Beleidsplan schuldhulpverlening 2016-2019

Vergelijkbare documenten
Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Beleidsplan schuldhulpverlening Een passend verhaal

Aan de gemeenteraad. : Zorg, welzijn, werk en inkomen. Katwijk, 15 mei Inleiding

Notitie Schulddienstverlening

Schulddienstverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

BELEIDSPLAN GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING ONDERBANKEN

december Totaal behandeld

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 25 juni 2012 Agenda nr: Onderwerp: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Aan de gemeenteraad,

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Het college van de gemeente Geldermalsen;

memo de gemeenteraad M.J.C. Suijker (wethouder) datum 29 november 2011

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr (in te vullen door de griffie)

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

Onderwerp: advies beleidsplan schuldhulp- Assen, 6 december verlening

Uitvoeringsregels schuldhulpverlening 2012

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsplan schuldhulpverlening

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Heerhugowaa Stad van kansen

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

in Gemeente Ridderkerk

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2016

596681/ november 2017

De gemeenteraad. Cc college van b&w. Geachte leden van de gemeenteraad,

Beleidsplan Schuldhulpverlening Venray

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Raadsvergadering van 6 september 2012 Agendanummer: 9.1

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Zundertse Regelgeving

SCHULDHULPVERLENING september

Plan voor de schuldhulpverlening Gemeente Wormerland en gemeente Oostzaan

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Groep mensen die meer risico lopen op het krijgen van schulden dan anderen.

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

Cijfers Schuldhulpverlening 2016

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Stichtse Vecht

Purmerend, 3. Voor welke doelgroep willen we schuldhulpverlening aanbieden?

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

Inhoudsopgave Inleiding Situatieschets landelijk en lokaal Schuldhulpverlening in de Bommelerwaard

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Pagina 1 van 5 Versie Nr. 2 Registratienr.: 2012I01086 Agendapunt 12

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler)

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Concept raadsvoorstel t.b.v. rondetafelgesprek 31 mei Vergadering gemeenteraad d.d. 14 juni 2012 Agenda nummer

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Gemeenteblad nr. 1, 1 november Toelating tot de schuldhulpverlening Gemeente Deurne 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

INHOUDSOPGAVE 1. LEESWIJZER SAMENVATTING DOELSTELLINGEN EN KWALITEITSBORGING DE WET GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING...

Bijlage 3 Producten 1 2 MAART

Schuldhulpverlening met drie bruikbare casussen

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Utrecht

Gemeente Oss. Pilot Duurzame Financiële Dienstverlening

SCHULDHULPVERLENING april

Congres Sociale zekerheid in beweging

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Voorstel / besluit: Wij verzoeken de gemeenteraad het beleidskader Schuldhulpverlening 2018 vast te stellen.

Beleidsplan Schuldhulpverlening

Gemeente Achtkarspelen. Beleidsplan Schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening en sociaal bankieren NVVK jaarcijfers 2010

Bijlage 1. Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening

*Z01051DA582* Registratienummer:Z /1826

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.

Aan: de leden van de Commissie Welzijn ten behoeve van de vergadering van 23 januari 2012 Onderwerp: Voedselbank Teylingen

Integrale Schuldhulpverlening

Voorstel voor burgemeester en wethouders

Schuldhulpverlening gemeente Gouda Nota van Conclusies en Aanbevelingen

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Beleidsregel schuldhulpverlening gemeente Leeuwarden 2014

Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Buren

Transcriptie:

Beleidsplan schuldhulpverlening 2016-2019 Gemeente Katwijk Afdeling Samenleving Oktober 2015

Inhoud Samenvatting...3 1 Inleiding...5 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan...5 1.2 Doel van deze nota...5 1.3 Leeswijzer...5 2 Beleidskader...7 3 Doelstellingen...9 3.1 Missie en doelstelling...9 3.2 Doelgroep... 12 4 Situatieschets... 14 4.1 Landelijk... 14 4.2 Katwijk... 16 4.2.1 BIP (Budget Informatie Punt)... 16 4.2.2 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk... 19 4.2.3 Samenhang uitvoering overige beleidsterreinen... 20 5 Wacht- en doorlooptijd... 22 6 Preventie... 24 7 Kwaliteit... 26 8 Middelen... 27 Bijlage 1 Begrippen en afkortingen... 28 Bijlage 2 Werkzaamheden BIP... 30 2

Samenvatting Terugdringen van de schuldenproblematiek staat blijvend op de politieke agenda. Ook in de afgelopen jaren is de vraag om ondersteuning bij financiële problemen toegenomen. Er zijn tekenen van economisch herstel, maar dit wil niet zeggen dat de problematiek direct vermindert. De schuldhulpverlening van de gemeente Katwijk wordt aangeboden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), de landelijke richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en de NEN-8048 norm (certificering). Het gemeentebestuur van Katwijk wil met het schuldhulpverleningsbeleid ondersteuning bieden voor iedere inwoner met financiële problemen die niet in staat is deze zelfstandig op te lossen. Doel van de hulp is dat de klant (weer) in staat is te participeren in de maatschappij, het liefst schuldenvrij. In deze nota worden de uitgangspunten, de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid van de gemeente Katwijk vastgelegd. Eigen verantwoordelijkheid, bevorderen van financiële zelfredzaamheid, vergroten van participatie in de samenleving, en rechtvaardig en ondersteunend beleid voor de kwetsbare inwoners zijn hierbij de kernwoorden. Met dit beleid wil de gemeente Katwijk realiseren dat iedere Katwijker, die hulp nodig heeft bij financiële problemen, met zijn vraag bij de gemeente terecht kan. Per individuele hulpvraag wordt een traject op maat aangeboden. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat hierbij voorop. Schuldtrajecten zijn zwaar en daarom zijn de motivatie, alsmede de competenties om dit tot een goed einde te brengen, voorwaarde om resultaat te behalen. Door vroegtijdig hulp te bieden wordt voorkomen dat financiële problemen uitgroeien tot problematische schulden. De preventieve activiteiten worden beschreven. Met bovenstaande uitgangspunten sluit de schuldhulpverlening aan bij de principes van de transformatie in het sociaal domein. De ingang voor de inwoners van Katwijk is het Budget Informatie Punt (BIP) met een laagdrempelige toegang. De taken van het BIP worden uitgevoerd door een professionele organisatie die werkt volgens de Wgs, de methodiek van de NVVK en de uitgangspunten van deze beleidsnota. Daarnaast vervult het algemeen maatschappelijk werk (AMW) een rol vanwege budgetbegeleiding, psychosociale hulpverlening en het project Broodnodig. De Formulierenbrigade wordt ingezet voor hulp bij het invullen van formulieren en de thuisadministratie. De vrijwilligers van Grip op de Knip geven als maatje ondersteuning aan inwoners met financiële problemen. De gemeentelijke schuldhulpverlening staat niet op zich. Er is sprake van een integrale benadering, waarbij via netwerkontwikkeling wordt samengewerkt met de netwerkpartners. De samenwerking is goed tot stand gekomen en wordt blijvend onderhouden. De burger kan bij de gemeente (het BIP) terecht voor het hele traject van schuldhulpverlening. Het streven is om het slagingspercentage van de trajecten te vergroten. Dit slagingspercentage is als indicator in de begroting opgenomen. Voor de toegang tot de schuldhulpverlening is een uitvoeringsregel opgesteld. Er is geen wachtlijst voor de aanmelding. Het BIP biedt de hulpvrager inzicht in (de doorlooptijd van) het traject om de schuldenproblematiek samen zo optimaal mogelijk op te lossen. In Katwijk is bij het Budget Informatie Punt (BIP) een verschuiving te zien van eenmalige adviezen naar stabilisaties en schuldregelingen. Dit is ook een landelijk beeld. Stabilisaties zijn meer en meer een noodzakelijke tussenstap maar soms ook het hoogst haalbare. Door de werkzaamheden van 3

