Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties Beloningsbeleid SPW 26 Juni 2018
Inhoudsopgave Versiebeheer... 3 1 Inleiding... 4 2 Doel beloningsbeleid... 4 3 Uitgangspunten beloningsbeleid... 4 4 Overzicht beloningen... 4 4.1 Bestuur... 5 4.1.1 Tijdsbesteding... 5 4.1.2 Betaling en btw-vergoeding... 5 4.2 Raad van toezicht... 5 4.3 Verantwoordingsorgaan... 6 4.4 Sleutelfuncties... 6 5 Transparantie beloningsbeleid... 6 6 Evaluatie beloningsbeleid... 6-2 -
Versiebeheer Versie Datum Omschrijving 1.0 16-12-2011 Bestuursbesluit 2.0 12-12-2012 Bestuursbesluit 3.0 20-02-2014 Toevoeging beloning onafhankelijk bestuurder aan beleid 4.0 15-05-2014 Aanpassing beloning onafhankelijk bestuurder 5.0 11-11-2014 Besluit over vergoeding BTW 6.0 06-10-2015 Besluit over aanpassing tijdsbesteding en beloning onafhankelijk bestuurder 7.0 03-03-2016 Samenvoeging beloningsbeleid bestuur, raad van toezicht en verantwoordingsorgaan 8.0 21-04-2016 Aangepast aan besluit bestuur d.d. 22-03-2016 9.0 21-09-2016 Paragraaf 4.2 (loskoppeling beloning RvT van beloning bestuur) aan besluit bestuur 28 juni 2016 en advies Verantwoordingsorgaan 21 september 2016 9.1 26-6-2018 Aangepast o.g.v. overwegingen bestuursbesluit 26 juni 2018-3 -
1 Inleiding Voor pensioenfondsen geldt dat zij op grond van artikel 143 Pensioenwet een beheerste en integere bedrijfsvoering moeten waarborgen. Op grond van artikel 21 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (hierna: Bftk) wordt hier onder verstaan dat een fonds een beleid voert gericht op het duurzaam beheersen van te lopen financiële risico s en andere dan financiële risico s. Daarbij ligt het in de rede dat fondsen zorgvuldig omgaan met beloningen en een beloningsbeleid opstellen. De verplichting tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid is opgenomen in artikel 21a van het Bftk. In dit document is het beloningsbeleid van Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (hierna: SPW) opgenomen. SPW voert een beheerst, passend en duurzaam beloningsbeleid en geeft met dit beleid invulling aan artikel 21a van het Bftk. SPW heeft daarbij een afweging gemaakt op basis van de maatschappelijke doelstelling van SPW, de passendheid binnen de sector Woondiensten en de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. SPW voert op grond van deze overwegingen een beloningsbeleid dat niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico s dan voor het fonds aanvaardbaar is. SPW legt dit beleid schriftelijk vast en draagt er zorg voor dit beleid te implementeren en in stand te houden. Het beloningsbeleid betreft uitsluitend de beloningen en vergoedingen die SPW direct betaalt aan de leden van de diverse organen van het fonds. Het gaat niet om beloningen en vergoedingen door partijen waaraan het pensioenfonds werkzaamheden heeft uitbesteed, waaronder advieswerk, of beloningen van de medewerkers van het bestuursbureau. Het in dit document beschreven beloningsbeleid geldt vanaf 1 januari 2019. 2 Doel beloningsbeleid Het beloningsbeleid is in eerste instantie gericht op het bevorderen, aantrekken en behouden van geschikte leden voor de diverse organen van SPW. Dit alles binnen een beheerste en integere bedrijfsvoering en gericht op de lange termijn. Dit houdt mede in dat het beloningsbeleid niet aanmoedigt tot het nemen van meer risico s dan voor het fonds aanvaardbaar is. Het beleid is afgestemd op de omvang en organisatie van het fonds en op de aard, omvang en complexiteit van haar werkzaamheden. Het beleid omschrijft de beloningscomponenten en beloningsstructuren die ertoe zouden kunnen bijdragen dat het fonds meer risico s neemt dan voor haar aanvaardbaar is. Het beloningsbeleid maakt onderdeel uit van het personeelsbeleid van het fonds. De eisen en competenties die aan de leden van de verschillende organen worden gesteld zijn opgenomen in het van toepassing zijnde functieprofiel (bestuur), de profielschets (raad van toezicht) en de competentievisie (verantwoordingsorgaan). 