Inhoud Woord vooraf. Inleiding: doelgroep en studiemethode. Deel I: BASISBEGINSELEN VAN DE ZIEKTELEER 1



Vergelijkbare documenten
Bijlage 9. Toelichting op tabel indeling DKG s

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2011)

Tabel indeling DKG s (ten behoeve van risicovereveningsmodel 2009)

ICPC ICPC omschrijving Specificiteit Indicatie zoals genoemd in de standaard

Bejaarden met buikpijn: beeldvorming op basis van een warrig verhaal. Hendrik Mertens Medische Beeldvorming Zaterdag 21 september 2013

INHOUDSTAFEL. Woord vooraf 9. Pictogrammen 10. Kader: gezondheidspatronen volgens Gordon 11. Doelstellingen Het bewegingsstelsel 15

Voorwoord 13. Hoofdstuk 1 Fysiologisch en anatomisch rappel 15

Inhoud. Woord vooraf 14. Redactionele verantwoording 16. Redactie 20. Auteurs 22

HSMR en SMR's HagaZiekenhuis

40 HSMR-rapport 2016 Spaarne Gasthuis Kanker van rectum en anus (15) * (30-428) Lever- en galwegkanker (16) (14-800) Alvleeskli

Inhoud. 1 Zorgvragers met aandoeningen aan het bewegingsstelsel 1

SMR sperdiagnosegroepenpatiëntengroep 2017

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep

HSMR en SMR's HagaZiekenhuis

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep

B SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep 2015

Aantal opnamen Aantal sterfgevallen 2017 HSMR 2017 HSMR ( ) Aantal opnamen

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep

Hoofdclusters diagnosegroepen Aantal Aantal Verwacht SMR 95% betrouw- Diagnosegroepen (CCS-groepsnummer) Aantal Aantal Verwacht SMR 98% betrouw-

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep 2017

SMR s per diagnosegroep en patiëntengroep

HSMR en SMR's HagaZiekenhuis

Betrouwbaarheidsinterval. Werkelijke sterfte Sepsis (behalve tijdens bevalling) Bacteriële infectie; n.n.g.

Betrouwbaarheidsinterval. Werkelijke sterfte Mycose HIV-infectie

Confidentie Bovengrens 95% HSMR HSMR

HSMR 2016 en van VUmc. Aantal. Confidentie Bovengrens 95% Aantal Sterfte. Confidentie Ondergrens 95% Aantal.

SMR S Catharina Ziekenhuis

Nupie t Olifantje GENEESKUNDE 2DE DOC KINDERGENEESKUNDE

Opgenomen aandoeningen per specialisme in ZorgInzicht april 2014

Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! Inleiding Chronische complicaties Samen sterk: hoe?

inhoud Lijst van auteurs Inleiding xiii

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe Tarieven per 1 januari 2013

Richtlijnen verwijzing Spoed - MMB

anemie 1.1 Overzicht van de anemieën 1.2 Congenitale anemieën 1.3 Verworven anemieën

Kanker: klinisch beeld,

Inhoud. 10 Voorwoord 10

Ulcus cruris venosum. Otto Dankerlui Dermatoloog

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 15A Diagnostiek bij Prostaatkanker 1.070,00 15A Behandeling

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2015

VII. Inhoud. Algemeen

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Rode Kruis Ziekenhuis Beverwijk AGB-code: Oktober 2016

Kanker en diabetes Introductie. Co-morbiditeit. Kanker en comorbiditeit. Kanker en diabetes

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

INFORMATIE VOOR HUISARTS Preoperatieve Consultatie AZ Jan Portaels

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarden AGB-code: Oktober 2016

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Maastricht UMC+ Maastricht AGB-code: Oktober 2016

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Rijnstate Arnhem AGB-code: Oktober 2016

incidentie en prevalentie van aan de huisarts gepresenteerde klachten en aandoeningen per ICPC-code naar geslacht en leeftijdgroep

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Westfriesgasthuis Hoorn AGB-code: Oktober 2016

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over VieCuri, Medisch Centrum voor Noord-Limburg Venlo AGB-code: Oktober 2016

Mogelijke contra-indicaties voor nacht- en ploegenarbeid

1 Inleiding Historie Classificaties van revalidatieactiviteiten Organisatie Epidemiologie 3 Literatuur 7

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2016 (1 januari 2016 t/m 31 december 2016)

Prijslijst.