Broodnodig, Formulierenbrigade en de vrijwilligers van Grip op de Knip wordt de instroom bij het BIP meer beperkt tot de doelgroep met problematische schulden. In de komende jaren zal met de komst van de teams Sociale Ondersteuning worden gewerkt aan vroegsignalering en integrale benadering. Om de uitval in de stabilisatiefase te verminderen wordt een pilot ontwikkeld waarin training en coaching wordt gecombineerd. We kunnen stellen dat we goed op weg zijn met het realiseren van de gestelde doelen, maar weten ook dat we er nog niet zijn. In de nieuwe planperiode proberen we op dezelfde voet door te gaan met een toevoeging van nieuwe acties. De speerpunten voor de komende jaren zijn: - blijven monitoren van de wacht- en doorlooptijden; - blijven investeren in netwerkontwikkeling; - aanhaken bij de teams Sociale Ondersteuning (vroegsignalering; integrale aanpak); - zoeken naar effectieve wijze van voorlichting o.a. aan jongeren; - opzetten van een pilot gericht op verminderen van uitval in de stabilisatiefase en daarmee een hogere positieve uitstroom. 4

1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan Sinds de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli 2012 is de zorgplicht van gemeenten op het gebied van de schuldhulpverlening wettelijk ingebed. De Wgs legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening, waarbij het uiteindelijke doel is het bereiken van een selectieve, gerichte en effectieve schuldhulpverlening. De Wgs schrijft onder meer voor dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente (artikel 2, lid 1). In 2012 is het eerste beleidsplan schuldhulpverlening opgesteld. De looptijd van dit eerste beleidsplan is tot en met 2015. Dit is aanleiding voor het opstellen van dit volgende beleidsplan schuldhulpverlening, voor de periode 2016 tot en met 2019. We bespreken de ervaringen en resultaten van de afgelopen jaren om deze mee te nemen en te vertalen naar de doelen en acties voor de komende jaren. Daarbij geven ook andere ontwikkelingen aanleiding tot het opstellen van dit beleidsplan. Zoals de immer complexe schuldenproblematiek die mede als gevolg van de economische crisis om oplossingen blijft vragen en nieuwe landelijke en lokale ontwikkelingen, zoals de decentralisaties in het sociaal domein en de daarmee gepaard gaande transformatie (Verbinden en Vernieuwen). 1.2 Doel van deze nota Met dit beleidsplan worden de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid binnen de gemeente Katwijk vastgelegd. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de wettelijke uitgangspunten van de Wgs, het geformuleerde beleid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de opzet en werkwijze van het Budget Informatie Punt en de ervaringen van de afgelopen jaren, de uitgangspunten van het beleid in het kader van de drie decentralisaties: Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet. Dit plan beperkt zich tot de gemeentelijk gefinancierde schuldhulpverlening. Hieronder verstaan we de hulpverlening die rechtstreeks door de gemeente wordt gefinancierd (van taken in eigen beheer tot inkoop via aanbesteding of subsidiering). Natuurlijk staat de gemeentelijke schuldhulpverlening niet op zich, maar bevindt zich in een netwerk van hulpverlenende organisaties die elkaar versterken. Ook deze netwerksamenwerking komt aan de orde. 1.3 Leeswijzer Hiervoor is de aanleiding geschetst van de totstandkoming van dit beleidsplan. In het vervolg komt de schuldhulpverlening zoals deze in Katwijk wordt vormgegeven op hoofdlijnen aan de orde. Hierbij is ook aandacht voor verplichte onderdelen vanuit de Wgs, zoals resultaten, kwaliteitsborging, wachttijd en de doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen. In dit beleidsplan vallen de volgende producten onder schuldhulpverlening: aanmelding, intake, adviesgesprek, crisisinterventie, stabilisatie, schuldregeling, budgetbeheer, budgetbegeleiding, verklaringen Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), netwerkontwikkeling, voorlichting/preventie en nazorg. 5

Hoofdstuk 2 geeft het kader waarbinnen het gemeentelijk beleid wordt geformuleerd. De missie en doelstellingen van het schuldhulpbeleid worden verwoord in hoofdstuk 3. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 na een landelijk beeld de huidige situatie in Katwijk beschreven met daarbij aandacht voor de ervaringen van de afgelopen jaren. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 worden enkele onderdelen van de wet uitgelicht, waarbij actiepunten voor de uitvoeringspraktijk zijn geformuleerd. Zo ontstaat een beeld van de gemeentelijke schuldhulpverlening in Katwijk voor de komende jaren. Tot slot volgt het financiële kader in hoofdstuk 8. Voorafgaand is een samenvatting van dit beleidsplan gegeven op hoofdlijnen. De speerpunten worden in de samenvatting nog eens op een rijtje gezet. 6

