H A N D L E I D I N G. Type AR-RY3 S P L I T T Y P E A I R C O N D I T I O N E R S



Vergelijkbare documenten
Type EZ-09907WSE Typ EZ-095YWSE

HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING R51M/E. Inhoudstafel

Type AUYG LV AUYF24LB BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/ LUCHT WARMTEPOMP.

FUJITSU GENERAL LIMITED

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

VRFBEDSIM BEDIENINGSHANDLEIDING AIR CONDITIONER FUJITSU GENERAL LIMITED 9G

AS07Y AS09Y/RY AS12Y/RY

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

ASP09RIY ASP12RIY ASP18RIY

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

GIDS VOOR DE GEBRUIKER


verdeeld door Orcon bv BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER verdeeld door Orcon nv

RCW Afstandsbediening

Hartelijk dank voor uw aankoop van deze airconditioner. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door alvorens uw airconditioner in gebruik te

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

AIR CONDITIONER HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING

HANDLEIDING BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

Gebruikershandleiding afstandbediening R71A/E

ELECTRA. Bedieningsvoorschriften Nederlands ELECTRA

AWN14RIY AWN18RIY AWN24RIY BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER. Bewaar deze handleiding zodat u ze later nog kunt raadplegen 9G2066

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

GEBRUIKSAANWIJZING RC08A

BEDIENINGSHANDLEIDING

Gebruiksaanwijzing Bedrade afstandsbediening KJR-29B

AT Multifunctioneel luchtbehandelingsapparaat

Bedrade afstandsbediening YR-E14

GEBRUIKERSHANDLEIDING

BEDIENINGSHANDLEIDING

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

AS07RIY AS09RIY AS12RIY AS14RIY AS18RIY MSAS14RIY3 MSAS18RIY3 BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER

PERFECTCOOL Gebruikershandleiding

RC4 Bedieningsvoorschriften

CR143-RG58A

DB A-00. SOL MWR-SH00N_IB_04149A-00_NL.indd 오전 9:58:46

airconditioner AGYG09LVCA AGYG12LVCA AGYG14LVCA condensingunit AOYG09LVCA AOYG12LVCA AOYG14LVLA

ASP24RIY. verdeeld door Orcon bv. verdeeld door Orcon nv. BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Model EF-2000W Handleiding

Gebruikershandleiding Split-Type Airconditioning X Type Design MSX-xxHRN1

Air Conditioner Edition:200 6/1/10. Toetsen en Functies. Afstandsbediening. Beeldscherm

Gebruikershandleiding Split-Type Airconditioning Vertu Design

Verrijdbare airconditioning MIDEA. Handleiding

WANDMODEL AIRCONDITIONER

GEBRUIKERSHANDLEIDING VLOER-/-PLAFOND R407C/R410A

AS09RIY AS12RIY AS14RIY AS18RIY

TECHNISCHE GEGEVENS MAXIMALE FUNCTIONERINGS LIMIET

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

BEDIENINGSHANDLEIDING

Verwarming en ventilatie

Veiligheidsmaatregelen

BEDIENINGSHANDLEIDING LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP

AIRCONDITIONER. GEBRUIKERSHANDLEIDING Kanaalmodel. ONDERDEELNr Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.

4 Knops afstandsbediening

WANDMODEL AIRCONDITIONER

GEBRUIKERSHANDLEIDING TH8320U1008 Chronotherm Vision voor verwarmen/koelen. Klokthermostaat voor verwarmings-koelingsregeling incl. warmtepompregeling

AWN14RIY AWN18RIY AWN24RIY. verdeeld door Orcon bv. BEDIENINGSHANDLEIDING AIRCONDITIONER. verdeeld door Orcon nv

AIRCONDITIONER. GEBRUIKERSHANDLEIDING Type cassette. ONDERDEELNr Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.

