Erfelijkheidsleer en populatiegenetica



Vergelijkbare documenten
SZH voor levend erfgoed

Het fokken in kleine populaties

SZH voor levend erfgoed

Basisprincipes fokkerij en inteelt

Genomics tegen erfelijke gebreken. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre

Populatiegenetica van de mantelbaviaan Papio hamadryas, in Emmen en Amersfoort

Grondbeginselen erfelijkheid. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR

Genetisch management: inteeltbeheersing en diversiteit bij de Mergellander. Jack J. Windig CGN Livestock Research

Het fokken in kleine populaties

Het fokken van een gezonde rashond

Fokken en Scrapie resistentie bij de Toggenburger geit

Erfelijke problemen bij honden los je met fokkerijmaatregelen op! Kor Oldenbroek. Centrum voor Genetische Bronnen (WUR)

Omgaan met Inteelt in Fokprogramma s

Paard en Genomisch onderzoek

Populatiegenetische analyse van de geitenrassen

Inteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt

Genomic revolution : betekenis voor

Genetische variatie en inteelt : basisconcepten. Steven Janssens Nadine Buys

Inteeltbeheersing bij rashonden

Wat is inteelt eigenlijk?

Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden

Inteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre

Toename Inteelt beperken

Fokkerij en Inteelt. Basisprincipes. Piter Bijma Animal Breeding and Genomics Centre Wageningen Universiteit. Animal Breeding & Genomics Centre

Inteelt en verwantschapsbeheer

De rol van verwantschap in de fokkerij. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR

Fokken, wat is dat? Kor Oldenbroek. Wageningen UR. Netwerk gezelschapsdieren en DIGO, 10 maart Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Fokkerijstrategie voor de Friese Stabij

Genetische verbetering van honden: feiten en fictie van lijnenteelt

Fokkerijkansen voor de geit

Inteelt in de VSS. Erik Schuiling, 28 januari 2011

Het hoe en waarom van een fokprogramma

Het fokken in kleine populaties

Het fokken van rashonden. Omgaan met verwantschap en inteelt. Kor Oldenbroek Jack Windig

Wat heeft de veehouder aan Genomics

Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie

Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Genomica in de melkveehouderij de praktische toepassingen

Inteeltbeheersing bij rashonden Nederlandse Schapendoes. Jack J Windig, Lobke Stilting Animal breeding and Genomics Wageningen UR

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

Omgaan met inteelt in kleine rassen

Genomic selection. Spervital Hengstenhouderij Dag februari Mario Calus, Wageningen U & R, Animal Breeding & Genomics

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken)

Aantal directe nakomelingen ingeschreven in het NHSB: Dobermann Dia nummer 1

Genetische diversiteit in de Shetland Pony populatie

Een gezond fokbeleid voor uw ras? Markiesje informatieavond Verleden-heden-toekomst. Rasblindheid?

Dan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

Newsletter April 2013

Gezond gebruik genetica

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

Themadag. Fokkerij en Vitaliteit Kippenrassen

Level 1. Vul het juiste woord in

Project Verwantschap. Fokbeleid + Verenigingsfokreglement

Verslag Biologie Drosophila Melanogaste

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

GENOMIC SELECTION IN EEN NOTENDOP

Inteelt en genetische diversiteit van hondenrassen in België

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Duurzaam fokken met de Bonte Bentheimer


Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Level 1. Vul het juiste woord in

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Het gebruik van inteelt om inteelt te beheersen

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

II Een nakomelingenkeuring is geen theorie.

V6 Oefenopgaven oktober 2009

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

Erfelijke ziekten bij rashonden: Hoe los ik dat probleem nou op?

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica


Uitgebreide samenvatting Genetische conservering en strategieën om Inteelt te minimaliseren bij het Mergellandschaap

Vraag /144. Vraag 14

Deelrapport populatie-analyse collie korthaar

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Fokken, hoe doe je dat? Fokkerij Fokkerij: rekening houden met wetten en toeval De DNA-code Zaadcel en eicel

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse

INTEELTCOËFFICIËNT: BEN JE KHV-LID? BEREKEN HEM DAN VIA KHV-ONLINE!

Advies voor genetisch beheer van de Bonte Bentheimer populatie in Nederland

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.

Inteelt in kleine populaties

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?

Hoe fok ik mijn ideale hond of ideale paard?

