Eenduidigheid t.a.v. het resetten van de doormelding c.q. brandmeldinstallatie



Vergelijkbare documenten
Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale

Protocol Automatische Branddoormelding. via PAC naar RAC

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Protocol Automatische Branddoormelding. via PAC naar RAC

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie conform NEN C1-2010

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN RAPPORT VAN OPLEVERING BRANDMELDINSTALLATIE

Van de brandmeldinstallatie weet u het volgende: De installatie is voorgeschreven door de brandweer.

Handleiding Openbaar Meld Systeem - OMS

Kosten en opbrengst OMS. Resultaten onderzoek naar de kosten en opbrengst van het OMS in de regio Twente

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE)

PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE

PROGRAMMA VAN EISEN ONTRUIMINGSALARMINSTALLATIE LUIDALARM TYPE B

Ontwikkelingen automatische brandmeldingen

Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân. Aanpak terugdringen ongewenste en onechte OMS-meldingen Brandweer Fryslân

Brandmeldinstallaties. met aansluiting op het Openbaar Meldsysteem

BLUSCENTRALE TYPE BMC 8010

Inspectiecertificaat Conform Bouwbesluit 2012

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

Naam: Adres: Hoog. Midden. Laag n.v.t. Adres: Newtonstraat 1. Telefoon: Brandweer. Verzekeraar. Eigenaar / Gebruiker

Informatie over het voorkomen van loos alarm door automatischebrandmeldinstallaties

Pagina 1 van 6. 1 De meldkamer gebruikt vaak de term melder en risicobeheersing vaak de term gebruiker. Deze rollen zijn

Uw kenmerk : Ons kenmerk : Uw datum : Aantal bijlagen : 2 Behandeld door : Johan Hofhuis Telefoonnummer : Datum :

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Brandmeldcentrale BMC-V

Beschrijving. doormelden en tijdelijk uitzetten BMI. Advies Definitief

Gebruikershandleiding Openbaar Meldsysteem

Alle storingen die niet kunnen worden opgeheven, moeten direct worden gemeld aan de onderhouder. telefoonnummer

BRANDMELDCENTRALE TYPE BMC 80

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

VERKORTE HANDLEIDING FPA5000

BRANDMELDCENTRALE TYPE 8000X

PROGRAMMA VAN EISEN BEM ZK Behorend bij de installatie: Ouderenzorg Anders Van Glymesstraat LM Steenbergen

PROGRAMMA VAN EISEN BMI & AOI

Programma van Eisen (PvE) Brandmeldinstallatie conform NEN 2535

Beleidsregels nodeloze meldingen

Agendapunt 7 Onderwerp. Verificatie automatische brandmeldingen Datum Aan. Algemeen Bestuur Van. Dagelijks Bestuur Telefoon adres.

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Certificering van brandmeldinstallaties

Project NUT. Onderzoek, conclusies en aanbevelingen. Congres NUT 17 november René Hagen, projectuitvoerder

Voortgang project STOOM in Hollands Midden

Brandveiligheid volgens plan

Koppeling van systemen

Nodeloze brandmeldingen

Logboek. Alle storingen die niet kunnen worden opgeheven moeten direct worden gemeld aan het branddetectiebedrijf / onderhouder.

Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure

LOGBOEK BRANDMELDINSTALLATIE

Kiwa N.V. 3/12/14. Roy Senden. Partner for progress

Programma van Eisen Ontruimingsinstallatie conform NEN 2575:2012

Ontruimingsplan. St. Jeugdvakantiewerk Goirle. Overnachting GOEDGEKEURD. Brandweer Hoofd Afdeling Preventie. d.d.

VERIFICATIETIJD MELDKAMER BRANDWEER: VAN 1 MINUUT NAAR 1+2 MINUTEN. 16 mei Definitief. Notitie.

