Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen

Transcriptie

1 Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen

2 Inhoud B2. Demografie 3 Figuren en tabellen 3 B3. Onderwijs 10 Figuur en tabellen 10 B4. Arbeidsmarkt 17 Schema en tabel 17 B5. Inkomen en uitkeringen 19 Figuren en tabellen 19 B6. Verkleuring van buurten 31 Technische toelichting 31 Tabel 31 B7. Geregistreerde criminaliteit 32 Technische toelichting 32 Figuur en tabellen 33 B8. Sociale samenhang: participatie en vertrouwen 37 Technische toelichting 37 B9. Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruik 40 Figuren 40 B10. Nieuwe immigrantengroepen 41 Figuren en tabellen 41 Bronnen 52 2 Centraal Bureau voor de Statistiek

3 B2. Demografie Figuren en tabellen B 2.1 Ontwikkeling aantallen westerse en niet-westerse allochtonen, 1 januari x Bron: Bevolkingsstatistieken. Westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overige niet-westers Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 3

4 B 2.2 Leeftijdssamenstelling naar herkomstgroep, 1 januari Autochtonen Polen Roemenen Bulgaren overig westers Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Iraniërs Irakezen Afghanen Somaliërs Overig niet-westers Bron: Bevolkingsstatistieken. 0 tot 15 jaar 15 tot 65 jaar 65 jaar of ouder B 2.3 Gezinshereniging en gezinsvorming 1) van Turken en Marokkanen Turken, gezinshereniging Turken, gezinsvorming Marokkanen, gezinshereniging Marokkanen, gezinsvorming Bron: Bevolkingsstatistieken. 1) De gegevens zijn tot en met 2004 gebaseerd op schattingen op basis van informatie uit de gemeentelijke basisadministratie en vanaf 2005 op cijfers van het IND. 4 Centraal Bureau voor de Statistiek

5 B 2.4 Aandeel eenouderhuishoudens, 1 januari Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Bron: Bevolkingsstatistieken. B 2.5 Aandeel per bevolkingsgroep dat in een van de vier grote steden woont, 1 januari Totale bevolking Westerse allochtonen Westers, eerste generatie Westers, tweede generatie Niet-westerse allochtonen Niet-westers, eerste generatie Niet-westers, tweede generatie Bron: Bevolkingsstatistieken Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 5

6 Tabel B 2.1 Eerste asielverzoeken in Nederland naar nationaliteit x Totaal 7,1 13,4 14,9 Irak 2,0 5,0 2,0 Somalië 1,9 3,8 5,9 China 0,2 0,6 0,3 Afghanistan 0,1 0,4 1,3 Iran 0,2 0,3 0,5 Eritrea 0,2 0,2 0,5 Georgië 0,1 0,1 0,4 Armenië 0,2 0,2 0,3 Guinee 0,2 0,2 0,2 Sri Lanka 0,1 0,2 0,2 overige landen 1,9 2,4 3,3 Bron: IND. 6 Centraal Bureau voor de Statistiek

7 Tabel B 2.2 De kansverhouding (odds ratio s) 1) van de niet-westerse eerste generatie om te emigreren, gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken, 2007 Model 1 Model 2 Constante 0,02 * 0,03 * Herkomst Marokko Referentie Referentie Turkije 1,03 1,08 * Suriname 0,95 0,97 Nederlandse Antillen/Aruba 2,81 * 2,02 * Overig niet-westers 3,41 * 1,97 * Geslacht Man Referentie Vrouw 0,56 * Leeftijd 0 14 jaar 0,67 * jaar Referentie jaar 1,18 * jaar 0,87 * 65-plus 0,35 * Sociaaleconomische categorie Werk Referentie Uitkering 1,09 Student 1,06 * Verblijfsduur in Nederland 0 tot 2 jaar 1,77 * 2 tot 10 jaar Referentie Meer dan 10 jaar 0,56 * Burgerlijke staat Ongehuwd Referentie Gehuwd 0,43 * Verweduwd 0,39 * Gescheiden 0,91 * Partnerschap 0,35 * Nagelkerke R 2 0,041 0,172 * significant op 1-niveau. 1) Op basis van een logistische regressieanalyse. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 7

8 Tabel B 2.3 De kansverhouding (odds ratio s) 1) van de niet-westerse tweede generatie om te emigreren, gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken, 2007 Model 1 Model 2 Constante 0,01 * 0,02 * Herkomst Marokko Referentie Referentie Turkije 0,74 * 0,75 * Suriname 0,84 * 0,81 * Nederlandse Antillen/Aruba 1,40 * 1,38 * Overig niet-westers 1,55 * 1,64 * Geslacht Man Referentie Vrouw 0,85 * Leeftijd 0-14 jaar 0,41 * jaar Referentie jaar 1, jaar 0,33 * 65-plus 0,04 * Sociaaleconomische categorie Werk Referentie Uitkering 1,18 * Student 0,94 Opleidingsniveau Laag Referentie Midden 0,66 * Hoog 0,57 * Burgerlijke staat Ongehuwd Referentie Gehuwd 0,50 * Verweduwd 0,78 Gescheiden 1,12 Partnerschap 0,20 * Nagelkerke R 2 0,015 0,034 * significant op 1-niveau. 1) Op basis van een logistische regressieanalyse. 8 Centraal Bureau voor de Statistiek

9 Tabel B 2.4 Huishoudens naar herkomstgroep referentiepersoon 1) en type, 1 januari 2009 Eenpersoons- Eenouder- Paar Overig Totaal huishouden huishouden totaal gehuwd x Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Polen Roemenen Bulgaren overig westers Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs overig niet-westers van totaal huishoudens Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Polen Roemenen Bulgaren overig westers Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs overig niet-westers Bron: Bevolkingsstatistieken. 1) De herkomstgroep van de vrouw is bepalend. Een paar met autochtone vrouw is autochtoon. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 9

10 B3. Onderwijs Figuur en tabellen B 3.1 WO-cohort 2002/ 03 1) en hbo-cohort 2003/ 04 voltijd opleiding, stand na 7 jaar (wo) en 6 jaar (hbo) Hbo vrouwen niet-westerse allochtonen autochtonen mannen niet-westerse allochtonen autochtonen Wo vrouwen niet-westerse allochtonen autochtonen mannen niet-westerse allochtonen autochtonen Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Wo met vooropleiding vwo Wo-masters Hbo-geslaagd Nog in wo Nog in hbo Uit hbo met wo bachelor Uit ho zonder diploma Tabel B 3.1a Aandeel scholen in het voortgezet onderwijs 1) met meer dan 50 procent niet-westers allochtone leerlingen naar regio 2003/ 04 2) 2004/ 05 2) 2005/ 06 2) 2005/ / / / /10* Nederland de vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht overig Nederland Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief het praktijkonderwijs. 2) Exclusief vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra. 10 Centraal Bureau voor de Statistiek

11 Tabel B 3.1b Aandeel scholen in het voortgezet onderwijs 1) met meer dan 80 procent niet-westers allochtone leerlingen naar regio 2003/ 04 2) 2004/ 05 2) 2005/ 06 2) 2005/ / / / /10* Nederland de vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht overig Nederland Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief het praktijkonderwijs. 2) Exclusief vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra. Tabel B 3.2a Aandeel niet-westers allochtone leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs 1) 2003/ 04 2) 2004/ 05 2) 2005/ 06 2) 2005/ / / / /10* Nederland de vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht overig Nederland Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief het praktijkonderwijs. 2) Exclusief de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 11