Inverter wandmodel. Compact wandmodel RSW - 24L RSW - 30L. n 0,90-8,10 Kw n 0,90-9,00 Kw. n 0,90-10,00 Kw n 0,90-11,00 Kw

HANDLEIDING PLAFOND/VLOERMODEL INVERTER INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

GEBRUIKERSHANDLEIDING

S900 S901 S902 S901-2D S903 S901-4D PS900 S903 PS300

GEBRUIKSHANDLEIDING "SUPER HEALTH" MONOSPLIT MODELLEN:

Byzoo Sous Vide Hippo

Wand/plafond en vloermodel airconditioners

WANDMODEL AIRCONDITIONER

MOBIELE AIRCONDITIONER

RESIDENTIAL AIR-CONDITIONING

Belangrijke instructies

Wandmodel. airconditioners. Creators of air JAPANSE TOPKWALITEIT AIRCONDITIONERS

TECHNISCHE FUNCTIE SPECIFICATIES PC BOARD LCD 4004XE COOL EN HEAT CONTROLLER AIRCONDITIONING SYSTEEM MODEL ASB

Wandmodel Airconditioner

BEDIENINGSHANDLEIDING

Afstandsbediening Telis 16 RTS

42HQE009 / 012 / 018 / 022

GEBRUIKERSHANDLEIDING PC-ART EN PC-P2HTE AFSTANDBEDIENINGEN VOOR HITACHI SETFREE VRF EN UTOPIA SYSTEMEN

GEBRUIKS- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES

GSE PAC SYSTEM. LUCHT-VOLTAÏSCH SYSTEEM

GEBRUIKERSHANDLEIDING AIRCONDITIONER CASSETTEMODEL. Nederlands BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK ONDERDEELNR.

MIDDENWEG 515, HEERHUGOWAARD TEL ,

HANDLEIDING WANDMODEL INVERTER. Buiten Unit RO-9LB RO-12LB RO-14LB RO-18LB. Binnen Unit RS-9LB RS-12LB RS-14LB RS-18LB

AQUASMART Infrared remote control

Draadloos Clickkit Snelgids

PARTYQ GEBRUIKERSHANDLEIDING 1.0 VOOR FIRMWARE 1.0

HANDLEIDING (basis) AFSTANDSBEDIENING MET KABEL Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. ONDERDEELNR

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING

Installatie, gebruik en onderhoud handleiding

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening

15kg mouleer- en tempereermachine. Handleiding

TOUCH BEDIENING UTY-RNRXZ1

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

Transcriptie:

H A N D L E I D I N G Type AR-RY3 S P L I T T Y P E A I R C O N D I T I O N E R S

INHOUD VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...1 KARAKTERISTIEKEN EN FUNCTIES...2 BENAMING VAN DE ONDERDELEN...3 VOORBEREIDING...5 WERKING...6 MANUAL AUTO FUNCTIE...7 GEBRUIK VAN DE TIMER FUNCTIE...8 WERKING VAN DE SLEEP TIMER...9 AANPASSEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING...10 WERKING VAN DE SWING FUNCTIE...11 WERKING VAN DE DROGING VAN DE VERDAMPER...11 REINIGEN EN ONDERHOUD...12 PROBLEEMOPLOSSING...14 GEBRUIKSTIPS...16 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN GEVAAR! Tracht het toestel niet zelf te installeren. Dit toestel bevat geen onderdelen die door de gebruiker moeten onderhouden worden. Laat onderhoud- en reparatiewerken dan ook steeds uitvoeren door uw installateur. Wanneer het toestel moet verplaatst worden, laat de ontkoppeling en nieuwe installatie steeds doen door uw installateur. Sta niet te lang rechtstreeks in de koude luchtstroom van het toestel. Steek geen vingers of objecten in de luchtuitlaat of tussen het luchtinlaatrooster. Zet het toestel niet aan/uit door de zekering aan en uit te leggen. Let erop dat de voedingskabel niet beschadigd wordt. Indien er zich een probleem voordoet (toestel ruikt verbrand, enz ), zet het toestel onmiddellijk uit,zet de hoofdvoedingsschakelaar af en vraag raad aan uw installateur. Indien de voedingskabel of aansluitingsstekker ervan is beschadigd, roep dan steeds de hulp in van uw installateur. De voedingskabel mag enkel vervangen worden door gekwalificeerd personeel, daar speciale werktuigen en kabel moet gebruikt worden. LET OP! Zorg voor voldoende ventilatie tijdens gebruik van het toestel. Richt de luchtstroom niet rechtstreeks naar open haarden of verwarmingsapparaten. Klim niet op, of plaats geen voorwerpen op het toestel. Hang geen voorwerpen aan de binnenunit. Plaats geen bloempotten of waterpotten op het toestel. Breng het toestel nooit in direct kontact met water. Bedien het toestel nooit met natte handen. Trek niet aan de voedingskabel. Zet de voeding van het toestel af wanneer u het toestel niet wenst te gebruiken tijdens een langereperiode. Controleer of de installatie gebeurt zonder beschadiging aan het toestel. Plaats geen dieren of planten rechtstreeks in de luchtstroom van het toestel. Drink nooit het afvoerwater van het toestel. Gebruik het toestel nooit in opslagplaatsen van levensmiddelen, planten of dieren, precisieapparatuurof kunstwerken. Zet geen zware druk op de radiatorlamellen. Gebruik het toestel nooit zonder de luchtfilters. Belemmer of bedek nooit het luchtinlaatrooster en de luchtuitlaat. Zorg ervoor dat eender welk ander elektrisch apparaat steeds op een minimum afstand van één meter staat van zowel binnen- als buitenunit. Vermijd de installatie van het toestel in de buurt van een open haard of andere verwarmingstoestellen. Installeer zowel binnen- en buitenunit zodanig dat kleine kinderen er niet bij kunnen. Maak geen gebruik van ontvlambare gassen in de nabijheid van het toestel. GARANTIE De garantievoorwaarden op het toestel zijn enkel van toepassing wanneer het toestel regelmatig wordt onder-houden door een erkend installateur. - 1 -