2 Beleidskader De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) vormt het belangrijkste kader voor de schuldhulpverlening in de gemeente. Deze wet is sinds 1 juli 2012 van kracht. Voor het eerst kregen gemeenten hiermee een wettelijke taak met betrekking tot de minnelijke schuldhulpverlening. Ook voor invoering van deze wet had de gemeente Katwijk al schuldhulpverlening voor haar inwoners. Hiervoor gold geen ander wettelijk kader dan de algemene zorgplicht van gemeenten voor hun inwoners op basis van de Gemeentewet. De Wgs legt een bodem onder de schuldhulpverlening. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening te bieden aan haar inwoners. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad daarvoor een beleidsplan schuldhulpverlening vaststelt. Hierin staan de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen van schuldproblemen. Verder omvat de Wgs enkele bepalingen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de schuldhulpverlening. Een belangrijke bepaling is bijvoorbeeld de maximale wachttijd van vier weken na de aanmelding. De lange wachtlijsten (landelijk) moesten hiermee fors verminderen. In 2016 wordt de Wgs geëvalueerd. Hiernaast is er de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Hiermee wordt de wettelijke schuldhulpverlening geregeld, via de rechter. Vanuit het Rijk is aan gemeenten de wettelijke verplichting opgelegd om een zogenaamde Wsnp-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijke traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de klant een verzoek bij de rechter indienen voor het wettelijk schuldsaneringstraject. Buiten deze wettelijke bepalingen hebben gemeenten de vrijheid om zelf regels op het terrein van schuldhulpverlening vast te stellen en mogen zij zelf bepalen hoe zij schuldhulpverlening vormgeven. Er bestaan evenwel, naast de Wgs en de al genoemde Wsnp, andere wettelijke bepalingen, landelijke convenanten en lokaal beleid waarmee rekening moet worden gehouden. Het wettelijk kader bestaat uit: De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) De Participatiewet (Pw) Grofweg een kwart van de klanten van de schuldhulpverlening heeft een bijstandsuitkering. Belangrijk uitgangspunt van de Pw is de eigen verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang en kan onderdeel uitmaken van het re-integratietraject. Daarnaast is er de bijzondere bijstand die een rol speelt in de ondersteuning van deze groep. Door de decentralisatie vallen sinds 2015 meer mensen met een arbeidsbeperking (voorheen deels Wajong, Wsw) onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) Goede schuldhulpverlening, met aandacht voor preventie en nazorg is een belangrijk instrument om kwetsbare burgers te helpen om blijvend te kunnen participeren in de samenleving. Met de decentralisatie van AWBZ taken, waaronder begeleiding, naar de gemeente is de doelgroep van de Wmo 2015 verder uitgebreid. De Jeugdwet De ondersteuning voor de doelgroep tot 18 jaar is gedecentraliseerd naar de gemeente. In Katwijk is dit met name in Holland Rijnland verband opgepakt. Er zijn Jeugd- en Gezinsteams opgericht. Voor de gezinnen die jeugdhulp ontvangen is het van belang dat de schuldhulpverlening en de JGT s elkaar weten te vinden. 7

De laatste drie wetten zijn op 1 januari 2015 in werking getreden. Ze betekenen een decentralisatie van rijks/provincietaken naar de gemeente (de zogenoemde 3D s). Doel van de 3 D s (werk, zorg en jeugd) is onder meer een meer integrale en vraaggerichte benadering van de inwoners. Hierdoor komen problemen op alle leefgebieden naar voren. Geldproblemen spelen hierbij vaak een rol. Het is daarom zaak te zorgen een goede aansluiting van de schuldhulpverlening op de integrale dienstverlening en vice versa. Overige landelijke regelgeving vanuit het Rijk, zoals de regeling tegen afsluiten van energie. Door de NVVK zijn er gedragscodes voor uitvoerders van schuldhulpverlening en convenanten met grote landelijke schuldeisers opgesteld. Gemeentelijke kaders zijn het coalitieakkoord, de re-integratieverordening, het beleidsplan reintegratie, het beleidsplan Wmo, de visienota herontwerp sociaal-maatschappelijk domein verbinden en vernieuwen en de notitie integrale dienstverlening in het sociaal domein. Met het bovenstaande is het beleidskader voor de gemeentelijke schuldhulpverlening aangegeven. In het volgende hoofdstuk is dit verder uitgewerkt en vertaald naar doelstellingen voor de schuldhulpverlening in Katwijk. 8

3 Doelstellingen 3.1 Missie en doelstelling Zoals in hoofdstuk twee is aangegeven, heeft schuldhulpverlening een wettelijke basis in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Deze wet legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening. In dit beleidsplan wordt uitgewerkt wat dit betekent voor de uitvoering van de schuldhulpverlening door de gemeente Katwijk. Daarnaast is reeds aangegeven dat schuldhulpverlening samenhangt met de Participatiewet, Wmo 2015 en het transformatieproces in het sociaal-maatschappelijk domein. Het is van belang een duidelijke relatie te leggen tussen de uitgangspunten van deze wetten en transformatie met de schuldhulpverlening. Om te komen tot een missie moet eerst helder zijn wat verstaan wordt onder integrale schuldhulpverlening. Definitie: Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen als de oorzaak hiervan op te lossen of te stabiliseren, zodanig dat ze geen belemmering vormen om te participeren in de samenleving. Het gaat bij de gemeentelijke schuldhulpverlening om het ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Daarbij wordt maatwerk toegepast. De eigen verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de klant staan hierbij voorop. Daarnaast houdt integrale schuldhulpverlening in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden (weer) ontstaan (schuldpreventie). Hieronder wordt weergegeven binnen welke kaders voor Katwijk de doelstelling schuldhulpverlening wordt geformuleerd. 1. Coalitieakkoord In het Coalitieakkoord 2014-2018 spreekt het college de volgende ambitie uit: dat inwoners van de gemeente Katwijk op het gebied van zorg zelf regie kunnen voeren over de ondersteuning die zij nodig hebben en ontvangen. Dit uitgangspunt geldt voor ouderen, jongeren en voor ouders met hun kinderen. Wij stimuleren en ondersteunen de inwoners om de eigen kracht aan te spreken. Tegelijkertijd kunnen de zwakken in de samenleving rekenen op steun en bescherming door de gemeente. Met het Coalitieakkoord 2014-2018 zet het college het ingezette beleid van eerdere jaren voort. Nieuwe ontwikkelingen worden daar waar nodig ingepast. Dit betekent voor de schuldhulpverlening een activerend beleid uitgaande van het motto: Als je het niet kan, word je geholpen. Als je het zelf kan, moet je aan de slag. De schuldhulpverlening zoals die in Katwijk wordt uitgevoerd, hanteert deze uitgangspunten: preventie, hulp waar nodig en nazorg. Schuldhulpverlening is opgenomen in de programmabegroting onder programma 4 Sociaal Domein. Als beleidsdoel is opgenomen: het vergroten van de (financiële) zelfredzaamheid en bevorderen van de participatie. Hiertoe wordt een breed palet van producten schuldhulpverlening ingezet. Met name de dienstverlening voor klanten via het BIP en via project Broodnodig en andere ketenpartners. 9

