Het EFBH-manifest voor de Europese verkiezingen van 2009



Vergelijkbare documenten
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Handvest van de grondrechten van de EU

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

Illustratie: Camilla Lindén

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Manifest voor de Rechten van het kind

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

ADVIES. 18 januari 2018

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Algemene beschouwing

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE CENTRALE BANK

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

EEN MEER RECHTVAARDIG EUROPA VOOR DE WERKNEMERS EVV PROGRAMMA VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN 2019 EUROPEAN TRADE UNION CONFEDERATION

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

HOE STEMMEN DE BELGISCHE EUROPARLEMENTAIREN? Europese verkiezingen ACV bouw - industrie & energie. Een uitgave van

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

De evolutie van de preventie in een Europees kader

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 februari 2004 (27.02) (OR. en) 6548/1/04 REV 1 SOC 83 SAN 34 TRANS 82 MAR 24

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NCK prioriteiten voor de Europese, federale en regionale verkiezingen NCK Nationale Confederatie v/h Kaderpersoneel

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Datum 10 april 2019 Verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele OJCS-raad 16 april 2019

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0358/1. Amendement. Marco Zanni, Stanisław Żółtek, André Elissen namens de ENF-Fractie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARMOEDE- BESTRIJDING EUROPESE VERKIEZINGEN. Memorandum Copyright : R. Reidler

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MEDEDELING AAN DE LEDEN

van Katia Segers, Güler Turan en Tine Soens

Plan van aanpak. Verdringing van Henk? Code Oranje voor vrij werkverkeer binnen EU-transportsector?

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)/de Raad

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Versie Erkenning van je rechten en hoe kan je ze verdedigen?

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

Fiche 2: Aanpassing verordening statuut en financiering Europese politieke partijen

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

; ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

7051/16 pro/ons/as 1 DGB 1 A

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

CAO-commissie MKB-Nederland 14 juni 2011

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

7003/17 oms/fb 1 DG G 2A

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

De Detacheringsrichtlijn

aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag ( 6 ) en de in de meeste lidstaten reeds geldende wetsbepalingen;

M (2015) 7. Overwegende dat deze samenwerking dus internationaal, interinstitutioneel en multidisciplinair moet zijn,

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 november 2006 (24.11) (OR. en) 15258/06 SAN 240. NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers

Transcriptie:

Het EFBH-manifest voor de Europese verkiezingen van 2009 Reageren op de economische crisis: investeringen steunen en de vraag opdrijven De gevolgen van de internationale financiële en economische crisis voor de economie in de Europese laden zullen wellicht in de tweede helft van 2009 volop tot uiting komen. De industriële sectoren vertegenwoordigd door de EFBH voorspellen massale ontslagen in de loop van 2009 en in sommige Lidstaten van de EU is de recessie nu al in een depressie uitgemond. De sociale impact van de crisis reikt zeer ver: de structurele werkloosheid bereikt pieken en tegelijk worden de werkloosheidsvergoedingen teruggeschroefd; in sommige landen volgen drastische loonsverlagingen na jaren van expansie, wat tot een rampzalige schuldenlast van privépersonen, de bedrijven en de overheid leidt; het risico op vreemdelingenhaat neemt toe naarmate de loonconcurrentie toeneemt en "werknemers tegen elkaar worden uitgespeeld"; het risico op ondermijning van de sociale zekerheid en de bescherming van de werknemers, wanneer de crisis als voorwendsel voor de afzwakking van de werknemersrechten wordt misbruikt. De herstelplannen en stimuleringsmaatregelen die door de Lidstaten van de EU worden besproken en goedgekeurd, zijn duidelijk ontoereikend om de crisis tegen te gaan (bijlage 1 laat de omvang en de aard van de door de grote Lidstaten in februari 2009 goedgekeurde stimuleringsmaatregelen zien). De investeringen in de privésector zullen in de komende jaren zo goed als zeker afnemen, omdat iedereen zich op een vermindering van de schuldenlast zal vastpinnen. Daarom zijn gecoördineerde inspanningen op EU-niveau om de vraag te laten toenemen nodig, afgezien van de fiscale stimuleringsmaatregelen die in december 2008 en in maart 2009 op EU-niveau werden overeengekomen. 1 - zijn dringend nodig. Daarom vraagt de EFBH dat de Commissie en de Raad een uitvoering programma op EU-niveau lanceren met een minimumwaarde van 1% van het Europees brutosociaal product voor Europese investeringsprojecten die de vraag kunnen opdrijven en kunnen bijdragen tot een omkering van de depressiespiraal in de Europese economie. Het investeringsprogramma moet met het EUbeleid inzake klimaatwijziging worden afgestemd en zich concentreren op de Europese infrastructuur en netwerken evenals op CO²-bevorderlijke maatregelen in de industriële sectoren. Met deze aanpak zouden het scheppen van werkgelegenheid en een positieve ontwikkeling op het vlak van de klimaatwijziging hand in hand gaan. De bouw-, hout- en bosbouwsector vormen belangrijke sectoren waar de doelstellingen en het beleid van een duurzame ontwikkeling zouden kunnen worden geïmplementeerd. Gelijk loon voor gelijk werk In het heetst van de financiële, economische en sociale crisis die nu Europa treft, worden de Europese vakbonden geconfronteerd met een situatie waardoor sommige fundamentele vakbondsprincipes en principes van het EG-recht inzake gelijke behandeling en de eis van gelijk loon voor gelijk werk bedreigd worden door arresten van het Europees Hof van Justitie (HvJ) en 1 Toen de Europese Raad het in december 2008 eens werd over economische stimuleringsmaatregelen voor de hele EU ten bedrage van "ongeveer 200 miljard EUR", werd gezegd dat de Lidstaten zowat 170 miljard zouden moeten leveren en dat 30 miljard op EU-niveau zou worden bijgedragen. De som van 200 miljard EUR moet worden vergeleken met de herstelplannen van China (1.162 miljard EUR), de USA (627 miljard EUR) en Japan (590 miljard EUR). Tijdens de vergadering van de Europese Raad op 19 en 20 maart werd besloten 5 miljard EUR vrij te maken voor de aanleg van energie-infrastructuur en voor de plattelandsontwikkeling. Van de 3,975 miljard EUR voor energieprojecten wordt 2,3 miljard besteed aan gas- en elektriciteitsverbindingslijnen, 565 miljoen voor windenergieprojecten in zee en 1,05 miljard EUR voor projecten voor het opvangen en opslaan van koolstof. De voorwaarde is wel dat het geld in 2009 en 2010 wordt uitgegeven.

