1 PRIMAIR PROCES 7 2 BEDRIJFSVOERING 23 3 CLIËNTEN 31 INHOUDSOPGAVE. Voorwoord 5. Algemeen 7. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 9



Vergelijkbare documenten
ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Kwaliteit van de Adviesen Consultfunctie van het AMK. Hertoets bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel, locatie Hengelo

de jeugd is onze toekomst

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Hertoets bij Pactum

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Als de Raad u om informatie vraagt

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Inhoudsopgave Ontwerpbesluit pag. 3 Toelichting pag. 5 Bijlage(n): 1

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA)

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

plan van aanpak te nemen maatregelen 2016

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Hertoets SGJ Christelijke Jeugdzorg Jeugdbescherming Regio Zuid

Factsheet Jeugd in cijfers

Plan van aanpak naar aanleiding van het Rapport. De kwaliteit van Stichting Veilig Thuis Noord Oost Gelderland Stap 2

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Memo JB/JR voor FO Jeugd. In deze memo komen de volgende onderdelen aan de orde:

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

De kwaliteit van Veilig Thuis Drenthe Stap 1

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Beschermen & Versterken

Jaarverslag. Samenwerken, leren en innoveren! Wie zijn wij? Publieksversie

Als ouders uit elkaar gaan

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Achtergrondinformatie formatiemeter 2014

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

Samenvattende notitie bij het rapport Reële analyse, reële verwachtingen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant

Voorlichting en deskundigheidsbevordering Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Kwaliteit van het AMK Rotterdam. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Rotterdam

Risico- indicatoren Maart 2014

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

De kwaliteit van Veilig Thuis Groningen Stap 1

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

Locatie Leeuwarden. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Als opvoeden een probleem is

JAARVERSLAG 2008 Vastgesteld d.d. 16 APRIL 2009

Risicomanagement in de jeugdbescherming bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam

Bedrijfsmaatschappelijk werker

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d Pilot Jeugdpreventieteam

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

De Aandachtsfunctionaris 1

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde

Kwaliteit van het AMK Groningen. Onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Groningen

De kwaliteit van Veilig Thuis West-Brabant Stap 1

De kwaliteit van Veilig Thuis Zeeland Stap 1

Per Veilig Thuis Gelderland Zuid T.a.v. Interim-directeur Veilig Thuis Postbus BC NIJMEGEN

Er heeft een oriëntatie met en in het veld plaatsgevonden rondom de aanpak van loverboyproblematiek.

De kwaliteit van Veilig Thuis Utrecht Stap 1

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Jongerenloket en zorg- en adviesteam

Als opvoeden een probleem is

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Jaarverslag Veiligheidshuis Leiden 2011

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Hertoets risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen. Onderzoek bij Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering

Beter samenwerken. Minder regeldruk, meer tijd voor jeugdzorg

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Relatief. Gouda Overige gemeenten (incl.verhuizing) Totaal leerplicht

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Transcriptie:

Jaarverslag 2007

2

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 5 1 PRIMAIR PROCES 7 Algemeen 7 Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 9 Jeugdhulpverlening 11 Jeugdbescherming 13 Jeugdreclassering 16 Lokaal Jeugdbeleid 18 2 BEDRIJFSVOERING 23 Algemeen 23 Communicatie 25 Financiën & Control 25 Personeel & Organisatie 25 Informatisering (ICT) en Facility 28 3 CLIËNTEN 31 Cliëntenraad en Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg 31 Klachten 31 Bezwaren 33 Voetnoten 34

4

5 VOORWOORD 2007 is voor Bureau Jeugdzorg Noord-Holland een jaar met ingrijpende gebeurtenissen geweest. Maar ook een jaar waarin een verheldering van het perspectief heeft plaatsgevonden. Zowel voor de organisatie zelf als voor de samenwerking met andere partijen. In het Instellingenberaad, het bestuurlijk overleg tussen Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en de provinciale zorgaanbieders, is de basis gelegd voor vergaande samenwerking in een sluitende jeugdzorgketen. Het doel is het snel, effectief en professioneel bieden van geïndiceerde jeugdzorg. Nu immers komt het nog te vaak voor dat wel duidelijk is welke hulp een jeugdige nodig heeft, maar dat plaatsing ons voor de grootse problemen stelt. Dat betekent dat kinderen tussen de wal en het schip vallen en het voor kortere of langere tijd schort aan de noodzakelijke veiligheid en bescherming. Deze voorgenomen verbetering van de samenwerking is derhalve een zeer gewenste ontwikkeling die ook door de Provincie Noord-Holland onderschreven wordt. Verandering is des te urgenter omdat de afgelopen jaren een toename van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen laten zien. Bovendien gaat de groeiende complexiteit van problemen samen met steeds hogere eisen die de maatschappij aan de jeugdzorg stelt. Een kanttekening is daarbij op zijn plaats. Van Bureau Jeugdzorg mag verwacht worden dat het zijn verantwoordelijkheid neemt. En bij aantoonbare fouten is een terechtwijzing gepast. Maar het mag evenzeer duidelijk zijn dat maatschappelijke problemen om een brede aanpak vragen. Bureau Jeugdzorg zal dat zeker ook onder de aandacht van de samenleving en de politiek blijven brengen. Voor Bureau Jeugdzorg Noord-Holland is 2007 een jaar met totaal verschillende aspecten geweest. Als gevolg van de conclusies uit twee heronderzoeken door de Inspectie jeugdzorg legt de Raad van Bestuur in juni zijn werkzaamheden neer. Tot april 2008 neemt een interim-bestuurder deze taak waar. Vervolgens is met succes gewerkt aan de nodige verbeteringen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de Jeugdbescherming. In de hele organisatie is daarnaast ook veel energie gestoken in het bevorderen van de deskundigheid van medewerkers. Zodat zij planmatig, eenduidig en doelgericht kunnen werken. Verder zijn veel veranderingen in gang gezet. Dat houdt in dat 2008 vooral ook in het teken zal staan van de uitvoering van gemaakte plannen en bestendiging van verbeterde werkwijzen. Dit jaarverslag werkt de geschetste zaken verder uit en beschrijft de in 2007 behaalde resultaten, de opbrengst van een niet aflatende, gezamenlijke inspanning. Want ondanks alle onrust hebben medewerkers zich ook in het afgelopen jaar met zeer grote betrokkenheid ingezet. Voor die bijdrage spreek ik mijn bewondering en waardering uit. Samen met hen en alle andere partijen die een rol spelen in de keten van jeugdzorg wil ik de komende jaren gaan voor een goede jeugdzorg en een plezierige werkomgeving. Mevrouw Dr. L. B. J. Schmitz, bestuurder September 2008