2. Visienota Verbinden en Vernieuwen In de Visienota herontwerp sociaal domein, verbinden en vernieuwen, treffen we de uitgangspunten aan die de gemeente Katwijk hanteert bij de veranderingen die de 3D s met zich meebrengen. Met de komst van de 3D s wordt de gemeente verantwoordelijk voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van haar burgers. De bedoeling is dat burgers zo veel mogelijk, vanuit hun eigen kracht en mogelijkheden, meedoen in de samenleving. Zowel de ontwikkelingen in de samenleving als de ingezette beleidsontwikkelingen door het Rijk vragen om verandering. Het gaat hierbij om rollen, verhoudingen, werkwijzen en cultuur van de betrokkenen in het Katwijkse sociaal-maatschappelijk domein en van de voorzieningen en diensten. Het betreft de zogenoemde transformatie. Er zijn 10 leidende principes voor de verandering: Samen leven in Katwijk Met elkaar voor elkaar Partnerschap Vraaggericht Integrale aanpak Resultaatgericht Eigen mogelijkheden Professioneel In verhouding Effectief De schuldhulpverlening maakt onderdeel uit van het sociaal domein en zal aanhaken op deze ontwikkelingen en principes. De doelstellingen sluiten aan op de uitgangspunten van de transformatie, gericht op een toekomstbestendig sociaal domein. 3. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) Deze wet heeft als doel een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak van gemeenten op het terrein van de integrale schuldhulpverlening. Dit betekent dat er bij schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een klant maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen, zoals psychosociale factoren, relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Het is van belang in het kader van de schuldhulpverlening de eventuele oorzaken die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zo mogelijk weg te nemen. Hetzelfde geldt voor het wegnemen van omstandigheden die het oplossen van problematische schulden in de weg staan. Daarnaast zou de Wgs moeten leiden tot een toenemend vertrouwen van de schuldenaren, maar vooral ook van de schuldeisers in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Immers als gevolg van dit wetsvoorstel zal de gemeentelijke schuldhulpverlening in de toekomst onder meer breed toegankelijk zijn voor natuurlijke personen, zullen de wachttijden zijn gemaximeerd en zal de schuldhulpverlening een integraal karakter krijgen. In 2016 wordt een evaluatie van de Wgs verwacht, die in zal gaan op de doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk. 4. Participatiewet (Pw) Werk boven uitkering en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten van de Pw. Als het de burger zelf niet lukt om in eigen inkomen te voorzien, heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om de burger naar werk te begeleiden en indien nodig daarnaast een uitkering te verstrekken. Ook de Pw gaat uit van de eigen kracht van mensen en het bieden van ondersteuning waar het nodig is. In Katwijk is de doelstelling van het participatiebeleid: alle mensen kunnen volwaardig meedoen aan de maatschappij. Zij hebben een baan, kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en/of zijn op andere manieren maatschappelijk actief. Vanaf 2015 is doelgroep uitgebreid en is de gemeente ook verantwoordelijk voor ondersteuning naar de arbeidsmarkt van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die voorheen onder de Wsw of Wajong vielen. 5. Wmo 2015 In het beleidsplan Wmo 2015-2017 is de visie op de maatschappelijke ondersteuning vastgelegd. De gemeente is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan burgers die zelf onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie. Een belangrijk uitgangspunt 10

in de nieuwe Wmo is meedoen. Van burgers wordt verwacht dat zij op allerlei manieren meedoen aan de maatschappij. Hierbij gaan we uit van meer inzet van eigen kracht, preventie en algemene voorzieningen. Het doel is om tot een op preventie georiënteerde en geïntegreerde aanpak te komen voor mensen die het niet op eigen kracht en met behulp van het netwerk redden. Meer specifiek gaat het om de volgende (sub)doelen: participatie van inwoners, sociale netwerkvorming en onderlinge hulp in het gebied (wijk, kern) bevorderen; ondersteunen van inwoners bij kwesties op alle levensgebieden, zoveel mogelijk door middel van het versterken eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van inwoners; gebruik van specialistische (en daardoor duurdere) hulp uit de 2e lijn terugdringen; minder individuele voorzieningen leveren en meer oplossen met ondersteuning en inzet van collectieve en algemene voorzieningen. Om dat doel te bereiken worden onder andere gebiedsgerichte sociale ondersteuningsteams ingezet. Mensen kunnen bij de teams Sociale Ondersteuning in de wijken terecht voor vragen en ondersteuning op de volgende gebieden: financiën, huisvesting, activiteiten dagelijks leven, sociaal netwerk, dagbesteding, maatschappelijke participatie, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, justitie (zelfredzaamheidsmatrix). De teams bieden niet op alle onderdelen zelf ondersteuning, maar ze weten wel de weg en voeren waar nodig de coördinatie. Ook de centrale teams bij de gemeente (Zorg, Werk en Inkomen) zorgen voor aansluiting op deze werkwijze, onder andere door de voorintake, waarbij de tien leefgebieden onderzocht worden. De beschreven doelstellingen van de Wmo 2015 sluiten aan op de doelstellingen van de schuldhulpverlening. Voor de schuldhulpverlening is de preventieve en integrale aanpak in de gebieden van groot belang. Immers een meer zelfredzame inwoner zal minder snel een beroep doen op de specialistische schuldhulpverlening in de 2 e lijn. Het is belangrijk in te zetten op een goede aansluiting en samenwerking met de teams Sociale Ondersteuning. Bovenstaande komt samen in de onderstaande missie en doelstelling van schuldhulpverlening in Katwijk. Missie De gemeente Katwijk biedt iedere natuurlijke persoon met (potentiële) financiële problemen op laagdrempelige wijze advies en hulp. Doelstelling Doel van de dienstverlening via het BIP is het vergroten van zelfredzaamheid en het bevorderen van participatie van burgers, waarbij arbeidsparticipatie voorop staat. Binnen de gemeente Katwijk kan iedereen hulp aanvragen die in financiële problemen terecht is gekomen dan wel dreigt te geraken. Door het aanbieden van laagdrempelige voorlichting en informatie wordt bevorderd dat minder mensen problematische schulden krijgen. De burgers die reeds in financiële problemen zijn geraakt krijgen ondersteuning waar nodig (maatwerk). Zij worden begeleid naar een leven waar financiële problemen geen belemmering meer vormen en waarbij zij het liefst vrij van schulden maatschappelijk kunnen participeren. Als dit (nog) niet lukt wordt een stabilisatietraject ingezet. Achterliggende problematiek die leidt tot het ontstaan van de financiële problemen, wordt aangepakt in samenwerking met de netwerkpartners. De eigen verantwoordelijkheid en motivatie van de burger blijven hierbij belangrijke uitgangspunten. Uitgangspunten Bovenstaande leidt tot de formulering van de volgende uitgangspunten: Zowel het oplossen van de financieel-technische kant van de schulden als het realiseren van gedragsverandering ter voorkoming van nieuwe schulden staan centraal bij integrale schuldhulpverlening. 11