de weigering van de Europese Commissie om te handelen in overeenstemming met de eisen van de Europese Vakbeweging en het Europees Parlement. De vier arresten van het HvJ die de vakbondsrechten beperken en bonden en Lidstaten het recht ontzeggen om een gelijke behandeling van gedetacheerde werknemers te eisen, hebben betrekking op Viking, Laval, Rüffert en Commissie tegen Luxemburg. In de onderstaande pictogrammen vindt u een EFBH-analyse van de Europese gevolgen van de respectieve arresten in de zaken Laval, Rüffert en Commissie tegen Luxemburg, met andere woorden zij die te maken hebben met de Detacheringsrichtlijn. De arresten in de zaken Viking en Laval zijn nadelig, omdat ze stakingsrecht en het recht op vakbondsactie beperken. Ten eerste, omdat ze "proportionaliteitsbeginselen" vastleggen, die mogelijks ernstige economische gevolgen voor vakbonden kunnen hebben in geval van stakingen die door een rechtbank worden veroordeeld. Ten tweede, omdat ze stakingen en collectieve acties buiten de wet stellen en gedetacheerde werknemers arbeidsvoorwaarden opleggen die lager liggen dan de in de Detacheringsrichtlijn vastgelegde minimumvoorwaarden. Het arrest in de zaak Rüffert is nadelig, omdat het recht van een Lidstaat beperkt om in een openbare aanbesteding sociale voorwaarden voor gedetacheerde werknemers op te leggen, indien die voorwaarden de kern van minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Detacheringsrichtlijn overstijgen. Het arrest in de zaak van de Commissie tegen Luxemburg is nadelig, omdat het het recht van de Lidstaten beperkt om via wetgeving arbeidsvoorwaarden op te leggen die zowel voor binnen- als buitenlandse gedetacheerde werknemers gelden en die de kern van minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Detacheringsrichtlijn overstijgen. Het logische Europese gevolg van de vier arresten van het HvJ is dat de binnenmarkt voor loonconcurrentie tussen gedetacheerde werknemers openstelt. Dit druist in tegen de basisbeginselen van gelijke behandeling en "gelijk loon voor gelijk werk op hetzelfde grondgebied" en het overtreedt ook de beginselen inzake niet-discriminatie en gelijke behandeling zoals vastgelegd in de artikelen 39 tot en met 43 van het EG-Verdrag. Het is ook in tegenspraak met de beginselen zoals die op andere beleidsvlakken van de EU werden vastgelegd, bijvoorbeeld geen onderscheid op basis van het geslacht en het gelijkbehandelingsbeginsel uit de onlangs goedgekeurde Richtlijn over uitzendarbeid. Het is ook een inbreuk op de basisbeginselen op het vlak van welzijn en sociale cohesie, die de pijlers van het Europees sociaal model vormen. In de twee rapporten uit 1956 die de basis vormden voor het Verdrag van Rome - het Rapport Ohlin en het Rapport Spaak 2 - werden de grondbeginselen voor de Europese integratie vastgelegd. In die rapporten werd het vrij verkeer van kapitaal en arbeid beschouwd als fundamenteel voor de binnenmarkt en voor het scheppen van welzijn in Europa. Toch - en tevens een absolute voorwaarde voor de ontwikkeling van de welvaart - mag volgens die rapporten loonconcurrentie op een en hetzelfde grondgebied niet deel uitmaken van het vrij verkeer van werknemers, maar moet integendeel het principe van het gastland overheersen. 2 Het Rapport Ohlin (1956, IAO) over de sociale aspecten van de Europese economische samenwerking en het Rapport van Brussel (1956, Commissie Spaak) over de algemene gemeenschappelijke markt.

In de jaren 90 concludeerde een aantal rapporten die door de Europese Commissie in opdracht waren gegeven of gefinancierd, dat nationaal industrieel beleid die mikte op loonkostenbesparingen door middel van precaire banen of buitenlandse werknemers die lager dan binnenlandse verloond werken, indruisten tegen de beginselen van gelijke behandeling. Bovendien gaven ze aanleiding tot inefficiënte economieën en minder welvaart. 3 Net als in de Rapporten Ohlin en Spaak luidden de conclusies dat landen met hogere lonen en hogere productiviteit niet bang hoefden te zijn voor concurrentie van lageloonlanden, gezien het verschil in productiviteit. Het is van vitaal belang dat deze kennis in het licht van de huidige economische en sociale omwentelingen niet uit het oog verloren wordt. Het Europees Parlement heeft op de arresten van het HvJ gereageerd met de goedkeuring op 22 oktober 2008 van het Verslag "Wijzigingen in collectieve arbeidsovereenkomsten in de EU". Daarin wordt de Commissie opgeroepen wetgevende initiatieven te nemen om de effecten van de arresten ongedaan te maken. Een verpletterende meerderheid van 474 stemmen voor, 106 stemmen tegen bij 93 onthoudingen keurde het verslag van het Europees Parlement goed. Dit betekent dat een overgrote meerderheid van leden van het Europees Parlement in de belangrijkste politieke fracties - zowel in de oude als de nieuwe Lidstaten - stemden voor Europese beslissingen om de arresten teniet te doen. De Europese vakbonden en het Europees Parlement reageerden dan ook geschokt en met ongeloof op het formele antwoord op 21 januari 2009 van de Commissie op het verslag van het Europees Parlement, waarin gesteld werd dat de Commissie - voorlopig - geen nood aan wetgevende maatregelen op het Europese vlak, bijvoorbeeld een herziening van de Detacheringsrichtlijn, zag. De Commissie verwees integendeel naar de discussie over een "betere implementering" van de Richtlijn en "verdere analyse". De EFBH steunt het voorstel van het EVV voor een Protocol over sociale vooruitgang, dat bij de Verdragen dient te worden gevoegd en waarin wordt gesteld dat alle bepalingen inzake vrij verkeer van het Verdrag op een wijze dienen te worden uitgelegd die de grondrechten vrijwaart, dit alles in een ruimer concept van sociale vooruitgang inbedt en de arbeidsvoorwaarden en sociale stelsels in positieve zin harmoniseert. Bovendien roept de EFBH op korte termijn op tot een dringende herziening van de Detacheringsrichtlijn. De Richtlijn dient te worden herzien, vermits de arresten van het HvJ de betekenis van deze Richtlijn fundamenteel gewijzigd hebben. De Richtlijn is er nu niet langer een waarin minimumvoorwaarden vastgelegd zijn die door de Lidstaten en de sociale partners moeten worden toegepast en die een betere bescherming volgens het principe van de nietdiscriminatie garanderen. Integendeel, ze is nu een Richtlijn krachtens welke de Lidstaten en de sociale partners geen betere bescherming van de werknemers dan die van de minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Richtlijn kan opleggen. 3 Voor de bouwsector kan naar het zogenaamde Rapport Atkins (1994) worden verwezen: "Strategieën voor de Europese bouwsector: een programma voor verandering". Een van de conclusies van het Rapport Atkins sloeg op de arbeidskosten en productiviteit en luidde als volgt: "Het extreme voorbeeld van Groot-Brittannië lijkt erop te wijzen (...) dat buitengewoon lage arbeidskosten contraproductief zijn en uiteindelijk leiden tot hogere kosten".