HSMR-rapport

Rereferentietabel Complicatiecode, ernst 2 hoger en wondinfectie

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 14C Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een aandoening van de

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Ziekenhuis Nij Smellinghe Drachten AGB-code: Oktober 2016

POSTOPERATIEVE VERWIKKELINGEN. Dr. Ives Hubloue Dienst Intensieve Geneeskunde Academisch Ziekenhuis V.U.B.

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Maag-Darm-Leverartsen

DAGELIJKS WERKBOEK DEEL #1

Proef-EXAMEN MEDISCHE BASISKENNIS deel 1 Pathologie

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Kostentarief Honorarium Totaal 14C Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij Een

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Zorgproduct Omschrijving Tarief 2014 Ingangs datum Einddatum

Proefexamen Pathologie. Deelexamen 1. In dit proefexamen worden vragen gesteld over: Hoofdstuk 1 t/m 8

Korte casus II Prof. dr. S. Droogmans EBM II Julia Schwarze & Nathan Bormans Tutor: Chelsey Plas Prof. dr. N. Pouliart. 12/3/14 pag.

Mijn patiënt heeft THORACALE PIJN. Dr. Tom Mulleners SZF Heusden-Zolder

Hieldecubitus of toch niet? Peter Quataert Verpleegkundig specialist intensieve zorg WCS Decubitus

Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

8 van de 10 meest terugbetaalde geneesmiddelen houden verband met onze levensstijl Bijlage

Acute buik. Joost Nonner

Blasten in perifeer bloed

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

Bijlage C bij het HSMR-rapport SMR s over Noordwest, locatie Alkmaar (voorheen MCA) Alkmaar AGB-code: Oktober 2016

In- en exclusiecriteria Ja Nee

Claudicatio intermittens

APR-DRG Ernst Lf Gemid ligdbenedengrens bovengrens II bovengrens I Beschrijving L 001 LEVERTRANSPLANTATIE L 18,

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om:

boven grens boven APR- DRG Ernst Lf Gemid ligd benede

Inhoud. 5 Chantage (2) Een kritische blik op de verkregen gegevens De tandarts schrijft Slot...56 Literatuur...

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2017 (1 januari 2017 t/m 31 december 2017)


Richtlijn DIABETISCHE NEUROPATHIE

Patiëntenbetrokkenheid bij medische beslissingen. Vragenlijst bij inclusie.

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Longgeneeskunde

Dyspnoe, een adembenemend symptoom. Drs. R. Hoekstra Longarts Klinische avond

Passantentarief DBC zorgprodukten Rode Kruis Ziekenhuis miv 1 januari 2014

Passantenprijslijst 2014


Declaratiecode Omschrijving Restitutievergoeding 2013 vrij segment 15A011 Maximaal 5 verpleegligdagen bij Diabetes mellitus (suikerziekte) 2.

J.W.F. Elte D. Overbosch R.O.B. Gans M.O. van Aken. Differentiële diagnostiek in de interne geneeskunde

Ulcus Cruris de ins & outs. Corien Dekkers MANP Verpleegkundig Specialist

Inhoud. Koos van Nugteren. Koos van Nugteren. Koos van Nugteren. Jef Michielsen. Jef Michielsen VII. 1 Inleiding... 1

Interpretatie labo-resultaten

Eigen spreekuur en chronische ziekten

Transcriptie:

Inhoud Inhoud Woord vooraf Inleiding: doelgroep en studiemethode V XVII XIX Deel I: BASISBEGINSELEN VAN DE ZIEKTELEER 1 INLEIDING 3 Gezondheid en ziekte 5 Indeling van de ziekteleer 6 Somatische en psychiatrische ziekteleer 6 Heelkundige en interne ziekteleer 6 HOOFDSTUK 1: BASISBEGINSELEN VAN DE PATHOLOGIE 9 1.1 De oorzaken van ziekte 11 1.2 Verdedigingsmechanismen 13 1.2.1 De aspecifieke verdedigingssystemen 13 1.2.1.1 De huid 13 1.2.1.2 De slijmvliezen 13 1.2.1.3 De normale flora 14 1.2.1.4 Fagocytose 14 1.2.1.5 Histamine 15 1.2.2 Het specifieke verdedigingssysteem: de immuniteit 15 HOOFDSTUK 2: HET ONDERZOEK VAN DE PATIËNT 17 2.1 De anamnese 19 2.1.1 De anamnese van de klacht 20 2.1.2 De anamnese van de begeleidende symptomen 21 2.1.3 De persoonlijke anamnese 21 2.1.4 De familiale anamnese 22 2.1.5 De systeemanamnese 22 2.1.5.1 Algemene anamnese 23 2.1.5.2 Cardiovasculaire anamnese 23 2.1.5.3 Respiratoire anamnese 23 2.1.5.4 Gastro-intestinale anamnese 24 2.1.5.5 Urologische en nefrologische anamnese 24 2.1.5.6 Gynaecologische anamnese 25 2.1.5.7 Andrologische anamnese 25 2.1.5.8 Neurologische anamnese 25 2.1.5.9 Psychische anamnese 25 2.2 Het klinisch onderzoek 26 I V I

2.2.1 De inspectie 26 2.2.2 De palpatie 27 2.2.3 De percussie 29 2.2.4 De auscultatie 30 2.3 Het technisch onderzoek 31 2.3.1 Het laboratoriumonderzoek 31 2.3.2 De medische beeldvorming 33 2.3.3 De endoscopie 34 2.3.4 Ander technisch onderzoek 35 Deel II: ALGEMENE ZIEKTELEER 37 HOOFDSTUK 1: DE ONTSTEKINGSREACTIE 39 1.1 Etiologie 41 1.2 Fysiopathologie 42 1.2.1 Vosoactieve en chemotactische stoffen 42 1.2.2 Het ontstekingsvocht 43 1.3 Symptomen 44 1.4 Ontstekingsremmende farmaca 44 1.4.1 De NSAID s 45 1.4.2 Corticosteroïden 45 HOOFDSTUK 2: INFECTIEZIEKTEN 47 2.1. Algemeenheden over infectieziekten 49 2.1.1 Epidemiologie 49 2.1.2 Fysiopathologie: gevolgen van de inoculatie van een kiem 50 2.1.3 Fysiopathologie: hoe veroorzaakt de infectie schade? 51 2.1.3.1 Schade door de groei zelf van de kiem 51 2.1.3.2 Schade door toxines 52 2.1.3.3 Schade door het afweermechanisme 52 2.1.3.4 Schade door verstoorde homeostase 53 2.1.3.5 Schade door verstoring van de functie van de cel 53 2.1.4 Soorten infectieziekten 53 2.2 De pyogene infectie 54 2.2.1 Definitie en etiologie 54 2.2.2 Gevolgen van een pyogene infectie 54 2.2.3 Verloop van een pyogene infectie 54 2.2.4 Behandeling van een pyogene infectie 55 2.2.5 Verwikkelingen van een pyogene infectie 56 2.2.5.1 Lokale en regionale verwikkelingen 56 2.2.5.2 Sepsis 56 2.3 Tuberculose 58 2.3.1 Definitie en epidemiologie 58 2.3.2 Pathogenese 58 I VI I