KARAKTERISTIEKEN EN FUNCTIES INVERTER Bij de opstart wordt een hoog vermogen gebruikt om de ruimte snel op de gewenste temperatuur te brengen. Daarna schakelt de unit automatisch naar een lager vermogen om op een economischer en comfortabeler rendement te werken. KOELING/DROGING De binnenunit kan ontvochtigd worden door de COIL DRY toets te drukken op de afstandsbediening om te vermijden dat de bacteriën zich ontwikkelen en voortplanten. AUTOMATISCHE MODE De werkingsmode (Cooling, Ontvochtiging, Verwarming) verandert, dit om de ingestelde temperatuur constant te houden. GECOMBINEERDE PROGRAMATIE AAN/UIT De gecombineerde programmatie geeft de mogelijkheid om het aan (ON) - of uitzetten (OFF) van het toestel te programeren. De combinaties die mogelijk zijn, is van ON naar OFF of van OFF naar ON gedurende een période van 24u. SLEEP TIMER Wanneer u op de SLEEP knop drukt tijdens de Verwarmings-modus wordt de temperatuursinstelling op de thermostaat geleidelijk aan verlaagd tijdens de bedrijfstijd; indien dit gebeurt tijdens de Koelingmodus wordt de temperatuurinstelling op de thermostaat geleidelijk aan verhoogd tijdens de bedrijfstijd. Wanneer het ingestelde tijdsstip wordt bereikt schakelt het toestel zichzelf automatisch uit. MULTI-DIRECTIONELE LUCHTUITBLAAS- PATROON (SWING-FUNCTIE) De luchtuitblaas kan driedimensioneel geregeld worden door gebruik te maken van zowel de OP/NEER als de LINKS/RECHT luchtregelknoppen. Daar de OP/NEER (vertikale) luchtregelkleppen automatisch werken naargelang de bedrijfsmodus,is het mogelijkde luchtrichting in te stellen gebaseerd op de bedrijfsmodus. VERWIJDERBAAR LUCHTINLAATROOSTER Het luchtinlaatrooster van het binnentoestel kan heel eenvoudig verwijderd worden om het onderhoud aan het toestel te vergemakkelijken. SCHIMMELBESTENDIG FILTER De luchtfilter is behandeld om bestand te zijn tegen schimmelvoring,hierdoor krijgen we een schoner gebruik en een gemakkelijker onderhoud van het toestel. SUPER STILLE WERKING Wanneer QUIETgeselecteerd is met FAN CONTROL toets,dan start de superstille werking.om de stillere werking te verkrijgen zal het luchtdebiet van de binnenunit verminderen. APPLE CATECHIN ANTIBACTERIÊLE FILTER De Catechin filter die de lucht reinigt maakt gebruik van statische elektriciteit om de lucht te reinigen en de kleine stofdeeltjes zoals, rook van tabak en pollen van planten, die niet zichtbaar zijn met het oog op te vangen. De filter bevat catechin, deze stof zorgt ervoor dat de de verschillende bacteriëren die in de filter worden opgevangen geneutraliseurd worden. Wanneer de filter geplaatst is, vermindert de luchthoeveelheid met als gevolg dat er een kleine capaciteitsdaling is. DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING De DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING zorgt voor een makkelijke regeling van het airconditioningstoestel HORIZONTALE LUCHTSTROOM : KOELING. LUCHTSTROOM NAAR BENEDEN : VERWAR- MING. ONTGEURENDE FILTER MET NEGATIEVE LUCHT IONEN De filter is opgebouwd uit micro kleine ceramische deeltjes die negatieve ionen kunnen produceren. Deze ionen gaan de lucht ontgeuren en de onaangename geuren in het huis trachten te verminderen. In koeling mode, kiest u voor de horizontale worp. Dit om te bekomen dat de luchtstroom rechtstreeks op de persoon wordt geblazen die zich in de ruimte bevindt. In verwarmings mode, kiest u voor de verticale luchtstroom om een krachtige en warme luchtstroom naar beneden te sturen voor een aangename omgeving op te bouwen. - 2 -