12 Tabel B 3.2b Aandeel niet-westers allochtone schoolgenoten van autochtone leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs 1) 2003/ 04 2) 2004/ 05 2) 2005/ 06 2) 2005/ / / / /10* Nederland de vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht overig Nederland Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief het praktijkonderwijs. 2) Exclusief de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra. Tabel B 3.2c Aandeel niet-westers allochtone schoolgenoten van niet-westers allochtone leerlingen op scholen voor voortgezet onderwijs 1) 2003/ 04 2) 2004/ 05 2) 2005/ 06 2) 2005/ / / / /10* Nederland de vier grote steden Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht overig Nederland Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief het praktijkonderwijs. 2) Exclusief de vmbo-afdelingen van de Agrarische Opleidingscentra. 12 Centraal Bureau voor de Statistiek

13 Tabel B 3.3 Aandeel geslaagde examenkandidaten per onderwijssoort in het voortgezet onderwijs naar geslacht Vmbo-b Vmbo-k Vmbo-gt Havo Vwo 2005/ 2008/ 2005/ 2008/ 2005/ 2008/ 2005/ 2008/ 2005/ 2008/ 06 09* 06 09* 06 09* 06 09* 06 09* Jongens en meisjes Totaal Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Jongens Totaal Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Meisjes Totaal Autochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Bron: Onderwijsstatistieken. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 13

14 Tabel B 3.4 Onderwijspositie in 2009/ 10 na start in het mbo (vier niveaus) in 2005/ 06 naar geslacht In 2009/ 10 uit mbo In 2009/ 10 nog in mbo Totaal zonder gestart diploin totaal ma met diploma op niveau totaal op niveau 2005/ x Mbo totaal (niveau 1 4) 93, Autochtonen 71, meisjes 33, jongens 37, Niet-westerse allochtonen 16, meisjes 8, jongens 8, Assistentopleiding (niveau 1) 5, Autochtonen 3, meisjes 0, jongens 2, Niet-westerse allochtonen 1, meisjes 0, jongens 1, Basisberoepsopleiding (niveau 2) 30, Autochtonen 21, meisjes 8, jongens 13, Niet-westerse allochtonen 6, meisjes 3, jongens 3, Vakopleiding (niveau 3) 16, Autochtonen 13, meisjes 8, jongens 4, Niet-westerse allochtonen 2, meisjes 1, jongens 1, Middenkader-/ specialistenopleiding (niveau 4) 41, Autochtonen 33, meisjes 16, jongens 16, Niet-westerse allochtonen 5, meisjes 3, jongens 2, Bron: Onderwijsstatistieken. 14 Centraal Bureau voor de Statistiek

15 Tabel B 3.5 Schoolverlaters zonder startkwalificatie Totaal Autochtonen Niet-westerse allochtonen totaal meisjes jongens totaal meisjes jongens totaal meisjes jongens Aandeel niet-schoolgaande jongeren jaar zonder startkwalificatie 1) ,5 11,1 15,9 12,8 10,2 15,2 18,6 16,3 20, ,9 8,6 13,1 10,2 8,2 12,0 13,7 10,3 16,9 Aandeel voortijdig schoolverlaters van het totaal aantal leerlingen jonger dan 23 jaar 2) ,5 3,8 5,3 3,9 3,3 4,4 7,5 5,9 9, ,3 2,7 3,9 2,8 2,3 3,3 5,4 4,1 6,8 Bron: EBB en Onderwijsstatistieken. 1) Volgens internationale definities. 2) Aandeel van de jongeren die in oktober 2004 respectievelijk 2008 onderwijs volgden in vo, mbo en vavo, dat een jaar later het onderwijs zonder startkwalificatie had verlaten. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 15

16 Tabel B 3.6 Arbeidsmarktsituatie van gediplomeerde en van voortijdig schoolverlaters, september 2007 Autochtonen Niet-westerse allochtonen totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen Mbo-gediplomeerde schoolverlaters 2006/ 07 (x 1 000) 55,5 27,7 27,8 8,7 4,0 4,7 naar arbeidsmarktsituatie in september 2007 met betaald werk 1) () als werknemer (x 1 000) 50,1 25,0 25,1 6,7 3,1 3,6 met voltijd dienstverband 2) () met inkomen: minder dan 1,2 keer minimum (jeugd)loon () ,2 tot 1,5 keer minimum (jeugd)loon () ,5 of keer meer minimum (jeugd)loon () Voortijdig schoolverlaters < 23 jaar 3) 2006/ 07 (x 1 000) 34,6 20,2 14,3 13,4 8,3 5,1 naar arbeidsmarktsituatie in september 2007 met betaald werk 1) () als werknemer (x 1 000) 21,6 13,0 8,5 6,0 3,8 2,2 met voltijd dienstverband 2) () met inkomen: minder dan 1,2 keer minimum (jeugd)loon () ,2 tot 1,5 keer minimum (jeugd)loon () ,5 of keer meer minimum (jeugd)loon () Ho-gediplomeerde schoolverlaters 2006/ 07 (x 1 000) 49,8 22,7 27,1 6,6 2,9 3,7 naar arbeidsmarktsituatie in september 2007 met betaald werk 1) () als werknemer (x 1 000) 40,6 18,1 22,5 4,3 1,9 2,4 met voltijd dienstverband 2) () met gemiddeld fiscaal maandloon (euro) Bron: Onderwijsstatistieken/SSB. 1) Betaald werk als zelfstandige of werknemer. 2) Voltijd dienstverband volgens opgave van de werkgever. 3) Schoolverlaters zonder startkwalificatie jonger dan 23 jaar uit vo, mbo en vavo. 16 Centraal Bureau voor de Statistiek

17 B4. Arbeidsmarkt Schema en tabel B 4.01 Afbakening werkzame en werkloze beroepsbevolking naar herkomst, ) Potentiële beroepsbevolking Niet-westerse allochtonen 100 (1 255) Autochtonen 100 (8 693) Heeft betaald werk van meer dan 12 uur per week Ja Nee Niet-westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen 55.1 (692) 44.9 (563) Autochtonen Autochtonen 69.9 (6 074) 30.1 (2 619) Wil betaald werk van meer dan 12 uur per week Nee Ja Niet-westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen 30.7 (385) 14.2 (178) Autochtonen Autochtonen 24.5 (2 131) 5.6 (488) Niet-westerse allochtonen vanwege: Zorg 4.8 Opleiding 13.9 VUT 0.9 Ziekte 8.2 Overige 2.8 Autochtonen vanwege: Zorg 2.9 Opleiding 8.0 VUT 4.8 Ziekte 5.8 Overige 3.0 Kan op korte termijn beginnen én zoekt actief Nee Ja Niet-westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen 7.4 (93) 6.8 (85) Autochtonen Autochtonen 2.8 (242) 2.8 (246) Werkzame beroepsbevolking Niet-beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking Bron: EBB. 1) Tussen haakjes zijn de absolute aantallen (in duizendtallen) gegeven. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 17