6

7 1 PRIMAIR PROCES ALGEMEEN De kerntaak van de bureaus jeugdzorg is het zo snel mogelijk regelen van de noodzakelijke zorg of bescherming voor de jeugdige in geval van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. Deze hulpverlening vindt zo mogelijk plaats in een vrijwillig en zo nodig in een gedwongen kader. In het geheel van de keten van jeugdzorg waarin onder andere het gemeentelijk jeugdbeleid, de gezondheidszorg, het onderwijs, de politie, de Raad voor de Kinder bescherming, de rechterlijke macht en de zorgaanbieders een belangrijke rol spelen spant Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZNH) zich in om een professionele, betrouwbare schakel te zijn tussen de vraag naar en het aanbod van geïndiceerde jeugdzorg. Masterplan Het Bureau Jeugdzorg werkt binnen een wettelijk kader. Voor het vervullen van zijn taken maakt het deel uit van een keten met een flink aantal partners. Om iedereen, zowel intern als extern, duidelijk te maken waar de organisatie voor staat, wat zij wil en hoe zij dat de komende jaren gaat aanpakken is gewerkt aan het Masterplan 2008-2012. Dit document schetst de strategische koers op middellange termijn met de nadruk op de samenhang tussen de verschillende aspecten. De uitgezette lijnen liggen ten grondslag aan het nog verder vorm te geven veranderingstraject. Met name de voor genomen regionalisering in combinatie met het inrichten van een geïntegreerde toegang zullen grote gevolgen hebben voor vrijwel alle medewerkers. In het verlengde van het opstellen van het Masterplan zijn de kerntaken opnieuw vastgesteld. Deze stap sluit aan bij het streven van de gezamenlijke bureaus jeugdzorg naar een helder, eenduidig profiel. Gezien de stroomversnelling waarin de beoogde totstandkoming van de Centra voor Jeugd en Gezin is terechtgekomen, is ook de schakelfunctie van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland ten opzichte van het lokale veld waarin deze centra een spilfunctie krijgen gedefinieerd. Samenwerking met zorgaanbieders In het Instellingenberaad, het bestuurlijk overleg tussen Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en de provinciale zorgaanbieders, is het Actieplan 2008 voorbereid. Dit plan zal in april 2008 verschijnen. De ambitie is een efficiënt ingerichte samenwerking voor het snel, effectief en professioneel bieden van geïndiceerde jeugdzorg. Om dit te bereiken willen Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en de zorgaanbieders zich onder andere gezamenlijk positioneren ten opzichte van de Centra voor Jeugd en Gezin in een geïntegreerde toegang. Bij voorkeur in samenwerking met de jeugd-ggz en jeugd-lvg 1 willen zij deze gezamenlijke voordeur vormen. De belangrijkste kenmerken daarvan zijn:

8 inzet van ambulante hulp voor alle cliënten vanaf de aanmelding, waarbij dezelfde ambulante hulpverlener gedurende het hele hulpverleningstraject het aanspreekpunt voor de cliënt is; de acties van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en de zorgaanbieders vinden niet meer vanzelfsprekend na elkaar plaats maar in principe gelijktijdig; de geïntegreerde toegang bundelt de functies diagnostiek, indicatiestelling en toewijzing van zorg in één stap; er ontstaan grofweg twee routes; een voor snel te duiden, enkelvoudige problematiek en een voor complexe problemen waarbij multidisciplinaire diagnostiek kan worden ingezet. Landelijk protocol indicatiestelling voor jeugdigen met psychiatrische problematiek Het doel van het in 2006 vastgestelde landelijk protocol indicatiestelling voor jeugdigen met psychiatrische problematiek is te komen tot een eenduidige indicatiestelling door de bureaus jeugdzorg. Dit is nodig omdat het zorgaanbod wordt gefinancierd vanuit verschillende wettelijke kaders met hun eigen verantwoordingsregels: de Wet op de jeugdzorg, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet. Voor een goede onderbouwing van de indicatiestelling en heldere beslissingscriteria voor het indiceren in het kader van de AWBZ dan wel de provinciaal gefinancierde jeugdzorg geeft het protocol aan welke instrumenten wanneer aangewezen zijn en aan welke vereisten deze moeten voldoen. Ook omschrijft het protocol wat er moet gebeuren wanneer er sprake is van GGZ-overschrijdende problematiek. Daarnaast wil het protocol ook bereiken dat er een betere aansluiting ontstaat van de indicatiestelling op het zorgaanbod en omgekeerd. Het motto van het protocol is dat oplossingen zo specifiek als noodzakelijk en zo algemeen als mogelijk moeten zijn. Om een goede route voor jeugdigen met psychiatrische problemen te regelen heeft het merendeel van de betreffende instellingen samen met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland overlegd. In 2008 zullen zij daarover besluiten nemen en overgaan tot invoering van de afspraken omtrent de onderlinge afstemming en samenwerking. Aansturing van primair proces Met het oog op de kwaliteit van de uitvoering van het werk is het plan opgevat de aansturing van het primair proces vorm te geven door het instellen van basisteams. Een basisteam zal bestaan uit uitvoerend medewerkers, administratieve medewerkers en een gedragswetenschapper. Bij het Adviesen Meldpunt Kindermishandeling komt daar nog een vertrouwensarts bij. De teamleider stuurt het basisteam aan en is als integraal manager verantwoordelijk voor alle werkzaamheden binnen het team. Dus inclusief de doorlooptijden en de totale productie. De gedachte achter de basisteams is dat de gewenste verantwoordelijkheid van de teamleider alleen maar gestalte kan krijgen wanneer deze hiërarchisch leiding geeft aan alle functionarissen die de betreffende taken uitvoeren. De rol van de gedragswetenschapper als functioneel leidinggevende maakt het mogelijk getrapt toezicht op en ondersteuning van de uitvoerend medewerker te realiseren. Deze aanpak biedt kansen als een belangrijke waarborg voor professioneel handelen en daarmee de kwaliteit van de uitvoering van het werk.

9 ADVIES- EN MELDPUNT KINDERMISHANDELING In vervolg op het landelijk toezicht in 2005 toetst de Inspectie jeugdzorg begin 2007 de werkzaamheden van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) opnieuw. De centrale vraag luidt: Is het functioneren van het AMK zodanig verbeterd dat er zicht is op de veiligheid van het kind? In haar rapport van april doet de inspectie onderstaande aanbevelingen: Voer eenduidige criteria in voor het bepalen van de ernst van kindermishandeling; Maak plannen van aanpak die op gestructureerde wijze sturing geven aan het onderzoeksproces; Voer controle in op concrete omschrijvingen van het probleem, de conclusie en de overwegingen bij besluiten; Evalueer samenwerkingsprotocollen (onder andere met de Raad voor de Kinderbescherming) op het punt van onafgebroken toezicht op de veiligheid van het kind. Onder leiding van een interim-manager en vanaf 1 november een nieuwe sectormanager heeft het AMK alle zeilen bijgezet om de door de inspectie aanbevolen verbeteringen in te voeren. Dat is gebeurd aan de hand van een Verbeterplan. De geleverde inspanningen zullen in het voorjaar van 2008 resulteren in een positief oordeel van de Inspectie jeugdzorg op grond van een heronderzoek. Invoering instrumenten voor risicotaxatie Ter bevordering van de kwaliteit van de besluitvorming rond meldingen van kindermishandeling is een begin gemaakt met de invoering van de risicotaxatie-instrumenten ORBA2 en LIRIK3. Voor beide is proefondervindelijk vastgesteld dat ze geschikt zijn voor de ondersteuning van het onderzoek en de besluitvorming. Het uiteindelijke doel is kindermishandeling in een zo vroeg mogelijk stadium onderkennen en een halt toeroepen. De invoering van de genoemde instrumenten heeft geleid tot een gestructureerde, op praktijkervaring gebaseerde werkwijze die inhoudelijk en procesmatig richting geeft aan het onderzoeken van en beslissen over meldingen van kindermishandeling. Intaketeam nieuwe stijl Het intaketeam nieuwe stijl komt dagelijks bijeen en bestaat uit een ervaren maatschappelijk werkende, een gedragswetenschapper en een vertrouwensarts. Om het primair proces zo deskundig en efficiënt mogelijk in te richten is bovendien een uitdrukkelijk onderscheid aangebracht tussen de meldingendienst en onderzoekstaken. Functie van gedragswetenschapper toegevoegd De gedragswetenschapper heeft een rol gekregen in het AMK. De notitie Doeltreffend, doelmatig en deskundig beschrijft hoe de functies van de gedragwetenschapper en vertrouwensarts zich tot elkaar verhouden en werkt de afzonderlijke verantwoordelijkheden nader uit. Meldingen en plannen van aanpak voor onderzoeken worden multidisciplinair getoetst. De gedragswetenschapper draagt een bijzondere inhoudelijk verantwoordelijkheid voor de dossiers.