Fig. 1 17 1 2 9 = 1 Fig. 2 3 11 3 OPERATION TIMER SUPER QUIET COIL DRY Fig. 5 18 19 12 13 14 16 15 20 5 6 4 7 8 Fig. 3 9 21 Fig. 4 Fig. 6 26 36 42 37 23 25 22 27 35 29 30 24 31 32 33 28 34 39 41 43 44 Fig. 7 45 40 38 Bovenstaande toont de display van de afstandsbediening wanneer al de indicator lampen aan zijn. Het kan verschillend zijn van de actuele display. - 3 -

BENAMING VAN DE ONDERDELEN Fig. 1 Binnenunit 1 Controle paneel (Fig. 2) 2 Manual auto knop (MANUAL AUTO) Wanneer u de manuel-auto toets (MANUAL AUTO) langer dan 10 seconden ingedrukt houd, gaat de gedwongen koeling in werking treden. De gedwongen koeling mag enkel gebruikt worden bij de installatie en enkel door een erkende installateur. Indien de gedwongen koeling per ongeluk in werking zou treden, druk dan op de start/ stop (START/STOP) knop om het te stoppen 3 Indicatielampjes (Fig.3) 4 Signaalontvanger 5 OPERATION indicatielamp (OPERATION) (rood) 6 TIMER indicatielamp (groen) Indien de TIMER-indicatielamp pinkt als de timer in functie is,wijst dit erop dat er een fout is opgetreden tijdens de instelling van de timer (zie verder Auto Restart). 7 COIL DRY (orange) Droging van de verdamper 8 Luchtaanzuig rooster (Fig.4) 9 Voorpaneel 10 Luchtfilter 11 Richtingslamellen luchtuitblaas (op/neer) 12 Moving diffuser 13 Richtingslamellen luchtuitblaas (links/rechts) (achter de op/neer lamellen) 14 Waterafvoerslang 15 Stekker 16 Voedingskabel 17 Luchtreinigende filter Fig. 5 Buitenunit 18 Aanzuigrooster 19 Uitblaasrooster 20 Koelleiding 21 Aflaat opening Fig. 6 AFSTANDSBEDIENING 22 SLEEP functie toets 23 MASTER CONTROL toets 24 SET TEMP toets ( / ) 25 COIL DRY toets 26 Infrarood zender 27 TIMER MODE toets 28 TIMER SET toets ( / ) 29 FAN CONTROL toets 30 START/STOP toets 31 SET toets 32 SWING toets 33 RESET toets 34 TEST RUN toets Deze knop wordt gebruikt wanneer het toestel geïnstalleerd wordt. Onder normale omstandigheden moet deze knop niet gebruikt worden,daar het een slechte werking van de thermostaatfunctie veroorzaakt. Indien deze knop wordt ingedrukt onder normale werkomstandigheden zal het toestel overschakelen op testmodus. De OPERATION en TIMER indicatielampen zullen dan gelijktijdig beginnen knipperen. Om de testfunctie de eindigen, druk op de START/STOP knop om het toestel uit te leggen. 35 CLOCK ADJUST toets 36 Display van de afstandsbediening (Fig. 7) 37 Indicatie bij zenden 38 Aflezing van de klok (CLOCK) 39 Aflezing van de bedrijfsmodus 40 Aflezing van de TIMER modus 41 Aflezing van de ventilatiesnelheid (FANSPEED) 42 Aflezing van de temperatuursinstelling 43 Aflezing van de COIL DRY 44 SLEEP stand 45 SWING indicatie - 4 -

