Het kraakbeen ter hoogte van de knie kan beschadigd zijn door arthrose, na een ongeval of door een reumatische aandoening.



Vergelijkbare documenten
Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstheup

REVALIDATIEBROCHURE TOTALE KNIEPROTHESE SINT-ELISABETH GODVEERDEGEMSTRAAT ZOTTEGEM ALGEMEEN ZIEKENHUIS

PERSOONLIJKE EVOLUTIEFICHE

REVALIDATIE 8.1 KINESITHERAPIE. 2. Voeten op en neer bewegen:

REVALIDATIE BROCHURE TOTALE KNIEPROTHESE

Ontslag na een totale knieprothese

Revalidatie bij totale knieprothese na hospitalisatie

REVALIDATIE BROCHURE TOTALE HEUPPROTHESE

Ontslag na een totale heup- of kophalsprothese

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstknie

REVALIDATIEBROCHURE TOTALE HEUPPROTHESE SINT-ELISABETH GODVEERDEGEMSTRAAT ZOTTEGEM ALGEMEEN ZIEKENHUIS

REVALIDATIEBROCHURE NA KNIEPROTHESE

Knieprothese. Revalidatiebrochure

Revalidatiebrochure na knieprothese

Fysiotherapie na heupoperatie

Een totale knieprothese

PATIËNTENINFO. Totale knieprothese. Praktische tipss. Fysische geneeskunde - Ergotherapie

leven met een knieprothese

Goede slaaphouding. Beste patiënt

Fysiotherapie na een heupprothese (Rapid Recovery) Afdeling Fysiotherapie

Totale heupoperatie. Oefeningen en leefregels voor de eerste maanden

OEFENBOEKJE TOTALE KNIEPROTHESE

Revalidatie nieuwe knie operatie

Overzicht van de postoperatieve oefeningen. Pagina 1 van 13

Fysiotherapie na een KopHals Prothese (Orthopedie)

H E U P F R A C T U U R P R O T H E S E

De totale knieprothese Ergotherapeutisch advies

Revalidatie na een knieprothese INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Na een totale heupoperatie

Knie arthroscopie. Revalidatie

Goede slaaphouding. In bed gaan liggen en uit bed komen. > in bed. Beste patiënt

Na een totale knie-operatie

Adviezen na een totale knieprothese

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Fysische & revalidatie therapie. Ergotherapie (praktische info bij een totale heupprothese)

Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie

Fysiotherapie. Fysiotherapie na HNP.

Fysiotherapie Oefeningen na reconstructie voorste kruisband

Na een totale knie-operatie

Fysiotherapie na laminectomie

Lage Rugpijn, Aspecifieke Lage Rugpijn, Lumbago, Spit,

Fysiotherapie na laminectomie

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Revalidatie na een heupprothese INFORMATIE VOOR PATIËNTEN

Fysiotherapie na een Kop Hals Prothese (chirurgie)

Operatie van de heupkom:

Fysiotherapie Oefeningen na reconstructie voorste kruisband

Revalidatie na een knie-/heupprothese

Uw heupgewricht is vervangen vangen door een kunstheup (heupprothese

Totale knieprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

Oefeningen terwijl u ligt. UMC Utrecht oefengids

TOTALE HEUP OPERATIE

Patiënteninformatie. Revalidatie na artroscopie knie

Adviezen na een totale heupvervanging

Totale heupprothese. Tips voor thuis en meest gestelde vragen. Afdeling Orthopedie

ergotherapie informatiebrochure Ergotherapie bij een totale knieprothese

Orthopedie. Enkelprothese

Uw been en/of voet in het gips. Instructies en oefeningen

Stenose- en/of herniaoperatie Oefeningen voor herstel

OEFENBOEKJE TOTALE HEUPPROTHESE

Onthaalbrochure. Tips voor het dagelijks leven. na een heupoperatie

leven met een heupprothese

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Adviezen na een totale heupprothese

Adviezen na totale heupoperatie

Oefenenprogramma na een HNP (hernia)operatie of een kanaalstenoseoperatie

Onlangs heeft u een heupprothese gekregen en bent u opgenomen geweest op afdeling Orthopaedie.

Totale heupprothese (nieuwe heup)

KINESITHERAPEUTISCHE BEHANDELING NA EEN TOTALE KNIEPROTHESE NAAM PATIENT: Datum:

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

De geopereerde heup Ergotherapeutisch advies

Patiënteninformatie. Leefregels en adviezen na een totale heupoperatie via de voorste benadering Leefregels nieuwe heup ventraal.