10 Nieuwe overlegstructuur Eind 2007 is er een nieuwe overlegstructuur ingevoerd. In de lijn vindt regelmatig werkoverleg plaats tussen de teamleider en de uitvoerend medewerker en tussen de sectormanager en de teamleider. In de casusbespreking biedt de gedragswetenschapper de individuele uitvoerend medewerker inhoudelijk en procesmatig ondersteuning. In het casuïstiekoverleg toetsen vaste teams van uitvoerend medewerkers onder voorzitterschap van de gedragswetenschapper de besluitvormingsprocessen. Al deze overleggen kennen een vaste structuur met gestandaardiseerde formulieren. Ter bevordering van het optimaal functioneren van de individuele uitvoerend medewerker is er bovendien een tweewekelijks werkoverleg tussen de teamleider en de gedragswetenschapper. Toezicht op de veiligheid van het kind De werkprocessen voor zowel de doorgeleidingen en overdrachten intern naar de andere sectoren als extern naar de Raad voor de Kinderbescherming zijn in 2007 beschreven. Juist op deze overgangsmomenten komt het er op aan dat medewerkers en organisaties van elkaar weten wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt en wie wat doet om de veiligheid van het kind te waarborgen. In 2008 wordt deze werkwijze ingevoerd en gemonitord. Wacht- en doorlooptijden Voor het verkorten van de wacht- en doorlooptijden nam het AMK aanvankelijk deel aan het landelijk project Doorbraak. Vanwege de extra tijd die daarmee vooral in het begin gemoeid is en de absolute prioriteit voor het wegwerken van de wachtlijsten is kort daarna besloten dat het AMK niet verder zou deelnemen. In de tweede helft van het jaar is door middel van het instellen van een taskforce gewerkt aan het verkorten van de wachtlijst. Op grond van externe aanbevelingen neemt het AMK in 2008 een aantal extra maatregelen om het restant van de wachtlijst weg te werken. Training gespreksvoering met informanten Medewerkers van de Meldingendienst zijn getraind in het voeren van gesprek ken met informanten. Het realiseren van de aanbeveling van de inspectie om ook de onderzoekers op dit punt te trainen staat gepland voor maart 2008. Voorlichting en training In 2007 heeft het AMK een specifiek productenaanbod ontwikkeld op het gebied van voorlichting en training. Op grond daarvan zijn professionals (buiten Bureau Jeugdzorg) die beroepsmatig met kinderen te maken hebben, getraind door freelance trainers. Tegen het einde van het jaar is besloten dit aanbod over te hevelen naar andere organisaties. Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 2006 2007 Aantal meldingen 1.202 1272 Adviezen 1.935 2209 Consulten 622 514 Onderzoeken 1.228 1329 Bovenstaande cijfers laten een lichte stijging zien van het aantal meldingen met 6%. Het aantal onderzoeken is gestegen met ruim 8%.

11 Het aantal adviezen neemt toe met bijna 15%, terwijl het aantal consulten is afgenomen met ruim 17%. Personeel Het afgelopen jaar zijn er 12 nieuwe medewerkers ingestroomd. Samen vormen zij ongeveer 30% van het aantal dienstverbanden. Voor de zittende medewerkers betekent dat een enorme tijdsinvestering, met name voor het inwerken en begeleiden van nieuwe medewerkers die een intensief opleidingstraject volgen. JEUGDHULPVERLENING In de zomermaanden is een intern onderzoek uitgevoerd naar werkwijze van de Jeugdhulpverlening. De bevindingen bieden aanknopingspunten voor een aantal noodzakelijke verbeteringen en zijn vastgelegd in het Verbeterplan 2008. Centraal staan de stappen die Jeugdhulpverlening zal moeten zetten om de omslag te maken naar een expliciet lerende en resultaatgerichte aanpak. Als grondslag voor het optimaliseren van de uitvoering van de verschillende taken en de aansturing daarvan zijn de werkprocessen beschreven. Verkorten wachttijden De inzet op het verkorten van de wachttijden in de toegang, een van de speerpunten voor 2007, heeft ertoe geleid dat het aantal wachtenden op een eerste gesprek met bijna de helft is afgenomen. Bovendien is de gemiddelde wachttijd met ruim 60% teruggebracht. Een uitzondering op die ontwikkeling is het toegenomen aantal wachtenden voor casemanagement in de regio Alkmaar als gevolg van een groot personeelsverloop. Professionalisering De verdere professionalisering van de jeugdhulpverlening, eveneens een speerpunt voor 2007, is met succes opgepakt. Aan de hand van verbeterde managementinformatie is begonnen met het nadrukkelijker aandacht besteden aan de kwaliteit van zowel de aansturing als de uitvoering op grond van een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Verder is in de loop van het jaar bereikt dat alle jeugdhulpverleners getraind zijn in de CAS-methode 4 en de werkwijze voor Kort Ambulant. Samenwerking in de jeugdzorgketen De samenwerking met de zorgaanbieders is verbeterd en op basis van de daartoe gesloten overeenkomst is nauwer samengewerkt met de politie inzake zorgmeldingen. Daarnaast is het samenwerkingsprotocol met de Raad voor de Kinderbescherming ingevoerd. Niet alleen voor jeugdbeschermers en medewerkers van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling maar ook voor de jeugdhulpverleners is dit een leidraad voor een effectieve, transparante en toetsbare samenwerking in de jeugdzorgketen. Verkorten doorlooptijden/doorbraak In het kader van het project Doorbraak zijn goede resultaten geboekt met het verkorten van de gemiddelde doorlooptijden. Bijvoorbeeld door te werken volgens KWIK, Kwaliteits-Indicaties-Kort. Om de duur van de intake tot een minimum te beperken brengen alle betrokken beroepskrachten alle afspraken en beschikbare informatie met betrekking tot de cliënt bij elkaar. Deze manier van werken maakt het mogelijk om voor niet gecompliceerde

