Zeepkist voor kleine coureurs Boren, schroeven, gas geven. Zeepkist Geen pk, maar daarentegen des te meer passie: De zeepkist laat de harten van kleine coureurs sneller slaan. 1 Inleiding Het is weliswaar maar een zeepkist, maar deze is dan wel uitgerust met enkele technische snufjes. Beginners dienen voor deze klus twee dagen in te plannen, gevorderden spelen het klaar in één dag. De kosten liggen rond de 200 tot 300 euro. De volgende handleiding is gebaseerd op berken-multiplexplaten met een dikte van 18, 24 en 9. Laat de nodige platen in de bouwmarkt of bij uw tierman op maat zagen. Als u andere materialen of dikten gebruikt, moet u de stuklijst aanpassen. Trekkabels zorgen ervoor dat de zeepkist ook kan worden bestuurd en afgeremd. Daarvoor moet de vooras natuurlijk beweeglijk worden gemonteerd. En ook de remstangen moeten beweeglijk zijn. De gedetailleerde materiaallijst en de constructietekening vindt u onder Downloads. Benodigde elektrische gereedschappen: > Decoupeerzaag > Handcirkelzaag > Multischuurmachines > Accuschroefboormachine > Accuschroevendraaier > Bovenfrees > Fijnspuitsysteem Hulpmiddelen: > Boor 10 > Boor 30 > Steeksleutel > Verzinkboor > Kleine platte schroevendraaier > Punttang ( telefoontang )
> Touw en potlood of passer tot 200 diameter > Schuurpapier, korrel 120 240 > Potlood, meterstok, potloodslijper, gum > Werkvlak > Folie of oude kranten > Evt. schragen Gedetailleerde materiaallijst: St. Omschrijving Lengte Breedte Dikte Materiaal 1 Bodemplaat 1.350 2 Frame lange kant 1.350 350 18 Berkenmultiplex 100 24 Berkenmultiplex 2 Frame korte kant 302 100 24 Berkenmultiplex 2 Zijpanelen 1.386 396 9 Berkenmultiplex 1 Achterkant 1 350 150 18 Berkenmultiplex 1 Achterkant 2 350 257 18 Berkenmultiplex 1 Spoiler 400 125 18 Berkenmultiplex 1 Radiateur 350 150 18 Berkenmultiplex 1 Motorkap 630 370 9 Berkenmultiplex 2 Stuuropbouw, zijkanten 278 200 24 Berkenmultiplex 2 Stuuropbouw korte kant 302 80 24 Berkenmultiplex 2 Stuuropbouw, verbindingsstrips 200 200 9 Berkenmultiplex 2 Stoelframe 300 356 24 Berkenmultiplex 1 Zitting 300 250 18 Berkenmultiplex 1 Stoelleuning 400 300 18 Berkenmultiplex 1 Stuur 205 205 18 Berkenmultiplex
1 Stuurbevestiging 65 65 24 Berkenmultiplex 2 Steunlatten voor wielassen 4 Afstandslatten voor wielassen 2 Bevestigingslatten voor wielassen 500 100 18 Berkenmultiplex 500 35 21 Berkenmultiplex 500 95 18 Berkenmultiplex 1 Lat voor stuuraanslag 200 35 21 Berkenmultiplex 2 Bevestigingslatten voor ringmoeren 2 Steunlatten voor remstangen 4 Afstandslatten voor remstangen 2 Bevestigingslatten voor remstangen 200 35 21 Berkenmultiplex 150 100 18 Berkenmultiplex 150 35 21 Berkenmultiplex 150 95 18 Berkenmultiplex 2 Zijkanten rempedaal 150 150 24 Berkenmultiplex 1 Rempedaal 230 100 24 Berkenmultiplex 2 Bumpers 430 40 24 Berkenmultiplex 2 Metalen stangen voor wielasssen 1 Metalen stang voor stuuras 700 8 380 8 4 Wielen 75 10 Stelringen 2 Metalen stangen voor rem 320 8 2 Rubber voor rem 70 1 Rubber voor stuurinrichting 2 Glijlaag voor stuurinrichting 1 Schroef stuuras 10 x 60 100 250 50 4 Plexiglas 60 10 10 3 Onderlegringen stuuras 40 3 6
2 Moeren stuuras 9 10 Ringmoeren M6 9 6 Slotbouten M6 x 50 50 6 10 4 Slotbouten M6 x 40 40 6 10 1 Staalkabel voor stuurinrichting 3 2.020 2 Staalkabels voor rem 3 610 3 Spansloten M6 200 6 12 Staalkabelkleen 6 2 Terughaalveren 6 10 2 Schroeven SS 08/90 90 8 8 4 Moeren M8 8 8 8 2 Onderlegringen 40 8 6 2 Vulringen voor terughaalveer 40 8 6 3 Karabijnhaken 40 8 6 2 Bodembak bouwen van bodemplaat en framelatten Eerst bereidt u de bodemplaat voor. Let daarbij op de maatgegevens op de constructietekening. Teken met het potlood de uitsparingen voor de trekkabels af en zaag deze daarna uit met de