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE KNIE OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

Kijkoperatie knie bij kinderen/jongeren

Patiënteninformatie. Oefeningen en instructies bij een bovenarmbrace

BARIATRISCHE CHIRURGIE FYSIOTHERAPIE TIJDENS OPNAME IN HET ZIEKENHUIS

Onlangs heeft u een heupprothese gekregen en bent u opgenomen geweest op afdeling Orthopaedie.

Oefeningen na uw heupoperatie

Uw conditie op niveau

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE

Voorwoord Multidisciplinaire revalidatie... 4 Kinesitherapie... 4 Ergotherapie... 5 Multidisciplinair overleg... 5

PATIËNTENINFORMATIE TOTALE HEUP OPERATIE. SPIJKENISSE Medisch Centrum

oefentherapie adviezen de knie ZorgSaam

FIT VOOR EEN NIEUWE HEUP

ergotherapie informatiebrochure Ergotherapie bij een totale heupprothese

Patiënteninformatie. Revalidatie na geplande totale heupprothese

ergotherapie informatiebrochure Ergotherapie bij een gammanagel

Nuttige tips na een rug- of nekoperatie

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

Blijf in beweging tijdens uw ziekenhuisopname

Informatie voor thuis

Adviezen na een keizersnee

Weer thuis na een nieuwe knie

REVALIDATIEBROCHURE NA HEUPPROTHESE

kruisbandoperatie Wat is een voorste kruisbandreconstructie?

TOTALE KNIE OPERATIE

Voorkom een heup uit de kom

PATIËNTENFOLDER Orthopedie Meniscusletsel

Over de arm en hand wrijven

Transcriptie:

ORTHOPEDIE TOTALE KNIEPROTHESE INLEIDING Het kniegewricht bestaat essentieel uit: - kraakbeen oppervlakte dijbeen - kraakbeen oppervlakte scheenbeen - kraakbeen oppervlakte knieschijf Het kraakbeen ter hoogte van de knie kan beschadigd zijn door arthrose, na een ongeval of door een reumatische aandoening. In dat geval kan worden geopteerd om het beschadigde kraakbeen te vervangen door synthetisch materiaal. Hierbij wordt het beschadigde kraakbeenoppervlak vervangen door - kraakbeen dijbeen: metaal legering - kraakbeen scheenbeen: plastiek (polyethyleen) - kraakbeen oppervlakte knieschijf: plastiek (polyethyleen) Dit kunstmatig scharnier zal naderhand functioneren en de bewegingen van een normaal kniegewricht benaderen. ENKELE BELANGRIJKE ASPECTEN BIJ DE INGREEP 1. Antitrombose kousen WAAROM MOET U ANTITROMBOSE KOUSEN DRAGEN? Door uw operatie zijn uw spieren van uw benen niet meer actief. Hierdoor verloopt de bloedcirculatie in uw benen trager dan normaal en kan dit leiden tot het vormen van bloedklonters in uw aders. Deze bloedklonters kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van trombose. Deze kousen spannen goed aan en zorgen er bijgevolg voor dat de aders van uw benen ondersteund worden en de bloedcirculatie bevorderd wordt. Ook flebitis (aderontsteking) wordt hierdoor voorkomen. HOE LANG EN WANNEER MOET U ANTITROMBOSE KOUSEN DRAGEN? Het is belangrijk dat u de kousen tot ongeveer zes weken na de operatie draagt, zowel overdag als s nachts. WANNEER WORDEN DE ANTITROMBOSE KOUSEN AANGEMETEN? De dag vóór uw operatie worden de antitrombose kousen door een verpleegkundige aangemeten. Indien u over persoonlijke antitrombose kousen beschikt van uw vorige operatie(s), mag u deze meebrengen bij opname in het ziekenhuis. 2. Ontharing van de operatiestreek Aanwezigheid van lichaamshaar in de operatiestreek kan leiden tot het ontstaan van infecties na uw operatie. Daarom wordt vóór de ingreep het te opereren been door een verpleegkundige onthaard met een ontharingscrème. 1

