 Nederlandse Antillen + Aruba 28 13 17 1 59 Afghanistan 4 1 6 6 1 13 China 2 8 1 23 Irak 8 2 7 6 1 18 Iran 7 2 5 4 14 Somalië 5 2 2 1 9 overig niet-westers 72 22 78 55 3 175 westers totaal 299 51 389 298 9 748 waarvan herkomstland Bulgarije 3 2 1 6 Hongarije 3 4 3 8 Polen 14 2 17 12 1 34 Roemenië 2 3 2 6 Slowakije en Tsjechië 3 4 2 7 autochtoon 23 313 3447 282 27 5789 totaal 2571 466 4155 3355 51 7242 % van totale aantal huishoudens per herkomstgroepering niet-westers totaal 38 14 45 36 2 waarvan herkomstland Turkije 28 11 6 56 1 Marokko 31 56 52 3 Suriname 41 21 36 23 2 Nederlandse Antillen + Aruba 48 22 28 16 2 Afghanistan 35 9 51 45 4 China 44 8 44 34 4 Irak 45 11 4 35 3 Iran 48 12 37 29 3 Somalië 57 22 17 11 3 overig niet-westers 41 12 45 32 2 westers totaal 4 7 52 4 1 waarvan herkomstland Bulgarije 55 5 35 2 5 Hongarije 42 6 5 38 2 Polen 4 6 5 36 4 Roemenië 38 5 54 38 3 Slowakije en Tsjechië 42 5 51 34 2 autochtoon 35 5 6 48 totaal 36 6 57 46 1 a De vrouw is bepalend voor de herkomstgroepering. Een paar met een autochtone vrouw is een autochtoon paar. Bron: CBS Bevolkingsstatistieken 4

Tabel B2.4 Eerste generatie allochtonen naar verblijfsduur in Nederland, 1 januari 28 -------------------------------------------- -------------- ---------------- ------------------ ------------------ ------------------ ------------------------ -4 jaar 5-9 jaar -14 jaar 15-19 jaar 2-25 jaar meer dan 25 jaar % Turkije 11 12 11 16 4 Marokko 11 14 11 18 13 47 Suriname 9 9 9 11 8 61 Nederlandse Antillen en Aruba 21 29 14 9 26 Irak 2 38 36 4 1 Iran 17 22 35 18 7 9 Afghanistan 15 56 26 2 1 1 Somalië 31 27 31 China 38 19 13 8 6 22 Bulgarije 75 13 5 4 1 3 Hongarije 35 12 8 7 3 34 Polen 62 11 9 8 3 9 Roemenië 5 2 11 3 9 Voormalig Tsjecho-Slowakije 44 16 9 5 3 24 Overige MOE-landen 1) 64 19 11 1 2 -------------------------------------------- -------------- ---------------- ------------------ ------------------ ------------------ ------------------------ Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 1) Estland, Letland, Litouwen, Slovenië. Tabel B2.5 Immigratie, emigratie en saldo migratie, 1995-28 ---------------- ----------------------- --------------------- --------------------- Immigratie Emigratie Saldo ---------------- ----------------------- --------------------- --------------------- x 1 1995 96.1 82.2 13.9 1996 8.7 91.9 16.8 1997 9.9 82. 27.9 1998 122.4 79.3 43.1 1999 119.2 78.8 4.4 2 132.9 79. 53.9 21 133.4 82.6 5.8 22 121.3 96.9 24.3 23 4.5 4.8 -.3 24 94. 1.2-16.2 25 92.3 119.7-27.4 26 1.2 132.5-31.3 27 116.8 122.6-5.8 28 142.7 116.1 26.6 ---------------- ----------------------- --------------------- --------------------- Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 5

Tabel B2.6 Immigratie en emigratie van Polen, 1995-28 ----------------- -------------------- ------------------- ------------------- Immigratie Emigratie Saldo ----------------- -------------------- ------------------- ------------------- x 1 1995 1.2.4.9 1996 1.5.6 1. 1997 1.5.6.9 1998 1.7.7 1.1 1999 1.2.6.6 2 1.9.6 1.3 21 2.2.7 1.6 22 2.4.7 1.7 23 2.3.9 1.4 24 5.2 1.1 4.1 25 6.8 1.5 5.3 26 8.4 2.6 5.8 27.3 2.9 7.3 28 14.1 4.2 9.9 ----------------- -------------------- ------------------- ------------------- Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 6

Tabel B2.7 Emigratie van allochtonen naar generatie en herkomstgroepering, 1996-28 ------------------------------------------ ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- Eerste generatie allochtoon ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 ------------------------------------------ ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- x 1 Turkije 4.2 2.6 2.2 1.9 1.2 1.3 1.6 2.1 2.8 2.9 3.3 2.9 2.7 Marokko 2.5 1.7 1.5 1.4 1.1 1.1 1.4 1.6 1.6 2. 2.4 2.2 2. Suriname 2.4 2.2 1.8 1.6 1.3 1.1 1.6 1.8 1.7 2.2 2.5 1.9 1.6 Nederlandse Antillen + Aruba 3.2 2.8 2.3 2.6 2.3 2.8 3.7 4.5 4.7 4.5 3.9 3.1 2.8 Afghanistan.1.1.1.2.2.3.4.7.7 1.1 1.3.9.8 China.7.6.5.5.5.5 1. 1.2 1.5 1.8 2.4 2.1 1.8 Irak.2.3.4.7.6.9 1.7 1.2 1.2 1.7 1.7 1.3 1. Iran.4.5.3.3.3.4.6.9.8.8.7.4.5 Somalië.6.8.8 1.3 1.8 2.5 2.6 2.8 2.8 2. 1.5.9.7 Overig niet-westers 9.2 8.1 8.5 7.8 7.5 7.9 9.6 12.4 13.7 15.9 17.4 15.6 14.2 Totaal niet-westers 23.5 19.6 18.4 18.4 16.8 18.8 24.2 29.1 31.4 34.8 37. 31.3 28. Westers 26.7 23.2 23.8 23.5 23.6 23.4 27.8 28.6 3.2 29.8 34.6 33.5 36.3 Totaal allochtonen 5.2 42.8 42.2 41.9 4.4 42.1 52. 57.7 61.6 64.6 71.7 64.8 64.3 ------------------------------------------ ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- Tweede generatie allochtoon ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- 1996 1997 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 ------------------------------------------ ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- x 1 Turkije.9.8.6.6.6.5.6.7.8 1.2 1.6 1.7 1.4 Marokko.5.5.3.5.5.4.6.7.9 1.3 1.6 1.9 1.7 Suriname.5.6.5.6.5.4.6.9.7.9 1.2 1.1 1. Nederlandse Antillen + Aruba.7.6.5.5.4.4.6.9 1.1 1.2 1.1 1..9 Afghanistan - - - -....1.1.1.2.2.2 China.1.1.1.1.1.1.1.1.1.2.2.2.1 Irak......1.1.1.2.3.4.4.3 Iran........1.1.1.1.1.1 Somalië..1.1.3.7 1.3 1. 1.3 1.7 1.1.8.5.3 Overig niet-westers 1.2 1.1 1. 1.1 1.2 1.1 1.4 2. 2.5 3.2 3.9 3.4 3. Totaal niet-westers 3.9 4. 3.2 3.7 4.1 4.3 5.1 6.9 8.1 9.6 11.1.4 9. Westers 5.7 5.2 5.1 5.1 5.2 5.2 5.8 6.1 6.1 6.8 7.1 6.8 6.1 Totaal allochtonen 9.6 9.1 8.3 8.8 9.2 9.5.9 13. 14.2 16.4 18.2 17.3 15.1 ------------------------------------------ ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- ---------- Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 7

Tabel B2.8 Aantal geboorten van tweede generatie niet-westerse allochtonen naar herkomstgroepering kind, 1995-28 ------------- ------------ ------------- --------------- ---------------------- ------------------- -------------- ------------ ----------- -------------- ------------------- ------------------ Turkije Marokko Suriname Nederlandse Afghanistan China Irak Iran Somalië overig totaal Antillen+Aruba niet-westers niet-westers ------------- ------------ ------------- --------------- ---------------------- ------------------- -------------- ------------ ----------- -------------- ------------------- ------------------ x 1 1995 6.5 5.8 4.4 1.7.1.5.2.2.9 5.6 25.9 1996 6.8 6. 4.3 1.6.1.5.3.3 1. 5.8 26.7 1997 7.1 6.3 4.6 1.7.2.6.5.3 1.2 6.2 28.6 1998 7.1 6.7 4.6 1.8.3.6.7.3 1.2 6.8 3. 1999 6.8 6.9 4.7 1.9.3.6.8.3 1.1 7. 3.4 2 7. 7.5 4.8 2.1.4.7.8.4 1.1 7.8 32.6 21 6.8 7.5 4.7 2.3.5.7.9.4 1.1 8.1 32.9 22 6.6 7.7 4.6 2.4.6.6.9.4 1. 8.5 33.1 23 6.4 8. 4.3 2.3.6.6.9.4.9 8.6 33. 24 6.3 8.2 4.1 2.2.8.7 1..4.7 8.7 33. 25 6.4 8.3 3.9 2.1.8.7.9.4.6 8.6 32.5 26 6. 8. 3.7 2.1.8.7.9.4.5 8.7 31.9 27 5.8 7.7 3.6 2.2.7.7.9.4.5 8.7 31.3 28 5.6 7.7 3.5 2.3.7.8.9.4.6 8.7 31.3 ------------- ------------ ------------- --------------- ---------------------- ------------------- -------------- ------------ ----------- -------------- ------------------- ------------------ Bron: CBS Bevolkingsstatistieken. 8