18 Tabel B 4.1 De kansverhouding (odds ratio s) 1) van herkomstgroepen op het hebben van een baan, gecorrigeerd voor achtergrondkenmerken, 28 september 2007 Eerstegeneratieallochtonen Tweedegeneratieallochtonen Model 1 Model 2 beide ouders geboren een ouder geboren in het buitenland in het buitenland Model 1 Model 2 Model 1 Model 2 Constante 9,33 * 7,63 * 9,32 * 8,16 * 9,32 * 8,62 * Herkomst Autochtonen Referentie Referentie Referentie Referentie Referentie Referentie Westerse allochtonen 0,17 * 0,21 * 0,51 * 0,62 * 0,73 * 0,76 * Marokkanen 0,13 * 0,18 * 0,25 * 0,32 * 0,40 * 0,51 * Turken 0,16 * 0,22 * 0,30 * 0,40 * 0,39 * 0,54 * Surinamers 0,36 * 0,54 * 0,40 * 0,61 * 0,50 * 0,65 * Antillianen/Arubanen 0,26 * 0,37 * 0,40 * 0,60 * 0,77 * 0,79 * Overig niet-westers 0,11 * 0,14 * 0,56 * 0,64 * 0,61 * 0,67 * Geslacht Man Referentie Referentie Referentie Vrouw 0,47 * 0,52 * 0,50 * Leeftijd 25 jaar Referentie Referentie Referentie 26 jaar 1,05 * 1,02 1,03 27 jaar 1,06 * 1,03 1,03 28 jaar 1,10 * 1,03 * 1,04 * 29 jaar 1,11 * 1,02 1,02 30 jaar 1,12 * 1,02 1,02 Opleidingsniveau Laag Referentie Referentie Referentie Midden 1,89 * 1,72 * 1,61 * Hoog 2,87 * 3,02 * 2,86 * Huishoudensituatie Alleenstaand Referentie Referentie Referentie Samenwonend zonder kinderen 3,00 * 3,12 * 3,10 * Samenwonend met kinderen 1,00 0,90 * 0,87 * Eenoudergezin 0,47 * 0,38 * 0,36 * Overige huishoudens 1,25 * 0,96 * 0,83 Institutioneel huishouden 0,04 * 0,03 * 0,03 * Nagelkerke R² 0,152 0,273 0,003 0,156 0,022 0,171 * significant op 1-procentniveau 1) Op basis van een logistische regressieanalyse. 18 Centraal Bureau voor de Statistiek

19 B5. Inkomen en uitkeringen Figuren en tabellen B 5.1 Instroom bijstand vanuit WW op jaarbasis naar leeftijd per 10 duizend inwoners Autochtonen Niet-westerse allochtonen 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 19

20 B 5.2 Uitstroom bijstand naar arbeid op jaarbasis naar leeftijd 250 per 10 duizend inwoners Autochtonen Niet-westerse allochtonen 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Tabel B 5.1 Inkomen in 20-procentsgroepen naar leeftijd, 2008* 1 e 20-procents- 2 e 20-procents- 3 e 20-procents- 4 e 20-procents- 5 e 20-procentsgroep groep groep groep groep Autochtonen tot 15 jaar 18,7 23,2 23,4 18,5 16,3 15 tot 25 jaar 20,3 14,9 20,2 23,7 20,9 25 tot 45 jaar 14,8 19,5 22,5 22,2 21,0 45 tot 65 jaar 11,8 15,0 19,4 24,3 29,5 65 jaar of ouder 21,2 29,8 18,8 15,6 14,6 Westerse allochtonen tot 15 jaar 29,3 21,5 18,7 13,6 16,9 15 tot 25 jaar 34,8 18,2 16,4 17,0 13,6 25 tot 45 jaar 23,8 17,8 20,0 18,8 19,7 45 tot 65 jaar 18,1 16,2 17,7 21,4 26,6 65 jaar of ouder 22,0 27,3 19,4 15,7 15,6 Niet-westerse allochtonen tot 15 jaar 52,9 21,3 12,4 7,7 5,7 15 tot 25 jaar 44,4 21,2 15,6 12,4 6,4 25 tot 45 jaar 40,7 22,0 15,7 12,9 8,8 45 tot 65 jaar 39,8 19,2 15,1 15,3 10,6 65 jaar of ouder 60,5 18,0 8,7 7,1 5,7 Bron: IPO. 20 Centraal Bureau voor de Statistiek

21 Tabel B 5.2 Aandeel personen naar voornaamste inkomensbron van het huishouden naar leeftijd, 2008* Arbeid en/of winst Pensioen Uitkering Overig Autochtonen tot 15 jaar 95,5 0,5 3,2 0,8 15 tot 25 jaar 89,3 1,6 3,6 5,6 25 tot 45 jaar 95,0 0,8 3,5 0,7 45 tot 65 jaar 77,4 12,5 8,8 1,4 65 jaar of ouder 9,3 87,7 1,1 1,9 Westerse allochtonen tot 15 jaar 89,2 1,2 8,3 1,3 15 tot 25 jaar 83,7 2,3 7,4 6,6 25 tot 45 jaar 91,6 1,2 6,2 1,0 45 tot 65 jaar 75,2 11,4 12,1 1,3 65 jaar of ouder 10,0 86,2 2,0 1,8 Niet-westerse allochtonen tot 15 jaar 73,6 1,5 24,0 0,9 15 tot 25 jaar 71,9 3,2 18,9 6,0 25 tot 45 jaar 81,3 1,2 16,4 1,1 45 tot 65 jaar 64,0 6,6 28,9 0,5 65 jaar of ouder 18,3 71,4 10,3 0,0 Bron: IPO. Tabel B 5.3 Personen in huishoudens met een (langdurig) laag inkomen naar leeftijd, 2008* Ten minste 1 jaar laag inkomen 4 jaar of langer laag inkomen Autochtonen tot 15 jaar 6,5 1,7 15 tot 25 jaar 4,9 0,9 25 tot 45 jaar 5,1 1,5 45 tot 65 jaar 4,6 1,9 65 jaar of ouder 2,5 0,6 Westerse allochtonen tot 15 jaar 12,2 3,8 15 tot 25 jaar 10,9 2,5 25 tot 45 jaar 10,2 2,5 45 tot 65 jaar 8,3 3,7 65 jaar of ouder 4,7 1,8 Niet-westerse allochtonen tot 15 jaar 29,5 16,2 15 tot 25 jaar 19,1 7,9 25 tot 45 jaar 20,2 8,7 45 tot 65 jaar 21,6 10,3 65 jaar of ouder 21,8 7,7 Bron: IPO. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 21

22 Tabel B 5.4 Economische zelfstandigheid naar leeftijd, 2008* 15 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar Autochtonen 21,6 78,2 59,4 Westerse allochtonen 16,9 68,3 55,4 Niet-westerse allochtonen 12,9 54,1 43,2 Bron: IPO. Tabel B 5.5 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar leeftijd, laatste vrijdag van september 2009* Totaal Autoch- Westerse Niet-westerse allochtonen tonen allochtonen totaal Turken Marok- Surina- Antilli- overig kanen mers anen/ niet- Arubanen westers Totaal 2,9 1,6 3,4 10,7 8,6 12,6 7,3 9,8 13,2 Leeftijd 15 tot 25 jaar 1,0 0,6 1,0 2,6 1,3 2,2 2,2 3,1 3,7 25 tot 45 jaar 3,1 1,6 3,1 11,1 8,8 12,8 7,1 10,8 13,6 45 tot 65 jaar 3,5 2,1 4,7 18,2 16,9 25,3 11,1 15,3 22,2 Tabel B 5.6 Personen van 15 tot 65 jaar met een werkloosheidsuitkering naar leeftijd, laatste vrijdag van september 2009* Totaal Autoch- Westerse Niet-westerse allochtonen tonen allochtonen totaal Turken Marok- Surina- Antilli- overig kanen mers anen/ niet- Arubanen westers Totaal 2,1 1,9 2,6 2,9 3,2 2,8 3,3 3,4 2,5 Leeftijd 15 tot 25 jaar 0,6 0,6 0,5 0,7 0,8 0,8 0,8 0,7 0,4 25 tot 45 jaar 2,4 2,1 2,7 3,6 4,1 3,7 4,2 4,1 2,9 45 tot 65 jaar 2,5 2,3 3,2 3,8 3,8 3,0 3,9 5,1 3,7 22 Centraal Bureau voor de Statistiek