DE OPERATIE EN HET ZIEKENHUISVERBLIJF De operatie zelf duurt doorgaans ongeveer anderhalf uur. Na de ingreep verblijft u ongeveer 2 à 3 uur op de ontwaakkamer (recovery). Nadien komt u terug naar uw kamer. In sommige gevallen kan de anesthesist het raadzaam achten dat u een tijdje verblijft op de afdeling intensieve zorgen ( H.C.U. = High Care Unit) om in de periode na de operatie uw hart en longen beter te kunnen volgen. Vanaf de eerste dag na de ingreep wordt gestart met de revalidatie. Deze geschiedt onder leiding van deskundige kinesitherapeuten en ergotherapeuten. De pijn na de operatie wordt onder controle gehouden met een pijnpomp zodat de eerste 2dagen niet te pijnlijk zijn. Deze pomp wordt verwijderd na 2 dagen, daarna wordt overgeschakeld op pijnstilling met (bruis)tabletten. Vanaf die dag worden de oefeningen wat intensiever. Tijdens de revalidatie na uw TKP zijn 4 dingen belangrijk de eerste week (= tijdens opname) : - plooien (flexie) van de knie: beoogde doel is 90 - goede strekking van de knie (= extensie) - goed gangpatroon met 1 kruk - zelfstandigheid (trap, ) De beweeglijkheid en het versterken van spieren zal daarna stap voor stap worden opgedreven. Het is belangrijk dat u regelmatig oefent, ook tijdens de momenten dat er geen kinesist aanwezig is. Hoe meer u oefent, hoe sneller u vooruitgang boekt in beweeglijkheid en kracht. Uw ziekenhuisopname wordt gepland op 10 dagen. Na deze periode bent u in staat om: - met één ( of 2 ) kruk (ken zelfstandig rond te stappen - zelf in en uit bed te komen - uzelf te wassen en te kleden - zelfstandig trappen te doen 2

OEFENINGEN NA EEN TOTALE KNIEPROTHESE (IN HET ZIEKENHUIS EN LATER THUIS) In het ziekenhuis zal u dagelijks kine- en ergo behandelingen krijgen. Vooral de strek- en plooioefeningen zijn van belang. Thuis volstaat het om 3 maal 30 minuten te oefenen; uw knie heeft ook rust nodig. Als u echt overdrijft zal de knie reageren: ze wordt warm en doet meer pijn. Verminder in dat geval de oefeningen. Ook een ijs / coldpack op de wonde (beschermd met een doekje) kan helpen. (geen warmte!) OEFENINGEN IN BED ADEMHALINGSOEFENINGEN Het is belangrijk dat u op de dag van de operatie en de dag erna regelmatig diep inademt langs de neus, eventjes wacht en dan traag uitademt langs de mond. Doe dit om de 2 uur een vijftal keer en eindig door te hoesten. Dit zal de eventuele fluimen uit de longen verwijderen. CIRCULATIEOEFENINGEN Deze zijn belangrijk de eerste dagen na de operatie op de momenten dat u zich in bed bevindt. Door uw tenen en voeten op en neer te bewegen (benen blijven stil liggen) wordt de doorbloeding gestimuleerd. STATISCHE QUADRICEPS Uw geopereerde been gestrekt neerleggen, de knieholte naar beneden duwen en zo de bovenbeenspieren aanspannen; 5 seconden houden en ontspannen. Elk uur een tiental keer, zeker de eerste dagen. OEFENINGEN IN ZIT QUADRICEPS IN ZIT Goed achterin uw zetel zitten en proberen het been te strekken door de voet van de grond te krijgen. Opgelet: het bovenbeen mag niet omhoog komen. Hou het been 5 seconden gestrekt en ontspan. Herhaal 10 keer. PENDELEN OP TAFEL Neem plaats op een hoge tafel of stoel. Uw niet-geopereerde been ondersteunt uw geopereerde been en u voert een voorachterwaartse zwaaibeweging uit. KNIEBUIGING OP STOEL MET HULP VAN UW NIET-GEOPEREERDE BEEN U buigt de knie zover u kan. U gebruikt uw gezonde been om de voet verder naar achter te duwen. SCHAATSEN Met een op uw maat gemaakte schaats de oefening uitvoeren. OEFENINGEN IN STAND ACTIEVE FLEXIE Buig uw knie zover mogelijk naar achter door de hiel naar de billen toe te bewegen. Blijf goed rechtop staan. KNIE HEFFEN Neem met de handen steun. Hef uw knie voorwaarts, hou 3 seconden en keer terug. 3

