4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's onder andere door middel van de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. 4.1 Algemene ontwikkelingen Voor treasury is het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie van wezenlijk belang om de treasuryfunctie naar behoren uit te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de informatie die direct betrekking heeft op de aan- en verkoop van gronden en uitvoering van grote werken/prioriteiten etc. De kwaliteit van de treasuryfunctie is sterk afhankelijk van de informatie welke wordt aangeleverd door de verschillende sectoren omtrent de planning van hun activiteiten en de financiële gevolgen. Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid, is het (verwachte en werkelijke) verloop van de rente. De gemeente Edam-Volendam stelt zelf geen rentevisie op maar zal aan de hand van rentevisies van gerenommeerde financiële instellingen haar beleid bepalen. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren. Gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen zijn verplicht om hun tegoeden aan te houden in de Nederlandse schatkist. Dit heeft een positief effect op de omvang van de staatsschuld. Decentrale overheden krijgen dan op de deposito s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. 4.2 Gemeentefinanciering De gemeente streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico s van de gemeente te beheersen. Daartoe wordt bij het afsluiten van leningen rekening gehouden met de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Vaste geldleningen Op 15 oktober 2010 is er voor het laatst een nieuwe geldlening aangetrokken. Op het moment dat deze paragraaf werd opgesteld waren er in 2013 geen vaste geldleningen aangetrokken. Op basis van het liquiditeiten overzicht zal er voor het einde van het jaar waarschijnlijk geen vaste geldlening moeten worden afgesloten. De verwachting is dat dit in 2014 wel weer noodzakelijk zal zijn. In 2005 is voor het laatst gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een lening vervroegd af te lossen en deze te converteren naar een nieuwe lening tegen een lagere rente. Alle resterende leningen zijn rentevast en kunnen niet vervroegd worden afgelost. Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. ( x 1.000) 2013 2014 2015 2016 2017 Stand per 1 januari 28.162 25.617 23.337 21.216 19.255 Rente 1.231 1.119 1.020 926 926 Aflossingen 2.545 2.280 2.121 1.961 1.961 Stand per 31 december 25.617 23.337 21.216 19.255 17.294 (gewogen) gem. rente leningen 4,38 % 4,37 % 4,37 % 4,37 % 4,35 %
Kortlopende geldleningen Gedurende het jaar 2012 was het saldo van onze gemeente in de rekening courant bij de BNG gemiddeld 8,7 mln. positief. Per 1 januari 2012 bedroeg het saldo 16 mln. positief en aan het einde van het jaar 2012 6 mln. positief. Het gemiddelde rentepercentage voor de rekening courant bedroeg 0,326 procent. Per saldo heeft de gemeente 17.436 aan rente ontvangen van de BNG. De gemeente heeft bij verschillende banken geïnformeerd naar de mogelijkheid om geld weg te zetten op een kortlopend deposito maar de geboden rentepercentages waren niet interessant. In het lopende jaar 2013 heeft de gemeente in de rekening courant bij de BNG gemiddeld 2,7 mln. positief gestaan. Het gemiddelde rentepercentage voor de rekening courant schommelde rond de 0,12 procent. De geboden rente op kort- en langlopende deposito s was lager dan de rente die de gemeente kreeg op de rekening courant. De verwachting is dat de rente in 2014 weer iets zal oplopen. Schatkistbankieren Zoals eerder vermeld heeft de overheid in het Begrotingsakkoord opgenomen dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren. De Gemeente Edam-Volendam moet zijn overtollig kasgeld dus onderbrengen bij de overheid. Afgezien van de mogelijkheid om aan elkaar leningen te verstrekken zijn decentrale overheden verplicht alle middelen die ze niet direct nodig hebben voor hun publieke taak in de schatkist aan te houden. Wel is er sprake van een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel is afhankelijk van de financiële omvang van een decentrale