Een herziening van de Detacheringsrichtlijn De Detacheringsrichtlijn moet als volgt worden herzien: 1) Er moet worden verduidelijkt dat de "gunstigere" clausule uit artikel 3.7 van de Richtlijn verwijst naar de voorwaarden van de staat van ontvangst en garandeert dat betere voorwaarden dan de minimumvoorwaarden kunnen worden opgelegd. 2) Er moet worden verduidelijkt dat zowel wetgevende sancties en collectieve arbeidsonderhandelingen, met inbegrip van de mogelijkheid van collectieve actie, gewettigde middelen zijn om deze normen af te dwingen. 3) Het beginsel van gelijke behandeling en van "gelijk loon voor gelijk werk" moet uitdrukkelijk in de Richtlijn worden vastgelegd. 4) Overweging 22, waarin staat dat de Richtlijn "richtlijn geen afbreuk doet aan het recht van de Lidstaten om collectieve maatregelen te nemen ter verdediging van de belangen van beroepsgroepen", werd door het HvJ in het arrest Laval genegeerd en moet formeel als uitzondering in de nieuwe Richtlijn worden opgenomen. 5) Er moet - rekening houdend met de hierboven vermelde punten 1 tot en met 3 - worden verduidelijkt dat de wetgeving inzake openbare aanbestedingen een van de middelen zijn waarmee de Richtlijn kan worden toegepast. 6) De werkingssfeer van wat als "voorschriften op het vlak van openbare orde" (ordre public) kan worden beschouwd en die de Lidstaten afgezien van de minimumvoorwaarden zoals vastgelegd in de Richtlijn kunnen toepassen, dient te worden verruimd. Ook al heeft de Commissie een Comité op hoog niveau inzake detachering van werknemers - waarin de EFBH vertegenwoordigd is - opgericht en steunt zijn een sociale dialoog tussen het EVV en Business Europe over deze aangelegenheden, toch legt de Commissie nog altijd de klemtoon op "betere implementering" van de bestaande Richtlijn en een "verdere analyse" van de implicaties van de arresten van het HvJ. Bovendien brandmerken het Tsjechische voorzitterschap en de Commissie de gewettigde vakbondseis voor gelijk loon voor gelijk werk voor gedetacheerde werknemers als een vorm van "protectionisme". Bijgevolg is er een dringende behoefte om meer druk op de Commissie uit te oefenen, opdat zij optreedt in overeenstemming met de eisen van de vakbonden en het Europees Parlement. In een artikel dat de EFBH in European Voice en in verschillende nationale kranten heeft gepubliceerd, worden de eisen met betrekking tot dit thema uiteengezet. Het artikel werd medeondertekend door het EVV, de Europese Metaalbewerkersbond, de Europese Federatie van Chemievakbonden, de Europese Federatie van Transportarbeiders, de Europese Federatie van Textielarbeiders en de Europese Federatie van Vakbonden in de voedingsnijverheid, de landbouw, het toerisme en aanverwante sectoren. De conclusie van het artikel luidt als volgt: "Blijkbaar realiseren en erkennen de Europese Commissie en de staatshoofden van de Europese Unie niet dat het fragiele evenwicht van het Europese sociale contract door de jurisprudentie van het HvJ aan diggelen geslagen is. Daarom dringen we er bij de Commissieleden, de voorzitter van de Commissie en de kandidaten voor het Europees Parlement op aan om het op te nemen voor de beginselen van gelijk loon voor gelijk werk en de autonomie van de vakbonden en de collectieve onderhandelingen, met inbegrip van het fundamentele stakingsrecht - als pijlers van een sociaal Europa. Wij willen kandidaten die voor het Europees Parlement worden verkozen of in de Commissie worden benoemd die voorstander van een revisie van de jurisprudentie van het HvJ zijn door middel van een herziening van de Detacheringsrichtlijn en de opname van een Protocol over sociale vooruitgang als bijlage bij de EU-Verdragen.