Bijlage bij hoofdstuk 4 Onderwijs en opleidingsniveau B4.1 Verschil in gestandaardiseerde scores op de toets Ordenen in groep 2 tussen autochtone niet-achterstandsleerlingen en leerlingen uit overige categorieën, 1994/ 95-27/ 8 (gemiddelde verschillen en procentuele reductie van het verschil in 27/ 8 ten opzichte van 1994/ 95) a 1994/ 95 1996/ 97 1998/ 99 2/ 1 22/ 3 24/ 5 27/ 8 % inloop Turks,37 9,88 8,69 8,5 8,35 7,34 6,88 34 Marokkaans 9,8 8,86 9,5 8,53 7,5 6,27 6,56 33 Surinaams 7,18 6,45 5,77 3,58 7,31 6,22 5,78 19 Antilliaans 7,81 8,14 7,98 7,66 8,2 6,2 7,69 1 autochtoon laag 4,28 4,29 4,2 4,42 4,33 3,97 3,65 15 a Toetsscores zijn per jaar gestandaardiseerd (gemiddelde = 5, sd = ). Autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft ten minste een mavo-opleiding voltooid. De aantallen Antilliaanse leerlingen zijn in het schooljaar 1994/ 95 aan de lage kant (< ). Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-4/ 5, COOL 7/ 8) SCP-bewerking B4.2 Taalprestaties in groep 8 naar etnische herkomst en schooljaar, 1994/'95-24/'5 (gemiddelde toetsscores) a 54 52 5 48 46 44 42 4 38 36 34 Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans autochtoon laag autochtoon hoog 1994/'95 1996/'97 1998/'99 2/'1 22/'3 24/'5 a Toetsscores zijn per jaar gestandaardiseerd (gemiddelde = 5, sd = ). Autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft ten minste een mavo-opleiding voltooid. De aantallen Antilliaanse leerlingen zijn in het schooljaar 1994/ 95 en 1996/ 97 aan de lage kant (< ). Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-4/ 5) SCP-bewerking B4.3 Verschil in gestandaardiseerde scores op de taaltoets in groep 8 tussen autochtone niet-achterstandsleerlingen en leerlingen uit overige categorieën, 1994/ 95-24/ 5 (gemiddelde verschillen en procentuele reductie van het verschil in 24/ 5 ten opzichte van 1994/ 95) a 1994/ 95 1996/ 97 1998/ 99 2/ 1 22/ 3 24/ 5 % inloop Turks 17, 15,2 15,6 14,1 13,2 12,2 28 Marokkaans 14,6 13,6 12,3 12,1,6 9,7 34 Surinaams 11,3 9,2 8,7 8, 6,9 8,1 28 Antilliaans 12,5 12,5 12,8 12,4 11,9,6 16 Autochtoon laag 5,3 4,8 5,3 5,7 5,1 5,4-1 a Toetsscores zijn per jaar gestandaardiseerd (gemiddelde = 5, sd = ). Autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft ten minste een mavo-opleiding voltooid. De aantallen Antilliaanse leerlingen zijn in het schooljaar 1994/ 95 en 1996/ 97 aan de lage kant (< ). Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-4/ 5) SCP-bewerking 9

B4.4 Verschil in gestandaardiseerde scores op de toets Begrijpend lezen in groep 8 tussen autochtone nietachterstandsleerlingen en leerlingen uit overige categorieën, 1998/ 99-27/ 8 (gemiddelde verschillen en procentuele reductie van het verschil in 27/ 8 ten opzichte van 1998/ 99) a 1998/ 99 2/ 1 22/ 3 24/ 5 27/ 8 % inloop Turks,7,2 9,3 8,8 8,3 23 Marokkaans 9,7 8,8 7,8 7,5 6,8 29 Surinaams 7,5 6,6 6,6 6,8 5,9 21 Antilliaans,1 9,9,2 8, 8,5 17 Autochtoon laag 6,1 6,5 6,3 6,3 6,2-3 a Gestandaardiseerde scores op de toets begrijpend lezen naar etnische herkomst; toetscores zijn per jaar gestandaardiseerd (gemiddelde=5, sd=); Autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft ten minste een mavo-opleiding voltooid. Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 98/ 99-4/ 5; COOL 7/ 8) SCP-bewerking B4.5 Verschil in gestandaardiseerde scores op de rekentoets in groep 8 tussen autochtone niet-achterstandsleerlingen en leerlingen uit overige categorieën, 1994/ 95-27/ 8 (gemiddelde verschillen en procentuele reductie van het verschil in 27/ 8 ten opzichte van 1994/ 95) a 1994/ 95 1996/ 97 1998/ 99 2/ 1 22/ 3 24/ 5 27/ 8 % inloop Turks 8,8 6,7 6,9 6,1 6, 5,1 4,1 53 Marokkaans 9,1 7,8 7,9 7,2 7, 5,4 5,1 44 Surinaams 9, 7,5 7,4 6,2 6,9 5,7 7,6 16 Antilliaans,4,8 9,9 9,9 9,2 9,2 8,5 19 autochtoon laag 4,8 4,4 5,1 5,2 5,1 5,1 4,8-1 a Toetsscores zijn per jaar gestandaardiseerd (gemiddelde = 5, sd = ). Autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft ten minste een mavo-opleiding voltooid. De aantallen Antilliaanse leerlingen zijn in het schooljaar 1994/ 95 en 1996/ 97 aan de lage kant (< ). Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-4/ 5; COOL 7/ 8) SCP-bewerking B4.6 Trend in Cito Eindtoetsscores B4.6 Gemiddelde totaalscores op de Cito eindtoets basisonderwijs naar etnische herkomst en schooljaar, 1994/'95-27/'8 a Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans autochtoon laag autochtoon hoog 1994/ 95 524,1 525,1 527,1 531,9 538, 1996/ 97 525,2 526,4 527,4 531,2 537,4 1998/ 99 526,9 526,9 529,2 525,6 53,6 536,9 2/ 1 527,3 527,4 529,8 524,8 53,5 537,3 22/ 3 527,9 528,3 529,9 524,7 531, 537,4 24/ 5 527, 527,7 527,9 524,5 528,9 536,2 27/ 8 527,9 529,1 529,5 526,5 529,2 536,2 Verschil in Cito eindtoetsscores tussen autochtone niet-achterstandsleerlingen en leerlingen uit overige categorieën, 1994/ 95-27/ 8 (gemiddelde verschillen en procentuele reductie van het verschil in 27/ 8 ten opzichte van 1994/ 95) a autochtoon Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans laag 1994/ 95 14, 12,9,9 6,1 1996/ 97 12,2 11,1, 6,2 1998/ 99,, 7,7 11,4 6,3 2/ 1, 9,9 7,5 12,5 6,8 22/ 3 9,5 9,1 7,5 12,8 6,4 24/ 5 9,2 8,4 8,3 11,6 7,3 27/ 8 8,3 7,1 6,8 9,8 7, % inloop 41 45 38 14-15 a De aantallen Antilliaanse leerlingen zijn aan de lage kant (8 in alle meetjaren). In de schooljaren 1994/95 en 1996/97 zijn de aantallen Antilliaanse leerlingen te gering om apart te presenteren; autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo-opleiding voltooid; autochtoon hoog = een van beide ouders heeft tenminste een mavo-opleiding voltooid. Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-'4/ 5; COOL 7/ 8) SCP-bewerking

B4.7 Regressieanalyse van taal, lees en rekenprestaties in groep 8 op etnische groep, schooljaar, de interactie tussen etnische groep en schooljaar, geboorteland kind en opleiding ouders a taal 1994/'95-24/'5 lezen 1998/'99-27/'8 rekenen 1994/'95-27/'8 model 1 model 2 model 1 model 2 model 1 model 2 constante 5,84 * 42,59 * 52,12 * 43,7 * 54,46 * 47,54 * autochtoon hoog opgeleid (ref.) Turks -17,93 * - 12,6 * -13,14 * -7,28 * -8,99 * -4,51 * Marokkaans -16,2 * -,51 * -12,97 * -5,85 * -,8 * -5,19 * Surinaams -11,56 * -8,45 * -8,4 * -4,69 * -9, * -6,46 * Antilliaans -13,17 * -9,45 * -12,88 * -9,7 * -9,91 * -7,6 * autochtoon laag -4,43 * -,93 * -5,71 * -1,64 * -4,4 * -1, * schooljaar -,3 -,9 * -,15 * -,17 * -,25 * -,29 * Turks*schooljaar,79 *,6 *,58 *,33 *,57 *,39 * Marokkaans*schooljaar,94 *,8 *,79 *,44 *,62 *,46 * Surinaams*schooljaar,66 *,56 *,23,5,45 *,36 * Antilliaans*schooljaar,32,15,58,55,15,7 autochtoon laag*schooljaar -,18 * -,13 * -,5 -,7 -,17 * -,14 * herkomstland (ref.) in Nederland geboren 1,88 * 1,87 *,39 *,33 * 1,21 * 1,2 * jongen (ref.) meisje,53 *,56 * 1,59 * 1,63 * -2,71 * -2,69 * opleiding ouders 2,5 * 2,68 * 2,9 * a Toetsscores zijn gestandaardiseerd (gemiddelde=5; standaarddeviatie=); overige allochtone leerlingen en leerlingen van gemengde herkomst niet weergegeven in de tabel; autochtoon laag = beide ouders hebben ten hoogste een lbo opleiding voltooid. * = significant als p <,5. Bron: ITS/SCO/NWO (PRIMA 94/ 95-'4/ 5; COOL 7/ 8) SCP-bewerking 11