Programma van Eisen. (Conform NEN2575:2004 met wijzigingsplan NEN2575:2004/C1:2006) : 20 mei 2011

Project STOOM. Symposium NUT 17 november Henk Jongen, Brandweer Gelderland-Midden Projectleider STOOM

Voorbeeld. Ontruimingsplan voor een gebouw met publieksfunctie conform NTA (2004)

OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID

a. Bijlage 1 tekeningen

Programma van Eisen. Het Programma van Eisen is onderverdeeld in een drietal blokken, te weten: 1. Gegevens 2. Eisen 3.

CERTIFICEREN BMI / OAI IN DE PRAKTIJK

VEBON. VEBON-NOVB Eind- en toetstermen Onderhoudsdeskundige Brandmeldinstallaties

Beleidsnotitie. Gemeente Medemblik. inzake. bestuurlijke maatregelen. voor de reductie van nodeloze alarmeringen

Rapport van onderhoud brandmeld- en ontruimingsinstallatie

Technische Verificatie. Erwin Schoemaker Directeur VEBON-NOVB

Waarom naar een nieuwe aanpak? René Hagen, Lector Brandpreventie (Uitvoerder project Nodeloze uitrukken terugdringen )

Prog ramma van Eiser IIIWlm~~~~!!~~~l~~""p"".,;,

Digitaal ontruimingsplan. Precare BV

Programma van Eisen. Brandmeld- en Ontruimingsalarminstallatie Gezondheidszorgcomplex te Schagen

PROGRAMMA VAN EISEN BRANDMELDINSTALLATIE (NEN2535) ONTRUIMINGSALARMINSTALLATIE (NEN2575)

A.1 Uitgangspunten en opbouw van het PvE

Sector Risicobeheersing

Calamiteitenplan. Graaf Jan van Nassauschool. Januari 2008

Rapport van Onderhoud

Protocol versie 3.0. Automatische Branddoormelding via PAC naar RAC

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties

Inhoud Beheer Brandmeldinstallaties Hardware Brandmeldinstallatie 3 Beheerdersfunctie

Programma van Eisen (PvE) branddetectie

Bedieningshandleiding FC 10/4 1zone

STOOM en certificering

Programma van Eisen Ontruimingsinstallatie

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande '

Bedieningshandleiding FC 1004 E

ADVIES. Adviesvraag Is hier terecht een beroep gedaan op het gelijkwaardigheidsbeginsel?

RAPPORT VAN ONDERHOUD. Brandmeldsystemen

Het OMS landschap anno 2014.

Programma van Eisen (PvE) Brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie van het Gastenhuis te Leusden

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

Certificatie bestaande brandmeldinstallaties. LPCB Nederland B.V. R.B.J. (René) Leijzer 26 oktober 2011

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie

NIEUW IN DE NEN 2535:2017

1 ste Netwerkdag STOOM Verificatie

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie

A.3 Model PvE BEM

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie

Organisatie: Kinderdagverblijf Beerengoed Contactpersoon: Mevr. Schelberg. Het betrof een aangekondigde ontruimingsoefening.

BIJLAGEN Lijst bedrijfshulpverleners Ontruimingsplan stroomschema Ontruimingsplan stroomschema H- BHV Ontruimingsplan stroomschema BO

Afwijken van dit advies? Kunt u het aan ons doorgeven als u besluit af te wijken van dit advies? Alvast dank hiervoor.

Programma van Eisen. Handleiding

Brandmeldcentrale BMC M12

Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD. Voorzitter: Piet van Lipzig. Datum: januari 2017

Transcriptie:

Eenduidigheid t.a.v. het resetten van de doormelding c.q. brandmeldinstallatie Opdrachtgever: Brandweer Nederland Voor: Risicobeheersing en Incidentbestrijding Opstellers: projectgroep bewustzijnbevordering STOOM Datum: augustus 2015 1