VOORBEREIDING DE VOEDING AANZETTEN Stop de aansluitstekker in het stopcontact. Bij toestellen die rechtstreeks op de voedingsaansluiting zitten, zet de hoofdschakelaar aan. PLAATS DE BATTERIJEN IN DE AFSTANDSBEDIENING 1 Schuif het deksel vooraan op de afstandsbediening open. 2 Plaats de batterijen Let op dat de batterijen juist gepolariseerd zijn. 3 Schuif het deksel terug dicht. INSTELLEN VAN DE KLOK 1 Druk op de CLOCK ADJUST knop gedurende 4 seconden. De huidige uurinstelling gaat pinken. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat kinderen de batterijen niet per ongeluk inslikken Wanneer de afstandsbediening voor een langere periode niet gebruikt wordt, verwijder dan de batterijen om batterijlekkage en daardoor schade aan het toestel te voorkomen. Als u in contact komt met batterijvloeistof via huid, ogen of mond, was deze dan onmiddellijk met veel water en raadpleeg uw huisarts. Lege batterijen dienen zo snel mogelijk vervangen te worden. Gooi uw lege batterijen niet zomaar weg, maar dien ze in bij de hiervoor uitgeruste vakhandelaar of batterijinzamelplaats. Probeer geen lege batterijen opnieuw te laden. Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen of verschillende soorten batterijen door elkaar. Batterijen gaan onder normale omstandigheden ongeveer 1 jaar mee. Indien het bereik van de afstandbediening sterk afneemt, vervang dan de batterijen en druk de ACL knop in met de punt van een balpen of een ander fijn voorwerp. 2 Druk op de SET TIME (+/-) toets om de huidige tijd in te stellen. + : tijdsinstelling verhogen - : tijdsinstelling verlagen (Door de toets éénmaal in te drukken zal de tijd met 1 minuut wijzigen, indien men deze toets ingedrukt houdt zal de tijd in stappen van 10 minuten wijzigen) 3 Druk opnieuw op de CLOCK ADJUST toets. Hierdoor zal de ingestelde tijd vastgelegd worden, de uurinstelling stopt met pinken. GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING Men moet de afstandsbediening steeds richten naar het toestel. Werkingsbereik: ongeveer 7 meter. Wanneer het signaal goed wordt ontvangen door het toestel zal men een piepgeluid horen. Wanneer er geen piep gehoord wordt, druk dan nogmaals op de toets van de afstandsbediening. DE HOUDER VAN DE AFSTANDSBEDIENING schroeven inzetten indrukken uitschuiven uittrekken 1. Monteer de houder 2. Plaatsen van de afstands- 3. Om de afstandsbediebediening in de houder ing uit de houder te verwijderen ( wanneer gebruik met de hand) - 5 -

WERKING SELECTEREN VAN DE BEDRIJSMODUS 1 Druk op de START/STOP toets. Het toestel zal opstarten en de indicatielamp (rood) (5) zal oplichten. 2 Druk op de MASTER CONTROL toets om de gewenste bedrijfsmodus te selecteren. Bij elke druk op deze toets zal de bedrijfsmodus in de volgende volgorde veranderen. AUTO COOL DRY FAN *HEAT automatisch koeling ontvochtiging ventilatie verwarming Na ongeveer 3 seconden zal het volledige display terug verschijnen. Voorbeeld: wanneer ingesteld op de COOL functie INSTELLEN VAN DE THERMOSTAAT Druk op de SET TEMP toets. + : temperatuursinstelling verhogen - : temperatuursinstelling verlagen Instelbereik van de thermostaat: AUTO...18 tot 30 C *Verwarming (HEAT)...16 tot 30 C Koeling (COOL)/DRY(ontvochtigen)...18 tot 30 C Tijdens de ventilatiemodus (FAN MODE) kan de thermostaat niet ingesteld worden. (de temperatuursinstelling zal niet verschijnen op het display) Na ongeveer 3 seconden zal het volledige display terug verschijnen. De thermostaatinstelling moet men beschouwen als een richtwaarde, de werkelijke kamertemperatuur kan licht afwijken. INSTELLEN VAN DE VENTILATIESNELHEID Druk op de FAN CONTROL toets. Bij elke druk op deze toets zal de ventilatiesnelheid in de volgende volgorde veranderen: AUTO HIGH MED LOW QUIET automatisch hoog medium laag stil Na ongeveer 3 seconden zal het volledige display terug verschijnen. Voorbeeld : wanneer ingesteld op 26 C Als hij op AUTOmatisch staat ; Heating: Ventilator draait optimaal in functie van de luchttemperatuur. bij lage temperatuur zal de ventilator traag draaien. Cooling: Als de ingestelde temperatuur bereikt wordt daalt de ventilatorsnelheid. Fan: Ventilator draait op lage snelheid. Voorbeeld: wanneer ingesteld op AUTO. DE SUPERSTILLE WERKING De superstille werking begint. De luchtstroom van het binnentoestel zal gereduceerd worden bij de superstille werking. De superstille werking kan niet gebruikt worden tijdens de ontvochtiging. (Hetzelfde geld wanneer de DRY mode geselecteerd is tijdens de AUTO mode werking). Tijdens de superstille werking zal de capaciteit in verwarming en koeling wat gereduceerd worden. - 6 -