decoupeerzaag. Boor vóór het zagen de vier hoeken voor met de 10 boor. Zo komt u goed de bochten om met het zaagblad. Nu tekent u de gaten af, waar later de remstangen en de stuuras moeten worden bevestigd. Voor de beide gaten voor de remstangen is aan de latere binnenkant van de bodemplaat telkens een verlaging voor de schroefkoppen nodig. Boor daarom eerst met de 30 machinehoutboor op deze plekken 5 diep in de plaat. Daarna boort op dezelfde plek twee gaten met een diameter van 8 voor de remstangen evenals middenvoor een gat met 10 voor de stuuras. Nadat u de positie van de achteras op de onderkant van de bodemplaat heeft afgetekend, maakt u van de lange en korte latten voor het frame samen met de bodemplaat een bak. Hiervoor boort u de bodemplaat met een diameter van 4 voor en schroeft u de bodembak vast met 18 platkop-houtschroeven (3,5 x 50 ). 3 Onderkant bak Schroef nu de lat voor de stuuraanslag volgens de constructietekening met 3,5 x 30 schroeven vast aan de onderkant van de bodemplaat. Om ervoor te zorgen dat de stuuras beter glijdt, bevestigt u daar bovendien twee platen acrylglas als glijlaag. Let er daarbij op dat de koppen van de platkopschroeven (3,5 x 35 ) helemaal in de platen verdwijnen.
Boor de twee bevestigingslatten voor met de 6 boor en monteer telkens een ringmoer met een slotbout (6 x 50 ) op de twee latten. Door de ringmoeren lopen later de trekkabels voor de stuurinrichting en de reen. Nu monteert u de bevestigingslatten met houtschroeven (3,5 x 30 ) op de onderkant van de bodemplaat. 4 Wielassen en remstangen maken De wielassen en de stuurstangen bestaan elk uit vier houten latten die rond een metalen stang liggen: een steunlat, twee afstandslatten en een bevestigingslat. Om de zeepkist te kunnen besturen, is de voorste as natuurlijk beweeglijk. Deze wordt later door een trekkabel bestuurd. Ook de beide remstangen worden beweeglijk aangebracht. De achterste wielas daarentegen zit strak. Boor in de afstandslat van de vooras telkens 35 vanaf de kant twee gaten met een diameter van 6. Daarin bevestigt u met telkens een slotbout (6 x 50 ) de beide ringmoeren voor de trekkabel. Om ervoor te zorgen dat u de vooras later beweeglijk aan de bodemplaat kunt monteren, boort u in het midden van de steunlat een gat met een diameter van 10 voor de slotbout (10 x 60 ). De kop van de slotbout moet er helemaal in verdwijnen. Boor daarom met een machinehoutboor van 30 een ca. 5 diepe verlaging. Voor- en achteras worden op dezelfde manier in elkaar gezet: Lijn de metalen stang in het midden op de steunlat uit en plaats de afstandslatten zonder afstand rechts en links ervan. Daarna legt u de bevestigingslat er bovenop en schroeft u de latten van bovenaf aan beide kanten aan elkaar (vergeet niet voor te boren). Om ervoor te zorgen dat de metalen stang niet kan wegglijden, boort u in het midden door het hout tot in de metalen stang een gat met een diameter van 4,5. Daarna draait u een schroef (4 x 25 ) als vergrendeling erin. De beide remstangen zijn volgens hetzelfde principe gebouwd als de wielassen. Omdat de remstangen net als de stuuras beweeglijk zijn, bevestigt u ook hier weer ringmoeren voor de trekkabels en maakt de boorgaten voor de latere beweeglijke bevestiging aan de bodemplaat met de slotbout (8 x 90 ). Vergeet niet om de beide metalen stangen met een schroef vast te zetten, zodat deze niet uit de houtblokken glijden. Om ervoor te zorgen dat de reen goed werken, wordt telkens een stukje rubberslang over de metalen uiteinden geschoven. 5 Wielassen en remstangen aan de bodembak monteren De achteras schroeft u eenvoudig vanaf de binnenkant van de bodembak met 4 schroeven (5 x 60 ) aan de bodemplaat. Voor de bevestiging van de wielas en de remstangen legt u de bodembak met de bodem naar boven op het werkblad. Nu wordt de stuuras met een slotbout beweeglijk met de bodemplaat verbonden. Steek de schroef door de stuuras, breng de twee onderlegringen aan en leid de schroef door het voorgeboorde gat in de bodemplaat. Aan de