Tabel B4.8 Leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs naar onderwijsniveau en herkomst, 23/ 4 28/ 9 (in procenten) vmbo basis vmbo kader vmbo gl/tl havo/vwo a totaal Turks 23/ 4 38 17 24 21 26/ 7 32 2 26 22 28/ 9 29 2 29 22 Marokkaans 23/ 4 38 19 24 19 26/ 7 33 21 26 2 28/ 9 29 22 27 22 Surinaams 23/ 4 28 16 26 3 26/ 7 23 2 26 3 28/ 9 21 19 26 34 Antilliaans 23/ 4 36 16 2 28 26/ 7 28 2 23 29 28/ 9 27 19 23 32 Iraaks 23/ 4 31 18 22 29 26/ 7 25 17 25 33 28/ 9 2 16 29 35 Iraans 23/ 4 21 15 23 41 26/ 7 12 13 27 47 28/ 9 12 14 25 49 Afghaans 23/ 4 25 14 27 35 26/ 7 18 15 26 41 28/ 9 16 16 26 42 Somalisch 23/ 4 41 13 3 16 26/ 7 36 19 27 18 28/ 9 34 24 26 17 Chinees 23/ 4 11 11 21 58 26/ 7 9 8 22 62 28/ 9 7 9 19 65 overig niet-westers 23/ 4 25 13 23 39 26/ 7 18 16 25 41 28/ 9 17 15 25 42 autochtoon Nederlands 23/ 4 15 13 26 46 26/ 7 13 15 26 46 28/ 9 12 14 26 48 a Inclusief een gering percentage leerlingen in gemeenschappelijke leerjaren (meestal een combinatie van havo/vwo). Bron: CBS (op verzoek verstrekte gegevens) 12

Tabel B4.9 Voortijdig schoolverlaters a in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs, naar herkomst, 24/ 5 27/ 8 (in procenten van het aantal leerlingen) 24/ 5 25/ 6 26/ 7 27/ 8 voortgezet onderwijs Turks 2,9 2,4 2,3 1,8 Marokkaans 2,8 2,3 2,2 2,1 Surinaams 2,9 2,6 2,4 2, Antilliaans 3,6 3,5 3,1 2,8 Iraaks 4,3 2,8 2,4 2,2 Iraans 3,2 2,8 2,4 2,5 Afghaans 3,6 2,5 2, 1,4 Somalisch 8,3 6,2 4,7 4,5 Chinees 3,3 3,6 2, 1,5 overig niet-westers 4,2 3,4 2,8 2,3 autochtoon Nederlands 1,7 1,5 1,4 1,2 middelbaar beroepsonderwijs Turks 18,6 15,5 14,7 13,5 Marokkaans 17,7 15,7 15,9 15,8 Surinaams 19,5 16,5 15,6 15,7 Antilliaans 2,1 17, 17,4 17,7 Iraaks 21, 16,7 17,4 15, Iraans 18,1 18, 13,8 15,8 Afghaans 18,2 13,9 11,7 11,3 Somalisch 25, 2,8 19,8 2, Chinees 25,4 21,1 17,4 13,9 overig niet-westers 21, 18,2 16,4 16,1 autochtoon Nederlands 11,7, 9,6 9,4 Bron: CBS (op verzoek verstrekte gegevens) Tabel B4. Zittenblijven in het voortgezet onderwijs naar herkomst, 26/ 7 (in procenten) Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans overig nietwesters autochtoon leerjaar 1/2 5, 5,7 3,8 4,5 6,6 2,7 vmbo basis/kaderberoepsgericht 4, 3,6 4,6 3,5 4,6 3,1 vmbo gemengde/theoretische leerweg 11,5 8,6 9,3 8,5 7,7 5,8 havo 15,5 12, 14,1 14,4,8 9,3 vwo, 8,3 9,3 6,2 7,8 5,8 Bron: CBS (StatLine) 13

Tabel B4.11 Doorstroom naar vervolgopleidingen van gediplomeerden van het voortgezet onderwijs naar herkomst, gediplomeerden 23/ 4 26/ 7, bestemming 24/ 5 27/ 8 overig nietwesters Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans autochtoon vmbo basisberoeps -> mbo 23/ 4 91 92 87 88 87 85 26/ 7 92 93 89 86 88 9 vmbo kaderberoeps -> mbo 23/ 4 95 96 93 91 89 92 26/ 7 95 95 94 92 92 94 vmbo gemengd -> mbo 23/ 4 9 92 94 88 85 91 26/ 7 83 85 88 91 72 89 vmbo gemengd -> havo 23/ 4 6 6 7 4 26/ 7 8 9 7 5 22 7 vmbo theoretisch -> mbo 23/ 4 76 75 81 75 69 8 26/ 7 7 73 76 76 59 76 vmbo theoretisch -> havo 23/ 4 2 22 15 16 23 15 26/ 7 25 25 2 18 32 2 havo -> mbo 23/ 4 2 1 2 3 2 5 26/ 7 1 3 1 4 havo -> hbo 23/ 4 89 92 85 77 81 79 26/ 7 87 89 85 69 8 78 havo -> vwo 23/ 4 5 5 4 3 5 6 26/ 7 6 4 4 7 8 5 vwo -> hbo 23/ 4 3 5 7 5 16 26/ 7 1 2 5 4 14 vwo - > wo 23/ 4 9 9 86 74 81 7 26/ 7 89 88 84 71 83 71 Bron: CBS (StatLine) Tabel B4.12 Ontwikkeling van het netto instroompercentage in het hoger onderwijs tot en met 24 jaar van drie niet-westerse herkomstgroepen a, verschil ten opzichte van autochtone Nederlanders, 1995/ 96 28/ 9 Turks Marokkaans Surinaams achterstand op autochtoon Nederlands 1995/ 96 22 18 achterstand op autochtoon Nederlands 27/ 8 12 12 6 afname in procentpunten 11 6 4 afname relatief (%) 48 32 43 a Niet-westerse herkomstgroepen alleen de studenten van de tweede generatie. Bron: CBS (Microdatabestanden Hoger Onderwijs 1986-28) SCP-bewerking 14

Bijlage bij hoofdstuk 5 Werkloosheid, uitkeringen en werk In figuur B5.1 belichten we de ontwikkelingen per kwartaal voor het jaar 28 en de eerste helft van 29. Enkele opvallende punten: Bij niet-westerse migranten en hun nakomelingen ligt in het eerste kwartaal van 28 en 29 de werkloosheid ongeveer op hetzelfde niveau. Seizoensinvloeden kunnen hier een rol spelen; in de winter is de werkloosheid meestal hoger. De daling die zich voordeed in het tweede kwartaal van 28 doet zich echter niet voor in het tweede kwartaal van 29. Dan stijgt de werkloosheid weer, hetgeen de werking van de economische teruggang weerspiegelt. Bij de niet-westerse jongeren neemt vanaf het derde kwartaal in 28 de werkloosheid in hoog tempo toe en anders dan in het begin van 28 neemt de werkloosheid in het eerste kwartaal van 29 niet af, maar blijft doorstijgen. Bij autochtone jongeren valt op dat de werkloosheid in 29 is gaan stijgen. Later dus dan bij migrantenjongeren, maar wel in rap tempo. De vergelijking met andere leeftijdsgroepen laat zien dat de economische crisis op dit moment vooral slachtoffers maakt onder jongeren, zij het dat bij de niet-westerse migranten de werkloosheid ook bij de andere leeftijdsgroepen begint op te lopen. De stijging van de jongerenwerkloosheid start in het derde kwartaal van 28 en vertoont een gestage oplopende lijn in de kwartalen erna. Lager opgeleiden zijn vatbaar voor de economische teruggang; hun werkloosheid stijgt snel naar een hoog niveau. Ook hier is de omslag waarneembaar in de tweede helft van 28. De daling van de werkloosheid van lager opgeleide migranten die nog zichtbaar was in het tweede kwartaal van 28 vindt niet plaats in het tweede kwartaal van 29. 15

B5.1 Figuur B5.1 Werkloosheid naar etnische herkomst, leeftijd en opleiding, per kwartaal 28-tweede kwartaal 29 (in procenten) Werkloosheid 12,, 8, 6, 4, 2,, aut niet-westerse migranten Werkloosheid autochtonen naar leeftijd 12,, 8, 6, 4, 2,, Werkloosheid niet-westerse migranten naar leeftijd 25 2 15 5 281282283284291292 15-25 25-35 35-45 45-55 15-25 25-35 35-45 45-55 Werkloosheid autochtonen naar opleidingsniveau 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1,, 281282283284291292 Werkloosheid niet-westerse migranten naar opleidingsniveau 16 14 12 8 6 4 2 281282283284291292 lager middelbaar hoger lager middelbaar hoger N.B. Schaal van beide figuren verschilt. Bron: CBS (StatLine), www.cbs.nl 16