Inhoud Inleiding:... 3 1.0 Wettelijk kader... 3 1.1 Wat zegt de regelgeving en normering?... 3 1.2 Verantwoordelijk voor de brandmeldinstallatie... 3 1.3 Verantwoordelijkheid t.a.v. brandweerzorg... 4 1.4 Verantwoordelijkheid van de gebruiker... 4 1.5 Verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en burger... 4 1.6 Aansprakelijkheid... 5 1.7 Aanvullende stukken... 5 2.0 Eenduidige omgangsvormen resetten OMS... 5 3.0 Risico s en mogelijke gevolgen... 6 3.1 Welke risico s zijn er wanneer de brandweer de brandmeldinstallatie reset?... 6 3.2 Wat zijn de gevolgen wanneer de brandweer niet meer gereset?... 6 4.0 Conclusies... 7 5.0 Aanbevelingen... 7 6.0 Instructiekaart voor incidentbestrijding: Hoe om te gaan met resetten van de brandmeldinstallatie?... 7 2

Inleiding: In de projectomschrijving van het deelproject Bewustzijnsbevordering is de vraag gesteld om een eenduidige omschrijving op te stellen: hoe om te gaan met het resetten van de automatische doormelding van een brandmeldinstallatie. Er bestaat onduidelijkheid over het wel of niet mogen of willen resetten van de brandmeldinstallatie. En als er dan gereset word, wat reset je dan? Alleen de doormelding of de gehele installatie met alle bijbehorende stuurfuncties. 1.0 Wettelijk kader 1.1 Wat zegt de regelgeving en normering? Uit wetgeving of voorwaarden blijkt nergens dat de brandweer wel of niet mag resetten. Enerzijds zal door het besluit van de Raad van Brandweercommandanten om verificatie toe te passen de brandweer steeds minder ter plaatse komen. Anderzijds zal steeds meer brandmeldingen door intelligente melders in het bouwwerk geverifieerd worden. In de NEN2654-1, zijn eisen vastgelegd voor het beheer, de controle en het onderhoud van brandmeldinstallaties. Een van de eisen is de aanstelling van een beheerder. Deze dient aantoonbaar te zijn opgeleid en dient bepaalde maandelijkse en vier maandelijkse controles uit te voeren, registraties bij te houden en klein preventief onderhoud uit te voeren. De beheerder BMI is het eerste aanspreekpunt voor de brandweer. De NEN 2535: 3.31 Resetten (definitie) bedieningshandeling die de brand- en/of storingsconditie opheft. 6.5 Brandweerpaneel, 6.5.1 Algemeen stelt: Op of nabij het brandweerpaneel kan door de bevoegde autoriteit een voorziening worden geëist waarmee de brandalarmstatus met de hand kan worden hersteld. Resetten gebeurd met een sleutelschakelaar die wordt bediend met de standaarddriehoeksleutel van de brandweer. Deze eis is niet van toepassing bij bewaking ter plaatse gedurende 24 uur of indien er geen doormelding plaatsvindt. De NEN 2535 geeft aan dat met deze voorziening het eventueel mogelijk is zonder tussenkomst van een beheerder brandmeldinstallatie (zie NEN 2654-1) de brandmeldinstallatie te resetten. Ook wordt aangegeven dat bij het resetten de verrichte stuurfuncties van de automatische brandbeveiligingsinstallaties dienen te worden gereset. 1.2 Verantwoordelijk voor de brandmeldinstallatie De brandmeldinstallatie is van de eigenaar of gebruiker van een bouwwerk. Een doormelding kan vanuit het Bouwbesluit (ondersteunen van de ontruiming), Wet Milieubeheer (gevaarlijke stoffen) of op basis van gelijkwaardigheid (brandcompartimenten) geëist worden. De eigenaar is verantwoordelijk dat zijn of haar brandmeldinstallatie conform de NEN 2654-1,2 wordt onthouden en beheerd door een beheerder brandmeldinstallatie. Het resetten is een expliciete taak van de beheerder BMI en als zodanig vastgelegd in de NEN 2654-1. De beheerder BMI kan deze taak delegeren aan derden. 3