3 Uitgangspunten beloningsbeleid De volgende (algemene) uitgangspunten worden gehanteerd bij het beloningsbeleid: marktconform i.v.m. aantrekken en behouden geschikte personen maatschappelijk verantwoord / gerechtvaardigd belang van belanghebbenden centraal langetermijndoelstelling transparant eenvoudig voldoen aan wet- en regelgeving geen variabele beloningsonderdelen 4 Overzicht beloningen Het bestuur heeft gekozen voor vaste vergoedingen voor bestuursleden en leden van de raad van toezicht en voor een vacatievergoeding per bijgewoonde vergadering voor leden van het verantwoordingsorgaan. De beloning staat hierdoor in redelijke verhouding tot de gedragen verantwoordelijkheid en het tijdsbeslag. Het bestuur kent geen prestatiegerelateerde beloningen toe. Ook verstrekt het bestuur geen ontslagvergoedingen. Het bestuur legt het beloningsbeleid overeenkomstig artikel 4, lid 7, sub a van het Reglement verantwoordingsorgaan ter advisering voor aan het verantwoordingsorgaan. - 4 -
Het beloningsbeleid wordt aan de raad van toezicht ter goedkeuring voorgelegd, met uitzondering van de beloning van de raad van toezicht. 4.1 Bestuur Het bestuur volgt de uitgangspunten van de Pensioenfederatie. In de aanbeveling van de Pensioenfederatie uit 2011 is voorgesteld om de vergoedingsregeling te bezien via de methode van vervangingswaarde: voor bestuursleden van bedrijfstakpensioenfondsen in dienst van een vakorganisatie of een brancheorganisatie worden in de regel drie niveaus gehanteerd: 1. Bestuurslid bij een groot bedrijfstakpensioenfonds 2. Bestuurslid bij een middelgroot bedrijfstakpensioenfonds 3. Bestuurslid bij een klein bedrijfstakpensioenfonds. De totale werkgeverslasten bedragen gemiddeld voor deze drie categorieën op jaarbasis 140.000,-, respectievelijk 125.000,- en 100.000,- (op fulltime basis). Een pensioenfonds kan deze jaarkosten als richting gebruiken voor het bepalen van een compensatie, gegeven het tijdsbeslag dat voor het fonds wordt geraamd. SPW rekent zichtzelf, gelet op de omvang van het belegd vermogen, het aantal deelnemers en de complexiteit/het risicoprofiel tot de grote bedrijfstakpensioenfondsen. Daarnaast relateert SPW de beloning aan hetgeen marktconform is in de sector Woondiensten, de TPRA-monitor Beloningen 2017 (Toezichtklasse T3, groot fonds, 4-25 miljard) en de opvattingen van Aedes en vakorganisaties anno 2018 over beloningen van pensioenfondsbestuurders. In tabel 6 van de TPRA-monitor beloningen 2017 wordt een onderscheid gemaakt tussen fondsen met een technische voorziening van minder (Groot A) en meer (Groot B) dan 10 miljard. Al doende komt TPRA met een onderverdeling in T3A en T3B + T4. Het uitgangspunt is daarmee een beloning naar het niveau van groot B (T3 B + T4). Reis-en verblijfskosten maken onderdeel uit van de beloning. Slechts vergoedingen voor studie of opleiding, waaronder eventuele verblijfskosten, in verband met het bestuurslidmaatschap bij SPW komen voor vergoeding in aanmerking. De beloning is hiermee naar het oordeel van het bestuur maatschappelijk verantwoord en sluit aan bij wat in de markt voor vergelijkbare fondsen gebruikelijk is. Tevens stelt de beloning SPW in staat kwalitatief goede bestuurders aan te trekken. 