Degene die in een problematische schuldsituatie zit, is primair zelf daarvoor verantwoordelijk; hij/zij moet zich daarvan bewust zijn c.q. bewust worden gemaakt. De schuldenaar is de probleemeigenaar. Schuldhulpverlening moet klantgericht, helder en eindig zijn. Met de klant worden afspraken gemaakt, vastgelegd in een schuldhulpverleningsplan. Dit bestaat uit een doelperspectief inclusief de daarbij behorende afspraken over gedragsmatige aspecten, de financieel-technische verplichtingen waaraan de klant moet voldoen, de aard en omvang van de begeleiding en inzicht in de doorlooptijd. Klanten die de afspraken niet nakomen krijgen eerst een schriftelijke waarschuwing. Een tweede keer wordt het traject afgesloten. Hiervan kan soms worden afgeweken, maatwerk blijft het uitgangspunt. Een aanpak in samenwerking (volgens het principe 1 huishouden 1 plan) is uitgangspunt waar het gaat om klanten die met meervoudige problematiek en verschillende instellingen te maken hebben. Dit houdt in: samenwerking met en onderlinge doorverwijzing tussen de verschillende hulpverleningsorganisaties waarbij er één regisseur is. Burgers met (problematische) schulden kunnen ongeacht de hoogte van hun inkomen een beroep doen op schuldhulpverlening. 3.2 Doelgroep - Inwoners van Katwijk, niet zijnde zelfstandig ondernemer. - Ongeacht de hoogte van het inkomen. - Met een vraag op het gebied van financiën/schulden. - Van wie redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet kunnen doorgaan met het betalen van de schulden of die verkeren in een toestand dat zij zijn opgehouden te betalen. Katwijk kiest voor een brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening aan natuurlijke personen. Geen groepen mogen op voorhand worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Een zelfstandige valt in principe niet onder de Wgs. De regering is van mening dat gemeentelijke minnelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Voor zelfstandigen staat een andere weg open (banken, Kamer van Koophandel, Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz 2004), Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) en andere gespecialiseerde adviesbureaus. Niet bij voorbaat uitgesloten wordt de zelfstandige met enkel privéschulden. Ook een zelfstandige die zijn onderneming heeft beëindigd, komt in aanmerking voor gemeentelijke minnelijke schuldhulpverlening. In Katwijk is geregeld dat zelfstandigen een gesprek bij het BIP kunnen aanvragen, waarin de situatie wordt bekeken en een advies wordt gegeven over de mogelijke stappen die de zelfstandige kan zetten. Hierbij wordt eventueel doorverwezen naar bovengenoemde instanties. De Wgs regelt verder dat dak- en thuislozen zich kunnen wenden tot de daarvoor in het kader van de Participatiewet aangewezen centrumgemeenten. Voor inwoners van Katwijk is dat de gemeente Leiden. Een aparte doelgroep in de Wgs vormen de gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Als gezinnen met inwonende minderjarige kinderen een beroep doen op schuldhulpverlening is er sprake van extra kwetsbaarheid. Voorkomen moet worden dat een dergelijk gezin op straat komt te staan. Voor deze doelgroep bestaan regionale afspraken ter voorkoming van afsluiting van energie en is er een convenant voorkoming huisuitzettingen (zie onder 4.2.3). Kern van de afspraken is een sluitende aanpak tussen woningcorporatie, GGD/Meldpunt Zorg en Overlast en de gemeente (BIP/afdeling Samenleving). Niet alleen gezinnen met inwonende kinderen vallen onder het convenant, het kan ook gaan om kwetsbaarheid door meervoudige problematiek. 12

Daarnaast is het van belang aandacht te hebben voor groepen die vaak niet als zodanig herkend worden, zoals laaggeletterden en licht verstandelijk beperkten. Ook statushouders hebben vaak een achterstand in kennis op het gebied van financiën en regelgeving. Het college bepaalt of een inwoner in aanmerking komt voor de schuldhulpverlening. Over de specifieke voorwaarden voor toelating tot de schuldhulpverlening via het BIP Katwijk zijn beleidsregels opgesteld. Dit was een actiepunt in het eerste beleidsplan. In de beleidsregels is vastgelegd aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening. Op grond van de Wgs mogen gemeenten schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening. De beleidsregels geven hiervoor richtlijnen. Het blijft altijd een afweging van de individuele situatie. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, moet de schuldenaar in ieder geval ingezetene zijn die rechtmatig verblijf houdt in Nederland. Wordt de schuldenaar afgewezen voor de schuldhulpverlening, dan kan hij daartegen bezwaar maken en eventueel in beroep gaan (Algemene wet bestuursrecht). Sinds de invoering van de Wgs is twee keer bezwaar gemaakt, beide bezwaren waren ongegrond. 13

4 Situatieschets 4.1 Landelijk Na de invoering van de Wgs op 1 juli 2012 is de belangstelling voor de problematiek van schuldensituaties niet afgenomen. Onder meer de aanhoudende economische crisis zorgt daarvoor. Er zijn sinds kort tekenen van herstel, maar het algemene beeld is nog steeds zorgelijk. Maatregelen om de schuldenproblematiek terug te dringen blijven onverminderd speerpunt van het beleid van het kabinet. De regering blijft de mogelijkheden verkennen om verbeteringen aan te brengen in het landelijk beleid. Dit betreft onder meer maatregelen tegen overkreditering en bescherming van het bestaansminimum (beslagvrije voet). De berekening van de beslagvrije voet zal vereenvoudigd worden. Deze is nu zo ingewikkeld dat deze regelmatig te laag wordt vastgesteld. Hiervoor is een wetswijziging nodig. Verbeteringen in de informatievoorziening zijn al ingezet, onder andere door een praktische rekentool. Daarnaast komt er een digitaal beslagregister, waarop alle gerechtsdeurwaarders worden aangesloten. Dit moet de samenwerking bevorderen. Ook overlegt het kabinet met landelijke partijen zoals de telecom- en de incassobranche over preventieve maatregelen en kwaliteitseisen 1. De cijfers laten geen rooskleurig beeld zien. Het aantal mensen in Nederland dat moeite heeft met rondkomen en financiële problemen heeft neemt toe. Er is sprake van een groeiend aantal huishoudens in een risicosituatie. Deze huishoudens kunnen - onder andere tegen de achtergrond van stijgende werkloosheid en dalende huizenprijzen in de afgelopen jaren - niet alle rekeningen meer betalen en maken maximaal gebruik van de faciliteiten voor roodstand. Hun beginnende schulden zijn echter nog niet uitgegroeid tot problematische schulden. 2 Ook uit de landelijke monitor betalingsachterstanden blijkt een toename ten opzichte van vorige metingen. In 2014 heeft 32,1% van alle huishoudens betalingsachterstand. In 2011 was dit 27,8%. Uit de monitor blijkt dat nog steeds veel huishoudens hun financiële situatie niet hebben verbeterd, maar ook blijkt dat de totale omvang van de bedragen van de achterstallige rekeningen niet of nauwelijks is gestegen ten opzichte van 2011. Dat laatste zou verklaard kunnen worden door de strengere eisen van onder andere banken en hypotheekverschaffers bij het aangaan van financiële verplichtingen door huishoudens. Een andere verklaring voor de positievere resultaten kan zijn dat huishoudens voorzichtiger zijn geworden in het aangaan van hoge leningen en het voor grote bedragen rood staan. Waarschuwingen via campagnes en kredietverschaffers, maar zeker ook de invloed van ervaringen in de eigen omgeving van huishoudens kunnen hieraan hebben bijgedragen. 3 Het aantal huishoudens met problematische schulden (dat geen gebruik maakt van hulpverlening) zal tussen 2009 en 2012 waarschijnlijk ongeveer gelijk zijn gebleven. Ten eerste zijn de mogelijkheden om problematische schulden te ontwikkelen kleiner geworden door factoren als maatregelen tegen overkreditering, meer beleid op het gebied van preventie en schuldhulpverlening). Ten tweede is het mogelijk dat huishoudens zich door (media-) aandacht meer bewust zijn van de risico s van problematische schulden en ze in financieel opzicht iets voorzichtiger zijn geworden. Het aantal mensen dat hulp zoekt bij schuldhulpverlening is tussen 2011 en 2014 gestegen. 4 Daarnaast zijn de hoogte van de schulden en de complexiteit van de schulden toegenomen. Volgens de NVVK (Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) is het opvallend dat de groei van schulden doorzet ondanks het voorzichtige economische herstel. Vooral mensen met een laag inkomen uit werk of met een uitkering hebben moeite om rond te komen. 87% van de klanten in de schuldhulpverlening 1 Brief Tweede Kamer, 24515, nr. 300, 23 maart 2015. 2 Huishoudens in de rode cijfers 2012, Panteia, Zoetermeer, 2013. 3 Monitor betalingsachterstanden 2014, Panteia, Zoetermeer, december 2014. 4 Jaarverslagen NVVK, 2011t/m 2014, NVVK, Den Haag. 14