12 zaken in principe binnen één werkdag een indicatie te stellen. Om de gemiddelde duur van de doorlooptijd voor indicatietrajecten precies in kaart te brengen en waar mogelijk te verkorten, is in het najaar begonnen met het registreren van de betreffende gegevens. Crisisdienst De belangrijkste taak van de Crisisdienst 5 is beoordelen of spoedeisende jeugdzorg, eventueel in combinatie met verblijf, per direct noodzakelijk is. Daarvoor is de Crisisdienst 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar. De Crisisdienst is gestart in 2006. Het verslagjaar was het eerste volledige jaar en dat is succesvol verlopen. De cliënten zijn doorgaans zeer tevreden en externe ketenpartners zoals de politie en het onderwijs reageren enthousiast op de aanpak van de Crisisdienst. Gezien de korte tijd dat de Crisisdienst bestaat, is het nog niet goed mogelijk om bepaalde ontwikkelingen te duiden op basis van de gegeven cijfers. Crisisdienst 2006 4e Kwartaal 2007 6 Eenmalige contacten 67 545 Cliënten 85 185 Geregistreerde contacten 682 9022 Raadsmeldingen - 40 Aanspraken op spoedeisende zorg 7 64 125 Indicatiebesluiten 9 85 Zorgmeldingen door politie - 733 Aantal kinderen inzake zorgmeldingen politie - 1273 Kindertelefoon Er heeft zich een grote verschuiving voorgedaan van telefonische vragen naar chat-vragen bij de Kindertelefoon. Er is een voorzichtig experiment gestart om kinderen in daartoe aangewezen geachte gevallen actief te verwijzen naar de Crisisdienst. Kindertelefoon 2006 2007 Aantal gesprekken 22.168 25.855 Niet serieuze oproepen of gesprekken 11.943 9.528 Jongens 37% 40.1% Meisjes 53.7% 50% Jongen/meisje onbekend 9.3% 0.7% Groep 9.2% Jeugdhulpverlening/toegang 2006 2007 Aanmelding/eerste contacten 8 5.880 4.810 Crisisinterventies 209 162 Analyses 2.952 5.091 Kortdurend Ambulante trajecten 529 526 Indicatiebesluiten 3.462 1.979 9 Afgesloten casemanagementtrajecten 1.185 1.579

13 Ten opzichte van het vorige jaar zien we bij zowel de aanmeldingen als de eenmalige contacten een aanzienlijke afname. Een goede verklaring voor deze ontwikkeling is vooralsnog niet te geven. Mogelijk kunnen jeugdigen en ouders met relatief lichte problemen rond opgroeien en opvoeden steeds beter lokaal terecht. Als deze trend zich doorzet, kan daar volgend jaar wellicht meer over gezegd worden. Trainingsbureau 2006 2007 Individuele trainingen 49 51 Groepstrainingen 94 80 Trainingstrajecten nog niet afgerond 62 - In 2007 heeft het Trainingsbureau voor het laatst de trainingen verzorgd in de regio Kennemerland. In totaal hebben 131 jongeren een training gekregen, 51 van hen individueel en 80 in groepsverband. Personeel Het aantal dienstverbanden van de sector Jeugdhulpverlening, inclusief Crisisdienst en Kindertelefoon, is met ruim 7% toegenomen. Deze toename is gerelateerd aan extra financiering voor het project Doorbraak, vervanging in verband met ziekteverzuim en deelname aan de Zorg Advies Teams in het voortgezet onderwijs. Ten opzichte van 2006 is de uitstroom ongeveer eenderde minder. Dat betekent dat er weer meer rust en evenwicht in de sector komt. Terugdringen verzuim Vergeleken met 2006 is het verzuim met bijna eenderde teruggedrongen: van 10% naar 6,6%. Deze verbetering hangt onder andere samen met de bijzondere aandacht voor regelmatig kortdurend ziekteverzuim. Daardoor wordt meer gelet op de frequentie waarmee medewerkers zich ziek melden. Dit eerste succes is de basis voor het structureel voeren van gesprekken bij regelmatig verzuim en voor andere preventieve acties om langdurig verzuim te voorkomen. JEUGDBESCHERMING Voor Jeugdbescherming is dit jaar nogal onstuimig verlopen. Naar aanleiding van de zaak Savanna start de Inspectie jeugdzorg in februari een hertoets als vervolg op een eerder verricht onderzoek. Het doel is vaststellen of er voldoende ontwikkelingen zijn die de veiligheid van het kind waarborgen. Het oordeel is dat er onvoldoende verbeteringen zichtbaar zijn. Er is een groot verloop onder het personeel en een wisseling in het sectormanagement. In de zaak Savanna verschijnt de gezinsvoogd voor de rechter. Na 3 jaar onzekerheid over de afloop wordt zij in november vrijgesproken van strafbare feiten. Aan de hand van een Verbeterplan voert de nieuwe sector manager een aantal structurele wijzigingen door en langzaam maar zeker komt Jeugdbescherming weer in rustiger vaarwater terecht. De gezamenlijke inspanning van alle medewerkers zal in het voorjaar van 2008 leiden tot een positief oordeel van de inspectie op grond van een heronderzoek.

14 Nieuwe structuur begeleiding en aansturing Om de kwaliteit van de uitvoering van jeugdbeschermingsmaatregelen te verhogen is de structuur van begeleiding en aansturing gewijzigd. Behalve aan een team van jeugdbeschermers geeft de teamleider nu ook hiërarchisch leiding aan de gedragswetenschapper die aan het team toegevoegd is. In het werkoverleg toetst de teamleider het functioneren van deze medewerkers. Inhoudelijk werkt de gedragswetenschapper, die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de besluitvorming, het dossier en de eenduidige uitvoering van taken, intensiever dan voorheen samen met de jeugdbeschermers. Dat gebeurt deels in het individuele casusoverleg en deels in het casuïstiekteam. Invoering intern Protocol Kindermishandeling en gebruik Veiligheidslijst In het najaar is het intern Protocol Kindermishandeling ingevoerd. In het kader daarvan zijn de teamleiders, gedragswetenschappers en jeugdbeschermers getraind in het signaleren van kindermishandeling. In het werkoverleg toetst de teamleider stelselmatig of de jeugdbeschermer dit protocol ook daadwerkelijk gebruikt als leidraad. Tegelijk met het Protocol Kindermishandeling is de Veiligheidslijst ingevoerd. Om de risico s in een zaak in kaart te brengen maakten jeugdbeschermers voorheen gebruik van de Toetsingsleidraad. Uit onderzoek is echter gebleken dat dit instrument niet aan de eisen voldoet. Daarom is besloten het te vervangen door de Veiligheidslijst, het risicotaxatie-instrument dat hoort bij de Deltamethode voor gezinsvoogdij. Na instructie met betrekking tot het gebruik van de lijst door de gedragswetenschappers vullen de jeugdbeschermers deze sinds november in voor alle nieuwe zaken. In lopende zaken gebeurt dat wanneer er nieuwe signalen zijn van mogelijke kindermishandeling. Op basis van de invulling van de Veiligheidslijst schatten de jeugdbeschermer en de gedragsdeskundige de risico s in. Deze komen aan de orde in het casuïstiekteam. De jeugdbeschermer bespreekt de risico s met de cliënt en vermeldt deze in het plan van aanpak. Alle risicovolle zaken zijn bekend bij de teamleider en hij bespreekt deze met de sectormanager in hun vierwekelijks werkoverleg. Aanpak wachtlijsten In de loop van 2007 is voor een groeiend aantal jeugdigen de aangewezen vorm van bescherming niet direct beschikbaar nadat de rechter een beschermingsmaatregel heeft uitgesproken. In de tweede helft van het jaar zijn er op een gegeven moment zelfs tegen de honderd wachtenden. Door de beperkte beschikbaarheid van de juiste vorm van bescherming lopen deze jeugdigen een verhoogd risico. Een in oktober gemaakte analyse laat zien dat een samenstel van factoren deze ongewenste situatie in de hand werkt. Ten opzichte van 2006 neemt het aantal ondertoezichtstellingen toe met 11 procent. De gewenste verlaging van de caseload conform de norm voor de Deltamethode staat onder steeds grotere druk ten gevolge van het aanhoudend forse personeelsverloop. Mede door het gebrek aan ervaring van de meeste nieuwe jeugdbeschermers lukt het ondanks de voortdurende werving niet om de benodigde inzet te realiseren. In het eerste halve jaar van hun dienstverband besteden jeugdbeschermers namelijk veel tijd aan het volgen van introductie- en inwerkprogramma s. Die beperkte specifieke werkervaring betekent bovendien dat zij in ieder geval gedurende het eerste jaar beter geen gecompliceerde zaken voor hun rekening kunnen nemen. Daar komt nog bij dat het aantal (zeer) ervaren jeugdbeschermers naar verhouding steeds kleiner wordt.