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

Werkgroep kleine herkauwers. bepaald sjabloon. U kan deze website zelf gebruiken op

Transcriptie:

Erfelijkheidsleer en populatiegenetica Samen Friese paarden fokken Studieclub Fokvereniging Het Friesche Paard Zuid Nederland Gemonde 21 maart 2014

Even voorstellen Wie is Myrthe Maurice Van Eijndhoven Studie Dier en veehouderij aan de HAS Den Bosch Fokkerij en Genetica aan de Wageningen Universiteit Werk Sinds 2013 werkzaam bij Stichting Zeldzame Huisdierrassen Wageningen Livestock Research promotieonderzoek Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) HAS Den Bosch, docent keuzevak fokkerij Trainingsstal Dynamis

Wat is fokkerij? Het verbeteren van aanleg van dieren door steeds alleen de beste dieren te gebruiken als ouderdieren.

Een paar definities Wat is een ras? Van Dale: groep van individuen, die van een andere groep onderscheiden door een aantal erfelijke en lichamelijke overeenkomsten.

Een paar definities Wat is een populatie? Van Dale: voor statistische doeleinden geselecteerde of bijeengebrachte groep individuen of zaken Dus dat kan zijn: de Europese paardenpopulatie de Nederlandse paardenpopulatie de populatie Friese paarden in Nederland etc.

Het genoom van het paard het genoom van een paard telt 3.000.000.000 (3 miljard) base paren (met daarin alle genetische informatie van het paard) Om een idee te krijgen: 1 pagina = 3000 letters stel: 1 boek = 500 pagina s aantal boeken nodig: 2000 boeken Met dank aan Bart Ducro

Wat is erfelijkheid?

Erfelijkheid Basisregel DNA in twee kopieën aanwezig DNA: 50% van moeder, 50% van vader Vader x Moeder Ouder Kind Altijd 50% identiek Kinderen Volle broers zussen 0 100% identiek (per stuk DNA) Gemiddeld 50% Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Genen Stukken DNA vormen een gen Een gen wordt omgezet in een functioneel eiwit Meeste baseparen op zelfde plek in DNA zijn identiek in verschillende dieren Soms komt een basepaar in twee varianten voor. Deze varianten noemt men allelen

Genen Stukken DNA vormen een gen Wordt omgezet in een functioneel eiwit Gen1 Gen2 Meeste baseparen op zelfde plek in DNA zijn identiek in verschillende dieren en chromosomen Soms komt een basepaar in twee varianten voor, dus twee verschillende allelen Allel 1 Gen1 Allel 2 Gen2 Locus (ook wel plaats op het DNA)

Allelen Neutrale allelen: geen effect Allelen met een effect Negatief: bijvoorbeeld erfelijke gebreken Positief: bijvoorbeeld betere weerstand Termen: Homozygoot: allel op beide chromosomen identiek ZZ of zz Heterozygoot: allel op beide chromosomen verschillend Zz Gefixeerd: alle dieren in de populatie hebben hetzelfde allel Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Erfelijkheid van kenmerken Enkelvoudig (monogeen) kenmerk Wordt bepaald door één gen met twee (of meer) varianten Voorbeeld: Haarkleur (zwart of bruin), erfelijke gebrek (wel / niet) Meervoudig (polygeen) kenmerk Meerdere, vaak 100den genen bepalen kenmerk Voorbeeld: schofthoogte, melkproductie in kg, etc. Mengsel van genen van ouders

Kenmerken Enkelvoudig/ Kwalitatief Hoedanigheid Discontinue variatie Effect 1/enkele allelenparen Meervoudig/ Kwantitatief Hoeveelheid Continue variatie Effect vele allelenparen Werking berust op een/ enkele genen Tellen en klassenindeling Geringe milieu-invloed Haarkleur/ bloedgroep Werking berust op groot aantal genen Statistische analyse Duidelijke milieu-invloed Schofthoogte/ gewicht

Kwalitatief kenmerk

Gegevens verzamelen Om te voorspellen hoe een paring uit zal pakken en (nog belangrijker) dieren te selecteren die bovengemiddeld scoren op gewenste kenmerken is het van belang om naast pedigree kenmerken te registreren! Fenotype Fenotype = genotype + milieu

Rekenen met fenotype Erfelijkheidsgraad (h²) Fokwaarde (A) (wordt niet behandeld) Voor het schatten van erfelijke aanleg van kwantitatieve kenmerken

Erfelijkheidsgraad (h²) (1) Voordat we fokwaarden kunnen berekenen moeten we eerst weten in hoeverre een kenmerk erfelijk is door het berekenen van: de erfelijkheidsgraad h² geeft aan in welke mate de waargenomen verschillen (variatie in P) tussen dieren in de geselecteerde populatie worden veroorzaakt door verschillen in erfelijke aanleg (variatie in G)