2.3.3 Fysiopathologie 59 2.3.4 Symptomen 61 2.3.5 Klinisch onderzoek 61 2.3.6 Technisch onderzoek 62 2.3.7 Therapie 63 2.3.8 Prognose 64 2.3.9 Preventie 64 2.4 Tetanus 65 2.4.1 Definitie en epidemiologie 65 2.4.2 Pathogenese en fysiopathologie 65 2.4.3 Symptomen 66 2.4.4 Differentiaaldiagnose 67 2.4.5 Therapie 67 2.4.6 Prognose 68 2.4.7 Preventie 68 2.5 Gasgangreen 69 2.5.1 Definitie en epidemiologie 69 2.5.2 Fysiopathologie 69 2.5.3 Symptomen 69 2.5.4 Therapie 70 2.5.5 Prognose 70 2.5.6 Preventie 70 2.6 Anthrax 71 2.6.1 Definitie en epidemiologie 71 2.6.2 Symptomen en prognose 71 2.7 Aids 71 2.7.1 Etiologie 72 2.7.2 Pathogenese 72 2.7.3 Symptomen 73 2.7.3.1 De primo infectie 73 2.7.3.2 Stadium 2: asymptomatische fase 73 2.7.3.3 Stadium 3: chronische lymfadenopatie 73 2.7.3.4 Stadium 4: AIDS 73 2.7.4 Therapie 74 2.7.5 Prognose 75 2.7.6 Preventie 75 HOOFDSTUK 3: TRAUMATA 77 3.1 Gesloten wonden 79 3.2 Open wonden 81 3.2.1 De ernst van de bloeding 81 3.2.2 EHBO bij een bloeding 82 3.2.3 Beoordeling van de ernst van de open wonde 82 3.2.3.1 Wonden van de ledematen 82 3.2.3.2 Wonden van de thorax 83 I VII I

3.2.3.3 Wonden van het abdomen 83 3.2.3.4 Wonden van aangezicht en schedel 83 3.2.4 Therapie van de open wonde 84 3.3 Brandwonden 85 3.3.1 Etiologie 85 3.3.2 Fysiopathologie en anatomopathologie 85 3.3.3 Symptomatologie 87 3.3.4 Therapie 88 3.3.4.1 EHBO 88 3.3.4.2 De lokale behandeling 88 3.3.4.3 De algemene behandeling bij uitgebreide brandwonden 89 3.3.5 De prognose 91 3.4 Traumata van het bot: fracturen 92 3.4.1 Etiologie 92 3.4.1.1 Traumatische fracturen 92 3.4.1.2 Spontane fracturen 93 3.4.2 Anatomopathologie 93 3.4.2.1 De onmiddellijke gevolgen 93 3.4.2.2 Evolutie van de fractuur 94 3.4.2.3 Anatomopathologische varianten 95 3.4.3 Symptomen 96 3.4.4 Klinisch onderzoek 97 3.4.5 Technisch onderzoek 98 3.4.6 Therapie 98 3.4.6.1 De niet-heelkundige of orthopedische behandeling 98 3.4.6.2 De heelkundige behandeling: de osteosynthese 100 3.4.7 Acute verwikkelingen 100 3.4.8 Latere verwikkelingen 102 3.4.8.1 Vertraagde genezing 102 3.4.8.2 Sudeckse atrofie of algo-neurodystrofie 103 3.4.9 Enkele vaak voorkomende fracturen 104 3.4.9.1 Claviculafractuur 104 3.4.9.2 Fractuur van het proximale deel van de humerus 105 3.4.9.3 Polsfractuur van Pouteau 105 3.4.9.4 Fractuur van het os naviculare carpi 105 3.4.9.5 Femurhalsfracturen 106 3.4.9.6 Wervelfracturen 107 3.5 Shock 108 3.5.1 Definitie 108 3.5.2 Etiologie & fysiopathologie 109 3.5.2.1 Daling van het circulerend bloedvolume: hypovolemische shock 110 3.5.2.2 Daling van de cardiac output: cardiogene shock 110 3.5.2.3 Dalen van de perifere weerstand 111 I VIII I