15 Om een einde te maken aan deze ongewenste situatie heeft Jeugdbescherming een strategie ontwikkeld met de volgende elementen: maatregelen om de uitstroom van medewerkers in te dammen; het inzetten van ervaren jeugdbeschermers op nieuwe zaken waarbij zij samen met de cliënt een plan van aanpak opstellen en beginnen met het begeleiden van het uitvoeren daarvan; het overdragen aan nieuwe jeugdbeschermers van door ervaren jeugdbeschermers opgestarte zaken op basis van het opgestelde plan van aanpak; het fungeren van ervaren jeugdbeschermers als mentor van nieuwe jeugdbeschermers; onderzoek naar de voorwaarden waarop ondertoezichtstellingen die langer dan 3 jaar duren (een kwart van het totaal) beëindigd kunnen worden, bijvoorbeeld door overdracht naar het vrijwillig kader. Invoering Deltamethode Er is een begin gemaakt met het werken volgens de Deltamethode voor ondertoezichtstellingen. Vanaf oktober wordt in alle nieuwe gezinsvoogdijzaken op deze manier gewerkt. De verwachting is dat dit vanaf oktober 2008 ook geldt voor alle reeds langer lopende ondertoezichtstellingen. De geplande trainingen in de Deltamethodiek lopen parallel aan deze ontwikkeling. Belangrijke aspecten van deze methode betreffen de professionele houding van de jeugdbeschermer, het centraal stellen van de jeugdige, het werken met het plan van aanpak op tafel en het zogenaamde engageren (het motiveren van de cliënt) en positioneren (het toelichten van de rolverdeling) door de jeugdbeschermer. In de beginfase is er wekelijks contact met het gezin, in risicovolle situaties zelfs vaker als dat nodig is. Na enige tijd verandert dat gewoonlijk in een maandelijks contact. Planmatig werken Afgelopen jaar heeft het consequent evalueren van plannen van aanpak, het naleven van protocollen en het tijdig verlengen van beschikkingstermijnen nog te wensen overgelaten. Jeugdbeschermers hebben te vaak ad hoc gewerkt ten behoeve van het vinden van passende zorg en het bestrijden van crisissituaties rond bij zorgaanbieders geplaatste cliënten. In de tweede helft van het jaar is langs twee sporen ingezet op de verbetering van deze situatie. Enerzijds door de reeds genoemde vernieuwing van de structuur van begeleiden en aansturen. Anderzijds door het scheppen van randvoorwaarden om het werk goed te kunnen doen. Bijvoorbeeld door het verlagen van de caseload, het aanbrengen van verbeteringen in het registratiesysteem (Informatiesysteem Jeugdzorg), het werken volgens de nieuwe methodiek en een goede samenwerking met de zorgaanbieders. In 2008 zal een en ander nog veel aandacht vragen. Dan zal ook blijken in hoeverre dit alles zijn vruchten afwerpt. In ieder geval moet dan ook zichtbaar worden dat steeds meer jeugdbeschermers planmatig en doelgericht gestalte geven aan hun regiefunctie in de uitvoering van beschermingsmaatregelen. Agressiemelding In totaal zijn er 17 meldingen gedaan van agressie. Huisvesting In Alkmaar is de Jeugdbescherming verhuisd van de Frans Halsstraat naar het kantoor aan de Rogier van der Weydestraat. In Haarlem zijn de voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van de Nieuwe Gracht naar de Zijlweg in januari 2008.

16 Sector Jeugdbescherming 2006 2007 Voogdij 261 264 Gezinsvoogdij (Ondertoezichtstelling) 1261 1406 Totaal 1522 1670 Het aantal ondertoezichtstellingen is in 2007 met 11% toegenomen. De verwachting is dat de stijging zich ook in 2008 zal voortzetten. Personeel Op een omvang van 104 fte zijn er 60 fte nieuwe medewerkers ingestroomd. Dat is ruim meer dan de helft. Dat vergt een enorme tijdsinvestering van de zittende medewerkers voor zover zij bijdragen aan het inwerken van de nieuwkomers. De grote instroom is onvermijdelijk gezien toename van het aantal ondertoezichtstellingen, het verlagen van de caseload en het grote personeelsverloop. Verzuim Ten opzichte van vorig jaar is het ziekteverzuim met een half procent toegenomen en daarmee ligt het boven het gemiddelde van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Met name bij langdurig verzuim binnen een team bestaat het risico dat de overige teamleden een te grote caseload krijgen. Duidelijk is dat het terugdringen van het ziekteverzuim het komende jaar extra aandacht behoeft. Dat zal gebeuren op basis van de adviezen die Personeel & Organisatie daarvoor gegeven heeft. JEUGDRECLASSERING De grootste verandering voor Jeugdreclassering in 2007 is de invoering van het werken volgens een nieuwe methode zoals neergelegd in het Handboek Methode Jeugdreclassering. Door het niet op tijd beschikbaar zijn van aangepaste documenten heeft de invoering een vertraging opgelopen. Om die reden zal dit project pas in de loop van 2008 worden afgerond. Invoering Handboek Methode Jeugdreclassering Op grond van het plan van aanpak is in februari begonnen met invoering van de nieuwe methode voor jeugdreclassering. Vanaf mei is dit traject ondersteund door een externe projectleider. Het resultaat is dat de meeste uitvoerend medewerkers getraind zijn en dat voor een deel van hen het bijbehorende certificaat is aangevraagd. Anderen moeten nog een gemiste trainingsdag inhalen of een aantal taken afronden alvorens zij in aanmerking komen voor certificering. De jeugdreclasseringsmedewerkers die de training nog niet gevolgd hebben nemen deel aan de voor 2008 ten behoeve van nieuwe medewerkers ingekochte training. In principe werkt Jeugdreclassering nu volgens de nieuwe methode, zij het met een beperking. De gevraagde intensivering van de contacten met jongere en ouders is nog niet haalbaar met de huidige caseload. Project Tijdschrijven Op verzoek van het Ministerie van Justitie heeft de locatie Alkmaar deelgenomen aan het project Tijdschrijven, dat loopt van november 2007 tot begin februari 2008. Het doel is zicht te krijgen op de nodige tijdsinvestering voor het volledig uitvoeren van de nieuwe methode ten behoeve van de be rekening