overheid. De drempel is vastgesteld op 0,75% van het jaarlijkse begrotingstotaal, met een minimum van 0,25 mln. en een maximum van 2,5 mln. Dit betekent dat een decentrale overheid altijd de eerste 250.000 buiten de schatkist mag houden, en dat een decentrale overheid afhankelijk van de begrotingsomvang maximaal 2,5 miljoen buiten de schatkist mag laten. De drempel voor de Gemeente Edam-Volendam ligt voor 2013 op 0,75% x 57.834.703 = 433.760. Decentrale overheden krijgen op de deposito s een rente vergoed die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die ze op de markt aangaat. De gemeente heeft bij de BNG een zogenaamde werkrekening geopend. Deze nieuwe, losstaande rekening wordt door de gemeente uitsluitend gebruikt om middelen van en naar de schatkist over te boeken. Dit doet de gemeente door zelf geld op te nemen van, of over te boeken naar de nieuwe rekening. Wanneer de gemeente geen overtollige middelen heeft of wanneer de overtollige middelen onder het drempelbedrag blijven, zijn er dus geen transacties nodig. Het Ministerie van Financiën koppelt de nieuwe rekening aan een rekening-courant van de gemeente bij het Ministerie. Door die koppeling wordt een positief saldo op de nieuwe rekening aan het einde van de dag afgeroomd ten gunste van de rekening-courant bij de schatkist of wordt een negatief saldo aangevuld ten laste van de rekening-courant. Dat laatste is alleen mogelijk wanneer de rekening-courant van de gemeente bij de schatkist voldoende saldo heeft. De afroming en aanzuivering verloopt volledig geautomatiseerd. Reserves en Voorzieningen Over het totaal van de reserves en voorzieningen is een rentevergoeding (bespaarde rente) geraamd van 2.131.055. Van dit bedrag wordt 736.872 toegevoegd aan de bestemde reserves en voorzieningen en is een bedrag van 1.394.183 ten gunste van de algemene middelen geraamd.
Onderstaande tabel geeft de verwachte verloop van onze reserves en voorzieningen weer: ( x 1.000) per 1-1 2013 2014 2015 2016 2017 Algemene Reserves 21.844 21.294 18.873 22.667 22.667 Bestemde Reserves 30.035 27.409 24.932 23.138 21.684 Voorzieningen 7.436 7.665 7.901 8.143 8.393 Totaal per 1 januari 59.315 56.367 51.706 53.948 52.744 4.3 Risicobeheer De belangrijkste financiële risico s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico s, renterisico s en kredietrisico s. Hieronder wordt weergegeven op welke wijze de gemeente deze risico s beheerst. 4.3.1 Koersrisicobeheer De koersrisico s van de gemeente Edam-Volendam zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito's, rekening-courant en daggeld. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op deze einddatum is dus geen sprake van koersrisico's. Ook de koersschommelingen gedurende de looptijd zijn beperkt, omdat de uitzettingen een relatief korte gemiddelde looptijd (duration) hebben. 4.3.2 Renterisicobeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Juist voor de korte termijn geldt dat de renterisico s aanzienlijk kunnen zijn, gezien de fluctuaties op geldmarkt. De kasgeldlimiet voor de gemeente Edam-Volendam bedraagt voor het jaar 2014 5.590.626. Dit bedrag wordt berekend door het totaal van de begroting, 65,7 mln. voor 2014, maal 8,5% te nemen. De kasgeldlimiet zal in het begrotingsjaar 2014 naar verwachting niet worden overschreden. Indien een noodzakelijke kortlopende financiering, gedaan in het kader van het grondbeleid, oorzaak is van een tijdelijke overschrijding van de kasgeldlimiet dan zal de gemeente hiervoor ontheffing vragen van de toezichthouder. Renterisiconorm De renterisico s op de vaste schuld worden ingekaderd middels de renterisiconorm. Jaarlijks mogen de renterisico s uit hoofde van renteherziening en herfinanciering niet hoger zijn dan 20% van het totale begrotingssaldo aan begin van het jaar. Het doel is op deze wijze spreiding te krijgen in de rentetypische looptijden in de leningenportefeuille waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt op de rentelasten. Uit de verplichte staat renterisiconorm welke op de volgende pagina is opgenomen blijkt dat de renterisiconorm in 2014 binnen de limiet van 20% blijft.