De tijd is gekomen om bij de aanstelling van de volgende Commissie de beginselen van parlementaire en representatieve democratie in de Europese Unie in te voeren. De tijd is gekomen om het op te nemen voor de beginselen van een sociaal Europa. De tijd is gekomen voor een verandering in het Europees beleid waarbij de beginselen van gelijke behandeling evenals het scheppen van werkgelegenheid en welvaart op het voorplan worden geplaatst bij de bestrijding van de gevolgen van de financiële, economische en sociale crisis." Bestrijding van deregulatie op het vlak van wetgeving inzake veiligheid en gezondheid Zowel de bouw- als de houtnijverheid zijn nog altijd sectoren met grote risico's. Ondanks alle inspanningen van de voorbije twee decennia blijft het aantal arbeidsongevallen in beide sectoren erg hoog. Ook de traditionele gezondheidsrisico's blijven over het algemeen groot en leiden vaak tot chronische gezondheidsproblemen en beroepsziekten. Bovendien bedreigen nieuwe risico's zoals diverse vormen van psychomentale stress en nieuwe chemische stoffen, die voor de meest uiteenlopende toepassingen worden ingezet, de gezondheid van de werknemers en kunnen ze een tijdbomeffect hebben. Voor deze achtergrond beschouwen wij de nieuwe strategie van de Europese Commissie inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek als defensief en ontoereikend. Ook al beschrijft de Commissie vrij nauwkeurig de negatieve gevolgen van het stijgende aantal precaire arbeidscontracten en nieuwe veiligheids- en gezondheidsrisico's, toch zijn de voorgestelde maatregelen zoals vastgelegd in de nieuwe strategie verre van ambitieus. Bijzonder verontrustend is het lopende debat over de "vereenvoudiging" van het Europees wetgevend kader, wat in de praktijk neerkomt op deregulering van essentiële veiligheids- en gezondheidsnormen. Twee recente voorbeelden van die trend vindt men bij de zogenaamde "Commissie Stoiber", die naar verwachting de voorschriften van de Kaderrichtlijn ter verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (89/391) en de Richtlijn betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (92/57) zal afzwakken. De EFBH verzet zich krachtig tegen deze dereguleringstrend op het vlak van veiligheid en gezondheid. Gezonde arbeidsvoorwaarden zijn een basisrecht voor alle werknemers, ongeacht de vorm van tewerkstelling. Zij vormen de basis voor de voorkoming van arbeidsongevallen, beroepsziekten en het waarborgen van hun gezondheid. Ze vormen ook de basis voor persoonlijke ontplooiing, creativiteit en productiviteit. Bovendien vormen zijn een essentiële basis voor duurzame systemen van sociale bescherming. Daarom roepen we alle kandidaten voor het nieuwe Europees Parlement op gedurende de volgende legislatuur voorrang te geven aan maatregelen voor betere arbeidsvoorwaarden. Op het vlak van veiligheid en gezondheid wil de EFBH de hand houden aan de wetgeving en een passende praktijk aanmoedigen. In dat verband beschouwen we de resolutie van het Europees Parlement over het nieuwe beleid van de EU inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek als een aanknopingspunt. Specifiek voor de bouw- en houtnijverheid ziet de EFBH voor de komende jaren de volgende vanzelfsprekende prioriteiten: Asbest Een ander voorbeeld van de politieke trend tot deregulering van veiligheid en gezondheid in de EU is de recente beslissing om de vrijstelling van het verbod op asbest te verlengen. De nog altijd toegelaten mogelijkheid om asbesthoudend materiaal (dat voor 2005 werd geproduceerd) te gebruiken, leidt ertoe dat vooral werknemers in de bouwnijverheid nog altijd dreigen te worden blootgesteld aan deze dodelijke stof. Op 20 februari 2009 werd een bijlage bij de REACH- Verordening goedgekeurd, waardoor elektrolysefabrieken die reeds asbestdiagramcellen

gebruiken, verder asbest mogen blijven gebruiken. De vrijstelling geldt voor fabrieken in Duitsland, Polen, Zweden en Bulgarije. Dit vrijstellingsbeleid van de EU staat in schril contrast met de in de hele EU aanwezige steun voor een wereldwijd verbod op het gebruik van asbest. Omdat asbest nog altijd dagelijks in ons milieu wordt gebruikt, hebben we passende maatregelen nodig ter bescherming van de werknemers, de consumenten en andere personen die aan asbest kunnen worden blootgesteld. We roepen alle kandidaten voor het nieuwe Europese Parlement op een duidelijk standpunt in te nemen voor een totaal verbod op alle soorten asbest niet alleen in Europa maar in de hele wereld. In dit verband herinneren we aan de resolutie van het Europees Parlement met betrekking over nieuwe strategie van de Commissie inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek. In overweging 36 vraagt het Europees Parlement nationale actieplannen voor de risico's van bestaand asbest dat vroeger in gebouwen, schepen en andere producten werd gebruikt. In dit opzicht hebben we dringend behoefte aan een Europees plan voor de omgang met bestaande asbestbronnen. Bovendien roepen we alle EP-kandidaten op zich te verzetten tegen alle vrijstellingen van het algemeen verbod op het gebruik van asbest in Europa. Beroepsziekten In de hierboven vermelde resolutie roept het Europees Parlement de Commissie op om ernstig na te denken over de mogelijkheid om de aard van de Europese lijst van beroepsziekten te wijzigen, dat wil zeggen om van de aanbeveling een minimumrichtlijn te maken. Dit voorstel meer kracht bijzetten dient een van de belangrijkste doelstellingen van het nieuwe Europese Parlement te zijn. Het aantal werknemers in Europa dat aan beroepsziekten lijdt, is veel groter dan het aantal slachtoffers van arbeidsongevallen. Afgezien hiervan leiden beroepsziekten wegens onaangepaste werkomstandigheden jaarlijks tot vele miljarden EUR extra overheidsuitgaven. Ermee rekening houdend dat technologieën, arbeidsprocessen en materialen de arbeidsomstandigheden in Europa meer en meer vergelijkbaar maken, worden beroepsziekten almaar meer "geëuropeaniseerd". Een Europese minimumlijst van beroepsziekten zou een eerste stap in de richting van een gelijke behandeling op dit vlak vormen. Medezeggenschap van werknemers Aangezien welzijn op de werkplek de basis van het individuele recht op persoonlijke onaantastbaarheid uitmaakt, moeten de arbeidsvoorwaarden het voorwerp van collectieve en individuele medezeggenschap zijn. In de Kaderrichtlijn (89/391/EG) en de afzonderlijke Richtlijnen over veiligheid en gezondheid op de werkplek zijn specifieke (collectieve en individuele) werknemersrechten vastgelegd, inclusief opleiding, voorlichting en raadpleging. We verwijzen ook hier naar de resolutie van het Europees Parlement (cf. punt 7.a), waarin dit standpunt eveneens wordt onderstreept. Toch blijft inspraak op de werkplek nog altijd een discussiepunt, niet alleen op bedrijfsniveau maar op het politieke toneel. Daarom moet het nieuwe Parlement zich duidelijk uitspreken voor medezeggenschap van werknemers in moderne systemen van industriële betrekkingen. Inspraak is niet alleen vitaal voor het bereiken van aanvaardbare compromissen, het beïnvloedt ook de kwaliteit van de oplossingen en bijgevolg van de productiviteit, de jobtevredenheid en het vermogen tot innovatie.