17 van een nieuwe kostprijs. De verwachting is dat in het najaar van 2008 bekend wordt wat de uitkomst is van deze kostprijsberekening. Project Ouderbegeleiding Net als in het vorige jaar zijn er twee workshops gegeven voor ouders van jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd. Het doel is het voorkomen van recidive. De ouders van deze zogenaamde tegendraadse jeugd zijn zeer te spreken over de opzet en het resultaat van deze workshops. Tevens is er een projectplan geschreven voor de structurele inbedding van het programma Tegendraadse jeugd. Naast workshops gaat het hierbij om het trainen van ouders. In 2008 wordt dit plan aangeboden aan de provincie. Cliënttevredenheidsonderzoek In het in 2006 gehouden cliënttevredenheidsonderzoek beoordelen cliënten het werk van Jeugdreclassering overwegend positief. Naar aanleiding van de uitkomst van dit onderzoek is een verbeterplan opgesteld om de huidige hoge waardering van het werk door cliënten minimaal vast te houden. Verbetering samenwerking in de strafrechtketen Er is met succes gewerkt aan de verdere verbetering van de samenwerking in de strafrechtketen met de nadruk op onderwerpen als veelplegers en nazorg. Verder is Jeugdreclassering gestart met deelname aan het Veiligheidshuis in Den Helder, een project dat werkt met korte lijnen tussen alle samenwerkingspartners. Jeugdreclasseringsmedewerkers waarderen deze aanpak. Bij de evaluatie van het project in 2008 zal blijken wat de meerwaarde is van deelname aan het Veiligheidshuis. Aantal cliënten Jeugdreclassering 11 2006 2007 Regulier 503 535 Samenloop 12 38 54 Totaal 541 589 De grote toename van reguliere jeugdreclasseringstrajecten komt vrijwel geheel voor rekening van leerplichtzaken. Daarbij gaat het om jongeren die na een oproep van de Officier van Justitie gedurende een half jaar hulp en steun krijgen. Het grotere aantal samenloopzaken is niet zozeer het gevolg van een feitelijke toename, maar van een betere registratie. Overige trajecten Jeugdreclassering 13 2006 2007 Intensieve Traject Begeleiding Harde Kern 9 4 Intensieve Traject Begeleiding Criem 26 22 Scholings- en trainingsprogramma (STP) 2 2 Totaal 37 28 De instroom bij de overige trajecten is gestabiliseerd door onder andere eerder ingrijpen en sneller starten met begeleiding door Jeugdreclassering. Personeel De relatief grote instroom van personeel is het gevolg van het inzetten van een aantal tijdelijke medewerkers ten behoeve van het project Tijdschrijven en de invoering van de nieuwe werkmethode.

18 LOKAAL JEUGDBELEID Vanaf eind juni werkt de interim-bestuurder aan een verandering van de organisatiecultuur en een versnelde aansluiting van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland bij landelijke ontwikkelingen. Dit heeft grote gevolgen voor de medewerkers en het management van de sector Lokaal Jeugdbeleid en de samenwerking met gemeenten en lokale partners. Vanaf december neemt een interim-sectormanager de zaken waar. Vanwege de ingrijpende veranderingen van deze nieuwe koers voor het Lokaal Jeugdbeleid, wordt 2008 aangemerkt als overgangsjaar voor nader onderzoek naar en de uitvoering van voorgenomen wijzigingen. Los van dit alles is het werk in 2007 gewoon doorgegaan. Er is ingespeeld op de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin in de hele provincie, de aansluiting bij het onderwijs is uitgebouwd, de aanpak van risicojeugd is verder gebundeld en met steun van de Provincie Noord-Holland uitgebreid. Waar dat nodig en noodzakelijk wordt geacht, is tevens een begin gemaakt met de overdracht van activiteiten. Aansluiting bij het onderwijs voor 4- tot 18-jarigen In Noord-Kennemerland, de Kop van Noord-Holland en in West-Friesland zijn overeenkomsten gesloten voor samenwerking met het onderwijs. Het betreft een betere onderlinge afstemming en duidelijke afspraken over de rol van de jeugdzorg binnen de scholen voor primair en voortgezet onderwijs. Een belangrijk doel van deze samenwerking is het verbeteren van de toeleiding naar de noodzakelijke jeugdzorg door het realiseren van een doorgaande lijn in de preventieve lokale zorg. Een deel van de afspraken wordt inmiddels uitgevoerd door Jeugdhulpverlening. Opmerkelijk ten opzichte van 2006 is de verdubbeling van het aantal contacten bij het Consultatiepunt Jeugdzorg voor het basisonderwijs in Noord-Kennemerland. Centra voor Jeugd en Gezin en Impulsgelden Provincie Noord-Holland Gesteund door de Impulsgelden van de Provincie zijn in alle regio s samenwerkingsverbanden ontstaan. Deze financiering is bedoeld voor het stimuleren van de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin, het realiseren van een sluitende structuur voor opvoedingsondersteuning en de invoering van de methodiek Triple P. Stuurgroepen en werkgroepen bereiden een goede samenwerking voor tussen de Jeugdgezondheidszorg en Jeugdzorg in de Centra voor Jeugd en Gezin. Overdracht taken aan Jeugdgezondheidszorg Door de uitbreiding van gemeentelijke taken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in combinatie met de ontwikkelingen rondom de Centra voor Jeugd en Gezin, wordt lokaal serieus ingezet op opvoedingsondersteuning. In Zuid-Kennemerland is een start gemaakt met de overdracht van de opvoedingsondersteuning aan de Jeugdgezondheidszorg. In Haarlem Oost is de integratie (in 2008) van de Opvoedwinkel in het te openen Centrum voor Jeugd en Gezin voorbereid. In het Gooi is onderzocht of de informatie- en adviesfunctie kan worden overgedragen, omdat er geen zicht is op voortzetting in de huidige vorm. In West-Friesland gaan de Steunpunten Opvoeding per 1 januari 2008 naar de Jeugdgezondheidszorg. De gemeenten willen de steunpunten uitbouwen tot outreachend werkende front offices van de Centra voor Jeugd en Gezin. Ook in de andere regio s is een vergelijkbare ontwikkeling in gang gezet.