B5.2 Figuur B5.2 Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (ao/wia) naar etnische herkomst, geslacht en leeftijd (in procenten van de bevolking 15-64 jaar), laatste vrijdag maart 29 mannen vrouwen 15-24 jaar 25-44 jaar 45-65 jaar Turks 11 2 7 28 Marokkaans 6 2 6 19 Surinaams 7 8 3 4 15 Antilliaans 4 4 3 3 8 Iraaks 2 2 2 2 3 Iraans 4 3 2 3 7 Afghaans 1 1 1 1 2 Somalisch 3 2 2 2 3 Chinees 2 1 1 4 n.w. (tot) 7 6 2 4 15 autochtone NL 7 7 2 4 12 Bron: CBS B5.3 Figuur B5.3 Personen van 15-24 jaar met een bijstandsuitkering naar etnische herkomst (in procenten van de bevolking 15-64 jaar), 1999-29 (alle jaren laatste vrijdag september, behalve 29 laatste vrijdag maart) 25 2 15 5 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Bron: CBS, op SCP-verzoek geleverde gegevens 17

B5.4 Figuur B5.4 Personen van 25-44 jaar met een bijstandsuitkering naar etnische herkomst (in procenten van de bevolking 15-64 jaar), 1999-29 (alle jaren laatste vrijdag september, behalve 29 laatste vrijdag maart) 6 5 4 3 2 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Bron: CBS, op SCP-verzoek geleverde gegevens B5.5 Figuur B5.5 Zelfstandig ondernemers langer dan 1 jaar actief, totaal (eerste week augustus 28) en percentage in de bevolking van 15-64 jaar (bevolkingsgegevens van 1-1-29) naar etnische herkomst totaal zelfstandig ondernemers % in bevolking 15-64 jaar niet-westerse migranten (totaal) 51.141 4,6 Turks 13.912 5,3 Marokkaans 6.317 2,9 Surinaams 9.26 3,7 Antilliaans 2.549 2,6 Iraaks 1.37 3, Iraans 1.35 5,4 Afghaans 1.3 3,9 Somalisch 58,4 Chinees 6.144 11,6 overige niet-westerse groepen1 12.529 4,4 autochtone Nederlanders 551.955 6,3 Bron: ITS/CBS/KVK (Handelsregister); CBS (StatLine) SCP-bewerking 1 Deze gegevens hebben betrekking op andere niet in de tabel vermelde niet-westerse groepen. 18

Bijlage bij hoofdstuk 6 Wonen en wijken B6.1 Figuur B6.1 Spreiding van bevolkingsgroepen over de G4, de rest van de stadsgewesten rond de G4 en overig Nederland, grootste nietwesters allochtone bevolkingsgroepen (Turks, Marokkaans, Surinaams, Antilliaans), 2, 24 29 (absolute aantallen) 4 35 3 25 2 15 5 Overig Nederland Overig stadsgewesten G4 G4 2 24 29 2 24 29 2 24 29 2 24 29 Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Bron: CBS (StatLine) B6.2 Figuur B6.2 Spreiding van bevolkingsgroepen over de G4, de rest van de stadsgewesten rond de G4 en overig Nederland, kleinere bevolkingsgroepen (Iraans, Iraaks, Afghaans, Somalisch, Chinees*), 2, 24, 29 (absolute aantallen) * = inclusief Hong Kong Chinezen. Bron: CBS (StatLine) 19

B6.3 Figuur B6.3 Vestiging in en vertrek uit de vier grote steden en de overige gemeenten in dezelfde stadsgewesten, vanuit of naar overig Nederland, naar herkomstgroep, periode 2 tot en met 28 5 45 4 35 3 25 2 15 5 Afghanistan China Irak Iran Somalië vestiging 4 grote gem. vestiging stadsgewesten vertrek 4 grote gem. vertrek stadsgewesten Bron: CBS Figuur B6.4 Wijken (postcodegebieden) naar het aandeel inwoners van niet-westerse origine, 1998-28 Bron: CBS (StatLine) 2

B6.5 Tabel B6.1 Immigratie in de jaren 1995-28, naar herkomstland van de immigranten en naar kleur van de wijk waarin zij zich in Nederland vestigden % niet-westerse allochtonen per 1 januari 28 herkomstgroep tot 5% 5 tot % tot 25% 25 tot 5% 5 tot 75% 75% totaal Turks 5.116 11.511 22.856 18.993 12.83 4.815 75.374 Marokkaans 3.486 7.896 17.533 16.13 11.22 2.888 59.153 Surinaams 2.887 4.683 12.241 12.497.97 3.966 47.181 Antilliaans 5.224 11.585 25.454 18.941 12.38 2.937 76.521 Iraaks 16.34 9.959 11.648 5.533 1.73 315 45.525 Iraans 6.6 4.879 5.518 2.332 89 94 19.738 Afghaans 15.758 7.54 7.784 2.95 1.341 25 35.92 Somalisch 7.97 5.621 6.588 2.869 1.136 294 23.65 Chinees 8.2 8.555 13.881 7.912 2.714 399 41.671 overig niet-westers 62.78 63.168 87.582 43.32 22.94 6.415 286.187 westers 162.121 164.378 184.818 72.912 25.529 5.37 614.795 autochtoon 115.76 75.296 58.22 15.854 3.55 292 268.774 Bron: CBS B6.6 Tabel B6.2 Verhuisden in de periode 24-26 die niet bewust voor hun woning of buurt kozen, maar hun keuze motiveerden met hier kon ik het eerste in, naar het aandeel bewoners van niet-westerse origine in de wijk en naar herkomstgroep (niet westerse versus autochtone origine). Als percentage van alle verhuisden en van verhuisde huurders. De laatste kolom in de tabel geeft aan welk aandeel van de verhuisden een woning ging huren kon hier het eerste in; kon hier het eerste in: alle verhuisden nietwesters alleen huurders aandeel verhuisden dat een woning ging huren nietwesters autochtoon niet-westers autochtoon autochtoon buurt -% niet-westerse bevolking 41 24 51 36 76 48 buurt met -5% nietwesterse bevolking 39 29 46 38 78 63 buurt met meer dan 5% niet westerse bevolking 41 24 46 28 86* 77** * N = 132 ** N = 9 Bron: VROM (WoON 6) 21

B6.7 Figuur B6.5 Personen van niet-westerse afkomst naar het aandeel bewoners van niet-westerse origine in hun woonwijk, 1998 en 28 (relatief) Bron: CBS (StatLine) B6.8 TabelB6.3 Herkomst van de bevolking in wijken met een hoog aandeel mensen van niet-westerse origine (meer dan 5%) en met een laag aandeel (5% of minder), 28 (absolute aantallen en procenten) bevolking in postcodegebieden bevolking in postcodegebieden met meer dan 5% met minder dan 5% niet-westerse allochtonen niet-westerse allochtonen in % van het totaal in % van het totaal herkomstgroep x per herkomstgroep x per herkomstgroep Turks 76,4 2,5 17,8 4,8 Marokkaans 75,2 22,4 17,2 5,1 Surinaams 78,2 23,3 23,2 6,9 Antilliaans 18,3 13,9 14,4,9 Iraaks 2,6 5,8 7,8 17,1 Iraans 1,4 4,6 4,5 15,1 Afghaans 2,1 5,7 7,7 2,6 Somalisch 1,9 9,5 3,1 16,1 Chinees 4,6 9,9 8,9 18,9 overig niet-westers 58,3 14,2 67,7 16,5 totaal niet-westers 319, 18,1 172,3 9,8 westers 44,4 3,1 479,6 33,1 autochtoon 148,1 1,1 6487,7 49,2 totaal 511,5 3,1 7139,6 43,5 Bron: CBS 22