Het Europees Parlement moet daarom de noodzaak van medezeggenschap van werknemers op het vlak van veiligheid en gezondheid benadrukken en in alle betrokken Richtlijnen strengere voorschriften met betrekking tot de (collectieve en individuele) inspraak van werknemers voorstellen. Een belangrijk voorbeeld van de behoefte aan medezeggenschap van werknemers heeft te maken met alle aspecten van risicobeoordeling, in overeenstemming met artikel 6 van de Kaderrichtlijn (89/391). Financiering van verbeteringen op het vlak van veiligheid en gezondheid Voor het boeken van vooruitgang bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden is het van cruciaal belang dat op het Europese niveau maatregelen worden gefinancierd. De EFBH roept daarom alle nieuwe leden van het Europees Parlement op zich in te zetten voor de voorziening van een passende financiële basis voor programma's en specifieke maatregelen met het oog op de verbetering van de veiligheid en gezondheid op de werkplek. Daartoe moet ook een holistisch programma behoren, inclusief wetenschappelijke onderzoeksactiviteiten (bijvoorbeeld inzake chemische stoffen of nieuwe risico's), onderzoek in betere technologie (bijvoorbeeld ergonomie), steun voor specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld KMB), actieplannen (bijvoorbeeld asbest). Op lange termijn zal het hiervoor bestede geld via openbare en privé-initiatieven worden geherinvesteerd en zal het een algemene positieve impact hebben, niet alleen op de veiligheid en de gezondheid, maar ook op de financiën van overheid en bedrijven. Groene banen en groene openbare aanbestedingen Het spreekt voor zich dat het scheppen van banen en beleid inzake klimaatverandering momenteel zeer belangrijke terreinen zijn die nauw met elkaar verbonden zijn, zeker uit het perspectief van de vakbonden, ook de EFBH. De EFBH verwelkomt in dit verband uiteraard het initiatief dat de Europese Commissie genomen heeft met haar Mededeling van 16.07.2008 over "openbare aanbestedingen voor een beter milieu' (groene openbare aanbestedingen). Toch betreurt zij dat het vooropgestelde doel van 50% groene openbare bestedingen niet ambitieus genoeg is. In totaal vertegenwoordigen de openbare aanbesteding een jaarlijkse omzet van ongeveer 2.000 miljard EUR of zowat 16% van het brutosociaal product van de EU. Internationaal wordt erkend dat groene openbare aanbestedingen - ondermeer innovatie met milieuvriendelijke technologieën (en klimaatgunstige maatregelen) - potentieel een belangrijke groeisector is en daardoor groene en betere banen kan scheppen. Rekening houdend met de in dit manifest reeds vermelde herstelplannen en stimuleringsmaatregelen, die deels ook met openbare aanbestedingen te maken hebben, moet volgens de EFBH het vooropgesteld doel van 50% groene openbare aanbestedingen aanzienlijk worden verhoogd om in vergelijking met de traditionele openbare aanbestedingen meer banen te creëren en tegelijk de klimaatwijzigingsdoelstellingen van de EU te ondersteunen. De EFBH is van mening dat zowel de bouwnijverheid als de hout- en bosbouwsector over een groot potentieel beschikken en bereid zijn tot meer groene openbare aanbestedingen bij te dragen en op die manier meer banen te scheppen.

Een initiatief dat inmiddels reeds werd genomen en dat met het scheppen van groene banen te maken heeft is het feit dat de Commissie industrie van het Europees Parlement op 31 maart 2009 een voorstel van het Roemeense EP-lid Silvia-Adriana Ticău steunde om de Richtlijn van 2002 over de energieprestaties van gebouwen te amenderen. De leden van het Europees Parlement riepen op tot meer overheidsinvesteringen in energie-efficiënte gebouwen en verhoogden het plafond van wat de Lidstaten van het Europees regionaal ontwikkelingsfonds mogen uitgeven voor energiebesparende verbeteringen aan gebouwen tot minstens 15%. Een verhoging die voor alle Lidstaten geldt. Dit voorstel zal de klimaatswijzigingprestaties van bestaande gebouwen verbeteren en zal naar schatting op lange termijn 500.000 nieuwe banen opleveren, de meeste daarvan in de bouwsector. Over het ontwerp van het voorstel wordt in mei tijdens de plenaire vergadering gestemd en onderhandelingen met de Raad van Ministers zullen plaatsvinden tijdens het Zweedse voorzitterschap in de tweede helft van 2009. In de hout- en bosbouwsector zouden groene banen kunnen worden gecreëerd door bijvoorbeeld nog meer de nadruk te leggen op duurzaam bosbeheer en doordat de EU het voortouw neemt in de bestrijding van illegale houtkap overal ter wereld. Een rapport van maart 2009 van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties schat dat alleen al door een duurzaam bosbeheer voor zowat 10 miljoen nieuwe en groene banen zouden kunnen worden gezorgd. De effecten van het creëren van nieuwe werkgelegenheid op de rest van de "houtoverdrachtketen" zullen zelfs nog groter zijn. De Verenigde Staten hebben de bosbouw in hun economisch herstelplan opgenomen. De EU en de Lidstaten zouden dat ook moeten doen. Maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer De praktijk van lange onderaannemingsketens, die vaak tot misbruik van de sociale rechten van werknemers aanleiding geven, is in de EU wijd verspreid. De EFBH roept op tot een juridisch instrument op EU-niveau dat zou zorgen voor een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hoofdaannemer en zou leiden tot een beperking van het mogelijke sociale misbruik dankzij lange onderaannemingsketens. Een dergelijk wetgevend instrument dient de maatschappelijke verplichtingen van de hoofdaannemer vast te leggen ten aanzien van zowel de binnenlandse als de buitenlandse onderaannemers, terwijl tegelijk de verschillende wettelijke systemen in de Lidstaten en het subsidiariteitsprincipe worden ontzien. Een eerste stap in de richting van een dergelijk EU-instrument was de goedkeuring van het rapport van het Finse EP-lid Lasse Lehtinen op 10 februari 2009 in de Commissie werkgelegenheid van het Europees Parlement. In dat verslag wordt de Commissie opgeroepen de haalbaarheid van een instrument over ketenaansprakelijkheid te onderzoeken als mogelijkheid voor een verbeterde transparantie bij onderaanneming. De werkingssfeer van een dergelijk instrument zou ten minste betrekking kunnen hebben op lonen, sociale-zekerheidsbijdragen, belastingen en schadevergoedingen bij arbeidsongevallen. Schijnzelfstandigheid De discussie over de impact van schijnzelfstandigheid in de door de EFBH vertegenwoordigde sectoren kent een lange geschiedenis. In het door de EU gefinancierde Rapport Atkins kwam men tot de conclusie dat grootschalige schijnzelfstandigheid in een bedrijfstak niet alleen verregaande sociale gevolgen voor de betrokken werknemers heeft - meer bepaald ontoereikende financiering van de sociale zekerheid -, maar ook leidt tot een inefficiënte bedrijfstak wegens een