4.1.1 Tijdsbesteding Gemiddeld wordt een bestuurslid van SPW geacht een dag per week te besteden aan het besturen van het fonds en additioneel een ½ dag in de week per bestuurscommissie. Hierin zijn ook studie, lezen, overleg, bijeenkomsten en dergelijke begrepen. De geschatte tijdsbesteding is gebaseerd op de omvang van het belegd vermogen, het aantal deelnemers en de complexiteit/het risicoprofiel van SPW. 4.1.2 Betaling en btw-vergoeding De beloning voor de bestuursleden namens werkgevers en werknemers wordt overgemaakt aan de voordragende organisaties. Het is aan de voordragende organisaties zelf om de beloning te bepalen van de voorgedragen kandidaat. SPW is daarin geen partij. De beloning voor de bestuurder namens pensioengerechtigden en de onafhankelijk bestuurder wordt rechtstreeks naar betrokkenen overgemaakt. Over de beloning wordt btw vergoed, voor zover niet van vrijstelling sprake is. 4.2 Raad van toezicht Met de leden van de raad van toezicht worden aparte opdrachtbevestigingen afgesloten. De leden worden geacht gemiddeld een halve dag per week te besteden aan het fonds. Hierin zijn ook studie, lezen, overleg, bijeenkomsten, commissies en dergelijke begrepen. De beloning van de leden van de raad van toezicht bedraagt 12.500 per jaar, excl. BTW. De voorzitter wordt geacht gemiddeld meer tijd te besteden aan het fonds dan de overige leden. Voor de beloning van de voorzitter wordt daarom een opslag gehanteerd van 20%. De beloning van de voorzitter komt daarmee uit op 15.000 per jaar, excl. BTW. - 5 -
Reis-en verblijfskosten maken onderdeel uit van de beloning evenals kosten voor het bijhouden van de eigen deskundigheid, waaronder het bezoek aan congressen en vertegenwoordigingen namens SPW. 4.3 Verantwoordingsorgaan De voor de leden van het verantwoordingsorgaan vastgestelde vergoeding is gelijk aan de standaardvacatievergoeding die geldt voor leden van de Sociaal-Economische Raad (SER). De reden hiervoor is dat leden van het verantwoordingsorgaan werknemers, werkgevers en gepensioneerden uit de sector zijn met inkomen uit loon of pensioen. Voor hen is dit lidmaatschap geen hoofdfunctie maar additioneel. Daar waar bestuurders en leden van de raad van toezicht worden betaald voor permanente beschikbaarheid (op basis van een bepaald aantal dagdelen per week), moeten leden van het verantwoordingsorgaan voor hun hoofdfunctie tijd vrijmaken voor het bijwonen van een vergadering. Een vacatievergoeding op basis van bijgewoonde vergaderingen ligt hier dan ook meer in de rede. Deze vergoeding bedraagt per vergadering tot drie uur 410 voor leden van het verantwoordingsorgaan. Hierin zijn ook studie, lezen en dergelijke begrepen. De reiskostenvergoeding per vergadering is gebaseerd op een vergoeding van 0,28 per kilometer, dan wel de kosten voor het openbaar vervoer (bron: SER-besluit). Het verantwoordingsorgaan verricht ter voorbereiding van de vergaderingen werk in werkgroepen. Als vergoeding voor de werkgroepen geldt dezelfde vergoeding als voor de vergaderingen van het verantwoordingsorgaan, met dien verstande dat op jaarbasis niet meer dan in totaal 28 dagdelen á 410 vergoed worden (totaal dus 11.480). 4.4 Sleutelfuncties Het is nog niet bekend wat IORP II betekent voor de inrichting van de sleutelfuncties risicomanager, actuaris en interne auditor binnen SPW. Daarom wordt deze paragraaf pro forma opgenomen en te zijner tijd uitgewerkt. De IORP II richtlijn moet uiterlijk 13 januari 2019 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Deze regelgeving wordt pas dan van kracht. 5 Transparantie beloningsbeleid Het beloningsbeleid is transparant en wordt gecommuniceerd op de website van SPW en in het jaarverslag. Van een beheerst beloningsbeleid gaan geen verkeerde prikkels uit die kunnen leiden tot onverantwoorde risico s en/of onzorgvuldige behandelingen van de bij het fonds betrokken belanghebbenden. 6 Evaluatie beloningsbeleid Eenmaal in de drie jaar vindt door het bestuur een evaluatie plaats van het beloningsbeleid, waarbij o.a. de volgende aspecten zullen worden bekeken: Voldoet het beloningsbeleid nog aan de geformuleerde doelstellingen en uitgangspunten? Zijn er wijzigingen in wet- en regelgeving die consequenties hebben voor het beloningsbeleid? Dient het beloningsbeleid aangepast te worden op basis van gewijzigde inzichten? - 6 -