23 Tabel B 5.7 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar leeftijd, laatste vrijdag van september 2009* Totaal Autoch- Westerse Niet-westerse allochtonen tonen allochtonen totaal Turken Marok- Surina- Antilli- overig kanen mers anen/ niet- Arubanen westers Totaal 6,9 7,1 6,4 6,4 10,6 6,4 7,6 4,3 2,8 Leeftijd 15 tot 25 jaar 2,5 2,6 2,1 2,4 2,5 2,4 3,0 2,9 1,7 25 tot 45 jaar 4,1 4,1 3,2 4,3 7,4 4,3 4,4 3,0 1,7 45 tot 65 jaar 11,6 11,4 11,5 14,4 27,8 14,4 14,9 8,1 6,4 Tabel B 5.8 Personen van 15 tot 65 jaar met een WIA-uitkering naar leeftijd, laatste vrijdag van september 2009* Totaal Autoch- Westerse Niet-westerse allochtonen tonen allochtonen totaal Turken Marok- Surina- Antilli- overig kanen mers anen/ niet- Arubanen westers Totaal 0,6 0,6 0,7 0,9 1,4 1,2 0,9 0,6 0,5 Leeftijd jaar 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0, jaar 0,6 0,5 0,5 0,9 1,6 1,5 0,8 0,5 0, jaar 1,0 0,9 1,1 1,7 2,7 2,1 1,7 1,3 1,2 Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 23

24 Tabel B 5.9 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar geslacht, laatste vrijdag van september * 2009* Mannen en vrouwen Totaal 4,1 3,7 3,5 3,4 3,6 3,6 3,6 3,4 3,1 2,7 2,9 Autochtonen 2,6 2,4 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2,0 1,8 1,6 1,6 Westerse allochtonen 5,0 4,5 4,2 4,1 4,2 4,3 4,2 4,0 3,6 3,3 3,4 Niet-westerse allochtonen 16,5 15,0 14,0 13,5 13,9 13,9 13,7 12,8 11,4 10,4 10,7 Turken 14,6 12,9 11,8 11,2 11,4 11,3 11,1 10,4 9,3 8,4 8,6 Marokkanen 18,2 17,0 16,1 15,4 15,8 15,9 15,9 15,1 13,7 12,3 12,6 Surinamers 13,2 12,0 10,9 10,2 10,4 10,4 10,2 9,5 8,2 7,0 7,3 Antillianen/Arubanen 19,2 18,0 16,8 15,9 16,3 16,2 15,5 13,6 11,3 9,2 9,8 overig niet-westers 18,6 16,6 15,5 15,3 16,0 16,0 15,8 15,0 13,6 12,8 13,2 Mannen Totaal 3,1 2,8 2,6 2,6 2,8 2,8 2,8 2,6 2,3 2,0 2,2 Autochtonen 1,9 1,6 1,5 1,4 1,5 1,6 1,6 1,5 1,3 1,1 1,2 Westerse allochtonen 4,0 3,5 3,1 3,1 3,3 3,4 3,4 3,2 2,8 2,5 2,7 Niet-westerse allochtonen 14,0 12,4 11,4 11,1 11,7 11,9 11,6 10,7 9,3 8,2 8,8 Turken 12,5 10,7 9,5 8,9 9,0 9,1 8,8 7,8 6,7 5,9 6,3 Marokkanen 16,0 14,7 13,7 13,2 13,7 13,9 13,9 12,9 11,3 9,7 10,2 Surinamers 10,0 8,9 8,1 7,5 8,0 8,3 8,1 7,5 6,4 5,0 5,6 Antillianen/Arubanen 14,3 12,7 11,4 11,0 11,9 12,4 12,0 10,2 8,2 6,1 7,3 overig niet-westers 16,6 14,4 13,2 13,3 14,3 14,4 14,1 13,2 11,7 11,0 11,7 Vrouwen Totaal 5,0 4,7 4,4 4,3 4,4 4,4 4,4 4,2 3,8 3,5 3,5 Autochtonen 3,4 3,1 2,9 2,8 2,8 2,8 2,8 2,6 2,4 2,1 2,1 Westerse allochtonen 6,1 5,6 5,2 5,0 5,1 5,1 5,0 4,8 4,4 4,1 4,1 Niet-westerse allochtonen 19,1 17,8 16,7 16,0 16,2 16,0 15,8 15,0 13,6 12,6 12,7 Turken 16,9 15,4 14,3 13,7 14,0 13,8 13,7 13,0 12,0 11,0 11,1 Marokkanen 20,9 19,7 18,8 18,0 18,2 18,2 18,1 17,4 16,1 15,0 15,0 Surinamers 16,2 14,8 13,5 12,7 12,5 12,4 12,0 11,3 9,8 8,7 8,9 Antillianen/Arubanen 23,9 23,2 22,0 20,7 20,6 20,0 18,8 16,9 14,4 12,2 12,2 overig niet-westers 20,9 19,3 18,3 17,7 18,0 17,8 17,6 16,9 15,6 14,7 14,9 24 Centraal Bureau voor de Statistiek

25 Tabel B 5.10 Personen van 15 tot 65 jaar met een bijstandsuitkering naar generatie, laatste vrijdag van september * 2009* Autochtonen 2,6 2,4 2,2 2,1 2,2 2,2 2,2 2,0 1,8 1,6 1,6 Eerste generatie Westerse allochtonen 6,5 5,8 5,3 5,1 5,2 5,3 5,2 5,0 4,6 4,4 4,4 Niet-westerse allochtonen 18,8 17,3 16,2 15,7 16,2 16,3 16,3 15,6 14,3 13,2 13,6 Turken 16,8 15,1 13,9 13,3 13,5 13,6 13,6 13,1 12,1 11,3 11,6 Marokkanen 20,8 19,7 18,9 18,3 18,9 19,2 19,5 19,0 17,8 16,6 16,9 Surinamers 15,3 14,0 12,9 12,1 12,1 12,2 12,0 11,5 10,3 8,9 9,2 Antillianen/Arubanen 23,0 21,6 20,1 19,1 19,6 19,7 19,1 17,1 14,4 11,8 12,5 overig niet-westers 20,4 18,3 17,1 16,9 17,7 17,8 17,8 17,1 15,7 14,9 15,4 Tweede generatie Westerse allochtonen 4,0 3,6 3,4 3,3 3,4 3,5 3,5 3,2 2,8 2,4 2,6 Niet-westerse allochtonen 4,8 4,2 4,0 4,0 4,6 4,9 4,8 4,0 3,1 2,6 3,2 Turken 5,0 4,1 3,8 3,9 4,6 4,8 4,6 3,7 2,9 2,4 3,0 Marokkanen 4,4 4,1 3,9 4,1 5,0 5,3 5,5 4,8 3,7 3,1 3,9 Surinamers 6,0 5,5 5,2 5,1 5,8 6,2 6,1 5,2 4,0 3,4 4,0 Antillianen/Arubanen 4,2 3,8 3,7 3,6 4,2 4,3 4,2 3,5 2,8 2,3 2,7 overig niet-westers 3,0 2,8 2,5 2,5 2,7 2,8 2,7 2,2 1,7 1,3 1,6 Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 25

