No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Vergelijkbare documenten
Handboek scheiden en de kinderen

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Ed Spruijt Helga Kormos. Handboek scheiden en de kinderen

Onderzoek als project

1 Inleiding: scheiden en de kinderen 11 2 Opzet van het boek 22 3 Cijfers en feiten over scheiden en kinderen 29

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Denken + Doen = Durven

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Denken + Doen = Durven

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Neem de regie over je depressie

Helpen bij partnerrelatieproblemen

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld

Belastingwetgeving 2015

Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6

Omgaan met lichamelijke klachten

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Nectar 4e editie biologie vmbo-basis deel 3B leerwerkboek

Mindfulness. De aandachtsvolle therapeut. Monique Hulsbergen

Voeding bij diabetes mellitus. Dieetbegeleiding van Turkse, Marokkaanse en Hindostaanse bevolkingsgroepen

Zoek het even lekker zelf uit

Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6

Minder angstig in sociale situaties

Groenengrijs. Jong en oud met elkaar in gesprek. Karen van Kordelaar. Astrid Vlak. Yolande Kuin. Gerben Westerhof

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Marisca Milikowski. Dyscalculie en rekenproblemen. 20 obstakels en hoe ze te nemen

groep Computerprogramma woordenschat

Overleef de onderwijsinspectie!

Preadviezen Content.indd :55:32

Werkboek voor kinderen en jongeren van ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen

Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7

ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE

Werkboek voor ouders met psychiatrische en/of verslavingsproblemen

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

i n s t a p b o e k j e

Handleiding bij Beter beginnen

Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk. John Sijnke

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

De hybride vraag van de opdrachtgever

Leven met een winterdepressie

Nectar 4e editie biologie vmbo-kader deel 4 leerboek

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Mijn kind een Kanjer!

Kerncompetenties fysiotherapeuten in ontwikkeling

ZELF STARTEN MET NEDERLANDS NEDERLANDS VOOR ANDERSTALIGEN

Niet meer depressief

In de frontlinie tussen hulp en recht. Spel Wie heeft gelijk?

Check je en brief

De basis van het Boekhouden

Zwart op wit Praktische schrijfvaardigheid voor volwassenen. Extra les: Wonen. Dorothé Pietersma. u i t g e v e r ij coutinho.

Stoppen met roken Cursus

Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag

Meer dan duizend dagen

Omgaan met bloosangst

i Bij die wereld wil ik horen!

i n s t a p b o e k j e

Omgaan met hechtingsproblemen

Motivatie en mogelijkheden van moeilijke mensen

Omgaan met ziekelijke jaloezie

School en echtscheiding

Werken aan je zelfbeeld

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen

Belastingwetgeving 2015

Werken aan je zelfbeeld

Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries

Van je nachtmerries af

Lodewijk het lieve beestje

Leven met een dwangstoornis

Basiskennis Calculatie

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Jan Mokkenstorm. Hoop Doet Leven. De 113Online Suicide Survival Guide. Boom Amsterdam

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

i n s t a p b o e k j e

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Heb erbarmen Heer, heb erbarmen. Droeve avonturen in de Geestelijke Gezondheidszorg

Omgaan met stress en burnout

Dyslexie de baas! Aanpak van psychosociale problemen van jongeren met dyslexie. Caroline Poleij Yvonne Stikkelbroek

Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van!

Angststoornissen en hypochondrie

Omgaan met een seksueel probleem

Begrijpend lezen Oefenboek (1) Geschikt voor de Citotoetsen / LVS-toetsen Groep 4

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Transcriptie:

Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. info@boomamsterdam.nl www.boomuitgeversamsterdam.nl