heeft een inkomen rondom het minimumloon of een inkomen tot maximaal modaal. In 2011 was dit nog 74%. Een steeds grotere groep moet met een minimaal inkomen rondkomen, de uitgaven zijn juist toegenomen. Eenmaal opgestarte regelingen van de schuld worden in 70% van de gevallen met succes afgerond. Maar in de afgelopen drie jaren is het aantal mensen met niet-regelbare schulden, waardoor een schuldregeling niet kan worden opgestart, meer dan verdubbeld. In onderstaande tabel enige cijfers van de NVVK. Nederland 2012 2013 2014 Aanvragen schuldregeling 84.000 89.000 92.000 Gemiddelde hoogte schulden ( ) 33.500 37.700 38.500 Niet regelbare schulden 8.300 12.400 13.800 Regeling met succes tot stand 38% 41% 39% Succesvol afgeronde regelingen 69% 68% 70% Financiële problemen of zelfs een problematische schuldsituatie zijn om meerdere redenen onwenselijk. Een schuldsituatie is een probleem in de privésfeer, maar in toenemende mate ook een sociaal maatschappelijk probleem. Hierbij moet gedacht worden aan gezinnen die uit huis worden gezet wegens huurachterstand, afsluiting van gas en licht. Deze problemen leiden weer tot andere problemen in de sociale sfeer, op het werk en brengen mensen in een sociaal isolement. Ook om maatschappelijke redenen zijn schuldsituaties onwenselijk. Onderzoek toont aan dat de inzet van schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen. Deze zijn het hoogst op de terreinen van het wonen en de uitkeringsverstrekking. Gemiddeld genomen levert een euro inzet aan schuldhulp een besparing (vermeden kosten) van 2,4 euro op andere terreinen op 5. Kenmerken huishoudens met schulden Om goed beleid te kunnen maken is het belangrijk dat men de specifieke groepen huishoudens met kans op betalingsachterstanden of problematische schulden kan onderscheiden: a) Huishoudens in een risicosituatie Huishoudens in een risicosituatie hebben over het algemeen een (boven)modaal of beneden modaal inkomen, maar een forse schuld. De (boven)modale groep betreft 'vrij jonge huishoudens', meestal met een inkomen uit arbeid en vaak zelfs tweeverdieners. Ondanks het (boven)modale inkomen kunnen de huishoudens niet rondkomen. Er is sprake van slecht financieel beheer, te hoge vaste lasten en maandelijkse uitgaven die vrijwel altijd de inkomsten overschrijden. Wanneer deze huishoudens 'de middelbare leeftijd' bereiken, hebben ze hun kredietwaardige inkomenspositie vrijwel geheel verzilverd. Als het bestedingspatroon dan niet wordt aangepast, kunnen vaak de betalingsverplichtingen niet meer worden nagekomen en dan ontstaat er al snel een problematische situatie. Een meerderheid van de groep van de lage inkomens is niet werkzaam en alleenstaand. Deze huishoudens kopen vaker op afbetaling, maar de hoogte van de leningen ligt lager dan voor de hoge en modale inkomens. Betalingsachterstanden komen regelmatig voor en de verklaring hiervoor is het feit dat binnen dit profiel een groot deel van het inkomen aan vaste lasten wordt besteed. Dit maakt dat een kleiner deel van het inkomen overblijft om te sparen en dit is terug te zien in de hoogte van de spaartegoeden. Een kleine tegenslag kan ervoor zorgen dat deze huishoudens in een problematische situatie terecht komen. b) Huishoudens in een problematische schuldsituatie Huishoudens in een problematische schuldsituatie hebben vaker een modaal of beneden modaal inkomen. De huishoudens met een modaal inkomen - vaak gezinnen met kinderen - hebben vaker afbetalingsregelingen en geen ruimte om te sparen. Dit komt terug in het grote aantal openstaande betalingsachterstanden en de lage bedragen op de spaarrekening. Het grootste deel van dit profiel bestaat uit huishoudens met een laag inkomen dat net toereikend is voor de noodzakelijke uitgaven. Vaak gaat het om alleenstaanden, zonder werk. Door de slechtere inkomenspositie van deze 5 Schuldhulpverlening loont!, N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan, 2011. 15

