Ik ben Marieke Sweens, ik heb een partner, ik heb een huis, ik heb een hond, ik heb een baan, ik heb naast m'n baan een eigen bedrijf. En ik heb borderline. Dit is hoe ik mezelf introduceer bij workshops die ik vanuit mijn eigen bedrijf geef over werken met een psychische stoornis. Dan schieten de hoofden omhoog. Hè? Heeft zij borderline? hoor je de mensen dan denken. Twee weken geleden sprak een deelnemer aan mijn workshop haar gedachten hardop uit. Zelf had ze ooit een burn-out gehad en ervaren dat mensen dat nauwelijks geloofden, omdat ze er niet opvallend slecht uitzag en het nergens anders aan te zien was. "Ik weet wel dat je burn-out en depressie enzo niet kunt zien", zei ze, "maar toch zou het me eerlijk gezegd niet verbazen als jij straks na afloop zegt dat het niet waar was dat jij borderline hebt." Borderline kun je blijkbaar ergens aan zien, dat ontdekte ik al eerder. "Jij ziet er helemaal niet uit als een borderliner!" Of: "Jij gedraagt je helemaal niet als een borderliner!" Borderliners, wisten de deelnemers aan een andere workshop, die brengen iets unheimisch met zich mee, die willen voortdurend aandacht, die zijn onvoorspelbaar, die manipuleren, die staan aan de zijlijn van de samenleving, die zijn een geval apart, die zijn afwisselend agressief en aardig en hebben waandenkbeelden. En ongeveer zo dacht ik er zelf ook over. Totdat ik, na jaren tobben met steeds terugkerende depressiviteit, een nieuwe diagnose kreeg: ik bleek zelf zo'n borderliner te zijn. Borderline, zei de sociaal psychiatrisch verpleegkundige die me aan het idee laten wennen dat ik dus ook een of andere borderline-variant heb, is als een bloemetje. Ze tekende er eentje op haar blocnote. Ik zag een madeliefje voor me. Bij geen enkel madeliefje zijn de blaadjes hetzelfde. Allemaal zitten ze in een andere volgorde om het hart, bij
elk madeliefje zijn ze anders geordend, bij geen enkel madeliefje zijn alle blaadjes exact even groot. mailtje dat op een verkeerd moment komt en de angst slaat onverbiddelijk toe. Borderline komt voor in talloze varianten. Bijna 500 verschillende varianten, las ik ooit ergens. De blaadjes van iemand met borderline kunnen depressiviteit zijn, angst, een manische aanleg, gevoeligheid voor psychose, verslavingsgevoeligheid, dwangneurose, een neiging om stemmen te horen - pak het psychiatrisch handboek erbij: alles wat daarin staat kan zomaar op 1 van die blaadjes van een borderlinebloemetje staan. Bij mij bestaan mijn blaadjes vooral uit depressiviteit en heel veel angst. Het hart: dat is bij vrijwel elke borderliner hetzelfde. En dat bestaat uit grote onzekerheid, een laag zelfbeeld, niet weten wie je eigenlijk bent en of je er wel toe doet, bang om verlaten te worden, eenzaamheid, een bijna niet te stillen behoefte aan bevestiging, erkenning, contact, verbinding. Dat leidt tot snel wisselende stemmingen en emoties. Soms voel ik me oké, of zelfs goed, en 1 verkeerde blik, een opmerking die je verkeerd opvat, een Sommige borderliners zijn daardoor extreem in hun gedrag. Auto-mutilatie, impulsiviteit, manipuleren. Bij andere borderliners, bij mij bijvoorbeeld, slaat het naar binnen. Maar hoe het er ook wel of juist niet uitkomt: het is een roep om er asjeblieft te mogen zijn, om ertoe te doen, om een onvoorwaardelijk hou van mij. Een bloemetje voelde ik me bepaald niet toen ik de diagnose borderline kreeg. Een verlept bloemetje, hooguit. Ik dreigde vast te lopen op mijn werk, wist niet wat ik wilde in mijn leven, was voortdurend aan het zoeken, voelde me zeer depressief, had geen idee hoe ik vriendschappen moest onderhouden en voelde me eenzaam, ik wist zeker dat ik niks kon. Na een eerdere depressieve periode, waarvoor ik in een psychiatrisch ziekenhuis anderhalf jaar in dagbehandeling was geweest, had ik op aanraden van therapeuten en arbeidsdeskundig adviseur een makkelijk
baantje geaccepteerd en volgde ik ook het advies op om vooral niet te laten merken dat ik zo lang een psychiatrische behandeling had ondergaan of te vertellen over mijn psychische problemen. Ik liep op mijn tenen, in alle opzichten. Ik probeerde te doen of ik nog normaler was dan de meest normale mens die je je kan indenken. Binnen 5 jaar na die inktzwarte depressieve periode dreigde het weer helemaal mis te gaan. Toen wist ik nog niet eens dat ik borderline had - toen ik dat hoorde, wist ik 1 ding direct zeker: ik moet en zal me hier doorheen werken. Maar dan ook letterlijk werken: ik wil niet weer langdurig uit de running raken. Maar hoe kan ik blijven werken als ik alsmaar op mijn tenen loop? Als ik niet kan laten zien wie ik ben? Als ik dan kennelijk een bloemetje ben, is het dan niet de bedoeling om te groeien en te bloeien? Wat hebben bloemen nodig om te groeien en te bloeien? Licht. Lucht. Zon, zuurstof. En dus besloot ik openheid van zaken te geven en vertelde mijn toenmalige leidinggevende dat ik borderline heb. O, zei ze, borderline. Ik heb er weleens van gehoord. Had je verder nog iets? Hm. Dat was dus niet helemaal de goeie aanpak. En toch voelde het goed genoeg om het niet meer te verzwijgen, maar hoe kon ik het beter aanpakken? Wat heb ik eigenlijk nodig? Hoe zorg ik nou dat ik zo goed mogelijk functioneer, zonder te doen alsof er met mij niks aan de hand is? Ik worstel en kom boven, zeggen jullie hier in Zeeland, en zo was het ook. Het was een lange weg, een hoop geworstel en heel veel vallen en weer opstaan om erachter te komen hoe ik zo goed mogelijk op de been blijf. Op werk, maar ook daarbuiten. Wat het allerbelangrijkste is, is structuur en duidelijkheid. Wat is mijn rol, mijn taak, mijn verantwoordelijkheid? Tot welke grens mag ik gaan? Tot welke grens kan ik gaan? Zonder structuur en duidelijkheid, komt er heel veel chaos in mijn hoofd, en dan raak ik in paniek, een paniek die ik zelf nauwelijks kan beheersen. Dus laat me weten waar ik aan toe ben, laat me niet zwemmen, want dan verzuip ik.