B6.9 Tabel B6.4A Statistische ontmoetingskansen van elk van de vier grootste groepen niet-westerse migranten en hun nakomelingen met autochtone Nederlanders, 1998 en 28 Ontmoetingskansen voor de vier grote groepen, 1998 en 28: met autochtonen ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ---------------------------------------- 1998 28 ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ---------------------------------------- Turks Marokkaans Surinaaams Antilliaans Turks Marokkaans Surinaaams Antilliaans ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ---------------------------------------- Alkmaar 72.6 75. 78.6 79.2 68.3 7.3 77.2 76.5 Almelo 71.5 69.8 78.5 74.8 68.1 68.5 76.8 73.8 Almere 73.8 73.5 75. 75.2 61.8 61.2 62.3 62.4 Amersfoort 73.2 75.1 79. 8. 69.3 7.1 75.7 74.8 Amstelveen 74.9 74.8 75.1 75. 67.8 67. 67.8 67.3 Amsterdam 5.5 51. 46.7 44.6 42.5 43.2 4.7 41.4 Arnhem 67.6 66.1 71.3 72.1 62. 58.7 66.5 66.5 Bergen op Zoom 74. 74.3 77.9 77. 65.6 67.5 73.9 73.2 Capelle a/d IJssel 77.9 77.5 78.1 76.7 66.4 68.2 69.5 68.7 Culemborg 8.4 79.8 8.6 79.5 78.6 77. 78.1 78.2 Delft 74. 74.9 76.5 76.5 63.8 65.5 68.8 67.6 Den Haag 39.4 41.1 47.4 52.8 32.2 33. 42. 43.9 Deventer 69.9 77.1 78.6 76.6 68.3 72.7 77.2 72.2 Diemen 7. 71.5 7.4 71.1 63.4 63.7 63.6 64.1 Dordrecht 72.2 71.3 75.8 73.3 67.4 66.2 71.4 67.6 Eindhoven 72.8 75.1 76.2 76.4 67.7 69.1 71.1 7.2 Enschede 72.2 71.1 73.5 75.1 69. 67.2 69.8 7.9 Gorinchem 73.5 73.2 79.9 79.1 67.4 68.9 74.4 75.5 Gouda 78.6 79.3 82.6 83.6 75.7 75.9 78.1 78.8 Haarlem 75.9 74.2 76.4 77.2 66.7 65.2 7.8 71.5 Haarlemmermeer 8.8 81.5 81. 81.9 74.4 75. 75.5 75.7 Helmond 75. 76.2 8.1 79.5 71. 72.4 77.9 77.4 Hengelo (O.) 79. 79.5 79.6 79.4 77. 77.9 78.3 77.6 Hoorn 78.8 8. 81.2 81.2 76.2 76.9 78.2 77.6 IJsselstein 84.7 83.1 83.3 83.7 79.8 77.8 79.8 8. Leidschendam-Voorburg 75.3 73.9 75.8 77.6 66.6 62.2 68.6 67.5 Leerdam 69.4 7.8 82.5 84.7 61.7 66.3 81.4 8.1 Leiden 77.4 76.6 78. 77.5 71.5 7.4 72.6 71.7 Lelystad 72.9 71.6 74.3 74. 66.2 66.4 69.9 69.4 Maassluis 77.6 75.2 78.1 78.7 74.6 73. 76.9 74.6 Nieuwegein 8. 8. 81. 8.9 76.9 76.7 77.1 76.9 Nijmegen 76.6 76. 76.1 77. 72.1 7.6 72.7 72.9 Purmerend 78.8 79.3 8.4 79.6 74.8 75. 75.8 75.8 Rijswijk 77.3 76.5 78.4 78.2 71.4 69.9 72.4 72.1 Roermond 67.1 68.3 68.3 68.5 6.1 62.6 64.4 65.3 Roosendaal 76.1 77.6 82.8 83.2 72. 73.3 77.6 77.7 Rotterdam 42.5 44.2 52.4 55.5 37. 38.9 46.9 48.5 Schiedam 63.6 65.2 72.3 69.7 53.2 54.2 61.6 56.2 Spijkenisse 78.5 77.9 8.3 79.3 76.2 76. 76.8 75.8 Tiel 77.3 75.7 81.8 8.9 74.2 72.2 79.8 77.5 Tilburg 77.3 77. 78.7 78.3 69.1 67.7 72.7 71.2 Utrecht 62.7 62. 67.7 71.1 55.7 54.7 64.8 67.8 Venlo 73.5 73.6 73.9 75.2 7. 71.3 71.4 72.4 Vlaardingen 79.9 79.2 82. 81.8 72.9 72.2 75. 73.6 Wageningen 83. 83.3 83. 82.6 74. 75.5 73.4 71.8 Weesp 75.3 75.1 78.2 77.9 7.1 69.3 74.4 74. Zaanstad 64. 74.6 74.8 76. 57.7 65.5 69.2 71.3 Zeist 8.2 77.3 78.9 8.3 76. 74.3 76.5 77.8 Zoetermeer 73.6 72.5 75.3 73.5 7.5 67.4 71.3 68.9 ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ---------------------------------------- Bron: CBS 23

Tabel B6.4B Statistische ontmoetingskansen van elk van de kleinere groepen niet-westerse migranten en hun nakomelingen met autochtone Nederlanders, 1998 en 28 Ontmoetingskansen voor de vijf kleinere groepen, 1998 en 28: met autochtonen ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- 1998 28 ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Iraaks Iraans Afghaans Somalisch Chinees Irakees Iraans Afghaans Somalisch Chinees ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Alkmaar 78.6 78.1 77.8 76.3 8. 74. 75.2 69.7 71.3 77. Amersfoort 75.8 75.8 68.7 72.2 79.1 69. 76.3 68.7 66.3 75.3 Almere 73.4 72.8 74.8 72.9 75.4 62. 61.4 61.8 61.3 62.8 Amsterdam 53.7 54.2 48.4 44. 55.1 47.1 5.2 43.5 4.9 49.4 Arnhem 67.5 69.8 66.2 67.1 72.5 6.9 65.8 58.6 57.8 63.5 Capelle a/d IJssel 71.7 74.3 69. 73.6 77.9 65.2 7.1 64. 68.9 67.2 Delft 72.1 74.9 72.9 7.2 76.7 62.4 66.1 63.3 58.4 65.6 Den Haag 57.3 65. 58.8 45.9 51.1 43.2 55. 46.1 33.9 43.2 Deventer 74.2 8.6 77.7 72.3 75. 75. 75.4 77.1 72.5 65.1 Diemen 7.7 71.1 71. 71.7 71.3 63.4 63.5 63.5 65.2 65.1 Dordrecht 71.5 78.3 73.4 71.9 73.4 66. 74.9 69.2 63.3 68.7 Eindhoven 76.2 76.2 75.7 73.3 76.7 69.7 7.1 7. 66.7 7.3 Enschede 71.7 73.5 7.2 71.6 74.2 65.8 7.9 63.9 66.2 71.6 Gouda 81.1 8.6 81.6 76. 79.2 76.9 77.4 76.6 72.9 77.9 Haarlem 78.6 75.3 74.8 72.8 77. 67.8 68.7 63.4 62.5 72.8 Haarlemmermeer 83.6 8.8 82.8 81.4 8.9 75.7 73.9 75.6 76.6 75.3 Leiden 77.7 78.6 78.2 76.6 76.9 71.7 72.7 71. 7.1 7.9 Lelystad 71.3 75.9 69.8 66.3 72.8 68.2 72.8 67.9 71.2 7.8 Maassluis 75.3 77.3 75.4 74.5 77. 72. 75.2 7.1 73. 73.6 Nijmegen 75.3 76.7 77.1 75.3 77.7 71.6 73.1 7. 69.9 73.4 Purmerend 8.7 77.4 78. 79.2 79.6 74.7 75.5 73.8 77.2 75.1 Rijswijk 76.9 76.6 76.9 76.3 78. 71.5 71.7 71.6 7.3 71.6 Rotterdam 62.4 65.5 67. 57.3 52.9 52.8 56.5 53.3 44.6 46.2 Schiedam 7.7 76.1 65.7 7.2 7.4 57.1 6.9 59.6 56.3 56.3 Spijkenisse 79.3 78.3 78.6 79.5 79.6 75.1 75.4 76.1 74.3 77. Tilburg 77.4 77.2 77.5 75.2 8. 66.4 71.7 66.7 6.4 73.9 Utrecht 65.1 7.8 65.3 63.7 68.4 57.5 65.3 55.4 51.2 63.7 Vlaardingen 8.7 82.4 83.8 8.8 81.1 74.3 77.9 76.1 72.6 74.5 Zaanstad 69.5 71.8 68.7 63.9 74.9 63.8 66.9 55.9 55.7 7.8 Zoetermeer 68.9 72.7 68.8 65.2 74.4 65.7 69.4 64.3 63. 7.3 ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Bron: CBS 24

B6. Tabel B6.5A Statistische ontmoetingskansen van elk van de vier grootste groepen niet-westerse migranten en hun nakomelingen met leden van de eigen herkomstgroep, 1998 en 28 Ontmoetingskansen voor de vier grote groepen, 1998 en 28: met eigen groep ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ----------------- 1998 28 ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ----------------- Turks Marokkaans Surinaaams Antilliaans Turks Marokkaans Surinaaams Antilliaans ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ----------------- Alkmaar 9.1 2.8 1.9 1.4 8.6 3.9 1.8 1.4 Almelo 14. 1.4.5.4 15.6 1.5.5.4 Almere 1. 2.8 6.9 1.5 2. 4.5 11.8 2.7 Amersfoort 8.4 4.5 1.2 1. 8.3 5.5 1.3 1.4 Amstelveen.4.7 2.2.9.6 1.1 2.9 1. Amsterdam 8.4 12.6 17.6 3.7.2 16.3 18. 3.2 Arnhem 9.7 3.9 2.8 1.2.1 5.1 2.6 1.9 Bergen op Zoom 7.6 6.5.9.4 11.1 8.8.9.4 Capelle a/d IJssel.5.3 5. 2.4 2.6 1.4 7.3 3.9 Culemborg 1.4 7. 1.3.4 1.5 8.5 1.4.6 Delft 3.4 1.2 2.7.8 4.3 1.9 2.9 2. Den Haag 15.2.3 15.6 2.1 17.3 12.3 14.3 3.4 Deventer 16.7.5.9.5 14.4.6.9.8 Diemen 2.2 1.7 8.3 1.6 2.5 2.5 8.9 2.2 Dordrecht 7.4 2.8 2.4 2.6 8. 3.5 2.6 3.7 Eindhoven 7.4 2.6 1.9 1. 7.6 3.6 1.9 1.3 Enschede 7. 2. 1.4.5 7.7 2.3 1.6.7 Gorinchem 7.1 6.5 1..5 9.4 7.5 1..5 Gouda.9.2 1.2.5.9 11.3 1.3.6 Haarlem 6.1 4.2 1.7.7 8.5 6.9 1.7.8 Haarlemmermeer.8 1.6 2.5.7 2. 2.4 3.8.9 Helmond 5.1 5.8.9.8 5.7 6.8.8.8 Hengelo (O.) 6.8.2.6.6 7.2.4.6.8 Hoorn 4.8 2.5 3.5 1.3 3.5 3. 3.4 1.5 IJsselstein.8 3.4 3.4.8 1.1 6. 3.6.8 Leidschendam-Voorburg 1. 1.9 3.7.7 1.4 4.3 4.1 1.8 Leerdam 15.8 2.2.4.2 21.7 2.5.8.1 Leiden 2.8 5.6 2.2 1.1 2.8 7. 2. 1.3 Lelystad 2.6 5.9 6.7 2.4 5.8 5.7 7. 2.9 Maassluis 6.8 5.5 2..7 7.6 6.1 1.8 1.6 Nieuwegein.5 1.7 3.9 1. 1. 3. 4.2 1.1 Nijmegen 4.6 2.6 1.5 1.5 5.3 3.7 1.3 1.7 Purmerend 1.1 2.8 4.1 1.1 1.7 2.4 5.4 1.2 Rijswijk.5.9 2.6.5 1.3 2.5 3.7 1.2 Roermond 6.2 5.3 1.1 1. 8.7 6.5.8 1. Roosendaal 5.8 6.2.5.3 5.8 7.3.6.3 Rotterdam 14.4 9.6.8 3.3 14.9 11.2.6 4.7 Schiedam 15.5 3.1 3.1 1.3 17.5 4.4 4.2 3.3 Spijkenisse 2.3.8 4. 2.2 2..7 4.7 2.8 Tiel 7.1 5.5.7.4 7.6 7.2.7.4 Tilburg 4.7 3.2 1.9 2.1 6.4 5.1 2.1 2.9 Utrecht 7.9 14.6 3.6.9 8.8 18.2 3.3.9 Venlo 5.2 2.6.8.2 6.6 4.5.7.3 Vlaardingen 6.4 2.2 1.4.7 8.2 3.3 2. 2.2 Wageningen.7 1.3 1.2.4.6 1.3 1..4 Weesp 3.6 5.9 1.3.5 3. 8.6 1.6.7 Zaanstad 18. 1.1 3.2.5 19.2 2.7 4..7 Zeist.9 6.4 1.9.6 1.1 8.4 1.8.9 Zoetermeer.5 1. 6.6 2.1.9 2.5 7.5 2.6 ------------------------------------- ------------ ------------------ ------------------ --------------- ------------ ------------------ ------------------ ----------------- Bron: CBS 25