3.5.3 Symptomen 113 3.5.4 Therapie 114 HOOFDSTUK 4: MALIGNE TUMOREN 117 4.1 Definitie 119 4.2 Onderscheid tussen benigne en maligne tumoren 119 4.3 Epidemiologie 121 4.4 Etiologie 122 4.4.1 Erfelijkheid 122 4.4.2 Levensstijl 123 4.4.3 Voeding 123 4.4.4 Virussen 124 4.4.5 Immuniteitsstoornissen 124 4.4.6 Milieu 125 4.5 Anatomopathologie 125 4.5.1 Infiltrerende en destructieve groei 126 4.5.2 Metastasering 126 4.6 Fysiopathologie 126 4.7 Symptomen 127 4.7.1 Zwelling 127 4.7.2 Bloeding 127 4.7.3 Achteruitgang van de algemene toestand 128 4.8 Technisch onderzoek 128 4.8.1 Technisch onderzoek ter diagnose 128 4.8.2 Technisch onderzoek voor de stagering (staging) 130 4.8.3 Technisch onderzoek voor het opvolgen van de behandeling (follow-up) 131 4.9 Therapie 132 4.9.1 Heelkunde 133 4.9.2 Chemotherapie 134 4.9.3 Radiotherapie 136 4.9.4 Andere therapieën 138 4.9.5 De palliatieve therapie 139 4.10 Preventie 144 Deel III: BIJZONDERE ZIEKTELEER 145 HOOFDSTUK 1: PATHOLOGIE VAN HET GASTRO-INTESTINAAL STELSEL 147 1.1 Algemene abdominale syndromen 149 1.1.1 Acute buik 149 1.1.1.1 Definitie en etiologie 149 1.1.1.2 Differentiaaldiagnose 150 1.1.1.3 De anamnese 151 1.1.1.4 Klinisch onderzoek 152 I IX I

1.1.1.5 Technisch onderzoek 153 1.1.2 Peritonitis 153 1.1.2.1 Anatomopathologie 153 1.1.2.2 Etiologie 154 1.1.2.3 Symptomatologie 155 1.1.2.4 Klinisch onderzoek 155 1.1.2.5 Technisch onderzoek 157 1.1.2.6 Therapie 157 1.1.2.7 Prognose 158 1.1.3 Obstructie-ileus 158 1.1.3.1 Definitie en etiologie 158 1.1.3.2 Fysiopathologie 160 1.1.3.3 Symptomen 160 1.1.3.4 Klinisch onderzoek 161 1.1.3.5 Technisch onderzoek 162 1.1.3.6 Therapie 162 1.1.3.7 Prognose 162 1.1.4 Paralytische ileus 163 1.1.4.1 Etiologie 163 1.1.4.2 Symptomen 163 1.1.4.3 Klinisch onderzoek 164 1.1.4.4 Technisch onderzoek 164 1.1.4.5 Therapie 164 1.2 Ziekten van de abdominale wand 165 1.2.1 Ruptuur van de m. rectus abdominis 165 1.2.2 Hernia s van de abdominale wand 165 1.2.2.1 Definitie 165 1.2.2.2 Anatomopathologie 166 1.2.2.3 Pathogenese 166 1.2.2.4 Symptomen 167 1.2.2.5 Verwikkelingen 167 1.2.2.6 Prognose en therapie 168 1.2.2.7 Hernia inguinalis 168 1.2.2.8 Hernia femoralis 168 1.2.2.9 Hernia umbilicalis 169 1.2.2.10 Hernia epigastrica 169 1.2.2.11 Diastase van de mm. recti 169 1.2.2.12 Eventratie 170 1.3 De mondholte 171 1.3.1 Stomatitis 171 1.3.2 Glossitis 172 1.4 De oesofagus 173 1.4.1 Oesophagitis 173 1.4.2 Diffuse slokdarmspasmen 173 1.4.3 Slokdarmdivertikels 175 I X I