huishoudens verloopt het traject tussen het begin van een risico en het ontstaan van een problematische schuld sneller. Wanneer huishoudens maar net voldoende inkomsten hebben om iedere maand rond te komen, kan één onvoorziene rekening het begin van een schuldsituatie inluiden. Het zijn deze huishouden die niet in staat zijn tegenvallers op te vangen. 4.2 Katwijk Inwoners van Katwijk kunnen bij het Budget Informatie Punt van de gemeente Katwijk terecht voor hulp bij hun schulden. Het Budget Informatie Punt is onderdeel van de afdeling Samenleving. De activiteiten van het BIP omvatten het hele traject van de schuldhulpverlening. Het is een specialisme waarvoor sinds de start van het BIP in 2001 medewerkers worden ingehuurd. Sinds 2009 wordt de inkoop van de schuldhulpverlening aanbesteed. Hiernaast bestaan aanpalende voorzieningen zoals de Formulierenbrigade, Broodnodig en Grip op de Knip die preventief en ondersteunend worden ingezet. Als we de schuldhulpverlening in breder perspectief bekijken, zien we in Katwijk een samenwerking met vele netwerkpartners. Daarnaast is schuldhulpverlening onderdeel van het participatiebeleid. Het kan een voorwaarde zijn voor re-integratie op de arbeidsmarkt en als onderdeel van een traject worden ingezet. Schuldhulpverlening is flankerend beleid voor de uitvoering van de Participatiewet. De rest van dit hoofdstuk geeft een beeld van de activiteiten van de gemeente Katwijk op het gebied van schuldhulpverlening. 4.2.1 BIP (Budget Informatie Punt) Vanuit het BIP wordt een integrale aanpak gehanteerd met zowel preventieve als curatieve werking. In gemeente Katwijk is ervoor gekozen om volgens het onderstaande model schuldhulpverlening vorm te geven: Activiteit /product - Preventie en voorlichting (o.a. budgetcursus) - Aanmelding - Crisisinterventie - Adviesgesprek - Integrale intake - Stabilisatie - Schuldregeling (minnelijk traject) - Budgetbeheer - Verzoek dwangakkoord/wsnp - Nazorg Uitvoerder BIP (gemeente Katwijk) (juli 2009-juli 2013 Westerbeek; juli 2013-heden Sociaal.nl Schuldsanering) - Budgetbegeleiding Kwadraad (Maatschappelijk Werk) Doelgroep Inwoners van Katwijk met een (dreigende) schuldenproblematiek, die niet als zelfstandige werkzaam zijn. Er geldt geen inkomensgrens voor schuldhulpverlening. Uitvoering De uitvoering wordt verricht conform de NVVK gedragscodes en richtlijnen. Dit is een eis geweest bij de aanbesteding. Ook de huidige aanbieder, Sociaal.nl Schuldsanering BV (verder te noemen Sociaal.nl), is lid van de NVVK. Er zijn diverse voordelen verbonden aan het lidmaatschap. Bijvoorbeeld: 16

Schuldeisers zijn eerder bereid om mee te werken aan een schuldsaneringstraject indien de bemiddelaar een NVVK-lid is. De NVVK volgt landelijke ontwikkelingen op schuldhulpverlening en budgetbeheer en zorgt dat haar leden hierover worden geïnformeerd. De NVVK onderhandelt met landelijke organisaties om te komen tot convenanten waarbij de belangen van de schuldenaren en schuldeisers zo goed mogelijk worden behartigd. De NVVK neemt deel aan het proces van certificering van de beroepsgroep. De leden van de NVVK worden op de hoogte gehouden van de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp. Het schuldhulpverleningstraject ziet er, kort omschreven, als volgt uit (zie bijlage 2 voor een uitgebreide beschrijving van de diverse onderdelen). Na aanmelding wordt het probleem van de schuldenaar geïnventariseerd. In deze fase wordt de totale schuldenlast opgemaakt en wordt gekeken naar het inkomen van de schuldenaar en of er mogelijkheden zijn om dit inkomen te vergroten. Hierbij wordt bekeken of er meer gewerkt kan worden en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare inkomensondersteunende regelingen zoals zorg- of huurtoeslag. Eventueel kan geconstateerd worden dat een financieel probleem opgelost kan worden met slechts een advies aan de schuldenaar. Ook kan soms een betalingsregeling worden getroffen. Deze mogelijkheden doet zich vooral voor als de schuldenaar zich tijdig meldt en de schulden nog niet problematisch zijn. Zijn die mogelijkheden er niet, dan wordt een concrete oplossing gezocht voor het schuldenprobleem. Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldhulpverlenende instantie tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. De schuldenaar komt in aanmerking voor een minnelijke schuldregeling als hij in een problematische schuldsituatie verkeert. Hiervan is sprake als redelijkerwijs is te voorzien dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij heeft opgehouden te betalen. De schuldregeling geldt hiermee als het zwaarste instrument dat de schuldhulpverlening in het minnelijke traject ter beschikking staat, omdat een schuldregeling tegen finale kwijting wordt verleend. Van de schuldeisers wordt dus verwacht dat zij hun vordering op de schuldenaar voor een deel kwijtschelden. De schuldregeling verschilt hiermee van andere oplossingsmogelijkheden, zoals de betalingsregeling, omdat bij deze oplossingen volledige terugbetaling van het totale schuldenpakket het resultaat is. Als geen akkoord wordt bereikt, kan een wettelijk traject worden ingezet (Wsnp). De schuldregeling wordt om voornoemde reden alleen ingezet bij problematische schulden, zoals hierboven gedefinieerd. Enkele onderdelen van de huidige werkwijze van de NVVK (en het BIP) worden hieronder nader toegelicht. Vraaggericht (maatwerk) en aandacht voor stabilisatie. Een klant met een dreigend financieel probleem meldt zich. Na het aanmeldingsgesprek volgt een probleemanalyse (integrale intake). Op basis van de probleemanalyse wordt een plan van aanpak gemaakt. In dit plan is het samen met de klant oplossen van het probleem het uitgangspunt. Dit kan zijn met alleen een adviesgesprek, alleen schuldbemiddeling of het stabilisatietraject. Financiële rust en stabiliteit in het huishouden is het eerste doel. Vanuit de gerealiseerde stabiliteit stroomt de klant indien mogelijk en noodzakelijk door naar schuldbemiddeling. De stabiliteit zorgt voor een verhoogde kans op het slagen van het minnelijke traject. Uit de ervaringen is gebleken dat de combinatie van alle verschillende onderdelen van de methodiek de slagingskans van een schuldhulpverleningstraject vergroot. Inzet van budgetbeheer. Budgetbeheer wordt ingezet wanneer de klant tijdelijk niet in staat is het eigen inkomen te beheren. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan mensen die moeite hebben om zich aan te passen aan een terugval in inkomen door bijvoorbeeld een scheiding. Klant moet in dat geval leerbaar zijn om het inkomen uiteindelijk weer zelfstandig te beheren. Ook bij het stabiliseren van de schuldensituatie kan budgetbeheer een onderdeel zijn van het traject. Actieve inrichting van het proces van aanmelding tot intake zorgt voor minder uitval tijdens periode tot de intake (de klant wordt sneller uitgenodigd voor het eerste gesprek, er is meer 17