STOPZETTEN VAN DE WERKING Druk op de START/STOP toets. De indicatielamp zal uitgaan en op de display zal nog enkel het huidige uur af te lezen zijn. In verband met de AUTO CHANGEOVER (automatische verandering) AUTO : (* Automatische Changeover) : Wanneer de AUTO CHANGEOVER geselecteerd is, zal het airconditioningtoestel de gepaste modus in werking stellen (COOLING of HEATING) in overeenstemming met de kamertemperatuur. Als het toestel opgestart wordt in de AUTO CHANGEOVER functie, zal de ventilator op een zeer lage snelheid draaien gedurende ongeveer 1 minuut. Tijdens deze tijd zal het toestel detecteren in welke modus hij moet opstarten. Indien het airconditioningtoestel uw kamertemperatuur heeft aangepast tot een waarde dicht bij de thermostaatinstelling, zal het overgaan naar de MONITOR modus. In deze modus zal de ventilator op lage snelheid draaien. Als de kamertemperatuur nu weer wijzigt, zal het toestel weer veranderen in de nodige modus (COOL, HEAT) om de kamertemperatuur steeds rond de thermostaatinstelling te houden. (Het bereik van de MONITOR modus is ongeveer 2 C meer of minder dan de thermostaatinstelling.) Als de automatisch geselecteerde modus niet voldoet aan uw wensen, selecteer dan een ander bedrijfsmodus (HEAT, COOL, DRY, FAN) zoals reeds eerder beschreven. IN VERBAND MET DE WERKINGSMODUS * HEATING : Gebruik dit om de kamer op te warmen. Wanneer de Heating modus geselecteerd wordt, zal de ventilator op een zeer lage snelheid draaien tijdens een periode van ongeveer 3 tot 5 minuten, na dewelke hij zal overschakelen tot de geselecteerde ventilatorsnelheid. Dit gebeurt om het binnentoestel de mogelijkheid te geven om eerst voldoende op te warmen, alvorens op volle capaciteit te beginnen werken. Wanneer de kamertemperatuur zeer laag is, kan er zich ijsvorming voordoen op het buitentoestel, waardoor zijn vermogen kan dalen. Om deze ijsvorming te verwijderen zal het toestel soms overgaan tot de DEFROST (ontdooi) cyclus. Tijdens deze defrost cyclus zal de OPERATION indicatielamp (rood) beginnen pinken, en de Heat werking zal onderbroken worden. COOLING : Gebruik dit om de kamer de koeling. DRY : Deze bedrijfsmodus wordt gebruikt om de kamer wat te koelen terwijl deze wordt ontvochtigd. In deze bedrijfsmodus kunt u de kamer niet verwarmen. Tijdens de DRY modus zal het toestel werken op een lage ventilatiesnelheid; met de bedoeling de kamervochtigheid te wijzigen, de ventilator kan ook van tijd tot tijd stilvallen. Ook kan de ventilator op een zeer lage snelheid draaien terwijl het toestel de kamervochtigheid detecteerd. De ventilatiesnelheid kan manueel NIET gewijzigd worden terwijl de DRY modus in werking is. FAN : Wordt gebruik om een goede luchtcirculatie in de kamer te verkrijgen. - 7 - * Tijdens de HEATING modus : Zet de thermostaatinstelling op een waarde die hoger is dan de huidige kamertemperatuur. De HEATING modus zal niet werken indien de thermostaat lager ingesteld wordt dan de huidige kamertemperatuur. Tijdens de COOLING/DRY modus : Zet de thermostaatinstelling op een waarde die lager is dan de huidige kamertemperatuur. De COOLING en DRY modus zullen niet werken indien de thermostaat hoger ingesteld wordt dan de huidige kamertemperatuur (in de COOLING modus zal enkel de ventilator werken). Tijdens de FAN modus : U kunt het toestel niet gebruiken om de kamer te koelen of te verwarmen.