gebrek aan stimulansen voor de opleiding van werknemers en voor productiviteitsverhogende maatregelen. De EFBH veroordeelt krachtig het inzetten van schijnzelfstandigen als middel voor het ontnemen van de sociale bescherming van werknemers en voor het besparen op loonkosten. De EFBH roept op tot een Europees juridisch instrument voor de bestrijding van de activiteiten van koppelbazen die illegale tewerkstelling organiseren. Wegens de uiteenlopende definities van "tewerkstelling" en "zelfstandige beroepsactiviteit" in de Lidstaten is de juridische discussie over de manieren voor de bestrijding van het fenomeen van schijnzelfstandigen op EU-niveau ingewikkeld. Volgens de EFBH bestaat een eerste stap in de bestrijding van de verspreiding van schijnzelfstandigheid van het ene land naar het andere in het teniet doen van het zogenaamde arrest Banks van het Europees van Justitie. 4 Volgens dit arrest bepaalt de definitie van het land van oorsprong of een persoon dient te worden beschouwd als werknemer dan wel als zelfstandige bij het werken in een andere Lidstaat. Omdat dit arrest de "uitvoer" van schijnzelfstandigheid mogelijk maakt, roept de EFBH op tot het ongedaan maken van het arrest. Net als bij de gedetacheerde werknemers moet het principe van het land van ontvangst prevaleren. Dit houdt in dat het onderscheid tussen een werknemer en een zelfstandige moet worden gemaakt in overeenstemming met de wetgeving en de praktijken van de Lidstaat waar het werk wordt uitgevoerd. Bijlage 1: Stimuleringsmaatregelen in grote EU-Lidstaten in februari 2009 \\DC01\data2\sam\ Election Campaign 2009\Annex 1 to the Election Manifesto document.pdf SH090402 4 Volgens de EFBH zou een eerste stap in de bestrijding van de verspreiding van schijnzelfstandigheid van het ene naar het andere land erin moeten bestaan dat het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Banks (C-2/05, 26 januari 2006) wordt teniet gedaan.

Annex 1 to the Election Manifesto document Stimulus packages in major EU Member States. Source: David Saha & Jakob von Weizsäcker Estimating the size of the European Stimulus Packages for 2009 an Update, Bruegel, Brussels

Annex:Member state and community level breakdown Belgium TheBelgianstimuluswasannouncedon11 th ofdecember. bn %ofgdp spending: 1.24 0.35% similarmeasures 2.13 0.60% Taxcuts Extraspending Extracredit+similar measures 10 ( bn) sforconstructionsector 4 0.30 Notaxoncreditinsurance 0.02 Higherunemploymentpay 5 0.10 Energysubsidytohouseholds 6 0.14 Highersocialsecurityallocations 7 0.51 Investmentsintogreentechnology 0.02 Largerfundforenergycostreduction 8 0.01 Acceleratedpublicinvestments 0.12 Lowercostofusingfoodsafetyagency 9 0.03 Participationfunds(forSMEcredit) 11 0.30 sforcompaniesfacingliquidityproblems 12 0.44 Lowertaxretention 13 0.23 Amountoftaxretentiontobekeptatcompany 0.04 Indexationoftaxestakenintoaccountintaxretention 1.12 4 LargelyVATcuts forconstructionwork. 5 Temporarymeasurefor2009only. 6 EachBelgianhouseholdshallreceiveanenergyvoucherover 30. 7 Containsthe welfareenvelope andadditionalwelfaremeasurestakeninthe2009budget. 8 Thisfigurerepresentsthebudgetedcostsforenlargingthefund. 9 Lowerfeestobechargedtoindustryclients. 10 Moreaccesstofinancinginstrumentsforexport,importandinvestmentrisksis alsoplannedthroughthe Ducroire, butnoadditionalbudgetorcreditimpactisquantifiedsinceexistingresourcesaretobebetter utilised. 11 Newproduct INITIO largelydesignedtooffercredittosmes. 12 Consistsofmeasurestoallowlaterpaymentofbillsandofdebtstothegovernment. 13 Theselastthreemeasuresapplytotaxretentiononly,nottothefinalamountoftaxespaidbyfirmsandare thustheeconomicequivalentofaninterest freeloan. 8

Denmark Nopackageaccordingtoourcriteria(butbudgetaryexpansionof0.4%ofGDPalreadydecidedin 2007comprisedofhigherEITCandhigherthresholdforthemiddleincometaxbracket).Stimulus relatedmeasuresmaybeannouncedinfebruaryaccordingtocurrentinformation. Germany bn %ofgdp spending: 35.83 1.40% similarmeasures 70.30 2.74% 9