Tabel B6.5B Statistische ontmoetingskansen van elk van de kleinere groepen niet-westerse migranten en hun nakomelingen met leden van de eigen herkomstgroep, 1998 en 28 Ontmoetingskansen voor de vijf kleinere groepen, 1998 en 28: met eigen groep ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- 1998 28 ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Irakees Iraans Afghaans Somalisch Chinees Irakees Iraans Afghaans Somalisch Chinees ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Alkmaar.3.5.2.6.2.7.2.8.5.2 Amersfoort.5 1.4.5 1.5.3 4.2.6.9.7.3 Almere.6.7.3.2.3 1..9.5.1.4 Amsterdam.3.3.2.5.4.5.4.7.2.6 Arnhem 1.2.5.5.6.5 2.3.6 3.3.9 1.5 Capelle a/d IJssel.8.4.6.4.3 1.1.8 1.8.3 1.1 Delft 1.5 1..3 1.3.7 2.6 1.4 1.1 1.3 1.7 Den Haag.6.4.2.7.7 1.2.4.6.6 1.3 Deventer.2.1.2.2.4.6.3.5.3 2. Diemen.3.5.1.1.4.5.5.4..6 Dordrecht.8.4.1.5.3 1.2.3.6.7.4 Eindhoven.2.2.3.8.4.4.4.6.5 1.1 Enschede.8.3.3.2.3 1.4.2.7.2.6 Gouda.2.1.1.5.2.2.2.2.3.2 Haarlem.2.4.2.6.2.6.5 1.1.6.3 Haarlemmermeer.1.3.1.2.2.4.5.4.2.3 Leiden.3.3.1.3.3.5.5.5.4.9 Lelystad.3.1.1.2.3.5.2.4.1.4 Maassluis.9.2.2.6.3 1.2.1.9.1.2 Nijmegen.3.5.1.5.3.7.6.6.5.5 Purmerend.3.4.2.4.4.4.3.8.3.6 Rijswijk.5.3.4.2.2 1..6.6.1.5 Rotterdam.2.3.2.5.7.5.4.4.5 1.4 Schiedam.2.3.1 1.1.4.6.3.4.6 1.1 Spijkenisse.1.1.1.4.3.3.2.3.2.3 Tilburg.2.1.2 1.3.2.7.6.6 2.5.6 Utrecht.3.4.3.4.4.7.4.8.6.7 Vlaardingen.2.2.2.6.3.6.3.5.4.4 Zaanstad.4.3.3.6.2.5.3 1..6.3 Zoetermeer.6.5.3 1.2.2 2.1.7 2.2.4.3 ---------------------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- --------------- ------------- ------------ --------------- ---------------- ------------- Bron: CBS 26

B6.11 Figuur B6.6 Segregatie-indexen in gemeenten met minimaal % bevolking met een niet westerse achtergrond per 1 januari 28, voor diverse bevolkingsgroepen, 1998 en 28 7 6 5 4 3 2 28 Cul IJss Rijs Amv SI Turken, 1998 en 28 Nieuw Diem Ada Ut Wag Leer DH Zaan Roos Rda Hoorn 2 3 4 5 6 7 1998 Spij 28 SI Afghanen, 1998 en 28 7 BoZ 6 LdVb 5 Maas 4 DH Ut Amf 3 Gou Ada Rda 2 Rijs Vla Almere 2 3 4 5 6 7 1998 28 SI Marokkanen, 1998 en 28 28 SI Chinezen, 1998 en 28 7 7 6 5 4 3 2 Capel Cul Diem IJss Roer Nieu Haar DH Ut Ada Rda Purm 2 3 4 5 6 7 1998 Spij 6 5 4 3 2 Dev BoZ Zeist Arnh Ut DH Rda Ada DiemAmf Vla Gou Helm Almelo Wag 2 3 4 5 6 7 1998 28 SI Surinamers, 1998 en 28 28 SI Irakezen, 1998 en 28 7 7 6 5 4 3 2 Ada DH Ut LdVb Leer Rda Vla Gori Heng Maas 2 3 4 5 6 7 1998 6 5 4 3 2 Diem LdVb Delft Til Roos Ut Capel DH Wag Ada Rda Amv Gou Almere Nieuw Heng Vla 2 3 4 5 6 7 1998 28 SI Antillianen/Arubanen, 1998 en 28 28 SI Iraniërs, 1998 en 28 7 7 6 5 4 3 2 LdVb Maas Vla Diem Ut IJss Cul DH Rda Roer Leer 2 3 4 5 6 7 1998 Alkm Alkmaar Gorin Gorinchem Roer Roermond Almelo Almelo Gou Gouda Roos Roosendaal Almere Almere Haar Haarlem Rdam Rotterdam Amf Amersfoort Helm Helmond Spij Spijkenisse Amv Amstelveen Heng Hengelo Til Tilburg Adam Amsterdam Hoorn Hoorn Ut Utrecht Arnh Arnhem IJss IJsselstein Ven Venlo BoZ Bergen op Zo LdVb LeidschendamVla Vlaardingen Capel Capelle a/d IJ Leer Leerdam Wag Wageningen Cul Culemborg Lely Lelystad Zaan Zaanstad Delft Delft Maas Maassluis Zeist Zeist DH Den Haag Nieuw Nieuwegein Zmeer Zoetermeer Dev Deventer Purm Purmerend Diem Diemen Rijs Rijswijk Ada 6 5 4 3 2 7 6 5 4 3 2 Vla Diem Roer Almel Rda Spij Ut DH Ada Gou Maas Heng Lely Nieu 2 3 4 5 6 7 1998 28 Vla BoZ SI Somaliërs, 1998 en 28 Ut Zeist Alkm 2 3 4 5 6 7 1998 DH Rda Heng Ada Venlo Rijs Gorin Ven Zmeer Zeist Leer Helm Bron: CBS 27

B6.12 Figuur B6.7 Verschillende bevolkingsgroepen naar woningmarktsector, 1981 26 (in procenten) Turkse en Marokkaanse Nederlanders Surinaamse and Antilliaanse Nederlanders Autochtone Nederlanders Bron: CBS/VROM (WBO 82, 9, 98, WoON 6) 28

B 6.13 WOZ Berekeningswijze De WOZ- waarden (Wet onroerende zaken, op basis waarvan de Onroerende Zaakbelasting wordt berekend) zijn voor de jaren 1998, 22 en 26 verstrekt door het ministerie van VROM. Het betreft registratiegegevens. Om de prijzen in de verschillende jaren te kunnen vergelijken is gebruik gemaakt van de prijsindexcijfers bestaande koopwoningen van het Kadaster (www.kadaster.nl, geraadpleegd op 17-8-29). De indexcijfers zijn voor het gehele land en voor alle woningtypen samen genomen. Toespitsing op appartementen in west Nederland geeft geen al te grote verschillen. Ten opzichte van 1998 zijn de prijzen volgens deze indexcijfers in 26 gestegen met 92,1%. Ten opzichte van 22 was dat 17,4%. Voor 1998 zijn euro s teruggerekend tot guldens door met 2,2 te vermenigvuldigen. 29