26 Tabel B 5.11 Personen van 15 tot 65 jaar met een werkloosheidsuitkering naar geslacht, laatste vrijdag van september * 2009* Mannen en vrouwen Totaal 1,6 1,3 1,2 1,4 1,9 2,3 2,3 1,9 1,5 1,4 2,1 Autochtonen 1,6 1,3 1,1 1,3 1,8 2,1 2,1 1,8 1,4 1,3 1,9 Westerse allochtonen 2,0 1,7 1,5 1,7 2,4 2,9 2,9 2,4 1,8 1,6 2,6 Niet-westerse allochtonen 1,9 1,5 1,4 1,8 2,7 3,3 3,0 2,4 1,7 1,7 2,9 Turken 2,7 2,3 2,2 2,7 3,7 4,1 3,7 2,9 2,2 2,1 3,2 Marokkanen 1,9 1,6 1,5 1,9 2,9 3,5 3,0 2,4 1,8 1,8 2,8 Surinamers 1,8 1,5 1,3 1,8 2,8 3,5 3,3 2,5 1,8 1,9 3,3 Antillianen/Arubanen 1,4 1,1 1,0 1,5 2,5 3,1 3,0 2,4 1,7 1,7 3,4 overig niet-westers 1,3 1,0 0,9 1,3 2,0 2,5 2,4 1,9 1,3 1,4 2,5 Mannen Totaal 1,8 1,5 1,3 1,6 2,2 2,6 2,5 2,0 1,5 1,4 2,4 Autochtonen 1,7 1,4 1,3 1,5 2,1 2,4 2,3 1,9 1,5 1,3 2,2 Westerse allochtonen 2,3 2,0 1,7 2,1 2,9 3,3 3,2 2,6 1,9 1,7 2,9 Niet-westerse allochtonen 2,1 1,7 1,5 2,0 3,1 3,7 3,4 2,6 1,8 1,9 3,5 Turken 3,0 2,5 2,2 2,7 3,9 4,4 4,0 3,0 2,1 2,1 3,8 Marokkanen 2,6 2,2 2,1 2,5 3,9 4,6 4,0 3,1 2,3 2,2 3,7 Surinamers 1,8 1,4 1,3 1,8 2,9 3,6 3,3 2,4 1,7 1,8 3,6 Antillianen/Arubanen 1,5 1,0 1,0 1,6 2,8 3,3 3,1 2,3 1,5 1,6 3,9 overig niet-westers 1,6 1,3 1,1 1,6 2,5 3,1 3,0 2,2 1,6 1,7 3,1 Vrouwen Totaal 1,5 1,2 1,0 1,2 1,6 2,0 2,1 1,8 1,4 1,3 1,8 Autochtonen 1,4 1,1 1,0 1,1 1,5 1,8 1,9 1,7 1,4 1,2 1,7 Westerse allochtonen 1,7 1,4 1,2 1,4 2,0 2,5 2,6 2,3 1,8 1,6 2,3 Niet-westerse allochtonen 1,6 1,3 1,2 1,5 2,3 2,8 2,6 2,1 1,6 1,6 2,3 Turken 2,5 2,2 2,2 2,6 3,4 3,7 3,3 2,7 2,2 2,2 2,5 Marokkanen 1,0 0,9 0,9 1,2 1,8 2,3 2,0 1,6 1,3 1,3 1,8 Surinamers 1,9 1,5 1,4 1,7 2,7 3,5 3,2 2,6 1,9 2,0 3,1 Antillianen/Arubanen 1,4 1,1 1,0 1,4 2,2 2,9 3,0 2,5 1,9 1,8 2,8 overig niet-westers 1,0 0,8 0,7 0,9 1,5 1,9 1,9 1,6 1,1 1,1 1,8 26 Centraal Bureau voor de Statistiek

27 Tabel B 5.12 Personen van 15 tot 65 jaar met een werkloosheidsuitkering naar generatie, laatste vrijdag van september * 2009* Autochtonen 1,6 1,3 1,1 1,3 1,8 2,1 2,1 1,8 1,4 1,3 1,9 Eerste generatie Westerse allochtonen 2,2 1,9 1,6 1,8 2,6 3,0 3,0 2,6 2,0 1,9 2,5 Niet-westerse allochtonen 2,1 1,7 1,6 2,0 3,0 3,6 3,5 2,9 2,2 2,1 3,3 Turken 3,2 2,7 2,6 3,1 4,2 4,7 4,4 3,7 2,9 2,7 3,8 Marokkanen 2,2 1,9 1,8 2,2 3,4 4,0 3,7 3,0 2,5 2,3 3,2 Surinamers 2,1 1,8 1,6 2,1 3,2 4,2 4,0 3,3 2,4 2,4 3,9 Antillianen/Arubanen 1,6 1,2 1,1 1,7 2,7 3,5 3,5 3,0 2,2 2,1 3,9 overig niet-westers 1,4 1,1 1,0 1,3 2,2 2,7 2,6 2,1 1,6 1,6 2,7 Tweede generatie Westerse allochtonen 1,9 1,6 1,4 1,7 2,3 2,8 2,8 2,3 1,8 1,3 2,6 Niet-westerse allochtonen 0,7 0,6 0,6 0,9 1,6 1,8 1,4 1,0 0,7 0,8 1,9 Turken 0,8 0,8 0,9 1,3 2,1 2,3 1,7 1,3 0,8 1,0 2,0 Marokkanen 0,5 0,4 0,4 0,7 1,5 1,7 1,2 0,9 0,6 0,7 1,8 Surinamers 0,8 0,6 0,5 0,9 1,7 1,9 1,5 1,1 0,8 0,9 2,3 Antillianen/Arubanen 0,8 0,6 0,4 0,9 1,5 1,7 1,5 1,0 0,7 0,7 1,9 overig niet-westers 0,6 0,4 0,4 0,6 1,0 1,2 1,0 0,7 0,4 0,5 1,2 Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 27