Erfelijkheidsgraad (h²) (2) Hoeveel van de variatie in een kenmerk komt door erfelijkheid Veel kenmerken zijn polygeen; door veel genen bepaald Erfelijkheidsgraad h² h² = Var(G) / Var(P) Geeft aan hoe snel een kenmerk door selectie kan veranderen Bepaalt hoe precies je een fokwaarde kan schatten Meestal rond de 30% Lager voor fitness-kenmerken Hoger voor morfologie

Aantal dieren Er is dus variatie nodig (ook wel spreiding 2 (σ) genoemd) minimum gemiddelde maximum Bovenstaande plaatje geeft een normale verdeling weer

Voorbeeld Lichaamslengte van 5001 vrouwen gemeten:

Tot slot over h² Bij voortgaande effectieve selectie bestaat de kans dat steeds meer dieren gewenste genotype verkrijgen spreiding 2 in G wordt kleiner h² = spreiding 2 in G / spreiding 2 in P dus: h² kleiner

Fenotypische waarde (P) Om te rekenen denken we per dier aan P = P gem + G + E fokwaarde P gem = gem. fenotypische waarde in een populatie G = + of bijdrage door de erfelijke aanleg E = + of bijdrage door milieu

Inteelt, verwantschap en het gebruik van merkers

Stoomcursus Inteelt Moeder x Vader Dochter x Paren van 2 verwante dieren: nakomelingen zijn ingeteeld Soms beide kopieën van zelfde voorouder afkomstig Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Waarom inteelt managen? Minder variatie grotere kans op erfelijke gebreken Komen in elk ras voor Ieder mens draagt ± 3 letale erfelijke gebreken Vaak onverwachts, als donderslag bij heldere hemel Indien erfelijk gebrek op treedt, ben je al te laat

Inteelt is niet erfelijk Naen is niet ingeteeld (op basis van deze stamboom)

Gevolgen van inteelt

Gevolgen van inteelt Inteeltdepressie Algemene achteruitgang van het ras Kleiner Minder vruchtbaar Meer gezondheidsproblemen Korter leven Komt in vrijwel alle zoogdieren en vogels voor.

Voorbeeld: Inteeltdepressie in de wolf Uit: Conservation Biology 1991 5: 33-40 Effect van 25% inteelt Lichaamsgewicht 8 mnd -6 kg Levensduur -1 jaar Nestgrootte -1 pup #nakomelingen/teef -0.7 pup

Wanneer komt een erfelijk gebrek tot uiting; een voorbeeld Het kan dus meerdere generaties duren voordat een gebrek tot uiting komt

Stoplicht inteelttoename Inteelttoename Beoordeling risico s Effectieve populatiegrootte >1% Uitsterven door opeenstapeling erfelijke gebreken 0,5% - 1% Erfelijke gebreken gaan vrijwel zeker voorkomen <50 50-100 0,25% - 0,5% Er kunnen erfelijke gebreken optreden 100-200 < 0,25% Kleine kans op erfelijke gebreken >200 Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Verwantschap! Verwantschap: de kans dat een allel op een bepaald locus, willekeurige gekozen van twee individuen: identical by decent (identiek via dezelfde voorouder) is De verwanschap kan worden berekend: Tussen 2 dieren op dierniveau Tussen één dier met de rest van de populatie Totale gemiddelde verwantschap op populatieniveau Heel belangrijk in gesloten populatie zoals bij het Friese paard!

Verwantschap De verwantschapsgraad geeft op populatieniveau meer informatie over de beschikbare diversiteit van de populatie dan inteelt! Dus: inteelt is binnen een dier en verwantschap is tussen dieren

Genoom informatie Genomic selection bij friese paarden? Met dank aan Bart Ducro

Genoom informatie het genoom van een paard telt 3.000.000.000 (3 miljard) base paren 1 pagina = 3000 letters 1 boek = 500 pagina s 2000 boeken Verschillen tussen individuen op DNA niveau nu zichtbaar in het laboratorium.

Zo ziet dat eruit. In dit voorbeeld een klein stukje van een DNA streng van 4 paarden; dus ieder paard heeft op dezelfde plaats (locus) informatie geërfd van zowel vader als moeder Genoom informatie Ind 1 SNP CACCGCGCCT GGTCCC G TTT TGGCTATTCT CACCGCGCCT GGTCCC G TTT TGGCTATTCT = een veelgebruikte genetische merker Ind 2 CACCGCGCCT GGTCCC A TTT TGGCTATTCT CACCGCGCCT GGTCCC G TTT TGGCTATTCT Ind 3 CACCGCGCCT GGTCCC A TTT TGGCTATTCT CACCGCGCCT GGTCCC A TTT TGGCTATTCT Ind 4 CACCGCGCCT GGTCCC G TTT TGGCTATTCT CACCGCGCCT GGTCCC A TTT TGGCTATTCT

Genoom informatie Paardengenoom bekend (2007) ~ 3 mrd. baseparen 4350 merkers 1.5 mln. SNP s EquineSNP chip beschikbaar met 55.000 SNPs Wat onderzoeken we: associatie tussen SNP en kenmerk. Welke variant past op welk kenmerk.