TIPS VOOR THUIS Bij deze tips worden ook enkele hulpmiddelen voor thuis getoond. Of u deze nodig hebt of niet is voor iedereen verschillend. De ergotherapeute van het ziekenhuis kan dit met u bespreken tijdens de opname. Niet iedereen heeft hulpmiddelen nodig! 1. ZITTEN Zorg voor een stoel die voldoende hoog is, met een goede rugleuning en armleuningen. Een diepe zetel is in het begin te vermijden. U kan, zo nodig, gebruik maken van een kussen in de rug. Bij het rechtkomen of gaan zitten op een stoel gaat u als volgt te werk : - sta met uw rug naar de stoel. - hou de armleuningen met beide handen vast. - zet het geopereerde been iets voorwaarts. - zet het niet-geopereerde been goed tegen de stoelrand. - laat u neerzakken of duw u op met de armen. - als u niet beschikt over armleuningen, steun dan in het begin op de tafel of - een stevig steunpunt. In het toilet kan eventueel een handvat worden aangebracht (steunbeugel). 2. RECHTSTAAN EN OMDRAAIEN Bij het rechtstaan plaatst u de voeten wat uit elkaar; zo staat u steviger op de benen. Steun steeds op beide voeten. Indien u zich wenst om te draaien dient u de voeten te verplaatsen. Het bovenlichaam draait gewoon mee met de voeten. U draait dus niet alleen het hoofd en het bovenlichaam. 3. GEWICHT DRAGEN Het dragen van zware gewichten is in het begin natuurlijk niet aangewezen. - hou de last dicht bij het lichaam. - verdeel de last eventueel in 2 kleinere delen. - gebruik een boodschappenwagentje of eventueel een reiskoffer op wielen. 4. VOOROVERBUIGEN / IETS OPRAPEN Van zodra u kan, mag u door de knieën buigen om iets op te rapen of om bijvoorbeeld uw schoenen dicht te doen. Is dit nog te pijnlijk, hou u dan vast aan een stevige steun en verplaats uw gewicht op het niet-geopereerde been. Hef het geopereerde been naar achter en buig dan voorover. Hiervoor kan u eventueel ook gebruik maken van een helpende hand. 4

5. IN EN UIT BED KOMEN Een te laag bed bemoeilijkt het rechtstaan of het neerzitten. In het bed komen: - zet u neer op de rand van het bed en schuif achterwaarts naar het midden. - steun met beide handen op de matras. - hef nu beide benen gelijktijdig op en draai bekken en romp in het bed. - indien nodig kan u het niet-geopereerde been onder de hiel van het geopereerde been brengen. Zo kan u het geopereerde been opheffen. Uit bed komen - breng hoofd en rug recht door u af te duwen met de handen op de matras. - hef nu beide benen gelijktijdig op en draai bekken en romp uit het bed. - u zit nu terug op de rand van het bed en kan zo rechtstaan. Hulpmiddel: De voet van het niet-geopereerde been kan onder de hiel van het geopereerde been wordt gebracht vooraleer u uit het bed draait. Zo kan u het geopereerde been makkelijk optillen. Bij het in- en uitkomen van het bed worden de krukken niet gebruikt. U doet dit met de handen op de matras. 6. SLAAPHOUDING U slaapt het best op de rug. Vooral tijdens de hospitalisatie is het van belang de knie goed te strekken. Laat daarom het geopereerde been liggen aan het voetuiteinde. 7. WASSEN Aan de lavabo zet u een stoel waar u makkelijk op en af kan. Leg alles bij de hand. In de douche dient u voorzichtig te zijn dat u niet wegglijdt bij het in- of uitstappen. Zorg nu dat u Om niet uit te glijden in bad of douche kan u gebruik maken van een handvat aan de muur, een antislipmat, een douchestoeltje. Hoe stap ik in en uit het bad? Om in het bad te stappen zet u zich neer op de rand van het bad of op een stoel, iets hoger dan de badrand is, en die tegen de zijkant van het bad staat. Breng de beide benen één voor één over de rand van het bad. Sta nu recht in het bad en ga dan zitten op de badplank of het badzitje. Om uit het bad te komen staat u recht van badplank of badzitje. Ga op de badrand zitten of op de stoel naast het bad. Breng nu één voor één de benen over de badrand en sta recht. 5