Die structuur en duidelijkheid zit in alles. In een opgeruimd bureau mensen denken daardoor vaak dat ik heel gestructureerd ben, maar het is een overlevingsstrategie, en het ordenen en opruimen is een hulpmiddel om mijn hoofd te ordenen als het toch mis gaat. De structuur en duidelijkheid zit ook in af en toe horen of ik nog oké ben, of vriendschappen waarvan ik denk dat ik ze heb, inderdaad nog steeds vriendschappen zijn. Ik moet vaak neigingen onderdrukken om mensen niet te bedelven onder whatsappjes om die bevestiging af te dwingen maar als het heel lang duurt voordat ik een berichtje terug krijg, weet ik wel zeker dat ik toch de vriendschap verpest heb, dat ik er niet meer bijhoor. Structuur en duidelijkheid is ook vooraf goed bedenken hoe laat ik ergens naar toe ga en tot hoe laat iets duurt. Ik moet weten waar ik aan toe ben. Plannen en organiseren moet ik de hele tijd, wat mijn zwakste kant is, maar hét middel om mijn hoofd boven water te houden. Feedback is essentieel. Op werk, van m n partner, op werk, in vriendschappen. Hoe doe ik dingen? Doe ik het goed? Ga ik niet over grenzen? Of blijf ik juist teveel op afstand? Als ik me ergens boos over voel, is dat dan normaal of is dat borderline-boos? Ook noodzakelijk zijn rust en regelmaat. Leven op de handrem, vind ik dat zelf. Want ik ga op tijd naar bed, ik sta op tijd weer op, ik doe doordeweeks eigenlijk nooit iets s avonds, behalve hardlopen. Zo n avond als dit is te gek, maar ik kan dit alleen omdat ik vandaag en morgen vrij heb genomen van werk. In het weekend hou ik het bij hooguit 1 afspraak. Doe ik dat niet - dan word ik labiel, heb ik voortdurend korte, maar heel depressieve momenten, val ik steeds in bodemloos lijkende putten, huil ik om alles, kan ik andere mensen, geluiden en drukte slecht verdragen en heeft het leven nauwelijks nog zin. Voor op mijn werk, voor mijn leidinggevende en collega s, maar ook voor mezelf, bedacht ik de Look & Feel Monitor. Je kunt dan wel niet zien dat ik borderline heb, maar je kunt wel aan een aantal signalen zien dat het minder goed gaat en misschien ziet een ander dat soms wel eerder dan dat ik het zelf in de gaten heb. "Ik zag wel dat
het niet helemaal goed ging, maar ik dacht: ik zeg maar niks", heb ik vaak gehoord. Met dit kleine hulpmiddeltje heb ik het bespreekbaar gemaakt en geef ik aan wat ik op bepaalde momenten nodig heb, hoe mensen mij kunnen helpen. En vooral hoe ik mezelf kan helpen, want juist als het minder goed gaat, geloof ik niet meer in mezelf en dus ook niet dat ik mezelf er weer doorheen kan slepen. uitmaakt, zei ze. Dat jij voor mij daardoor niet anders bent geworden. Jij bent gewoon net zo veel waard als iedereen. Moeilijk? Ja, ik heb het weleens (heel erg) moeilijk. Maar ik ben het niet. Openheid, zichtbaarheid, licht, lucht. En zo groeide ik, en ging ik weer bloeien. En kwam ik waar ik nu ben. In een baan en niet in een "baantje". Met een eigen bedrijf waarmee ik workshops geef over leven en werken met een psychische stoornis. Want pas als je je zwaktes kunt laten zien, kun je ook laten zien wat je kracht is, wat je talenten zijn. Dan pas ga je zelfs zien dat sommige kwetsbaarheden ook in te zetten zijn als kracht. Want ook de chaos in mijn hoofd, het niet rechtlijnig denken, mijn (over-)gevoeligheid: het maakt wie ik ben. Die leidinggevende van toen kwam later nog eens naar me toe. Ik bedoelde dat jouw borderline voor mij niet