ondersteuning bij de aanvraag e.d.). Ook wordt de Formulierenbrigade ingeschakeld (zie onder 4.2.2). De wachttijd is verkort, waardoor klanten beter gemotiveerd blijven. De uitval in deze fase is klein. Er is met name sprake van uitval in de stabilisatiefase (25% in 2014). Dat is na de intake en vaststellen van het plan van aanpak en voor start van de daadwerkelijke regeling waarbij een poging wordt gedaan om tot een minnelijke schuldregeling te komen. Dit ligt onder meer aan afgenomen motivatie bij de klant. De klant werkt dan niet meer mee. Door middel van een pilot met groepsaanpak willen we deze uitval terugbrengen. Deze pilot willen we ontwikkelen met Sociaal.nl en Kwadraad (zie hoofdstuk 6). Aandacht voor netwerkontwikkeling/voorlichting met als doel goede samenwerking met organisaties in het veld. Om schuldhulpverlening te laten slagen is het van belang samen te werken en verbinding te zoeken. Hulpverleners kunnen elkaar aanvullen. Zo geeft het BIP regelmatig voorlichting bij netwerkpartners. Een ander voorbeeld is het project Grip op de Knip Katwijk dat, aanvullend op de professionele hulpverlening, werkt met vrijwilligers (maatjes) die een klant tijdens het vaak langdurige traject kunnen steunen, opdat zij het volhouden. Met de netwerkpartners is een goede samenwerkingsrelatie opgebouwd. In 2013/2014 is er geïnvesteerd in de contacten met netwerkpartners (verschillende maatschappelijke organisaties). Dit heeft er toe bijgedragen dat hulpverleners elkaar inmiddels goed weten te vinden, zodat zaken (zorg) zo nodig op elkaar kunnen worden afgestemd. Deze contacten zijn ook van belang met het oog op vroegsignalering van schuldensituaties. Net als in de voorafgaande periode zal het BIP blijven investeren in de netwerkontwikkeling. Omvang Het BIP heeft een gemiddeld klantenbestand van 174 in 2012, 181 in 2013 en 190 in 2014. Het gemiddeld aantal klanten in traject loopt dus nog op.* Activiteit 2012 2103 2014 Aanmelding 217 224 169 Crisisinterventie 7 6 6 Eenmalig advies 78 43 28 Intake, inventarisatie, rapportage, dossiervorming 111 139 159 Budgetbegeleiding 19 11 7 100% betalingsregelingen/stabilisatie 37 69 111 Schuldregeling 37 26 114** Schuldregeling geslaagd 12 12 6 Wsnp 17 9 77 Nazorg 38 10 93 Budgetbeheer 22 30 27 Budgetcursus (groepen) 2 2 2 * Omdat trajecten gemiddeld lang duren neemt het klantenbestand niet meteen af als het aantal aanmeldingen daalt. Voor de vergelijkbaarheid is nazorg in deze cijfers niet meegenomen, Sociaal.nl doet meer aan nazorg dan de vorige aanbieder, waardoor mensen langer in traject blijven. ** Dit cijfer is niet goed vergelijkbaar met de overige jaren; in de telling zijn ook tussentijdse wijzigingen en nieuwe voorstellen meegenomen. Er wordt naar gestreefd dit in 2015 op te lossen. 18

De cijfers van 2013 moeten met enige voorzichtigheid bekeken worden. Door de wisseling van aanbieder medio 2013 zijn de cijfers niet altijd te vergelijken. Er wordt soms net iets anders geregistreerd. Zo houdt bijvoorbeeld Sociaal.nl na alle afgesloten trajecten nazorggesprekken en meerdere nazorggesprekken per klant. Daardoor is het aantal bij nazorg vanaf 2014 hoger. Sociaal.nl heeft 75 dossiers overgenomen van Westerbeek. Hierdoor kunnen er dubbeltellingen zijn in het jaar 2013. Met de hierboven genoemde kanttekening kan toch geconcludeerd worden dat het aantal aanmeldingen afneemt, net als de eenmalige adviezen. De aanmeldingen zijn dus vaker problematische schulden, die niet meer met een advies kunnen worden opgelost. Verklaring hiervoor kan zijn dat inspanningen aan de voorkant, zoals Broodnodig, Grip op de Knip vruchten beginnen af te werpen. Het sluit ook aan bij de verklaring uit het landelijk onderzoek (zie 4.1) over de invloed van de campagnes van de afgelopen jaren. Daarnaast zijn er meer intakes en is vooral het aantal stabilisaties gestegen. Dit laatste is ook een landelijk beeld. Stabilisaties zijn meer en meer een noodzakelijke tussenstap maar soms ook het hoogst haalbare (hanteerbare schulden). Als indicator in de begroting is het slagingspercentage opgenomen, gedefinieerd als: aantal succesvol afgesloten trajecten ten opzichte van het aantal afgesloten trajecten. Kortom hoeveel procent van de klanten stroomt positief uit. In 2014 is dit 65% (68% in 2013). Zoals hierboven gesteld, is met name in de stabilisatiefase sprake van uitval. Het streven is dit percentage van positieve uitstroom geleidelijk te verhogen naar 72% in 2019. Onder meer het resultaat van de eerder genoemde pilot (zie verder H6) zou hiertoe kunnen bijdragen. In bijlage 2 staat omschreven wat de diverse werkzaamheden van de schuldhulpverlener van het BIP inhouden. Ervaringen overgangsperiode De aanbesteding voor het contract vanaf medio 2013 heeft een nieuwe opdrachtnemer opgeleverd, Sociaal.nl Schuldsanering. Hoewel de uitgangspunten van het beleid niet zijn veranderd, brengt een nieuwe aanbieder altijd veranderingen met zich mee. Elke uitvoerder heeft binnen de geldende richtlijnen een eigen werkwijze. Getracht is de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, zodat het met name voor de klanten zo min mogelijk storing tot gevolg heeft. Beide aanbieders hebben zich hiervoor ingezet. Bij de overname van dossiers zijn afspraken gemaakt over een logisch knipmoment. In de tweede helft van 2013 zijn alle dossiers geleidelijk overgedragen. Daarnaast is het van belang de netwerkpartners te informeren over de overgang. Sociaal.nl heeft hiertoe met de partners contact gelegd. Ook is er een kennismakingsbijeenkomst georganiseerd, waar Sociaal.nl zich heeft voorgesteld en haar werkwijze uiteen heeft gezet. Zo is de basis gelegd voor een versterkte samenwerking in het netwerk. Vanuit het BIP/Sociaal.nl wordt een breed netwerk onderhouden van partners in het veld. Naast de al genoemde partners als Kwadraad, Broodnodig, Grip op de Knip, Formulierenbrigade, bestaat het netwerk uit een groot aantal organisaties waarmee in meerdere of mindere mate contacten zijn. Zonder compleet te willen zijn noemen we: diaconieën, De Binnenvest, De Brug, St. Financiële Dienstverlening, Stichting CAV, beschermingsbewindvoerders, GGD, Jeugd- en Gezinsteams, Teams Sociale Ondersteuning, Dunavie. Dit netwerk wordt structureel onderhouden. Met name bij wisseling van personeel vraagt dit de nodige aandacht. 4.2.2 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk Formulierenbrigade In 2008 is de Formulierenbrigade opgericht. De Formulierenbrigade is een project met een tweeledig doel. Ten eerste krijgen klanten met een uitkering de kans om met scholing en begeleiding werkervaring op te doen. Doel is uit te stromen naar een reguliere baan. Daarnaast is de Formulierenbrigade er om het niet gebruik van regelingen voor minima tegen te gaan. Het team doet 19