52 Boeken (en zo) globale kennis of inzicht ervaart in culturele en religieuze aspecten van het leven van allochtone Nederlanders van diverse herkomst kan zijn profijt doen met dit boek. Het is gebaseerd op kwalitatief cultureel-antropologisch en sociologisch onderzoek naar de manier waarop allochtone Nederlanders psychische klachten beleven en proberen op te lossen. De auteur en onderzoeker staat voor een dynamische en pragmatische benadering van cultuur: cultuur is niet statisch, voor hulpverleners is enige basiskennis belangrijk en vooral een open attitude is voorwaarde voor een beter begrip van allochtone Nederlandse cliënten. Dat wil zeggen: leren onbevangen (zonder vooroordelen en stereotypen) te vragen en te luisteren naar het verhaal, de opvattingen, gevoelens en gedragingen van cliënten. Het boek gaat er niet op in hoe dit te doen, wel biedt het meer inzicht in cultuurspecifieke ziektebeleving, ziekteopvattingen, hulpzoekgedrag, de dynamiek van culturele identiteit en ervaringen met diverse vormen van ggz en behandeling. Dit alles opgetekend, middels veel vignetten, uit de mond van de ondervraagde allochtone Nederlanders. En daar heb je altijd wat aan. Wat mij stoorde was dat er de auteur zou toch beter moeten weten nog steeds gesproken wordt over het leven tussen twee culturen, wat de suggestie van een soort niemandsland opwerpt. Mijn dierbare Turkse collega drukte het zo uit: je kan niet tussen twee stoelen zitten, wel met de ene bil op de ene en met de andere bil op de andere stoel, waarbij je soms wat meer op de ene kant zal leunen en soms wat meer op de andere kant, steeds op zoek naar een goed evenwicht, naar je eigen mixidentiteit. Waarvan akte. Marion van den Ende Handboek scheiden en de kinderen Ed Spruijt & Helga Kormos (2010). Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 232 pp. 27,50. ISBN 978 90 313 79880. Ed Spruijt heeft een reputatie opgebouwd als scheidingsonderzoeker bij de onderzoeksgroep Adolescentie aan de universiteit van Utrecht, en Helga Kormos is pedagoge en publiciste, onder andere op het gebied van kin-

Boeken (en zo) 53 deren en scheiding. Het doel van hun boek is beroepskrachten te helpen om scheidende of gescheiden ouders en hun kinderen goed onderbouwd advies te geven op basis van de inzichten uit recent (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek. Daarbij worden ook gegevens aangehaald uit het grootschalige vierjarige onderzoek Scholieren en gezinnen 2010 van Spruijt en medewerkers, waarvan tot nu toe alleen een intern verslag bestaat. Elk hoofdstuk eindigt met praktische adviezen. De tekst wordt verlevendigd door boekbesprekingen en andere uitstapjes tussendoor. Na de inleidende hoofdstukken komt hoofdstuk 3 met cijfers en feiten over scheiden en kinderen. Een kleine greep hieruit. Het officiële scheidingscijfer in ons land is de laatste vijftien jaar stabiel: jaarlijks zo n 35.000. Dit cijfer omvat nog niet het toenemende aantal verbroken samenwoonrelaties, vaak ook met kinderen. Scheiden als sociologisch verschijnsel is een dalend cultuurgoed : in laagopgeleide landen scheiden hoger opgeleide personen vaker, in hoogopgeleide landen wordt er meer gescheiden door lager opgeleiden (een verklaring wordt in het boek niet gegeven; mogelijk houdt dit verband met betere sociale voorzieningen in welvarender landen, zoals de bijstand). Daardoor zitten er op het vmbo veel meer scheidingskinderen (ruim een kwart) dan op het vwo (ruim 10%). Ondanks de wetswijziging in 1998 waarbij gezamenlijk ouderlijk gezag de regel werd, wonen nog steeds de meeste kinderen bij hun moeder. Maar het aantal dat afwisselend bij de ene of de andere ouder woont, is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen tot ongeveer 20%. Behalve de Sociale Verzekeringsbank zijn instanties nog slecht ingespeeld op deze situatie. Aan de andere kant zijn er kinderen die geen contact meer met de andere ouder hebben: dit is sinds de wet van 1998 afgenomen van ongeveer 25 naar 15%. Hoofdstuk 4 behandelt de gevolgen van scheiding voor kinderen op kortere en langere termijn. Scheidingskinderen hebben gemiddeld dubbel zoveel problemen als kinderen uit intacte gezinnen. Ze hebben meer externaliserende en internaliserende problemen, leerproblemen, problemen met vriendschap en een kwalitatief zwakkere band met beide ouders. De gevolgen duren levenslang: ze bereiken lagere opleidings- en inkomensniveaus, hebben meer kans op depressie, behouden een zwakkere band met de ouders en lopen meer risico op een eigen scheiding. De belangrijkste risicofactoren zijn conflicten tussen de ouders, het aantal bijkomende veranderingen en de kwaliteit van de band met de uitwonende ouder. Scheidende ouders spreken vaak de wens uit om voor de kinderen zo goed