8. AANDOEN EN UITDOEN KLEDIJ Om gewrichten te ontlasten kan men zoveel mogelijk neerzitten of steunpunten zoeken bij het aan- en uitkleden. Om een broek aan te doen steekt u eerst het geopereerde been in de broekspijp; daarna het niet-geopereerde been. Het aandoen van kousen kan in het begin moeilijk zijn. Leg de voet van het geopereerde been over het andere been of op een bankje. Schoenen: een goede schoen is belangrijk. U draagt best een gesloten en platte schoen. Eventueel kan u gebruik maken van een schoentrekker met lange steel of een laarzenknecht. 9. OP- EN AFGAAN TRAPPEN De eerste weken gaat het op- en afgaan van de trap trede per trede. Opgaan van trap: Hou u vast aan de leuning van de trap en neem de kruk in de vrije hand. Zet uw voet van het niet-geopereerde been op de eerste trede. Steun op de voet op de eerste trede en op de hand aan de leuning. Zet nu de voet van het geopereerde been, samen met de kruk ook op de eerste trede. U staat nu met beide benen en de kruk op de eerste trede. Afdalen van trap: Hou u vast aan de leuning en hou de kruk in de vrije hand. Zet de kruk een trede lager. Zet nu de voet van het geopereerde been op dezelfde trede als de kruk. Breng de voet van het niet-geopereerde been naast het andere. U staat nu met beide voeten en de kruk een trede lager. Zo gaat u trede per trede naar beneden. Het is de bedoeling dat u na enkele weken, na voldoende krachtherstel, terug de trap kan nemen zoals vroeger. 10. IN EN UIT DE WAGEN STAPPEN Zorg ervoor dat de wagen niet te dicht bij de stoeprand staat zodat u op hetzelfde niveau staat als de wielen. Dit is makkelijker om in en uit te stappen. Instap in wagen: Zet de zetel zo ver mogelijk achteruit zodat u plaats hebt voor de benen. Sta met de rug naar de auto gekeerd en zet u neer. Draai met de benen, zo dicht mogelijk bij elkaar, naar binnen in de wagen. Als u chauffeur bent zet u nu de zetel in de juiste positie. Uit de wagen stappen: Zet de zetel weer achteruit. Draai de benen zo dicht mogelijk bij elkaar naar buiten. Steun met de handen op het dashboard en de rugleuning en sta recht. Er bestaan draaikussens voor de autozetel. Eventueel kan een kussen met overtrek gebruikt worden in glad materiaal om makkelijker te draaien. Hoe hoger het chassis van de wagen hoe makkelijker het in- en uitstappen. 6

11. HET DOEN VAN SPORT Fietsen Kan zodra de knie voldoende plooit. Meestal is dit 110. Het is aan te raden eerst een aantal maal op een hometrainer te fietsen vooraleer de gewone fiets te nemen. Om te fietsen gebruikt u de eerste week een damesfiets met een lage opstap. Zet het zadel op de gepaste hoogte (hoog genoeg). U moet met de voet ook nog aan de grond kunnen. Een te laag zadel maakt de beweging van de knie moeilijk. Zwemmen U moet wachten tot de wonde helemaal genezen is. Vermijd geforceerde bewegingen in het water. Wandelen in het water is eveneens zeer nuttig. Wandelen is een aangewezen sport. Sporten met groter impact lopen balsporten zijn tegen aangewezen. 7