binnenkant van de bodemplaat brengt u nog een onderlegring aan en bevestigt u de schroef met twee contramoeren. De beide remstangen worden net als de stuuras elk met een slotbout (8 x 90 ), een onderlegring en twee contramoeren aan de onderkant beweeglijk vastgeschroefd. De koppen van de slotbouten worden daarbij verzonken in de reeds geboorde verlagingen in de bodemplaat. Zo kunt u daar later zonder problemen de stoel plaatsen. 6 Stuur in vorm zagen Teken de contour van het stuur met de passer af op de plaat: eerst de buitenste cirkel met een diameter van 200, daarna de binnenste met 170. Vervolgens tekent u de driehoeken voor de uitsparingen. Om ervoor te zorgen dat u deze goed kunt uitzagen met de decoupeerzaag, boort u van tevoren bij de binnenhoeken gaten met een diameter van 10. Zet de plaat hiervoor met kleen vast op een restplaat, waarin u kunt boren. Boor bovendien vier gaten voor (4 diameter). Door deze gaten schroeft u later het stuur aan de stuurbevestiging vast. Voor het uitzagen van de uitsparingen kunt u het beste een dun zaagblad voor het zagen van bochten gebruiken. Om daarna de ronde contour van het stuur te zagen, stelt u de radius bij de geleidingsrail in en zet deze als passer met een pen in het midden vast. Als laatste nog alle kanten afronden en gladschuren. Als alternatief kunt u ook een bovenfrees gebruiken, om het stuur zuiver uit te frezen en de kanten af te ronden met een 5 radiusfrees. 7 Stuuropbouw maken en stuur bevestigen Teken de beide zijdelen van de stuuropbouw conform constructietekening en zaag deze uit met de decoupeerzaag. Boor in beide zijdelen zijdelings verplaatst telkens een gat met een diameter van 6 voor de bevestiging van de ringmoeren met de slotbout (6 x 40 ) en breng deze aan. Door de ringmoeren loopt later de stuurkabel. In de dwarslatten van de stuuropbouw boort u in het midden telkens een 20 groot gat voor de stuuras. Monteer de zijdelen en de dwarslatten met schroeven (3,5 x 50 ). In de stuurbevestiging boort u eveneens in het midden een gat met een diameter van 20. Voor de vergrendeling boort u bovendien aan één kant een gat met een diameter van 4 voor. Nu steekt u de bevestiging op de stuurstang, boort u met de 3 boor voor en vergrendelt u de stuurbevestiging met een schroef (3 x 60 ). Daarna schroeft u het stuur met vier schroeven (3,5 x 40 ) aan de bevestiging. Nu wordt de stuurstang in de dienovereenkomstige gaten van de stuuropbouw geschoven en met stelringen en stifttappen afgesteld. Om ervoor te zorgen dat de stuurkabel later niet slipt, wordt rond de stuurstang een opengesneden stuk rubberslang gelegd. 8 Rempedaal bouwen
Vervolgens zet u het rempedaal in elkaar. Teken de contour van de zijdelen en zaag deze op maat met de decoupeerzaag. Boor daarna in elk van de zijkanten van het pedaal een gat voor de slotbout (6 x 40 ) en de ringmoer, waaraan later de trekkabel voor de reen wordt aangebracht. Voor de latere bevestiging van het pedaal boort u in elk van de zijdelen een gat met een diameter van 6. Nu monteert u het rempedaal met schroeven (3,5 x 40 ) en bevestigt u de beide ringmoeren. 9 Bekledingen op maat zagen Om de nauwkeurige positie van de stuuropbouw te bepalen, zaagt u vooraf de zijpanelen in vorm. Breng de contour over op de platen en zaag deze uit met de decoupeerzaag of handcirkelzaag. De binnenhoeken moet u tevoren eerst voorboren met 10, zodat u het zaagblad goed kunt draaien. Omdat u toch bezig bent, kunt u ook meteen de andere delen van de bekleding op maat zagen. Met de motorkap gaat u daarbij precies hetzelfde te werk als bij de zijpanelen. De tweede achterkant is wat lastiger. Omdat deze schuin is, moeten boven en onder telkens verstekzaagsneden in een hoek van 25 graden worden gemaakt met de decoupeerzaag of de cirkelzaag. 