Genen Stukken DNA vormen een gen Wordt omgezet in een functioneel eiwit Gen1 Gen2 Meeste baseparen op zelfde plek in DNA zijn identiek in verschillende dieren en chromosomen Soms komt een basepaar in twee varianten voor, dus twee verschillende allelen Allel 1 Gen1 Allel 2 Gen2

Dominant / Recessief Dominant allel Heterozygoot heeft zelfde kenmerk als homozygoot Recessief allel Homozygoot verschilt van heterozygoot Voorbeeld: erfelijke gebreken (vaak enkelvoudig) ZZ: gezond Vrij Zz: gezond Drager zz: ziek Lijder Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Merkers Locus waarvan de allelen in het laboratorium kunnen worden bepaald Kan gebruikt worden als test voor monogeen kenmerk Soms in een gen, dan 100% nauwkeurig voor een kenmerk Meestal verder weg, dan (sterke) aanwijzing voor kenmerk Gen1 Merker Na recombinatie is verband verbroken Gen2 Gen1 Merker Gen2 Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN)

Fokken tegen erfelijke gebreken Terugdringen van erfelijke aandoeningen kan een onderdeel van fokprogramma zijn Vaak om ethische overwegingen gewenst! Nauwkeurig registreren is altijd van belang! (ook voor eventuele wensen in de toekomst) Probleem zijn de dragers (bij monogene overerving) Testen en opsporen (indien gewenst en mogelijk) Sluit dragers niet te snel uit (om te voorkomen dat er geen/te weinig dieren overblijven)

Merkers voor friese paard Merkers voor dwerggroei en waterhoofd Enkelvoudig recessieve overerving Niet mutatie zelf gevonden, maar SNP vlakbij Betrouwbaarheid 99,5% Test sinds december 2013 beschikbaar bij Dr. van Haeringen Laboratorium

Merkers voor friese paard Risicoparingen uitsluiten Binnenkort ook merries te testen Dragers geleidelijk uitfaseren CO-hengsten voor 2014 getest Dragers handhaven in de fokkerij Dragerschap bij goedkeuren publiceren Oudere hengsten worden niet getest

Geen onafhankelijke uitsluiting! ziekte 1 ziekte 2 ziekte 3 Etc.

Fokken met dragers Door verstandig te fokken met dragers kan een erfelijk gebrek uiteindelijk uit de populatie worden gefokt Let op dat dieren niet toch (ongewenst) worden uitgesloten (als bijvoorbeeld bekend wordt welke hengsten drager van een specifieke afwijking zijn, is het van belang dat deze niet direct volledig worden genegeerd in de fokkerij) Het moet betaalbaar zijn, zodat ook merriehouders hun dieren willen en kunnen testen Zie ook volgende slide

Fokken met dragers Bij hoge allelfrequentie: sluit dragers niet uit, maar kies vrije veulens allel frequentie dwerggroei en waterhoofd laag! Drager x Vrij Geeft 50% vrije veulens Drager x Vrij Zelfs Drager x Drager Geeft nog 25% vrije veulens Maar ook 25% lijders Drager x Drager

Lijnenteelt Er zijn veel vormen van lijnenteelt. In principe geldt altijd: dat er subpopulaties worden gevormd (meestal tbv gescheiden houden bepaalde bloedlijnen ) Voordelen Behoud genetische diversiteit totale populatie -> indien alle subpopulaties in stand worden gehouden (zie echter ook de nadelen). Het fixeren van gewenste kenmerken (gewenste genetische variatie). Nadelen Wanneer één subpopulatie verdwijnt, verdwijnt er genetische variatie (vaak aanzienlijk). Binnen de subpopulaties is de kans op inteelt, en dus inteeltproblemen, groter.

Lijnenteelt Uitwisseling tussen lijnen Wanneer voor lijnenteelt wordt gekozen als fokkerijvorm is het van belang om uit te wisselen tussen de subpopulaties om inteeltproblemen zo veel mogelijk te voorkomen. (hiervoor kan aan een schema zoals bij rammencirkels worden gedacht) Ik wil lijnenteelt niet adviseren. Dit omdat de kans op het optreden van de nadelen relatief groot is en deze ethisch vaak onaanvaardbaar zijn.

Hartelijk dank en mocht u nog vragen hebben dan hoor ik die graag!