De rijksoverheid geeft haar visie t.a.v. brandveiligheid al volgt weer (p. 4, visie op brandveiligheid, BZK, juni 2009): De verantwoordelijkheid voor brandpreventie is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij burgers en bedrijven primair verantwoordelijk zijn en waar de overheid de kaders bepaalt, waar mogelijk ondersteunt en toeziet op de naleving Gebouwbeheerders zijn verantwoordelijk voor het gebouw en organisatie, niet de overheid Waar nodig zal de regelgeving worden aangepast om wettelijke verantwoordelijkheden voor gemeenten en brandweer helder te hebben 1.3 Verantwoordelijkheid t.a.v. brandweerzorg Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor brandweerzorg. De burger heeft verwachtingen ten aanzien van deze brandweerzorg. Laat of helemaal niet reageren op een melding kan gezien worden als onzorgvuldig en maatschappelijk onbetamelijk. Er is dan een risico met betrekking tot aansprakelijkheid voor schade. Zeker gelet op de nadruk die de wetgever legt op snelheid van handelen door de brandweer (Wet Veiligheidsregio s en Bouwbesluit 2013). Anderzijds biedt dezelfde Wet Veiligheidsregio s de regionale alarmcentrale ruimte (lees: tijd) ten gevolge van haar taak om meldingen te ontvangen en te beoordelen (art. 35 lid 2). 1.4 Verantwoordelijkheid van de gebruiker De inzet van het project STOOM is dat uiteindelijk de gebruiker de verantwoordelijkheid draagt voor de meldingen. Ook het ministerie van BZK onderkent de rol van de gebruiker: Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om een brand te ontdekken en te melden. De brandmeldinstallatie ondersteunt daarbij. Van de gebruiker wordt verwacht dat er gehoor wordt gegeven aan een intern alarm, verifieert of er daadwerkelijk brand is, de brand meldt en/of afmeldt en de meldkamer helpt bij het beoordelen van het incident (p. 26, Infoblad Bouwbesluit 2012 Brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie, BZK, april 2014). 1.5 Verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid en burger Om juridische implicaties over aansprakelijkheid te kunnen duiden, is het van belang stil te staan bij een belangrijke kentering in de cultuur van hulp en hulpverlening. Verschillende ontwikkelingen geven aan dat er sprake is van een zekere kentering als het gaat om de verdeling van verantwoordelijkheden tussen overheid en burger bij het voorkomen van gevaarlijke situaties en/of het optreden bij calamiteiten. Onderkend wordt dat de overheid, vanwege de schaarse middelen, onmogelijk alleen de verantwoordelijkheid kan dragen voor de bescherming van publieke veiligheid. Een en ander rechtvaardigt dat meer en meer de nadruk komt te liggen op het zelf organiserend vermogen en zelfredzaamheid van de burger bij (brand)veiligheid). We zien een verschuiving van zorgzame overheid naar een grotere eigen verantwoordelijkheid van de (zelfredzame) burger. 4