28 Tabel 5.13 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar geslacht, laatste vrijdag van september ) ) * ) * Mannen en vrouwen Totaal 8,0 8,1 8,2 8,3 8,2 8,1 7,7 7,2 7,4 7,0 6,9 Autochtonen 8,0 8,2 8,3 8,5 8,4 8,2 7,9 7,4 7,5 7,1 7,1 Westerse allochtonen 8,3 8,3 8,3 8,3 8,2 8,1 7,6 7,1 7,1 6,6 6,4 Niet-westerse allochtonen 6,8 7,0 7,2 7,3 7,2 7,1 6,7 6,2 6,6 6,3 6,4 Turken 12,2 12,9 13,3 13,4 13,2 12,8 11,8 10,4 11,1 10,3 10,6 Marokkanen 8,5 8,9 9,2 9,3 9,2 9,0 8,4 7,5 8,2 10,0 8,0 Surinamers 7,4 7,7 7,9 8,2 8,2 8,1 7,7 7,4 7,7 7,2 7,6 Antillianen/Arubanen 3,7 3,7 3,8 3,9 4,0 4,0 4,0 3,9 4,3 4,1 4,3 overig niet-westers 2,2 2,4 2,4 2,6 2,7 2,8 2,7 2,6 2,9 3,2 2,8 Mannen Totaal 9,2 9,2 9,1 9,0 8,9 8,7 8,3 7,8 7,9 7,4 7,2 Autochtonen 9,3 9,3 9,2 9,2 9,0 8,9 8,5 7,9 8,0 7,5 7,4 Westerse allochtonen 9,5 9,3 9,1 9,0 8,8 8,6 8,1 7,6 7,6 6,9 6,6 Niet-westerse allochtonen 8,0 8,0 7,9 7,8 7,7 7,6 7,3 6,7 7,2 6,7 6,7 Turken 14,1 14,2 14,1 13,9 13,3 12,8 11,9 10,6 11,1 10,3 10,2 Marokkanen 12,2 12,5 12,4 12,4 12,1 11,8 11,1 9,9 10,6 10,0 10,0 Surinamers 7,5 7,5 7,6 7,7 7,7 7,6 7,4 7,1 7,5 7,2 7,3 Antillianen/Arubanen 3,7 3,6 3,6 3,7 3,8 3,9 4,0 3,9 4,3 4,1 4,3 overig niet-westers 2,6 2,7 2,8 2,9 3,1 3,2 3,2 3,1 3,4 3,2 3,3 Vrouwen Totaal 6,7 7,0 7,3 7,6 7,6 7,5 7,1 6,7 6,8 6,6 6,6 Autochtonen 6,7 7,1 7,4 7,7 7,7 7,6 7,2 6,8 7,0 6,7 6,7 Westerse allochtonen 7,1 7,3 7,5 7,7 7,7 7,5 7,1 6,7 6,7 6,3 6,2 Niet-westerse allochtonen 5,5 6,0 6,3 6,6 6,7 6,6 6,1 5,6 6,0 5,8 6,0 Turken 10,1 11,3 12,3 12,9 13,0 12,7 11,6 10,2 11,1 10,7 10,9 Marokkanen 4,0 4,7 5,3 5,8 6,0 5,9 5,4 5,0 5,6 5,5 5,9 Surinamers 7,4 7,8 8,3 8,7 8,7 8,5 8,1 7,7 8,0 7,7 7,8 Antillianen/Arubanen 3,7 3,8 3,9 4,1 4,2 4,2 4,1 4,0 4,3 4,1 4,3 overig niet-westers 1,8 1,9 2,1 2,2 2,3 2,3 2,2 2,1 2,4 2,3 2,4 1) Inclusief WIA. 28 Centraal Bureau voor de Statistiek

29 Tabel B 5.14 Personen van 15 tot 65 jaar met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar generatie, laatste vrijdag van september ) ) * ) * Autochtonen 8,0 8,2 8,3 8,5 8,4 8,2 7,9 7,4 7,5 7,1 7,1 Eerste generatie Westerse allochtonen 7,4 7,3 7,2 7,2 7,1 7,0 6,6 6,0 5,9 5,2 5,0 Niet-westerse allochtonen 7,7 8,0 8,1 8,3 8,3 8,2 7,8 7,2 7,8 7,3 7,4 Turken 14,5 15,4 16,0 16,3 16,2 16,0 15,0 13,4 14,5 13,8 14,0 Marokkanen 9,8 10,4 10,8 11,1 11,1 11,0 10,4 9,4 10,3 9,9 10,2 Surinamers 8,8 9,2 9,6 10,1 10,1 10,0 9,8 9,4 9,8 9,5 9,6 Antillianen/Arubanen 4,0 4,0 4,0 4,1 4,3 4,3 4,4 4,3 4,7 4,4 4,5 overig niet-westers 2,2 2,4 2,4 2,6 2,7 2,8 2,8 2,6 3,0 2,7 2,8 Tweede generatie Westerse allochtonen 8,9 9,0 9,1 9,2 9,1 8,9 8,5 8,0 8,1 7,7 7,7 Niet-westerse allochtonen 2,3 2,5 2,7 2,9 3,0 3,0 2,9 2,8 3,2 3,3 3,7 Turken 2,4 2,6 3,0 3,3 3,4 3,4 3,1 3,0 3,6 3,6 4,0 Marokkanen 1,5 1,9 2,2 2,3 2,4 2,6 2,5 2,5 3,0 3,2 3,6 Surinamers 2,7 2,8 2,9 3,1 3,2 3,2 3,1 3,2 3,5 3,7 4,0 Antillianen/Arubanen 2,5 2,7 2,8 2,9 3,1 3,0 2,9 2,9 3,2 3,4 3,7 overig niet-westers 2,3 2,4 2,4 2,5 2,6 2,6 2,5 2,4 2,6 2,7 2,9 1) Inclusief WIA. Tabel B 5.15 Instroom bijstand op jaarbasis naar leeftijd Autochtonen Niet-westerse allochtonen per inwoners Totaal 38,3 31,7 311,9 224,0 Leeftijd 15 tot 25 jaar 59,0 39,0 334,6 176,5 25 tot 35 jaar 56,5 47,1 366,4 281,6 35 tot 45 jaar 38,7 38,3 290,3 247,3 45 tot 55 jaar 25,0 23,1 227,6 189,3 55 tot 65 jaar 13,6 12,4 233,5 180,8 Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 29

30 Tabel B 5.16 Uitstroom bijstand op jaarbasis naar leeftijd Autochtonen Niet-westerse allochtonen per inwoners Totaal 32,7 47,4 200,7 278,8 Leeftijd 15 tot 25 jaar 23,7 47,0 150,9 195,4 25 tot 35 jaar 40,8 69,1 242,2 379,7 35 tot 45 jaar 34,4 48,4 230,0 305,7 45 tot 55 jaar 22,9 32,4 186,2 240,9 55 tot 65 jaar 42,0 43,6 155,7 203,4 30 Centraal Bureau voor de Statistiek

31 B6. Verkleuring van buurten Technische toelichting CBS-buurtindeling Voor het onderzoek in dit hoofdstuk is gebruik gemaakt van de CBS-buurtindeling. Buurten bevatten gemiddeld ongeveer 600 adressen. In de grotere steden zijn dit er rond de In andere onderzoeken zijn vaak wijken op basis van de viercijferige postcode de eenheid van studie. Deze postcodegebieden hebben in de grotere steden gemiddeld rond de adressen. Buurten zijn, in tegenstelling tot postcodegebieden, ingedeeld door de gemeenten zelf, en zijn gewoonlijk stedenbouwkundig logische eenheden. Hierdoor zijn buurten homogener dan postcodegebieden: ze geven een beter beeld van wat mensen zelf als hun woonomgeving beschouwen. Buurten met minder dan 50 inwoners zijn niet opgenomen in de cijfers. Dit betreft grofweg 7 à 8 procent van alle buurten in Nederland, en maximaal enige tienden van procenten per geselecteerde herkomstgroep. Tabel Tabel B 6.1 De invloed van het aandeel niet-westers allochtone inwoners van de buurt 1) op de (natuurlijke logaritme van de) inkomstenontwikkeling , multilevel regressie 2) Autochtonen Niet-westerse allochtonen B significantie B significantie 5 tot 15 procent 0,004 p<0,01-0,007 p<0,01 15 tot 25 procent 0,003 p<0,05-0,008 p<0,01 25 tot 50 procent 0,006 p<0,01-0,011 p<0,01 50 tot 100 procent 0,018 p<0,01-0,008 p<0,05 1) Laaggeconcentreerde buurten (0 tot 5 procent niet westers allochtone inwoners) zijn de referentiegroep. 2) Er is gecorrigeerd voor individuele kenmerken van personen (onder andere leeftijd, geslacht, herkomstgroep, persoonlijke inkomsten) en voor buurtkenmerken (onder andere de gemiddelde inkomsten in de buurt). Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 31