Taxcuts 14 Extraspending Extracredit+similar measures ( bn) Degressivedepreciationdeduction 1.94 Highertax freeallowancesforcompanies 0.24 Suspensionofcartaxonnewvehicles 15 0.44 Taxdeductibilityofprofessionalcommute 16 5.00 Packagefortaxburdenreduction,stabilisationofsocialsecurity contributionsandinvestmentinfamilies 17 6.00 Incometaxcut 18 2.90 Reductionin healthinsurancecontributions 19 3.00 State payment of 50%social insurance for short time workers 1.25 Reformofcartax 20 0.17 Investmentsintotransport infrastructure 21 1.00 Longereligibilityforshort timecompensation 0 22 Improvementofregionaleconomicstructure 23 0.20 Infrastructureinvestmentprogramme 24 8.65 Innovationsupportprogramme 0.45 Retrainingandstrongerjobservice 0.95 Increasedchildbenefits 25 2.15 Premiumfornewcarpurchases 26 1.50 CO2 friendlyrenovationsofhouses 2.80 AdditionalcreditforSMEs 15.00 Creditforinfrastructureinvestmentbymunicipalitiesin structurallydisadvantagedregions 1.50 Corporateinnovationandenergyefficiencycredit 1.00 Additionalguaranteesandcreditlinesforlargerenterprises 27 50.00 14 Thedeductibilityofconstructionworkfromthepersonal incometaxwillonlyhavefiscaleffectsin2010and thereafter. 15 Thisincludesanextendedcartaxholidayforcarsfulfillingstrictecologicalcriteria. 16 Pendlerpauschale wasreintroduced,validretroactivelyfrom2007,byaconstitutionalcourtruling.since thefederalministryhasannounceditwillnotre financetheseexpenditures,thesepaymentsworkasa stimulus.onlyrepaymentsfortheyears2007and2008areconsideredheresincethe2009deductionwillonly bepaidoutin2010. 17 Mainlyhigherchildcarebenefits,taxdeductionsbasedonthenumberofchildrenandloweremployee contributionstounemploymentinsurance.thetotalamountisineffectamixofcuts intaxesandsocial securitycontributionsandadditionalspending. 18 TakeseffectonJuly1 st,2009.consistsprincipallyofahigherstandarddeductionandlowerbottomrate. 19 TakeseffectonJuly1 st,2009.benefitsbothemployersandemployeesequally. 20 Onlyadministrationcostsarebudgetedsofar 21 Accelerationofplannedprojectsalreadyinthepipeline. 22 Costs ofthismeasureremainunclear,notleastduetointeractionswithothersocialinsurancesystems,but willonlytoaverylimitedextentfallinto2009. 23 Ofwhich 100millionarepaidincashandanother 100millionincommitmentauthorisations. 24 Totalvolumeof 17.3bnallottedfor2009 2010.TheGermangovernmentmaintainsthatatleast50%of thissumwillbespentin2009. 25 Consistsofaone offlump sumpaymenttoallfamilieseligibleforchildbenefitsplushigherchildcare components ofsocialsecuritybenefits 26 Thepremiumispaidconditionalonbuyinganenergy efficientcarandsellinganoldcarfordemolition. 27 Weassumethatamaximum50%ofthe 100bntotalvolumewillbeusedin2009 10

Ireland Irelandisplanninganeutralcyclicallyadjustedbudget:Automaticstabiliserswillbeallowedtowork, but no further anti cyclical fiscal policies will be enacted. Greece bn %ofgdp spending: 0.00 0.00% similarmeasures 23.00 0.89% similarmeasures ( bn) SpecialgovernmentbondissuetosupplySMEcreditsand mortgageloans 28 8.00 Loanguarantees 15.00 28 Althoughthiswillshowupinthebudgetasgovernmentdeficit,itseffectis toprovideextracreditatlow interestrates. 11

Spain bn %ofgdp spending: 12.31 1.10% similarmeasures 54.28 4.86% Taxcuts Extraspending Extracredit+similar measures ( bn) Longertax exemptionofsavingaccountsforhousingpurchases evenifnohouseisbought 0.03 Extendedeligibilityfortaxdeductionswhensellinghouses 0.10 Reductionin employersocialcontributionsforhiringpreviously unemployedworkers 0.08 EmploymentPlan 29 1.10 PublicInvestmentFund 30 8.00 Sectorspecificsupport 31 3.00 Optiontotemporarilyhalvemortgagerepayments 32 2.50 Creditforenterprisesandfamilies 33 42.00 Deductionsforlow incomefamilies 34 2.00 Earlypaymentofunemploymentbenefits 35 0.08 Upfronttaxdeductionforhousing 36 1.70 EarlierrepaymentofVATreclaims 6.00 29 Yetundefinedplantobecomprisedofactivelabourmarketmeasuresandtemporaryemploymentschemes. 30 Allocatedtomunicipalitiesforsubcontractingpublicworks. 31 Althoughofficiallycalledsector specific,thispackagecontainsbothsectorspecificandcross sectorsupport. 800 million earmarked tosupport the carindustry,remainder tobe spent on environment ( 600 million), research and innovation ( 500 million),anewcare component of the welfare state ( 400 million),housing renovationsandsustainabletourism 32 Thismeasureallowshomeownersineconomichardshiponlytopayhalfoftheirmortgageinstalmentsfor twoyears,effectivelyanoptiontorestructuremortgagedebttoallowslowerrepayment. 33 Providedbythegovernment ownedicobank(institutode Crédito Oficial).7bnwerealreadymadeavailable in2008. 34 Timingchange:ratherthanbeingrepaidatalatermomentintimeaspreviouslypractised,thedeductions willnowbeappliedbeforetheinitialtaxpayment. 35 Economicequivalentofaninterestfreeloan. 36 Economicequivalentofaninterestfreeloan. 12