GEBRUIK VAN DE TIMER FUNCTIE Alvorens gebruik te maken van de timerfunctie moet de juiste tijd zijn ingesteld op de afstandsbediening. GEBRUIK VAN DE ON TIMER EN DE OFF TIMER 1 Druk op de START/STOP toets. De OPERATION indicatielamp (rood) op het toestel zal oplichten. 2 Druk op de TIMER toets om de werking van de OFF timer en de ON timer te selecteren. Bij elke druk op deze toets zal de timerfunctie in de volgende volgorde veranderen: RESET OFF ON PROGRAM (OFF ON, OFF ON) De TIMER indicatielamp op het toestel zal oplichten (groen) 3 Druk op de SET TIME toets om de tijd van de timerfunctie in te stellen. De tijd kan ingesteld worden zolang de display knippert (het knipperen zal ongeveer 5 seconden duren) + toets : tijdsinstelling verhogen - toets : tijdsinstelling verlagen Na ongeveer 5 seconden zal het volledige display terug verschijnen. INSTELLEN VAN DE PROGRAM TIMER 1 Druk op de START/STOP toets. De OPERATION indicatielamp (rood) op het toestel zal oplichten. 2 Stel de gewenste tijden van de OFF timer en de ON timer in. Zie "GEBUIK VAN DE OFF TIMER EN DE ON TIMER" De TIMER indicatielamp op het toestel zal oplichten (groen). 3 Druk op de TIMER toets om de PROGRAM timer te selecteren. (ofwel OFF ON of OFF ON) Op de display zal eerst afwisselend de OFF timer en de ON timer verschijnen, daarna verschijnt het ingestelde programma. De PROGRAM timer zal in werking treden. (Indien de ON timer als eerstvolgend geselecteerd is, zal het toestel automatisch stoppen. Annulatie van de TIMER functie : Maak gebruik van de TIMER knop om de TIMER RESET functie te selecteren. Het toestel zal terug overschakelen naar normale werking. De timerinstelling wijzigen : 1. Volg de instructies die gegeven worden in het hoofdstuk "Gebruik van de ON timer of OFF timer" om de timer instelling die u wil gaan wijzigen te selecteren. 2. Druk op de TIMER knop om de volgende functie te selectere OFF -> ON of OFF ON. Het airconditioningtoestel stilleggen tijdens de TIMER functie : Druk op de START/STOP knop De bedrijfscondities wijzigen tijdens de TIMER functie : Indien u de bedrijfscondities wil wijzigen na het instellen van de TIMER (bedrijfsmodus, ventilatorsnelheid, thermostaatinstelling), wacht dan tot het volledige display weer is verschenen, en druk dan op de nodige toetsen om de gewenste condities in te stellen. Meer over de PROGRAM timer Meer over de ON timer De PROGRAM timer geeft u de mogelijkheid om de OFF timer en ON timer functies in een enkele bewerking te combineren. Deze bewerking kan een overschakeling betreffen van OFF timer naar ON timer, of van ON timer naar OFF timer, binnen een periode van 24 uur. Deze TIMER functie wordt gebruikt om uw kamer op een comfortabele temperatuur te brengen tegen de ingestelde tijd; met als gevolg dat het toestel reeds eerder in werking treedt om de gewenste temperatuur te bereiken op het ingestelde tijdsstip op de timer. De eerste timerfunctie die in werking treedt is diegene die een tijdsinstelling heeft die het eerst bereikt wordt. De volgorde waarin de functie werkt, wordt op de display van de afstandsbediening weergegeven door een pijl (OFF -> ON Hoe warmer het is in de zomer, of hoe kouder het is in de winter, hoe vlugger het toestel zal opstarten. * Tijdens de HEAT modus : tussen de 45 en 10 minuten voor het ingestelde OFF ON). tijdsstip. U kunt met de PROGRAM functie bijvoorbeeld het airconditioning toestel automatisch laten uitschakelen (OFF timer) nadat u bent gaan slapen en s morgens weer in werking laten treden voordat u opstaat. * Tijdens de COOLING/DRY modus : tussen de 20 en 10 minuten voor het ingestelde tijdsstip. * Tijdens de FAN modus : op het ingestelde tijdsstip. - 8 -