In het geval van de brandmeldinstallaties komt deze kentering tot uitdrukking in het Bouwbesluit 2012. Bij dit besluit is bepaald dat de verplichte doormelding naar een regionale alarmcentrale slechts voor een beperkte categorie objecten geldt (in het bijzonder bij verblijf van personen die geen handelsperspectief hebben bij brand). 1.6 Aansprakelijkheid Het strafrecht speelt een rol als door nalatigheid van de kant van de brandweer, mensen om het leven komen of ernstig letsel oplopen. In dat geval kan sprake zijn van dood door schuld of zwaar lichamelijk letsel door schuld. Dit komt aan de orde als inadequaat wordt gereageerd op meldingen als gevolg waarvan mensen om het leven komen of ernstig letsel oplopen. Het moet hierbij gaan om grove nalatigheid. Wat betreft het civiele aansprakelijkheidsrecht wordt van de brandweer zorgvuldig handelen verwacht. Als schade (materiele of immateriële) ontstaat doordat met onvoldoende zorg is opgetreden, bijvoorbeeld omdat niet of te laat op een alarmering is gereageerd. Anders dat in het strafrecht gaat het hier niet om een straf of boete, maar om schadevergoeding. Kort gezegd; Het kan gebeuren dat een brandmeldinstallatie defect raakt en/ of er schade ontstaat indien de brandweer reset. Van belang is de mate van onzorgvuldigheid/ nalatigheid. Aansprakelijkheid wordt veelal uitgesloten in de OMS aansluitvoorwaarden maar deze zijn niet eenduidig, landelijk gezien. Los daarvan is het ook niet met zekerheid te zeggen dat er geen sprake is van een verplichting om schade toch te vergoeden. Dat zal van de omstandigheden afhangen. 1.7 Aanvullende stukken Per veiligheidsregio kunnen afspraken zijn vastgelegd, bijvoorbeeld over het wel of niet resetten van de brandmeldinstallatie, de opkomsttijd van het waarschuwingsadres en de aansprakelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan de aansluitvoorwaarden en handleiding OMS of instructiekaarten o.i.d. waarin omgangsvormen over het OMS in kunnen staan. 2.0 Eenduidige omgangsvormen resetten OMS Met het oog op de toekomst en het in gedachten nemen van de landelijke ontwikkelingen die gaande zijn, is het volgende standpunt ingenomen. Met landelijke ontwikkelingen wordt bedoeld de terugtredende overheid en het meer toespitsen op de eigenverantwoordelijkheid van de gebruiker maar ook de wet Private Kwaliteitsborging. Maar ook de ontwikkelingen die in het Bouwbesluit 2012 zijn doorgevoerd waar onder andere de verplichting is komen te vervallen om een programma van eisen of iets dergelijks voor een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie bij het bevoegd gezag ter toetsing/goedkeuring in te dienen. Ook zijn het aantal verplichte doormeldingen aanzienlijk gereduceerd. Bij de meeste gebruiksfuncties die nu verplicht moeten doormelden is er sprake van een 24 uurs aanwezigheid van personen. Het is dan ook aannemelijk dat iets wat niet hard in de norm staat ook niet overgenomen zal gaan worden en de installatie er op afkeuren kan ook niet. Uiteraard moet hier ook het gedachtegoed van project STOOM in meegenomen worden, dan vooral 5

het verifiëren van de meldingen. De brandweer zal dan ook minder te plaatse komen en ook niet kunnen resetten. Installaties kunnen dus in alarm blijven staan totdat er actie wordt ondernomen door opgeleid persoon. Er zijn al ontwikkelingen dat brandmeldinstallaties via een app bediend kunnen worden, of door op afstand in te loggen, hierdoor is de aanwezigheid vanuit het object overbodig. Aangezien niet iedere brandmeldinstallatie in de toekomst (en nu ook al) is voorzien van een herstelschakelaar, ontstaat er onduidelijkheid bij de gebruiker en de brandweer. Daarnaast zal de brandweer niet overal meer en altijd ter plaatse komen als gevolg van verificatie op de meldkamer. 3.0 Risico s en mogelijke gevolgen 3.1 Welke risico s zijn er wanneer de brandweer de brandmeldinstallatie reset? De kans is groot dat na het resetten van de brandmeldinstallatie de nodeloze brandmelding terugkomt, bijvoorbeeld door een vervuilde en/of defecte melder. Of door een handbrandmelder die geactiveerd en nog niet gereset is; Veelal dient eerst de oorzaak van de nodeloze brandmelding opgelost te worden voordat de brandmeldinstallatie gereset kan worden? Wie mag dit doen? (beheerder brandmeldinstallatie, opgeleid persoon, branddetectiebedrijf); Wanneer je het resetten daadwerkelijk op de brandmeldinstallatie uitvoert is de kans aanwezig dat je onbedoeld en onbewust, sturingen uitschakelt. Denk dan bijvoorbeeld aan sturingen zoals het sluiten van brandwerende deuren, uitschakelen van de doormelding, het uitschakelen van lussen (automatische melders) of het aansturen van de ontruimingsalarminstallatie. 3.2 Wat zijn de gevolgen wanneer de brandweer niet meer gereset? De eigenaar/gebruiker dient zelf de brandmeldinstallatie te resetten. Bij 24 uur functies is dat geen probleem. Bij bouwwerken met bijvoorbeeld de functies logies, bijeenkomst of bouwwerk geen gebouw zijnde, zijn niet in alle gevallen 24 uur per dag personen aanwezig die de brandmeldinstallatie kunnen resetten. De beheerder brandmeldinstallatie of opgeleid persoon moet van elders komen om de brandmeldinstallatie te resetten; Het kan langer duren voordat de brandmeldinstallatie is gereset. Denk aan de opkomsttijd van de beheerder brandmeldinstallatie. Gedurende deze tijd vindt er wel detectie van de brand plaats, echter wordt deze niet doorgemeld naar de brandweer. (Kan per veiligheidsregio verschillen); Voor de brandweer kan het vervelend zijn het bouwwerk te verlaten zonder dat de brandmeldinstallatie is gereset. Voorbeelden: de slow-hoop blijft afgaan, deuren blijven dicht, zoemer gaat af of het bouwwerk kan niet meer afgesloten worden. 6