1.4.4 Slokdarmvarices 175 1.4.5 Hernia diafragmatica, gastro-oesophagale reflux en reflux oesophagitis 176 1.4.6 Slokdarmcarcinoom 179 1.5 De maag en het duodenum 182 1.5.1 Acute gastritis 183 1.5.2 Chronische gastritis 184 1.5.2.1 Functionele dyspepsie 184 1.5.2.2 Erosieve gastritis 185 1.5.2.3 Atrofische gastritis type A 185 1.5.2.4 Atrofische gastritis type B 186 1.5.3 Gastroduodenale ulcera 186 1.5.3.1 Het acuut gastroduodenaal ulcus 187 1.5.3.2 Chronisch gastroduodenaal ulcus 188 1.5.4 Maagcarcinoom 192 1.6 De dunne darm 194 1.6.1 Infectueuze enteritis 194 1.6.1.1 Virale gastro-enteritis 195 1.6.1.2 Bacteriële enteritis 195 1.6.2 De ziekte van Crohn 197 1.6.3 Pathologie van het divertikel van Meckel 200 1.6.4 Angor abdominalis en darminfarct 201 1.7 De appendix 203 1.8 Het colon 207 1.8.1 Spastisch colon 207 1.8.2 Colitis ulcero-hemoragica 209 1.8.3 Colondivertikels en diverticulitis 211 1.8.4 Colonpoliepen 212 1.8.5 Coloncarcinoom 213 1.9 Het rectum en de anus 217 1.9.1 Hemorroïden 217 1.9.2 Anale fissuur 218 1.9.3 Rectumcarcinoom 219 1.10 Lever en galblaas 220 1.10.1 Hepatitis 222 1.10.1.1 Hepatitis A 222 1.10.1.2 Hepatitis B 224 1.10.1.3 Hepatitis C 227 1.10.2 Levercirrose 227 1.10.3 Cholelithiase 230 1.11 De pancreas 233 1.11.1 Acute pancreatitis 233 1.11.2 Chronische pancreatitis 235 1.11.3 Pancreascarcinoom 236 I XI I

HOOFDSTUK 2: PATHOLOGIE VAN HET CARDIOVASCULAIR STELSEL 239 2.1 Acute thoracale pijn 241 2.1.1 Differentiaaldiagnose 241 2.1.2 Anamnese 242 2.1.3 Klinisch onderzoek 243 2.1.4 Technisch onderzoek 243 2.1.5 Thoracale pijn door pathologie van de thoraxwand 244 2.1.6 Neurosis cordis 245 2.2 Arteriële hypertensie 246 2.2.1 Fysiologie van de bloeddruk 246 2.2.2 Definitie van hypertensie 247 2.2.3 Epidemiologie 248 2.2.4 Etiologie 248 2.2.5 Symptomen 251 2.2.6 Klinisch onderzoek 251 2.2.7 Technisch onderzoek 251 2.2.8 Verwikkelingen 252 2.2.9 Therapie 252 2.2.9.1 Niet-medicamenteuze maatregelen 252 2.2.9.2 Medicatie 253 2.3 De arteriën: atherosclerose 256 2.3.1 Definitie 256 2.3.2 Anatomopathologie 256 2.3.3 Risicofactoren voor atheromatose 257 2.3.3.1 Erfelijkheid 258 2.3.3.2 Roken 258 2.3.3.3 Obesitas 258 2.3.3.4 Hyperlipidemieën 259 2.3.3.5 Voedingsgewoonten 260 2.3.4 Symptomen 261 2.3.5 Preventie 261 2.3.5.1 Primaire preventie 261 2.3.5.2 Secundaire preventie 262 2.3.6 Atheromatose van de bloedvaten naar en in de hersenen 263 2.3.6.1 Beroerte 264 2.3.6.2 Multi-infarct dementie 265 2.3.7 Atheromatose van de bloedvaten van de onderste ledematen 266 2.3.7.1 Claudicatio intermittens 267 2.3.7.2 Acute perifere arteriële trombose 269 2.3.8 Atheromatose van de aorta 270 2.3.8.1 Aneurysma van de aorta thoracalis 270 2.3.8.2 Aneurysma van de aorta abdominalis 270 2.4 Ziekten van het hart 273 2.4.1 Ischemische hartziekte: coronaire atheromatose 273 2.4.1.1 Angor pectoris 273 I XII I