Bijlage bij hoofdstuk 7 Criminaliteit: daders, slachtoffers en veiligheidsbeleving Figuur B7.1 Age-crime curves van verdachten naar etnische herkomst en jaar (1998, 23 en 27) (in percentages van betreffende bevolkingsgroep) Turks 8 7 6 5 4 3 2 1 12 13 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3 31 32 33 34 35 36 37 38 39 4 41 42 43 44 45 46 47 48 49 5 51 52 53 54 55 56 57 58 59 6 61 62 63 64 65 Marokkaans 16 14 12 8 6 4 2 12 8 6 4 2 12 13 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3 31 32 33 34 35 36 37 38 39 4 41 42 43 44 45 46 47 48 49 5 51 52 53 54 55 56 57 58 59 6 61 62 63 64 65 Surinaams 12 13 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3 31 32 33 34 35 36 37 38 39 4 41 42 43 44 45 46 47 48 49 5 51 52 53 54 55 56 57 58 59 6 61 62 63 64 65 3

16 14 12 8 6 4 2 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1,5 Antilliaans 12 13 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3 31 32 33 34 35 36 37 38 39 4 41 42 43 44 45 46 47 48 49 5 51 52 53 54 55 56 57 58 59 6 61 62 63 64 65 autochtoon 12 13 14 15 16 17 18 19 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 3 31 32 33 34 35 36 37 38 39 4 41 42 43 44 45 46 47 48 49 5 51 52 53 54 55 56 57 58 59 6 61 62 63 64 65 1998 23 27 Bron: KLPD/IPOL (HKS 9); CBS (StatLine 9) eigen bewerking 31

Tabel B7.1 Effectparameters ter verklaring van slachtofferschap (wel versus niet) (logistische regressiemodellen) herkomst (ref. autochtoon) model A model B model C Exp(B) Exp(B) Exp(B) Turks 1 e generatie 1,11,869,814 Turks 2 e generatie 1,92*,989,985 Marokkaans 1 e generatie 1,175,952,938 Marokkaans 2 e generatie 1,799*,876,961 Surinaams 1 e generatie 1,1,96,97 Surinaams 2 e generatie 1,72*,889,937 Antilliaans 1 e generatie 1,48* 1,59 1,78 Antilliaans 2 e generatie 1,778* 1,48 1,7 overig niet-westers 1 e generatie 1,252*,952,944 overig niet-westers 2 e generatie 1,583*,842,842 overig westers 1 e generatie,965 1,19 1,15 overig westers 2 e generatie 1,25* 1,172* 1,148* vrouw (ref. man),899*,773* leeftijd (ref. 35-64 jaar) 15-24 jaar 2,257* 2,24* 25-34 jaar 1,546* 1,543* 65+ jaar,42*,415* opleiding (ref. laag) middelbaar 1,238* 1,217* hoog 1,477* 1,423* huishouden (ref. stel m/z kinderen) alleenstaand 1,195* 1,152* eenoudergezin 1,424* 1,414* overig 1,4,99 Randstad (ref. overig) 1,288* 1,224* concentratiewijk (ref. <5% / <25%) 1,296* 1,196* onveiligheidsgevoel (ref. nooit) 1,748* eerder slachtofferschap (ref. geen),975 mijdt onveilige plekken in woonplaats (ref. nee) 1,318* jaar (ref. 25) 26,872*,895* 27,843*,874* 28,821*,859* constante,362*,316*,277* Nagelkerke R 2,2,77, N 4459 Bron: CBS (VMR 5-8) eigen bewerking 32

Tabel B7.2 Effectparameters ter verklaring van de onveiligheidsbeleving (wel eens onveilig vs rest) (logistische regressiemodellen) herkomst (ref. autochtoon) model A model B model C Exp(B) Exp(B) Exp(B) Turks 1 e generatie 1,837* 1,748* 1,849* Turks 2 e generatie 1,6* 1,157 1,111 Marokkaans 1 e generatie 1,482* 1,369* 1,312 Marokkaans 2 e generatie,968,672,669 Surinaams 1 e generatie 1,517* 1,139 1,138 Surinaams 2 e generatie 1,34,751,731 Antilliaans 1 e generatie 1,365 1,53 1,51 Antilliaans 2 e generatie 1,86,844,843 overig niet-westers 1 e generatie 1,589* 1,358* 1,332* overig niet-westers 2 e generatie 1,485* 1,199 1,174 overig westers 1 e generatie 1,158* 1, 1,123 overig westers 2 e generatie 1,263* 1,218* 1,156* vrouw (ref. man) 2,336* 2,418* leeftijd (ref. 35-64 jaar) 15-24 jaar 1,4* 1,198* 25-34 jaar 1,99* 1,5 65+ jaar,821*,911* opleiding (ref. laag) middelbaar 1,86* 1,88* hoog 1,222* 1,219* huishouden (ref. stel m/z kinderen) alleenstaand 1,379* 1,334* eenoudergezin 1,156* 1,73 overig,937,916 Randstad (ref. overig) 1,337* 1,232* concentratiewijk (ref. <5%/<25%) 1,611* 1,453* slachtoffer (ref. geen slachtoffer) 2,337* tevredenheid over politie (ref. neutraal) (zeer) tevreden,687* (zeer) ontevreden 1,679* jaar (ref. 25) 26,88*,814* 27,725*,746* 28,689*,74* constante,282,186*,6* Nagelkerke R 2,3,68,127 N 41337 Bron: CBS (VMR 5-8) eigen bewerking 33

Tabel B7.3 Effectparameters ter verklaring van de stelling dat de politie burgers in deze buurt bescherming biedt (oneens versus rest) (logistische regressiemodellen) herkomst (ref. autochtoon) model A model B model C Exp(B) Exp(B) Exp(B) Turks 1 e generatie,89,737*,659* Turks 2 e generatie 1,433* 1,435* 1,374 Marokkaans 1 e generatie 1,31,848,784 Marokkaans 2 e generatie,819,8,865 Surinaams 1 e generatie,924,766,738* Surinaams 2 e generatie 1,416* 1,3 1,351 Antilliaans 1 e generatie,874,76,76 Antilliaans 2 e generatie 1,331 1,366 1,427 overig niet-westers 1 e generatie,776*,687*,629* overig niet-westers 2 e generatie 1,385 1,429 1,47 overig westers 1 e generatie,847*,815*,81* overig westers 2 e generatie 1,148* 1,144* 1,96 vrouw (ref. man),813*,72* leeftijd (ref. 35-64 jaar) 15-24 jaar,771*,637* 25-34 jaar,817*,761* 65+ jaar,89*,894* opleiding (ref. laag) middelbaar,943*,918* hoog,768*,713* huishouden (ref. stel m/z kinderen) alleenstaand 1,12,939 eenoudergezin 1,223* 1,165* overig,679,663* Randstad (ref. overig) 1,15* 1,52 concentratiewijk (ref. <5%/<25%) 1,245* 1,3 slachtoffer (ref. geen slachtoffer) 1,781* onveiligheidsgevoel (ref. nooit) 2,114* jaar (ref. 25) 26,937,976 27,85*,94* 28,827*,885* constante,172*,246*,146* Nagelkerke R 2,1,,49 N 5569 Bron: CBS (VMR 5-8) eigen bewerking 34

Bijlage bij hoofdstuk 8 Sociaal-culturele positie B8.1 Toelichting op de correctie voor veranderingen in onderzoeksdesign Verschillen tussen databestanden Bij een trendanalyse op de databestanden van de SPVA (1988, 1991, 1994, 1998 en 22) en het SIM (26) hebben we te maken met verschillen tussen de databestanden die de vergelijking bemoeilijken. Allereerst zijn er verschillen wat betreft de steekproeftrekking. In de SPVA s is een beperkt aantal gemeenten geselecteerd, waarna uit de bevolkingsregisters een aselecte steekproef van huishoudens is getrokken. In het SIM is geen trapsgewijze aanpak gebruikt, maar is direct op landelijk niveau een steekproef getrokken. Een tweede verschil wat betreft de steekproef is het niveau: in de SPVA s is dat het niveau van huishoudens (clusters van personen), terwijl dat in het SIM het persoonsniveau is. Een derde verschil zit in de informatie die bekend is over de verscheidene personen in een huishouden binnen de SPVA s: van het hoofd van het huishouden (in principe de oudste man) is, vooral in de oudere SPVA s, meer informatie voorhanden dan van de andere gezinsleden. Daarnaast zijn er nog verschillen in de aanwezigheid van een panel, het (beperkt) gebruik van zelfzoekmethodes (sommige SPVA s) en de leeftijdsselectie. Om toch een trendanalyse te kunnen doen, is zo veel mogelijk met deze verschillen rekening gehouden. Verdeling van gemeenten In de diverse bestanden zijn gemeenten niet gelijk verdeeld. Hieraan is op twee manieren tegemoet gekomen. Bij het wegen naar klasse van gemeentegrootte (< 5., 5.-25. en de vijf grootste afzonderlijk) is als referentie de populatieverdeling per etnische groepering in 26 genomen. Omdat hieraan de veronderstelling ten grondslag ligt, dat de aanwezige kleine en middelgrote gemeenten in de SPVA s representatief zijn voor alle kleine en middelgrote gemeenten, zijn eveneens de trends bekeken voor de vijf grootste gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Na weging van de verhoudingen waarin etnische groeperingen in 26 woonachtig waren in deze vijf gemeenten, bleken de verschillen in ontwikkeling niet groot te zijn. Daarom is besloten de trends voor alle gemeenten te laten zien. Leeftijdsverdeling Om de leeftijdscategorie waarover de trends berekend worden vergelijkbaar te krijgen, is geselecteerd op de categorie 15-64 jaar. Aangezien verschillen in leeftijdsverdeling tussen de jaargangen te maken kunnen hebben met verschillen in design, is bekeken in hoeverre weging voor leeftijd effect heeft. Hieruit kwamen geen grote verschillen naar voren, zodat weging naar leeftijd achterwege is gelaten. Huishoudens- versus personensteekproeven Met het verschil in type steekproef (huishoudenssteekproeven in de SPVA s en personensteekproeven in het SIM) is rekening gehouden door een aselecte trekking te nemen uit de huishoudenssteekproeven van de SPVA en indicatoren te bekijken die ook voor gezinsleden beschikbaar zijn. Het effect hiervan op de trends bleek echter minimaal te zijn. Er is daarom besloten alle gezinsleden bij de analyse te betrekken. Hoofden van huishoudens Tot slot is er verschil tussen de databestanden omdat voor een aantal indicatoren wel informatie beschikbaar is voor hoofden van huishoudens maar niet voor inwonende gezinsleden in de SPVA s 35