54 Boeken (en zo) mogelijk te scheiden. Er is inderdaad een sterk verband tussen de mate van ruzie tussen ouders en verminderd welbevinden van kinderen, zowel in intacte als in gescheiden gezinnen. Maar ook goede scheidingen verlagen het opleidingsniveau van de kinderen en hun eigen kans op Utrechtse onderzoek is ongeveer 10% van de kinderen ernstig vervreemd van de andere ouder. Het begrip PAS is afkomstig van de kinderpsychiater Gardner, die hiervoor weinig systemisch de schuld bij de inwonende ouder legt en de oplossing zoekt in juridische sancties tegen een stabiele relatie. deze ouder. De andere de gevolgen duren Maatschappelijk en ouder en het systeem levenslang juridisch wordt er veel spelen hier waarschijnlijk belang gehecht aan ook een rol in, en het is doorgaand contact met de andere ouder. Contact blijkt echter niet per definitie goed voor het kind; het werkt zelfs negatief wanneer er veel ouderlijk conflict is. In dat geval kan een contactbreuk juist bevrijdend zijn. De frequentie van het contact is minder belangrijk dan de kwaliteit van de band zoals die was voor de scheiding. Co-ouderschap blijkt voor kinderen niet echt beter of slechter dan een eenoudergezin. De uitwerking van stiefouderschap hangt af van de relaties in het stiefgezin. Een goede band met een stiefvader bevordert het welbevinden van kinderen. In stiefmoedergezinnen zijn meer problemen dan in stiefvadergezinnen, waarschijnlijk doordat stiefmoeders gemiddeld jonger en minder ervaren zijn en meer opvoedtaken krijgen. Hoofdstuk 5 gaat over ernstige problemen na scheiding, zoals hevig conflict en huiselijk geweld, loyaliteitsproblemen, en oudervervreemding ofwel parental alienation syndrome (PAS). In het zeer de vraag of een juridische oplossing de voor het kind kennelijk onverdraaglijke druk niet verder vergroot. Soms beschuldigt de ene ouder de ander van kindermishandeling. Onderzoek doet vermoeden dat zulke beschuldigingen in het kader van een scheiding niet vaker onwaar zijn dan in andere omstandigheden; in elk geval moeten ze serieus genomen worden en goed worden onderzocht. Bij beschuldigingen van seksueel misbruik schat men de kans op 50/50. Het ontbreekt nog aan goede taxatieinstrumenten bij beschuldigingen van mishandeling of misbruik. De conclusie van de auteurs is hier opnieuw dat het wettelijk verankerde principe van gezamenlijk gezag en contact met beide ouders niet tegen heug en meug moet worden toegepast. En, zeggen zij, als er goede gronden zijn om geen omgangsregeling voor te schrijven, zou ook het gezamenlijk gezag moeten worden beëindigd.