2.4.1.2 Myocardinfarct 276 2.4.2 Hartdecompensatie 280 2.4.2.1 Acute linkerhartdecompensatie: acuut longoedeem 281 2.4.2.2 Chronische linkerhartinsufficiëntie 283 2.4.2.3 Acute rechterhartinsufficiëntie: acuut cor pulmonale 284 2.4.2.4 Chronische rechterhartinsufficiëntie 285 2.4.2.5 Globale hartinsufficiëntie 286 2.4.3 Hartritmestoornissen 286 2.4.3.1 Extrasystolen 288 2.4.3.2 Voorkamerfibrillatie 288 2.4.3.3 Atriale flutter 290 2.4.3.4 Paroxismale atriale tachycardie 291 2.4.3.5 Sinusarrest 292 2.4.3.6 Sinu-atriaal blok 292 2.4.3.7 Ventrikeltachycardie en ventrikelfibrillatie 292 2.5 Ziekten van de venen 294 2.5.1 Varices 294 2.5.2 Tromboflebitis 297 2.5.3 Diepe veneuze trombose: DVT 298 HOOFDSTUK 3: PATHOLOGIE VAN HET RESPIRATOIR STELSEL 301 3.1 Acute infecties van de lagere luchtwegen 303 3.1.1 Acute bronchitis 303 3.1.1.1 Symptomen 303 3.1.1.2 Klinisch onderzoek 303 3.1.1.3 Technisch onderzoek 303 3.1.1.4 Therapie 304 3.1.2 Pneumonie en bronchopneumonie 304 3.1.2.1 Etiologie 304 3.1.2.2 Symptomen 305 3.1.2.3 Klinisch onderzoek 305 3.1.2.4 Technisch onderzoek 305 3.1.2.5 Therapie 306 3.1.2.6 Verwikkelingen en prognose 307 3.2 Astma en COPD 308 3.2.1 Astma 309 3.2.1.1 Definitie en fysiopathologie 309 3.2.1.2 Symptomen 310 3.2.1.3 Evolutie 311 3.2.1.4 Klinisch onderzoek 311 3.2.1.5 Technisch onderzoek 312 3.2.1.6 Therapie 314 3.2.2 Chronische bronchitis 315 3.2.2.1 Definitie en etiologie 315 3.2.2.2 Symptomen 316 I XIII I

3.2.2.3 Klinisch onderzoek 316 3.2.2.4 Technisch onderzoek 316 3.2.2.5 Therapie 317 3.2.2.6 Prognose 317 3.2.3 Longemfyseem 317 3.2.3.1 Definitie 317 3.2.3.2 Anatomopathologie en fysiopathologie 318 3.2.3.3 Symptomen 318 3.2.3.4 Klinisch onderzoek 319 3.2.3.5 Technisch onderzoek 319 3.2.3.6 Behandeling 319 3.2.3.7 Prognose 319 3.3 Longembool 320 3.3.1 Etiologie 320 3.3.2 Symptomen 320 3.3.3 Technisch onderzoek 320 3.3.4 Therapie 321 3.3.5 Preventie 321 3.3.6 Prognose 321 3.4 Pneumothorax 322 3.4.1 Definitie 322 3.4.2 Etiologie 322 3.4.3 Symptomen 322 3.4.4 Klinisch onderzoek 323 3.4.5 Technisch onderzoek 323 3.4.6 Therapie 323 3.4.7 Prognose 324 3.5 Bronchuscarcinoom 325 3.5.1 Etiologie en epidemiologie 325 3.5.2 Anatomopathologie 325 3.5.3 Symptomen 325 3.5.4 Klinisch onderzoek 327 3.5.5 Technisch onderzoek 327 3.5.6 Therapie 328 3.5.7 Prognose 328 3.5.8 Preventie 328 HOOFDSTUK 4: PATHOLOGIE VAN HET EXCRETIESTELSEL 329 4.1 Urineweginfecties 332 4.1.1 Acute cystitis 334 4.1.2 Acute pyelonefritis 335 4.1.3 Chronische pyelonefritis 336 4.2 Urolithiase 338 4.2.1 Urolithiase in het algemeen 338 4.2.2 Nierkoliek 342 I XIV I