19 Aanpak risicojeugd en risicogezinnen met kinderen van 0 tot 4 jaar De aanpak van risicojeugd is dit jaar aanzienlijk uitgebreid. Dit is mede te danken aan de verruiming van de subsidiëring door de Provincie Noord- Holland en de bereidheid van gemeenten om hierin te investeren. De integrale aanpak van projecten als Helpende Hand, Parachute, het Jeugd Interventieteam en het Vangnet Jeugd voorziet in een belangrijke behoefte. Nieuwe initiatieven zijn onder andere de oprichting van het Veiligheidshuis in Den Helder, een Steunpunt Opvoeding en het Regionaal Coördinatiepunt Risicojeugd in het Gooi en enkele buurtnetwerken die aansluiten op de zorgstructuur rond de Steunpunten Opvoeding in Noord-Kennemerland. In Zuiden Midden-Kennemerland zijn de werkzaamheden van het Jeugd Interventie Team uitgebreid. In het Veiligheidshuis werken politie, onderwijs en de diverse vormen van jeugdzorg structureel samen. Verder is in de Kop van Noord-Holland de formatie ten behoeve van het Voorschools Adviesteam uitgebreid en is in Noord-Kennemerland meer ingezet op het Consultatiepunt Jeugdzorg en de zorgstructuur rond het voortgezet onderwijs. Leerwerktrajecten De Leerwerktrajecten in Zuid-Kennemerland blijven zich met succes richten op jongeren die voortijdig het reguliere onderwijs verlaten. Het doel is dat zij alsnog een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt behalen. In Haarlem zijn de in het kader van de Leerwerktrajecten gerestaureerde huizen aan de Scheepmakersdijk opgeleverd. Deskundigheidsbevordering en cursusaanbod In alle regio s is in de zorgstructuur rondom jeugdgezondheidszorg en onderwijs veel aandacht besteed aan het adviseren van beroepskrachten. Dat gebeurt deels individueel en deels in groepsverband. Dit jaar is bijzondere aandacht uitgegaan naar het signaleren van risico s - met de nadruk op kindermishandeling - en het voeren van motiverende gesprekken met ouders. Dit aspect van de deskundigheidsbevordering is bedoeld voor beroepskrachten in de kinderopvang, het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en de jeugdgezondheidszorg. Voor ouders zijn cursussen en themabijeenkomsten rond opvoeden en opgroeien georganiseerd. Een deel daarvan is specifiek gericht op allochtone vaders en moeders.

20 LOKAAL JEUGDBELEID 2007 Aansluiting bij het onderwijs Zorg Advies Teams - voortgezet onderwijs (so/vmbo/havo/vwo): advies aan school of ouders omtrent problematiek van leerling School Maatschappelijk Werk - basis- en voortgezet onderwijs: lichte ambulante hulp en toeleiding naar zorgtrajecten Voorschools Advies Team: kinderopvang (0 tot 4 jaar) in West Friesland en Noord-Holland Noord Jeugdzorg Advies Team: basisonderwijs Kop van Noord- Holland Consultatiepunt Jeugdzorg - basisonderwijs: samenwerking MEE, Weer Samen Naar School, Jeugd Gezondheidszorg, BJZNH) Reboundvoorzieningen - voorgezet onderwijs: opvang en begeleiding van jongeren die van school verwijderd worden/zijn Project Integrale Aanpak Schooluitval (PIAS) - voortgezet en speciaal onderwijs: signaleren problemen, voorkomen afglijden Mentorenproject In Balans - voortgezet onderwijs: - spreekuren voor allochtonen (advies) - voorlichtingsbijeenkomsten voor allochtonen (informatie) Buitenschoolse Opvang - basisonderwijs: buitenschoolse activiteiten voor kinderen met gedragsproblemen Opvoedingsondersteuning Opvoedspreekuren: informatie en advies voor ouders Samenspel/Spelinloop: bijeenkomsten voor allochtone moeders - ontwikkeling van peuters/toeleiding naar peuterspeelzaal Oudercursussen Aantal voorzieningen, projecten, etc. Bereik 14 87 scholen 7.500 jongeren 58 scholen 2.900 jeugdigen/ ouders 4 centra voor kinderopvang 24 aanmeldingen 100 scholen 294 aanmeldingen 1 consultatiepunt 147 consulten 3 voorzieningen 91 jongeren 1 project 215 jongeren 1 project 106 jongeren 467 jongeren 1 project 11 kinderen 17 locaties 712 ouders 1 locatie 327 moeders/ 409 kinderen 30 cursussen/ 60 themabijeenkomsten 1.300 ouders

21 LOKAAL JEUGDBELEID 2007 Aanpak Risicojeugd Buurtnetwerken jeugdhulpverlening: signalering met betrekking tot kinderen van 0-12 jaar Mentorenproject In Balans: begeleiding allochtone jongeren naar beroepsopleiding of werk Overlast Interventie: aanpak overlast van hangjongeren Hellend Pad: (intensieve) begeleiding inzake scholing, werk, vrije-tijdsbesteding, schuldsanering, huisvesting, opbouwen van netwerk Jeugd Interventie Team: (intensieve) hulpverleningstrajecten Nieuwe Kansen: (langdurige intensieve) begeleiding allochtone verslaafden/reduceren overlast/ signaleren knelpunten in aanbod Leerwerkprojecten: bieden (start) kwalificatie voor de arbeidsmarkt aan schooluitvallers (vmbo) en jeugdige werklozen met veelal problematische achtergrond Sluitende Aanpak Risicojeugd: de projecten Valscherm en Helpende Hand en het casuïstiekoverleg Vangnet Kinderhuiskamer: geïntegreerd aanbod voor allochtone (meest Antilliaanse) en autochtone kinderen en ouders Aantal voorzieningen, projecten, etc. Bereik 14 22 netwerken 1.100 signalen 1 project 43 jongeren 26 hangplekken 350 jongeren 1 project 86 jongeren 1 team 75 trajecten 1 project 53 jongeren 4 projecten 100 jongeren 2 projecten 1 overleg 92 gezinnen 107 signalen 1 project 4.635 bezoekers Deskundigheidsbevordering voor beroepskrachten Voorlichtings- en themabijeenkomsten, train de trainer-trajecten: o.a. vroegtijdig signaleren, motiveren, doorverwijzen 40 trainingen 721 beroepskrachten Consultatie en advies, intervisie 400 gesprekken 362 beroepskrachten

22

23 2 BEDRIJFSVOERING ALGEMEEN De bestuurlijke wisseling halverwege het jaar heeft op een aantal punten geleid tot een andere benadering van de bedrijfsvoering. Daarbij is gekozen voor een eenhoofdige Raad van Bestuur. Om de veiligheid van het kind daadwerkelijk de hoogste prioriteit te geven is het fundament gelegd voor een kwalitatief hoogwaardige organisatie van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Voor deze ontwikkeling zijn de volgende zaken van belang geweest: Herinrichting van het primair proces In een Masterplan is de inhoudelijke koers voor de komende jaren vastgelegd. In aansluiting hierop is de inrichting van het noodzakelijke verandertraject aangegeven. Een centraal thema is het realiseren van een regionaal georganiseerde integrale toegang waarin zo nauw mogelijk wordt samengewerkt met de ketenpartners. Op basis van het Masterplan is een strategisch meerjarenplan voor de huisvesting geschreven. Herinrichting van de ondersteunende diensten Aanstelling van een financieel controller die de inrichting van het financieel proces voortvarend heeft aangepakt. Hierdoor is er een beter zicht ontstaan op de financiële positie van onze organisatie. Voor 2008 is een heldere en sluitende begroting opgesteld. Na een extern onderzoek is de stafafdeling ICT & Facility opgesplitst in een informatietechnologische afdeling, ICT, en een facilitaire afdeling, Facilitaire Dienst & Inkoop. Het onderzoek naar de inrichting van Personeel & Organisatie wordt begin 2008 afgerond. De resultaten zullen leiden tot de noodzakelijke herinrichting van deze stafafdeling. In de tweede helft van het jaar is Communicatie een aparte stafafdeling geworden. Er is een eerste aanzet gegeven tot de herinrichting van de stafafdeling Beleid. Veranderingen in het management Per 1 oktober is de nieuwe sectormanager voor Jeugdbescherming aangesteld. Per 1 november is de nieuwe sectormanager van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling aangesteld. Verankering van het systematisch scannen op veiligheidsrisico s Uitvoering van de verbeterplannen voor de Jeugdbescherming en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling.