32 B7. Geregistreerde criminaliteit Technische toelichting Verdachten uit HKS Ongeveer 90 procent van de geregistreerde verdachten in het HKS kan worden gekoppeld aan het Sociaal Statistisch Bestand. Verdachten worden soms niet teruggevonden in het SSB wanneer hun persoonsgegevens onvolledig of onjuist staan geregistreerd of wanneer het verdachten betreft die niet zijn ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie, bijvoorbeeld wanneer het om buitenlandse verdachten gaat die in Nederland gehoord zijn. In deze publicatie zijn alleen die verdachten opgenomen die konden worden gekoppeld binnen het SSB. Informatie over strafrechtelijk gedetineerden Informatie uit TULP/GW over iedereen die in het beschreven jaar op enig moment strafrechtelijk gedetineerd is geweest (zowel preventief gehecht als veroordeeld tot een gevangenisstraf), is gekoppeld aan het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). De gedetineerdenpopulatie in dit hoofdstuk bestaat alleen uit de gedetineerden die ultimo september 2006 ingeschreven stonden in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Daarmee mist 26 procent van de personen die in 2006 in Nederland strafrechtelijk gedetineerd waren, omdat zij ultimo september 2006 niet in de GBA ingeschreven stonden. Twee vijfde van hen heeft nooit in de GBA ingeschreven gestaan. In dit hoofdstuk gaat het dus niet om de totale gedetineerdenpopulatie. Op basis van de gegevens in het SSB is de herkomstgroepering vastgesteld. Ook het geslacht en de leeftijd zijn op basis van informatie uit het SSB vastgesteld. 32 Centraal Bureau voor de Statistiek

33 Figuur en tabellen In onderstaande grafiek en tabellen zijn net als in paragraaf 7.1 de gegevens van verdachten van misdrijven uit HKS en HALT samengenomen. B 7.1 Verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar huishoudeninkomen, 2006 Autochtonen Westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers Hoog Midden Laag Onbekend Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB Tabel B 7.1a Aantal verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, mannen en vrouwen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 33

34 Tabel B 7.1b Aantal verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, mannen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. Tabel B 7.1c Aantal verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, vrouwen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal Autochtonen Westerse allochtonen Niet-westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen overig niet-westers Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. 34 Centraal Bureau voor de Statistiek

35 Tabel B 7.2a Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, mannen en vrouwen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal 1,5 3,1 3,8 1,8 0,8 0,2 Autochtonen 1,2 2,4 3,1 1,4 0,7 0,2 Westerse allochtonen 1,5 3,4 3,1 1,8 0,9 0,2 Niet-westerse allochtonen 4,3 6,5 7,3 4,0 2,2 0,4 Turken 3,6 5,1 5,7 3,6 1,6 0,3 Marokkanen 5,9 9,7 11,8 4,9 1,6 0,4 Surinamers 4,7 6,6 8,0 5,0 2,8 0,5 Antillianen/Arubanen 6,6 8,5 8,9 6,9 4,0 0,7 overig niet-westers 3,1 4,9 5,0 2,7 1,7 0,4 Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. Tabel B 7.2b Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, mannen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal 2,5 4,6 6,4 2,9 1,3 0,4 Autochtonen 1,9 3,5 5,2 2,3 1,1 0,3 Westerse allochtonen 2,4 4,9 5,5 2,9 1,5 0,4 Niet-westerse allochtonen 7,0 10,1 12,2 6,6 3,5 0,7 Turken 6,1 8,4 10,4 6,1 2,7 0,5 Marokkanen 9,6 15,6 20,6 8,3 2,6 0,6 Surinamers 7,9 9,6 13,0 8,6 4,7 1,1 Antillianen/Arubanen 10,5 12,9 14,1 10,7 7,1 1,1 overig niet-westers 4,9 7,3 8,1 4,3 2,7 0,6 Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 35

36 Tabel B 7.2c Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar leeftijd, vrouwen, 2008 Totaal 12 tot 18 jaar 18 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 jaar of ouder Totaal 0,5 1,5 1,1 0,6 0,3 0,1 Autochtonen 0,4 1,2 0,9 0,5 0,3 0,1 Westerse allochtonen 0,6 1,9 1,0 0,7 0,4 0,1 Niet-westerse allochtonen 1,5 2,7 2,2 1,3 0,8 0,1 Turken 0,8 1,6 1,0 0,8 0,4 0,0 Marokkanen 1,8 3,5 3,2 1,3 0,5 0,1 Surinamers 1,8 3,4 3,0 1,8 1,1 0,1 Antillianen/Arubanen 2,6 3,9 3,7 2,8 1,2 0,5 overig niet-westers 1,2 2,3 1,6 1,0 0,7 0,1 Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. Tabel B 7.3 Aandeel verdachten van misdrijven (12 jaar en ouder) naar geslacht en generatie, 2008 Eerste generatie Tweede generatie Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Westerse allochtonen 2,2 0,6 2,5 0,6 Niet-westerse allochtonen Turken 4,4 0,6 9,3 1,3 Marokkanen 6,0 1,0 16,9 3,2 Surinamers 6,7 1,4 9,9 2,6 Antillianen/Arubanen 11,2 2,7 8,9 2,4 overig niet-westers 4,6 1,1 6,0 1,7 Bron: KLPD/HKS, Halt Nederland en CBS/SSB. 36 Centraal Bureau voor de Statistiek

37 B8. Sociale samenhang: participatie en vertrouwen Technische toelichting Data De gegevens over de samenstelling van de vriendengroep, politieke participatie, en sociaal en institutioneel vertrouwen, zijn ontleend aan het Permanent Onderzoek leefsituatie (POLS) van Het betreft de bevolking van 15 jaar en ouder (N=7 200), waarbij de vragen over politieke participatie alleen aan 18-plussers zijn voorgelegd. De gegevens over contacten met directe buren en andere buurtbewoners, alsook activiteiten in clubverband, contact met familie en vrienden en politieke interesse, zijn ontleend aan het Woon Onderzoek Nederland (WoON) dat in 2009 is uitgevoerd (N=78 000). De vragen zijn voorgelegd aan personen van 18 jaar of ouder die een eigen huishouden voeren. In een vervolgmodule van het WoON, de zogenoemde module Sociaal-Fysiek, zijn vragen over de buurt opgenomen. Hierin is ook gevraagd naar contact met autochtone en allochtone buren (N=9 000). Onveiligheidsgevoelens in de woonomgeving zijn afkomstig uit de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM). Gegevens over het vrijwilligerswerk komen uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) en betreffen een gemiddelde over de periode 2006/2009. De cijfers hebben betrekking op de bevolking van 18 jaar of ouder (N= ). Daarnaast zijn gegevens uit het POLS 2008 gebruikt. Deze cijfers hebben eveneens betrekking op de bevolking van 18 jaar of ouder (N=7 000). Gegevens over de vriendengroep van Marokkanen en Turken, de oriëntatie op Nederland, politieke belangstelling en vertrouwen in autochtonen en allochtone bevolkingsgroepen, zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale Samenhang onder Marokkanen en Turken (SOSAMT). Dit onderzoek is in 2008 uitgevoerd onder circa 400 Marokkanen en 400 Turken van 15 jaar en ouder. Vraagstellingen De vraagstellingen bij de contacten luiden: Buiten de mensen die bij u thuis wonen, hoe vaak heeft u contact met een of meer familieleden? en Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede kennissen? De antwoordcategorieën zijn: (1) minstens een keer per week; (2) vaker dan 1 keer per maand, maar niet wekelijks; (3) 1 keer per maand; (4) minder dan 1 keer per maand; en (5) zelden of nooit. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 37