10 Stuuropbouw en rempedalen inbouwen Nu verbindt u de stuuropbouw op de juiste positie met het frame. Hiervoor gebruikt u de beide verbindingsstrips die u met vier schroeven (3,5 x 30 ) telkens aan het frame en aan de stuuropbouw monteert. Daarna schroeft u het rempedaal aan de verbindingsstrips (met twee 5 x 50 schroeven). Let erop dat het pedaal beweeglijk blijft. 11 Trekkabels voor de stuurinrichting en rem aanbrengen Bevestig de trekkabel voor de stuurinrichting bij het rechter voorwiel met een simplex-klem aan de ringmoer. Trek de kabel door de ringmoer van de rechter bodemplaat en door de uitsparing in de bodemplaat omhoog over de ringmoer rechts op de stuuropbouw naar de stuuras. Daar wikkelt u de kabel drie keer rond de rubberen oanteling en leidt u deze verder over de ringmoer links op de stuuropbouw omlaag naar de linker bodemplaat en daar weer door de ringmoer richting linker voorwiel. Onder de bodemplaat bevestigt u met een andere simplex-klem het spanslot. Het andere uiteinde van het spanslot verbindt u met een karabijnhaak met de ringmoer aan de linkerkant van de vooras. Nu kunt u met het spanslot spanning op de kabel brengen. Voor de rem loopt telkens een trekkabel van de pedaalzijkanten door de bodemopening en de ringmoer naar de remstang. De kabels bevestigt u met simplex-kleen aan de ringmoeren van het rempedaal. Achter brengt u wederom een spanslot aan en bevestigt dit met een karabijnhaak aan de ringmoer van de remstang. Om ervoor te zorgen dat de rem altijd weer loslaat, schroeft u van onderaf tussen de remstangen en de achteras telkens een terughaalveer met vulringen en onderlegringen vast.
Als alles verbonden is, draait u het spanslot, om voldoende spanning op de remkabel te zetten. 12 Bekledingen aanbrengen Nu ontbreekt nog de carrosserie van de zeepkist. Schroef eerst de radiateur en de eerste achterkant vast. Daarna bevestigt u de zijpanelen. Nu kunt u de motorkap op de zijpanelen en de radiateur monteren. Daarna schroeft u de tweede achterkant tussen de zijpanelen vast (telkens met 3,5 x 30 schroeven). Als laatste monteert u nog de spoiler en de bumpers met schroeven (3,5 x 40 ). 13 Wielen monteren en stoel inbouwen Voordat u er gas mee kunt geven, heeft de zeepkist natuurlijk nog een stoel en wielen nodig. Elk wiel wordt door twee stelringen op zijn plaats gehouden. Eenvoudig de eerste stelring op de as schuiven, daarna het wiel en daarna de tweede stelring. De stelringen worden vergrendeld met stifttappen. De stoel bestaat uit het stoelframe, de stoelleuning en de zitting. Teken de contour af en zaag de onderdelen met de decoupeerzaag in vorm. Boor de gaten door het stoelframe voor (diameter 5 ), om de stoel later aan de zeepkist te kunnen monteren, en schroef de stoelleuning vast aan het stoelframe. Daarna kunt u de stoel in de zeepkist plaatsen. Als de juiste positie is gevonden, schroeft u hem vast. Als laatste bevestigt u nog de zitting. Nu voor de zekerheid nog een keer alle verbindingen controleren, dan is uw zeepkist startklaar. 14 Klaar Fijn, als u de klus leuk vond. Maar echt leuk wordt het nu pas. Hup, de baan op met deze snelle kist! Bosch staat niet garant voor de volledigheid en juistheid van de hier beschikbaar gestelde handleidingen. Bosch wijst er bovendien op dat het gebruik van deze handleidingen op eigen risico geschiedt. Tref a.u.b. alle noodzakelijke maatregelen voor uw veiligheid.