24 Jaarplan 2008 Het jaarplan voor 2008 is gebaseerd op de strategische uitgangspunten voor 2008 tot 2012. Het omschrijft het uit te voeren beleid aan de hand van zeven speerpunten: het waarborgen van de veiligheid van en ontwikkelingkansen voor het kind; het vereenvoudigen van onnodig ingewikkelde werkprocessen; een sectoroverstijgende en gebundelde aansturing en uitvoering van de diverse verbeterprojecten; interne ontschotting als aanloop voor het realiseren van een geïntegreerde toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg; het versterken van de positie van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland in de jeugdzorgketen; het aanpakken van de wachtlijsten aan de achterdeur ; het bepalen van de wijze waarop onze organisatie deelneemt aan de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin. Raad van Toezicht 2007 is een jaar geweest dat bijzondere aandacht vroeg van de Raad van Toezicht. Op grond van de conclusies uit de heronderzoeken door de Inspectie jeugdzorg naar de sectoren Jeugdbescherming en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling geeft de Provincie aan Bureau Jeugdzorg Noord-Holland twee keer een aanwijzing. Dat is voor de Raad van Toezicht een reden voor het instellen van een onafhankelijk onderzoek naar de invoering van eerdere aanbevelingen van de Inspectie jeugdzorg. Het oordeel luidt dat het ondanks alle inspanningen van de Raad van Bestuur niet gelukt is om de noodzakelijke verbeteringen volledig te realiseren. Vooral de verankering van deze verbeteringen in de dagelijkse uitvoeringspraktijk, in het bijzonder het systematisch scannen van de risico s voor de veiligheid van het kind, blijkt onvoldoende. Naar aanleiding van deze conclusie legt Raad van Bestuur per 20 juni 2007 zijn werkzaamheden neer. Om de continuïteit van de aansturing van de organisatie te waarborgen, stelt de Raad van Toezicht per 25 juni een interim-bestuurder aan. Door deze ontwikkelingen is het toezicht geïntensiveerd. Tegen het einde van het jaar zijn de voorbereidingen getroffen om per 1 april een nieuwe eenhoofdige Raad van Bestuur te benoemen. Bedrijfshulpverlening, brandveiligheid, calamiteiten Voor calamiteiten in de werkingssfeer van de Inspectie jeugdzorg ligt er een plan voor het handelen. Het betreft voorvallen die ernstig van aard zijn en waarbij de veiligheid van jeugdigen of andere cliënten en betrokkenen in het geding is. Het protocol geeft het kader waarbinnen medewerkers moeten handelen bij een ernstig voorval en het onderzoek naar aanleiding daarvan. Behalve met bovenstaande calamiteiten kan Bureau Jeugdzorg ook te maken krijgen met calamiteiten gerelateerd aan de Arbeidsinspectie. Op dit gebied zijn de volgende zaken geregeld: Er is een gebruikersvergunning voor alle gebouwen waar meer dan 40 medewerkers zijn gehuisvest. Voor de meeste van deze gebouwen geldt dat zij een kantoorfunctie hebben. Op een totaal van plusminus 440 medewerkers zijn 85 medewerkers gecertificeerd als bedrijfshulpverlener. Dit relatief hoge aantal houdt verband met de grote hoeveelheid deeltijdwerkers. De jaarlijkse bijscholing van de opgeleide bedrijfshulpverleners bestaat uit één dagdeel brandpreventie en ontruiming en één dagdeel EHBO en levensreddende handelingen. In alle panden zijn EHBO-middelen aanwezig. Deze worden, evenals de brandmeldingsinstallaties en vluchtroutes, jaarlijks gecontroleerd. Tevens zijn er incidenteel ontruimingsoefeningen gehouden.

25 COMMUNICATIE In het voorjaar is een communicatiemedewerker in dienst getreden en sinds november beschikt Bureau Jeugdzorg Noord-Holland over een stafafdeling Communicatie. De nieuwe huisstijl is ingevoerd en in de zomer zijn de internetsite www.bjznh.nl en een eigen intranet online gegaan. In de aanloop naar de rechtszaak tegen de gezinsvoogd van Savanna is gekozen voor een proactieve benadering van de diverse media. Met de aanstelling van een hoofd Communicatie is een logische volgende stap gezet in de verankering van de aandacht voor communicatie binnen de organisatie. Achter deze ontwikkelingen ligt het streven van bestuur en management naar openheid en samenwerking, zowel in eigen huis als naar buiten toe. Met een verandertraject voor de boeg krijgt de interne communicatie bijzondere aandacht. Bij veranderingen is communicatie immers een kritische succesfactor. Het management wil de medewerkers tijdig informeren en hen nadrukkelijk betrekken bij de ontwikkeling van de organisatie nieuwe stijl. FINANCIËN & CONTROL Een overzicht van de baten en lasten voor het boekjaar is neergelegd in de Jaarrekening 2007. PERSONEEL & ORGANISATIE Opleiding, coaching en training Het op peil houden of brengen van de benodigde kennis en vaardigheden van medewerkers is van belang voor de kwaliteit van het werk dat zij verrichten. Om die reden is ook in het afgelopen jaar veel energie gestoken in het opleiden, coachen en trainen van medewerkers. Enkele voorbeelden zijn al genoemd in de tekst over het primair proces: jeugdhulpverleners hebben de training Kort Ambulant en Competentiegerichte Aanmelding en Screening gevolgd; jeugdbeschermers en jeugdreclasseringsmedewerkers zijn geschoold in respectievelijk de Deltamethode en het Handboek Methode Jeugdreclassering; medewerkers van het Advies- en Meldpunt training zijn getraind in het gebruik van de risicotaxatie-instrumenten ORBA en LIRIK; de medewerkers van de Meldingendienst hebben tevens een training ontvangen voor het voeren van gesprekken met informanten. In het najaar hebben ruim 400 medewerkers vanuit de hele organisatie een door een externe partij gegeven tweedaagse training gevolgd in het omgaan met agressie. Het gemiddelde waarderingscijfer voor deze als zinvol en ondersteunend ervaren training is zeer hoog. Als vervolg op dit succesvolle project is de training opgenomen in het inwerk- en opleidingsbeleid. Verder zijn de teamleiders gecoacht in het bevorderen van de samenwerking binnen teams en bemiddeling in geval van conflicten. Om richting te geven aan het geheel van opleiding, coaching en training is een nieuw inwerk- en opleidingsbeleid ontwikkeld en vastgesteld. Invoering vindt plaats in 2008.