Staat Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld over het jaar 2014 Berekening renterisico op de vaste schuld Op deze staat dient eenmaal per jaar over het voorgaande jaar het renterisico op de vaste Bedrag schuld x te worden gerapporteerd. Het gaat hierbij om de het renterisico van het gehele openbaar lichaam, 1.000 inclusief bedrijven en andere takken van dienst. Deze staat wordt jaarlijks als onderdeel van de (1a) financieringsparagraaf Renteherziening op bij het vaste jaarverslag schuld o/g naar de toezichthouder verzonden. 0 (1b) Bij het Renteherziening bepalen of een lening op vaste tot de schuld vaste u/g schuld gerekend kan worden, dient rekening te worden 0 gehouden met de gehanteerde derivaten. Uitgangspunt hierbij is dat het resultaat van de onderliggende (2 lening ) Renteherziening het derivaat op telt. vaste Een lange schuld variabelrentende (1a-1b) lening (bv. 3 maands rente) waarop een derivaat 0 wordt afgesloten, met als gevolg een vaste rente (langer dan 1 jaar vast), heeft een rentetypische (3a) looptijd Nieuw langer aangetrokken dan 1 jaar en vaste dient schuld dus tot de vaste schuld te worden gerekend. 0 (3b) Nieuw uitgezette lange leningen 0 (4 ) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 0 (5 ) Betaalde aflossing verplichte aflossing 2.280 (5 ) Betaalde aflossing vrijwillige vervroegde aflossing 0 (5 ) Totaal betaalde aflossing 2.280 (6 ) Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 0 ( 7) Renterisico op de vaste schuld (2+6) 0 (8 ) Renterisico norm 13.154 (9a) Ruimte onder renterisiconorm (8-7) 13.154 (9b) Overschrijding van de renterisiconorm (7-8) Berekening renterisiconorm (10) Stand begrotingssaldo begin jaar 65.772 (11) Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 20% (12) Renterisiconorm 13.154 Toelichting Post 6: Indien de netto nieuw aangetrokken vaste schuld de aflossingen overstijgt, zal deze nieuwe 4.3.3 schuld Kredietrisico s slechts ter grootte van de betaalde aflossingen ter herfinanciering worden gebruikt. Indien de De aflossingen uitzettingen de in netto het nieuw kader aangetrokken van treasury vaste kennen schuld een overstijgen, beperkt risico. kan ervan Conform worden het uitgegaan dat de treasurystatuut gehele netto nieuw worden aangetrokken uitsluitend vaste gelden schuld uitgezet voor herfinanciering bij financiële wordt instelling aangewend. statutair gelieerd aan de Post Nederlandse 7: Bij bepaling overheid. van Die het renterisico tevens onder mag toezicht worden gesaldeerd staan van voor de Nederlandse uitzettingen (zie Bank, 3b) voor zoals zover de Bank deze voor dezelfde Nederlandse rentetypische Gemeenten looptijd hebben te Den als Haag, aangetrokken de Nederlandse leningen (zie Waterschapsbank 3a). De ontvangen te Den Haag aflossingen het ministerie (op vaste schuld van Financiën. u/g) worden niet expliciet in de bepaling van het renterisico meegenomen. Hogere ontvangen aflossingen werken namelijk via een lager aangetrokken vaste schuld door in de hoogte van herfinanciering.
4.4 EMU-saldo In duizenden euro's 2013 2014 2015 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -3.265-4.897 2.000 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 5.791 5.128 4.638 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 250 295 302 6.523 1.115 250 9.967 6.631 6.537 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 6.572 10.945 7.521 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) nee nee ja b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? - - 3.794 Berekend EMU-saldo -7.142 3.725 3.880