Boeken (en zo) 55 In aansluiting hierop behandelt hoofdstuk 6 de wetgeving en de juridische gang van zaken op scheidingsgebied. Sinds in 1998 gezamenlijk gezag de norm werd, is scheiden met behulp van een gezamenlijke advocaat of mediator populairder dan het strijdmodel met twee advocaten. Recent is de overlegscheiding (collaborative divorce) in opkomst, vooral in situaties waarin mediatie is mislukt of er tussen de ouders grote machtsverschillen bestaan. Hierbij heeft elke ouder een eigen advocaat, maar ze zitten alle vier met elkaar rond de tafel. Kinderen wier ouders na de wetswijziging van 1998 zijn gescheiden, hebben meer contact met hun andere ouder, maar ze voelen zich er niet aantoonbaar beter door. Doordat de gescheiden ouders meer dan vroeger op elkaar aangewezen zijn, is er ook meer ruzie. Een volgende wetswijziging in 2009 verplicht ouders een ouderschapsplan op te stellen. Wetten worden veranderd zonder dat het effect van een eerdere verandering zorgvuldig is onderzocht. Goede bedoelingen garanderen geen goede effecten. Opvallend is dat kinderen in scheidingsprocedures heel vaak niet worden gehoord. En dat de stiefouder in de wetgeving een stiefkindje is vergeleken met de biologische ouders, terwijl een stiefouder (en diens samenwerking de stiefouder is in de wetgeving een stiefkindje met de andere ouders) belangrijk is voor het welzijn van een kind. In hoofdstuk 7 worden initiatieven, methodes en programma s voor ouders en kinderen besproken die de negatieve effecten van scheiding en conflicten voor kinderen proberen te voorkomen of te verminderen, zoals voorlichting over relaties, over scheiding en stiefgezinnen, begeleide omgang, en programma s en praatgroepen voor gescheiden ouders en/of kinderen. Deze initiatieven breiden zich uit, maar zijn nog niet overal beschikbaar. Ze lijken veelbelovend. Net als in het hele boek is de rode lijn hier: conflicten zijn slecht voor de kinderen op korte en lange termijn, en ouders moeten leren deze te voorkomen of te de-escaleren. En kinderen moeten meer gehoord en gesteund worden. De wetswijzigingen alleen, zonder begeleiding van ouders en kinderen, zijn niet voldoende omdat ze de kans op conflicten juist doen toenemen. Het boek eindigt met een hoofdstuk met aanbevelingen. Ook is er een overzicht van nuttige Nederlandse websites. Naar mijn mening is dit boek verplichte kost voor relatie- en gezinstherapeuten. Enerzijds om hun inzichten en opvattingen te toetsen aan wat uit onderzoek naar voren komt (zoals dat in sommige gevallen een

56 Boeken (en zo) contactbreuk met de andere ouder en eenhoofdig gezag beter zijn voor het kind), anderzijds om ouders bewuster te maken van de enorme invloed die conflicten ook levenslang op hun kinderen hebben. Jolanthe de Tempe Couples group therapy. A clinical treatment model (2nd revised edition) Judith Coché (2010). London: Taylor & Francis. 312 pp. Ca. 31,-. ISBN 978 04 158 7304 8. Judith Coché is psycholoog en directeur van The Coché Center. Zij en haar man hebben niet alleen dit centrum opgericht, maar zijn ook de auteurs van de eerste editie van het hier besproken boek, die verscheen in 1990 vlak voor Erichs overlijden. Vanaf de beginjaren van het centrum heeft Judith Coché veel contact gehad met en inspiratie opgedaan bij tal van groten uit de gezins- en relatietherapie. Deze tweede editie, door Judith Coché alleen, is feitelijk een geheel nieuw boek geworden, een gedegen beschrijving van de combinatie van groepstherapie en echtpaartherapie zoals zij die voorstaat. Naast theorie geeft zij een schets van haar ervaringen met therapievormen en -experimenten gedurende de afgelopen twintig jaar. Coché schildert de wording van haar inmiddels fors gegroeide therapiecentrum, met vestigingen in Philadelphia en New Jersey. Het centrum biedt ook de mogelijkheid tot weekend retreats. Op de website wordt het een transformational clinical community genoemd. Naast echtparen met een vaak lange problematische voorgeschiedenis biedt het centrum plek aan een nieuwe doelgroep, de relatiestarters, paren die het niet goed aandurven met elkaar samen te gaan wonen, gezien eerdere relationele missers of omdat ze van huis uit weinig vaardigheden hebben meegekregen in samenwerking en conflicthantering. Deze pre-partnerschapstherapie helpt ook werkelijk, blijkt uit de vragenlijsten die worden afgenomen voor en na iedere therapie. Je kan er niet vroeg genoeg bij zijn, schrijft de auteur.