en omdat niet altijd objectief is vastgesteld wie het hoofd van het huishouden is. Dit is gecorrigeerd door een objectieve combinatievariabele te maken van positie in gezin en geslacht (met de categorieën man met partner, man zonder partner, vrouw met partner, vrouw zonder partner en inwonende kinderen ). Voor deze variabele is gewogen met als referentieverdeling de verdeling zoals die in het SIM in 26 is aangetroffen. Voor indicatoren die in de SPVA s in het geheel niet voor inwonende kinderen beschikbaar was, is deze categorie buiten beschouwing gebleven. De uitspraken hebben dan betrekking op zelfstandig wonenden. Samenvattend Om trends binnen de verschillende etnische groeperingen te laten zien, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de verschillen in databestanden, is ervoor gekozen te wegen naar gemeente(grootteklasse) en naar een combinatie van positie in gezin en geslacht. Selectie op alleen de vijf grootste gemeenten, extra weging naar leeftijd of een random selectie uit de gezinsleden van de SPVA s hadden op het verloop van de trends weinig invloed. B8.2 Nooit autochtone Nederlanders op bezoek B8.2a Aandeel personen dat nooit thuis autochtone Nederlanders op bezoek krijgt, naar etnische herkomst, 22-26 (in procenten) 45 4 35 3 25 Turks Marokkaans 2 Surinaams 15 Antilliaans 5 22 24 26 Bron: ISEO/SCP (SPVA 2); SCP (SIM 6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 36

B8.2b Aandeel personen dat nooit thuis autochtonen Nederlanders op bezoek krijgt, naar etnische herkomst en generatie, 22-26 (in procenten) 45 4 35 3 25 2 15 5 22 24 26 45 4 35 3 25 2 15 5 22 24 26 Turks 1e gen Turks 2e gen Marokkaans 1e gen Marokkaans 2e gen 45 4 35 3 25 2 15 5 22 24 26 45 4 35 3 25 2 15 5 22 24 26 Surinaams 1e gen Surinaams 2e gen Antilliaans 1e gen Antilliaans 2e gen Bron: ISEO/SCP (SPVA 2); SCP (SIM 6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 37

B8.3a Aandeel personen dat het (helemaal) eens is met de stelling: Een vrouw moet stoppen met werken als ze een kind krijgt, naar etnische herkomst, 1998-26 (in procenten) 5 45 4 35 3 25 2 15 5 1998 22 26 Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans Bron: ISEO/SCP (SPVA 98-2); SCP (SIM 6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign B8.3b Aandeel personen dat het (helemaal) eens is met de stelling: De man kan het beste de verantwoordelijkheid voor het geld hebben, naar etnische herkomst, 1998-26 (in procenten) 45 4 35 3 25 2 15 5 1998 22 26 Bron: ISEO/SCP (SPVA 98-2); SCP (SIM 6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans 38

B8.4 Opvattingen over individualisering, emancipatie en secularisering, naar etnische herkomst en generatie, 1998-26 (in gemiddelde scores, 1 = traditioneel; 5 = modern) 4,5 4,5 4 4 3,5 3,5 3 3 2,5 1998 22 26 2,5 1998 22 26 Turks 1e gen Turks 2e gen Marokkaans 1e gen Marokkaans 2e gen 4,5 4,5 4 4 3,5 3,5 3 3 2,5 1998 22 26 2,5 1998 22 26 Surinaams 1e gen Surinaams 2e gen Antilliaans 1e gen Antilliaans 2e gen Bron: ISEO/SCP (SPVA 2); SCP (SIM 6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 39

B8.5 Het bezoek aan een religieuze bijeenkomst van personen die zich tot een religie rekenen, naar etnische herkomst en generatie, 1998-26 (gemiddelde waarde op een schaal van 1 tot 4, hoe hoger hoe meer bezoek) a 3,5 3,5 3 3 2,5 2,5 2 2 1,5 1998 22 26 1,5 1998 22 26 1e generatie Marokkaans 1e generatie Turks 2e generatie Turks 2e generatie Marokkaans 3,5 3,5 3 3 2,5 2,5 2 2 1,5 1998 22 26 1e generatie Surinaams 1,5 1998 22 26 1e generatie Antilliaans 2e generatie Surinaams 2e generatie Antilliaans a De aantallen tweede generatie Antilliaanse Nederlanders zijn laag. Bron: ISEO/SCP (SPVA 98/ 2); SCP (SIM'6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 4

B8.6 Religieuze opvattingen: voorkeur voor partnerkeuze en schoolkeuze op basis van religie naar etnische herkomst en generatie, 1998-26 (gemiddelde waarden op een schaal van 1 tot 5; 5 = helemaal mee eens) a Religieuze partnerkeuze 4 3,5 3 2,5 4 3,5 3 2,5 2 1998 22 26 2 1998 22 26 1e generatie Marokkaans 1e generatie Turks 2e generatie Turks 2e generatie Marokkaans 4 4 3,5 3,5 3 3 2,5 2,5 2 1998 22 26 1e generatie Surinaams 2 1998 22 26 1e generatie Antilliaans 2e generatie Surinaams 2e generatie Antilliaans Religieuze schoolkeuze 3,5 3 2,5 2 3,5 3 2,5 2 1,5 1998 22 26 1e generatie Turks 2e generatie Turks 1,5 1998 22 26 1e generatie Marokkaans 2e generatie Marokkaans 3,5 3,5 3 3 2,5 2,5 2 2 1,5 1998 22 26 1,5 1998 22 26 1e generatie Surinaams 1e generatie Antilliaans 2e generatie Surinaams 2e generatie Antilliaans a De volgende stellingen zijn aan respondenten voorgelegd: Het is vervelend wanneer je dochter wil trouwen met iemand met een ander geloof en Kinderen moeten naar een school gaan die past bij het geloof van de ouders. Bron: ISEO/SCP (SPVA 98/ 2); SCP (SIM'6) tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 41

B8.7 Gebruik van het Nederlands naar etnische herkomst, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders, 1998-26 (in procenten) a spreekt NL met partner spreekt NL met kinderen % 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% % % % 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% % % 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 Surinaams Antilliaans Surinaams Antilliaans nooit soms vaak/altijd nooit soms vaak/altijd a Exclusief inwonende kinderen; het gaat hier om een selectie van respondenten met partner of kinderen. Bron: ISEO/SCP (SPVA 98/ 2); SCP (SIM'6), tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 42

B8.8 Beheersing van het Nederlands (problemen in gesprek en problemen met lezen), naar etnische herkomst, 1998-26 (in procenten) a Problemen met Nederlands in gesprek % 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% % % 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans vaak/altijd soms nooit Problemen met Nederlands bij het lezen % 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% % % 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 1998 22 26 Turks Marokkaans Surinaams Antilliaans vaak/altijd soms nooit a Exclusief inwonende kinderen. Bron: ISEO/SCP (SPVA 98/ 2); SCP (SIM'6), tijdreeks gecorrigeerd voor veranderingen in onderzoeksdesign 43

Bijlage bij hoofdstuk De leefsituatie van kinderen en jongeren met een niet-westerse achtergrond B.1 Figuur B.1 Aandeel jeugdigen van Chinese, Iraakse, Iraanse, Somalische en Afghaanse herkomst in de G4, bevolking van -25 jaar, 1996-29 (in procenten van het totale aantal -25-jarigen) Bron: CBS (StatLine) SCP-bewerking B.2 Figuur B.2 Jeugdigen die aangeven school (heel) leuk te vinden, bevolking van -16 jaar, naar etnische herkomst, 21 en 25 (in procenten) Bron: Trimbos/UU/SCP (HBSC 1 en 5, gewogen gegevens) SCP-bewerking 44

B.3 Figuur B.3 Jeugdigen die aangeven (nogal) veel druk te voelen door schoolwerk, bevolking van -16 jaar, naar etnische herkomst, 21 en 25 (in procenten) Bron: Trimbos/UU/SCP (HBSC 1en 5, gewogen gegevens) SCP-bewerking B.4 Figuur B.4 Jeugdigen die op dieet zijn a, bevolking van -16 jaar, naar etnische herkomst, 21 en 25 (in procenten) a Gegevens zijn via zelfrapportage verzameld. Bron: Trimbos/UU/SCP (HBSC 1en 5, gewogen gegevens) SCP-bewerking 45