38 Voor het contact met buren is een andere vraagstelling gebruikt. Aan respondenten zijn de stellingen Ik heb veel contact met mijn directe buren en ik heb veel contact met andere buurtbewoners voorgelegd. Zij konden daarop antwoorden met (1) helemaal mee eens; (2) mee eens; (3) niet mee eens, maar ook niet mee oneens; (4) mee oneens; en (5) helemaal mee oneens. Daarnaast is in de module Sociaal- Fysiek gevraagd naar de herkomst van de directe buren. Vervolgens is gevraagd of de respondent contact heeft met directe buren met dezelfde herkomst, directe buren van Nederlandse herkomst of met de directe buren met een andere herkomst. Uit deze gegevens is afgeleid of mensen autochtone danwel allochtone buren hebben en of zij daar contact mee hebben. Om de diversiteit van de vriendenkring naar herkomst vast te stellen is gevraagd: Als u kijkt naar uw vrienden, hoeveel van uw vrienden horen dan naar uw eigen inschatting tot dezelfde etnische groep of herkomst als u? Gaat het daarbij om (1) vrijwel allemaal; (2) meer dan de helft; (3) ongeveer de helft; (4) minder dan de helft; of (5) geen van uw vrienden? De vragen over onveiligheidsgevoelens en vermijdingsgedrag die gebruikt zijn, zijn Voelt u zich wel eens onveilig in uw eigen buurt?, met als antwoordmogelijkheden (1) ja of (2) nee. Op de volgende stellingen kon worden geantwoord (1) komt vaak voor; (2) komt soms voor; of (3) komt zelden of nooit voor: s avonds of s nachts niet open doen omdat u het niet veilig vindt, In uw eigen buurt omlopen of omrijden om onveilige plekken te vermijden en Voelt u zich veilig in uw eigen huis?. De vraag over vrijwilligerswerk in de EBB luidt: Doet u vrijwilligerswerk? Voorts is gevraagd of men dat voor een instelling of organisatie doet, en om wat voor instelling of organisatie het dan gaat. Dit kan zijn (1) school, jeugd- of buurthuis, scouting; (2) verzorging of verpleging; (3) sport, hobby of cultuur; (4) kerk of levensbeschouwing; (5) vakbond, bedrijfsorganisatie, politieke partij, actiegroep e.d.; of (6) andere instelling of organisatie. In het POLS wordt van dertien verschillende organisaties en soorten vrijwilligerswerk gevraagd of de respondent dit in de afgelopen 12 maanden heeft gedaan. Voor deelname aan activiteiten in clubverband is gevraagd Hoe vaak neemt u actief deel aan activiteiten in clubverband. De antwoordcategorieën komen overeen met die van de contacten met familie en vrienden. Om interesse in de politiek vast te stellen is gevraagd: In hoeverre bent u geïnteresseerd in politieke onderwerpen?. Bent u (1) zeer geïnteresseerd; (2) tamelijk geïnteresseerd; of (3) weinig geïnteresseerd. Of er actie is ondernomen is vastgesteld via de vraag Er zijn verschillende manieren om iets politiek aan de orde te stellen of invloed uit te oefenen op politici of de overheid. Wilt u de volgende mogelijkheden bekijken, en mij dan zeggen van welke daarvan u in de afgelopen 5 jaar gebruik hebt gemaakt?. De antwoordmogelijkheden zijn: (1) radio, 38 Centraal Bureau voor de Statistiek

39 televisie of krant ingeschakeld; (2) politieke partij of organisatie ingeschakeld; (3) meegedaan aan een door de overheid georganiseerde inspraakbijeenkomst, hoorzitting of discussiebijeenkomst; (4) contact opgenomen met een politicus of ambtenaar; (5) meegedaan aan een actiegroep; (6) meegedaan aan een protestactie, protestmars of demonstratie; (7) via internet, of sms meegedaan aan een politieke discussie of actie; (8) iets anders. Daarnaast is gevraagd Stel: de Tweede Kamer behandelt een wetsvoorstel dat u zeer onrechtvaardig of verkeerd vindt. Hoe groot is de kans dat u zou proberen daar iets tegen te doen? Is die kans (1) zeer groot; (2) groot; (3) klein; of (4) zeer klein?. Het sociale vertrouwen is bepaald met de vraag: Vindt u dat over het algemeen de meeste mensen wel te vertrouwen zijn of vindt u dat men niet voorzichtig genoeg kan zijn in de omgang met anderen?. Om het institutionele vertrouwen van mensen vast te stellen is aan mensen gevraagd of ze wel of geen vertrouwen hebben in verschillende politieke en maatschappelijke instituties, te weten de kerken, het leger, rechters, pers, politie, Tweede Kamer, ambtenaren, bedrijven, EU, en NAVO. Daarbij is de volgende vraag gehanteerd: Wilt u voor elk van de volgende tien instellingen aangeven hoeveel vertrouwen u hierin heeft. Heeft u hierin (1) heel veel vertrouwen; (2) tamelijk veel vertrouwen; (3) niet zoveel vertrouwen; of (4) helemaal geen vertrouwen. In de analyses zijn de categorieën 1 en 2, alsook 3 en 4 samengevoegd. Ten slotte is aan het begin van het WoON gevraagd tot welke etnische groepering rekent u zich? Daarbij kon de respondent zelf de gewenste groepering opgeven via een codeermodule met nationaliteiten. Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 39

40 B9. Jeugd: gezondheid en voorzieningengebruik Figuren B 9.1 Gemiddelde maandinkomsten van de ouder(s)/verzorger(s) in het praktijkonderwijs, lwoo en vmbo exclusief lwoo naar gezinssituatie, Euro Een ouder/ verzorger Twee ouders/ verzorgers Een ouder/ verzorger Twee ouders/ verzorgers Een ouder/ verzorger Twee ouders/ verzorgers Praktijkonderwijs Lwoo Vmbo exclusief lwoo Autochtoon Westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/Arubanen Overig niet-westers B 9.2 Aandeel jongeren met een Wajong-uitkering dat een baan heeft, 18 tot 25 jaar Autochtonen Westerse allochtonen Turken Marokkanen Surinamers Antillianen/ Arubanen Overig niet-westers Centraal Bureau voor de Statistiek

41 B10. Nieuwe immigrantengroepen Figuren en tabellen B 10.1 Aandeel werknemers, 15 tot 65 jaar, vluchtelingengroepen Niet-westerse allochtonen Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs B 10.2 Aandeel werknemers, 15 tot 65 jaar, Oost-Europese groepen Polen Roemenen Bulgaren Jaarrapport Integratie 2010 Bijlagen 41

42 Tabel B 10.1 Aandeel voortijdig schoolverlaters in het mbo 1) (jonger dan 23 jaar) in schooljaar 2008/ 09, vluchtelingengroepen Totaal Jongens Meisjes Afghanen 7,7 9,1 6,1 Irakezen 9,5 11,7 7,1 Iraniërs 10,7 13,1 7,9 Somaliërs 13,4 17,2 9,0 Bron: Onderwijsstatistieken. 1) Exclusief extraneï. Tabel B 10.2 Aandeel werknemers naar generatie en soort relatie (al dan niet gemengd), 15 tot 65 jaar, vluchtelingengroepen Niet-westerse allochtonen waaronder Afghanen Irakezen Iraniërs Somaliërs 2008 Totaal Geen partner Partner van gelijke herkomst Gemengde relatie: autochtone partner Gemengde relatie: anders Totaal Eerste generatie Tweede generatie met één ouder in buitenland geboren Tweede generatie met twee ouders in buitenland geboren Centraal Bureau voor de Statistiek