TIEN VEEL GESTELDE VRAGEN VRAAG 1: WAT ZIJN DE MEEST VOORKOMENDE VERWIKKELINGEN NA DE INGREEP? De meest voorkomende verwikkeling is trombo-flebitis / trombose. Dit risico is aanwezig bij elke operatieve ingreep ter hoogte van onderste ledematen. Om dit risico te verminderen krijgt u dagelijks een injectie onder de huid (Fraxiparine ) en kousen. Veel bewegen (reeds van de eerste dag) vermindert het risico beduidend. Daarnaast is het ook mogelijk dat een infectie optreedt ter hoogte van de wonde. Om dit te voorkomen krijgt u op het ogenblik van de ingreep preventief antibiotica. De wondverzorging gebeurt door de verpleegkundige van de dienst. Koorts komt de eerste dagen na de ingreep frequent voor. Dit wijst eerder op inwendige bloeding dan op ontsteking. Ook lang na de ingreep is het optreden van een ontsteking nog mogelijk bij ontstekingen op andere plaatsen in het lichaam (keelontsteking, longontsteking...) Van zodra een ontsteking aanwezig is ergens in het lichaam, dient u de huisarts te contacteren om de kans op verspreiding van de bacterie naar de knie te vermijden. VRAAG 2 : MIJN KNIE KLIKT ALS IK STAP. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Dit is in 70% van de gevallen zo en is ook niet pijnlijk. VRAAG 3: MIJN KNIE IS NOG GEZWOLLEN EN PIJNLIJK Dit is mogelijk tot een 6 tal maanden na de ingreep. Indien de knie niet geleidelijk aan ontzwelt en minder pijn doet, dient te worden nagekeken hoe dit. Meestal is dit door teveel activiteit. Hiervoor kan wat meer rust ingeschakeld worden, ijspacking toegepast en/of medicatie tegen zwelling ingenomen. VRAAG 4: WANNEER MAG IK FIETSEN / AUTORIJDEN? Van zodra u dit vlot kan, mag dit gebeuren. Gemiddeld duurt het 6 weken vooraleer u terug buiten kan fietsen en autorijden. VRAAG 5: HOE LANG BEN IK WERKONBEKWAAM NA DE INGREEP? Dit is individueel zeer verschillend en hangt vooral af van de werkopdracht. De dokter zal, zo nodig, het attest geven. VRAAG 6: HOE LANG MOET IK KINESITHERAPIE VOLGEN? Meestal is kinesitherapie tot een tweetal maand na de ingreep voldoende. Bij teveel stramheid is het mogelijk dat de kinesitherapie langer moet worden gevolgd.. De dokter zal u dit mededelen. 8

VRAAG 7: WANNEER MAG IK IN BAD / DOUCHEN? U mag in bad en in de douche een 3 tal weken na de ingreep. Het is evenwel niet zeker dat u dit na 3 weken reeds praktisch zal kunnen verwezenlijken. Op dat moment is het beter nog even te wachten vooraleer in het bad te stappen. VRAAG 8: WELKE BEWEGING MOET IK VERMIJDEN MET DE KNIEPROTHESE? U mag normale dagdagelijkse activiteiten doen zonder opgelegde beperking. De knie zelf zal laten voelen wat wel kan en niet kan. Toch is het duidelijk dat oefeningen waarbij wordt gesprongen en kort gedraaid tegen aangewezen zijn. Het is dus beter geen loopoefeningen meer te doen, geen balsporten. VRAAG 9: HOEVER MOET MIJN KNIE PLOOIEN NA DE INGREEP? Het belangrijkste na de ingreep is dat de knie goed strekt! Het minimum aan plooien van de knie is 90. Meestal verbetert het plooien geleidelijk tot een 115 na de ingreep. Eens de 90 plooien overschreden, gaat het verder h erstel overigens gemakkelijker. VRAAG 10: HOE LANG MOET IK MET KRUKKEN STAPPEN? Het al dan niet gebruiken van een kruk heeft voor de knie zelf weinig belang. De dokter schenkt er weinig aandacht aan. Krukken zijn te gebruiken voor zover uzelf vindt deze nodig te hebben. De kinesist kan u hierover informatie geven gezien hij goed weet hoever u staat in het herstel. 9

REVALIDATIE NA ONTSLAG UIT HET ZIEKENHUIS? Er zijn 3 mogelijkheden na ontslag uit het ziekenhuis: 1. U revalideert verder bij u thuis of in een privaat kabinet van een kinesist 2. U komt ambulant verdere oefenen in het revalidatiecentrum van ons ziekenhuis met verblijf thuis. De verdere oefeningen gaan door op de dienst revalidatie, 2e verdieping, van campus H. Hart, met de kinesist en de ergotherapeut die u tijdens uw verblijf reeds behandelden. Indien nodig kan u ook de sociale dienst (059 55 74 40) van het ziekenhuis aanspreken voor thuishulp: warme maaltijden / poetshulp / familiehulp 3. U gaat naar een hersteloord of revalidatiecentrum ( ambulant of verblijvend). Indien u na het ziekenhuisverblijf verder wenst te revalideren in een hersteloord of (Ter Duinen, BZIO, ) dient dit op voorhand aangevraagd te worden. Dit gebeurt best in samenspraak met de sociale dienst van het ziekenhuis. (telefoon 059 55 74 40) revalidatiecentrum 10