4.0 Conclusies 1. De eigenaar of gebruiker van het bouwwerk is verantwoordelijk voor het resetten van haar of zijn brandmeldinstallatie; 2. Nergens in de wetgeving is er een eis opgenomen dat de brandweer de brandmeldinstallatie wel of niet mag resetten; 3. Bij het eisen van een terugstelmogelijkheid en het resetten van de brandmeldinstallatie trekt de brandweer tegen de trend van de maatschappelijke ontwikkeling- de verantwoording naar zich toe; 4. Als er geen herstelschakelaar op of in de buurt van de brandmeldinstallatie c.q. brandmeldpaneel aanwezig is, zal de brandweer niet resetten; 5. De herstelschakelaar mogelijkheid op of nabij het brandmeldpaneel hoeft geen aanvullende eis meer te zijn. De brandweer zal dan ook niet meer resetten. Dit zal te allen tijde gebeuren door een opgeleid persoon vanuit het object, het zij ter plaatse of op afstand. 5.0 Aanbevelingen 1. Per direct stoppen met het adviseren van een terugstelmogelijkheid op de brandmeldinstallatie of op het (geografisch brandmeldpaneel); 2. Stop per direct als brandweer met het resetten van de brandmeldinstallatie; 3. Informeer en maak de abonnee bewust van de gevolgen, betreffende het niet meer resetten van de brandmeldinstallatie door de brandweer; 4. Informeer incidentbestrijding waarom er niet meer gereset wordt. (Zie de bijgevoegde instructiekaart); 5. De mogelijkheid tot het eisen van de herstelschakelaar niet meer in de NEN 2535 toepassen. 6.0 Instructiekaart voor incidentbestrijding: Hoe om te gaan met resetten van de brandmeldinstallatie? Uitruk OMS melding: 1. Ter plaatse, verifieer de OMS melding, is deze echt of loos; Bij loos alarm: 2. Registreer de melding conform uw regionale procedure; 3. Draag het incident over aan: Bij aanwezigheid van personen: de verantwoordelijke BHV, er, beheerder brandmeldinstallatie of opgeleid persoon Bij afwezigheid van personen: laat de alarmcentrale (of hoe dat ook georganiseerd is) een waarschuwingsadres (WA) bellen. 4. Is deze ter plaatse, draag het over aan de desbetreffende persoon. 5. Is deze na.minuten 1 niet ter plaatse, verlaat dan na het afsluiten het bouwwerk; 6. Is het bouwwerk niet afsluitbaar, draag het bouwwerk over aan de politie. 1 Tijden vastgelegd in de aansluitvoorwaarden OMS. Per veiligheidsregio kan dit verschillen. Opkomsttijd van een waarschuwingsadres is meestal 15 minuten. 7