4.3 Glomerulonefritis 344 4.3.1 Acute post-streptokokken glomerulonefritis 345 4.3.2 Nefrotisch syndroom 346 4.3.3 Chronische glomerulonefritis 347 4.3.4 Asymptomatische urineafwijkingen 348 4.3.4.1 Asymptomatische proteïnurie 348 4.3.4.2 Asymptomatische microscopische hematurie 348 4.4 Tubulo-interstitiële nefritis 350 4.4.1 Acute tubulo-interstitiële nefritis 350 4.4.2 Chronische tubulo-interstitiële nefritis 350 4.5 Chronische nierinsufficiëntie 354 4.5.1 Etiologie 354 4.5.2 Meten van de nierfunctie 354 4.5.3 Fysiopathologie 355 4.5.4 Symptomen 357 4.5.5 Therapie 359 4.5.6 Prognose 360 4.6 Acute nierinsufficiëntie 361 4.6.1 Etiologie 361 4.6.2 Symptomen 363 4.6.3 Technisch onderzoek 363 4.6.4 Therapie 363 4.6.5 Acute tubulusnecrose 364 HOOFDSTUK 5: ZIEKTEN VAN HET ENDOCRIEN STELSEL 365 5.1 Diabetes 367 5.1.1 Polyurie en polydipsie, diabetes mellitus en diabetes insipidus 367 5.1.2 Diabetes mellitus type 1 en type 2: verschillen en gelijkenissen 368 5.1.2.1 Definitie 368 5.1.2.2 Etiologie 368 5.1.2.3 Fysiopathologie 369 5.1.2.4 Verschillen tussen diabetes type 1 en diabetes type 2 370 5.1.3 Insuline-afhankelijke diabetes of diabetes type 1 371 5.1.3.1 Etiologie en pathogenese 371 5.1.3.2 Fysiopathologie 371 5.1.3.3 Symptomen 371 5.1.3.4 Technisch onderzoek 372 5.1.3.5 Therapie 372 5.1.3.6 Prognose 373 5.1.4 Niet-insuline-afhankelijke diabetes of diabetes type 2 373 5.1.4.1 Etiologie en pathogenese 373 5.1.4.2 Epidemiologie 374 I XV I

5.1.4.3 Symptomen 374 5.1.4.4 Technisch onderzoek 374 5.1.4.5 Therapie 375 5.1.4.6 Prognose 375 5.1.5 Acute verwikkelingen van diabetes type 1 en type 2 376 5.1.5.1 Keto-acidose 376 5.1.5.2 Hypoglycemie 377 5.1.6 Chronische verwikkelingen van diabetes type 1 en type 2 379 5.1.6.1 Diabetische macroangiopathie 379 5.1.6.2 Diabetische microangiopathie 379 5.1.6.3 Diabetische neuropathie 380 5.1.6.4 Huidletsels 381 5.1.6.5 Diabetische voet 381 5.1.7 Opvolgen van de diabetespatiënt 381 5.2 Pathologie van de schildklier 383 5.2.1 Zwellingen en tumoren van de schildklier 384 5.2.1.1 Solitaire schildklierknobbel 384 5.2.1.2 Globale schildkliervergroting 385 5.2.2 Hyperthyreoïdie 386 5.2.3 Hypothyreoïdie 388 5.2.3.1 Etiologie 388 5.3 Pathologie van de hormonen van de bijnier 391 Hoofdstuk 6: ZIEKTEN VAN HET BLOED EN DE BLOEDVORMENDE ORGANEN 395 6.1 Tekort aan rode bloedcellen: de anemieën 397 6.1.1 De ferriprieve anemie 400 6.1.2 Macrocytaire anemie 401 6.1.3 De hemolytische anemieën 402 6.1.4 Aplastische anemie 403 6.2 Teveel aan rode bloedcellen: polycythemie 404 6.3 Tekort aan witte bloedcellen: leukopenie 405 6.4 Teveel aan witte bloedcellen: leukocytose 407 6.4.1 Granulocytose 407 6.4.2 Lymfocytose 407 6.4.3 De leukemieën 408 6.4.3.1 De acute leukemie 408 6.4.3.2 Chronische myeloïde leukemie 409 6.4.3.3 Chronische lymfoïde leukemie 410 6.5 Hemorragische diathese 412 6.5.1 Trombocytopenie 414 6.5.2 Trombocytopathie 415 6.5.3 Coagulopathie 416 I XVI I