France bn %ofgdp spending: 16.90 0.80% similarmeasures 41.45 2.08% Taxcuts 37 Extraspending Extracredit+similar measures ( bn) Reducedobligationtocontributetosocialinsuranceconditional 0.70 onnewhiring,forverysmallfirms Directpublicinvestment(governmentandlocalgovernment) 38 6.50 Sectoralsubsidies:housingindustry,subsidiestobuilding, 1.20 renovation,buyersandrenters. Sectoralsubsidies:carindustry 0.60 Increasedpaymenttotheendowmentforthebasicincome 0.80 provision 39 Employmentpolicies 0.50 State owned enterprises investment 4.00 Socialpackage 40 2.60 CreditforPPPprojects 41 8.00 LoansandguaranteedloanstoSMEs 22.00 Loanstosocialhousingconstruction 4.50 Fasterimplementationofresearchtaxcreditandprofittax 5.60 reimbursement 42 ChangeofVATreimbursementmechanism 43 3.60 Higherdown paymentsonpublicprocurementprojects 44 1.00 Intheabsenceoffurtherinformation,theplannedadditionalinvestmentsbystateowned enterprisesareassumedtobeinadditiontoexistinginvestmentplans. 37 Afurthermeasureofchangingtheaccountingrulesforcapitaldepreciationwillonlyleadtobudgetary effectsinlateryears. 38 Mostoftheseinvestmentswereoriginallyplannedforafter2010andarenowoverwhelminglytotakeplace in2009. 39 Revenu de solidaritéactive 40 AdditionalpackageannouncedbyPresidentSarkozyon18 th February,containingtaxcuts,higher compensationforemployeesonshort timeandone offpaymentstopeoplerecentlymaderedundantand withoutclaimtounemploymentbenefits.withoutpreciseinformationonthebudgetaryeffect,weexpectthe moneytobefullyspentin2009. 41 Weexpect50%ofthetotalvolumeof 16 bnfor2009 2010tobeimplementedin2009. 42 Economicequivalentofaninterestfreeloan. 43 Economicequivalentofaninterestfreeloan. 44 Economicequivalentofaninterestfreeloan. 13

Italy spending: similarmeasures bn %ofgdp 0.26 0.02% 0.00 0.00% Taxcuts Extraspending ( bn) Noincreaseofhighwaytoll 0.09 Taxcutforproductivitybonuses 45 0.46 Deductibilityofcorporatetaxfromregionalcorporatetax 1.19 DeferredVATpayments 46 0.19 Municipalinfrastructureinvestment 0.00 Voluntaryrevisionofcompanybookvalues 47 2.76 Moretaxinspections 1.88 Taxinspectionsofprivateassociations 0.15 IncreasedtaxationofTVservices 0.47 Spendingonlowincomefamilies 2.40 Aidtohousemortgages 0.35 Unemploymentbenefits 0.10 Financingofstrategicinfrastructure 0.06 Increasedtaxrevenuecosts 0.05 Renewalofschoolcleaningcontracts 0.11 45 Less incometaxpaidonbonusesbasedonproductivitycriteria. 46 LossofrevenuefromlaterpaymentofVATbycompanieswillleadtoamarginaltaxrevenuelossesassome firmswillhavegonebankruptbeforepayinguptheirtaxliabilities. 47 Presumablyinresponsetointensifiedenforcementefforts. 14

Netherlands bn %ofgdp spending: 3.20 0.53% similarmeasures 0.00 0.00% The total size of the Dutch package has been quantified as 6 bn, 1% of GDP.Since other proposed measures such as the accelerated payment of public sector bills and active labour market policies havenotbeenallocatedmoneyyet,wecannottaketheseintoaccount. Taxcuts ( bn) Accelerateddepreciationofinvestments 1.10 TaxcutsforSMEs 2.00 Extraspending Unemploymentbenefits(workinghoursreduction) 0.20 15

Austria 48 bn %ofgdp spending: 3.93 1.35% similarmeasures 2.50 0.86% Taxcuts AdditionalSpending Extracredit+ similarmeasures ( bn) Earlyimplementationofincometaxreform 2.20 Degressivedepreciationdeduction 0.23 ReducedVATrateonmedication 0.28 Taxexemptions 0.14 Burdenreductionforfamilieswithchildren 49 0.50 Regionalemploymentinitiatives 50 0.08 Spendingpackage,September2008 51 0.40 Additionalresearchexpenditure 52 0.05 Mandatorykindergartenyearforall 0.07 Energysavingcheques 53 0.10 Investmentinpublicfacilities 54 0.02 Advancingofrailroadinvestments 0.01 Subsidiestohousesavingscheme 0.02 Investmentsintobroad bandinternetinfrastructure 0.01 "Mittelstandsfonds" venturecapitalfundforsmes 0.08 additionalerpcredits 0.20 creditguaranteesforsmes 0.40 48 Weincludemeasuresagreedonbythenewgovernmentbutnotyetformallyadoptedbyparliament. 49 Contains differentformsoftaxdeductionsforfamilieswithchildren. 50 Supportingcorporateinvestmentswithemploymenteffectandcontinuingeducationmeasures. 51 Consistsofabolitionofuniversitytuitionfees,increaseofcarebenefitsandpensionsandextensionof businessinternationalisationsupport 52 Tobespentdirectlyonprogrammesandprojects. 53 Incentiveprogrammeforhouseholdstoengageinenergy savinginvestments. 54 investmentsintobuildingsandotherrealestateownedbythebig,thestate ownedrealestategroup. 16

Poland PLNbn %ofgdp spending 55 : 6.80 0.49% similarmeasures 21.50 1.56% (PLNbn) Extraspending Increased co financing of EU structural funds projects 6.80 Extracredit+similar measures NewSMEcreditline 20.00 Investmentinrenewableenergyfromnationalfundfor environmentalprotection 1.50 Sweden SEKbn %ofgdp spending: 12.13 0.38% similarmeasures 95.46 3.01% (SEKbn) Taxcuts Extraspending Extracredit+similar measures Taxdeductionforhouserenovations,conversions,maintenance 3.60 Increasedemploymentservice(activelabourmarketpolicy) 4.70 Morevocationaleducation 0.50 R&Dinautomotivesector 3.00 Additionalinfrastructureinvestment 0.33 Higherexportcreditguarantees 56 75.00 Defermentoftaxpaymentsbycompanies 0.46 Creditguaranteesforcarsector 20.00 55 OthercomponentsofthePolishstimulusplanaspublishedbythePolishgovernmentarenotincludedhere sincetheywerealreadypartofthebudget,iedecidedbeforeourcut offdate1 st September2008(incometax andvatreforms).pln40billioninguaranteesofbankliabilities arepartofafinancialsectorbailoutandthus alsonotconsideredhere. 56 AnincreaseintheceilingforexportguaranteesbySEK150bnwasapproved.Weassumeonly50%ofthat additionalvolumewillbeusedin2009. 17