WERKING VAN DE SLEEP TIMER In tegenstelling tot andere timer functies, wordt de SLEEP timer gebruikt om een tijdsduur in te stellen onder dewelke het toestel nog blijft doorwerken alvorens zichzelf uit te schakelen. INSTELLEN VAN DE SLEEP TIMER Druk op de SLEEP toets terwijl het toestel werkt of uitgeschakeld is. De OPERATION indicatielamp (rood) en de TIMER indicatielamp (groen) lichten op. WIJZIGEN VAN DE TIMERINSTELLINGEN Druk nogmaals op de SLEEP toets en stel de tijd in door gebruik te maken van de SET TIME toetsen. De tijd kan ingesteld worden zolang de display knippert. (het knipperen zal ongeveer 5 seconden duren) + : tijdsinstelling verhogen - : tijdsinstelling verlagen Na ongeveer 5 seconden zal het volledige display terug verschijnen. Annulatie van de TIMER functie Maak gebruik van de TIMER knop om de TIMER RESET functie te selecteren. Het toestel zal terug overschakelen naar normaal bedrijf. Het airconditioningtoestel stilleggen tijdens de TIMER functie Druk op de START/STOP knop Over de SLEEP timer functie Om te voorkomen dat de kamer te koud wordt terwijl u slaapt, zal de SLEEP timer functie de thermostaatinstelling automa-tisch wijzigen overeenkomstig met de ingestelde tijd. Wanneer de ingestelde tijdsduur is verstreken zal het toestel zichzelf automatisch volledig uitschakelen. * Tijdens de HEATING modus : Wanneer de SLEEP timer ingesteld is, zal de thermostaatinstelling iedere dertig minuten automatisch met 1 C verlaagd worden. Als de thermostaat met in totaal 4 C gedaald is, zal de temperatuurinstelling behouden blijven tot de ingestelde tijdsduur verstreken is, bij welke het toestel zichzelf automatisch uitschakelt. instelling SLEEP timer Tijdens de COOLING/DRY modus : Wanneer de SLEEP timer ingesteld is, zal de thermostaatinstelling iedere zestig minuten automatisch met 1 C verhoogd worden. Als de thermostaat met in totaal 2 C gestegen is, zal de temperatuurinstelling behouden blijven tot de ingestelde tijdsduur verstreken is, bij dewelke het toestel zichzelf automatisch uitschakelt. instelling SLEEP timer - 9 -

AANPASSEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING De verticale (op en neerwaarts) luchtstroomrichting wordt aangepast door op de SET (op en neer) toets te drukken. De horizontale (links en rechts) luchtstroomrichting kan manueel aangepast worden door de horizontale lamellen te bewegen. AANPASSING VAN DE VERTIKALE LUCHTSTROOMRICHTING Druk op de SET toets (toets 31). Bij elke druk op deze toets zullen de lamellen van de luchtstroomrichting per stap veranderen. Mogelijke instellingen van de lucht stroomrichting: 1,2,3: tijdens de koeling/ontvochtiging modus 4,5,6 : tijdens de verwarming modus De display op de afstandsbediening wijzigt niet. Stel de luchtstroomrichting in volgens aangegeven bereik. De verticale luchtstroomrichting wordt automatisch ingesteld zoals aangegeven, naargelang de gekozen bedrijfsmodus. Tijdens COOLING/DRY modus : Horizontale luchtstroom (1) Tijdens *HEATING modus : Neerwaartse luchtstroom (5) Tijdens de AUTO bedrijfsmodus zal de luchtstroom een horizontale uitblaas (1) hebben gedurende 1 minuut na het starten. Tijdens deze tijd kan de luchtstroom richting niet gewijzigd worden. 1 2 3 4 5 6 GEVAAR! Plaats nooit vingers of een ander voorwerp in de uitblaasopeningen, terwijl de ventilator van het binnentoestel op hoge snelheid draait, dit kan schade aan hetoestel en verwondingen veroorzaken. Maak steeds gebruik van de SET knop om de verticale luchtuitblaaslamellen te verdraaien. Indien u dit manueel tracht te doen kan dit een foute werking tot gevolg hebben; stop in dit geval de werking van het toestel en herbegin. De luchtuitblaaslamellen moeten dan weer hun normale stand aannemen. Zet de luchtuitblaaslamellen nooit buiten hun bereik tijdens de COOLING en DRY modus (standen 1 4), bv in de standen 4 tot 6 (FAN bereik), daar dit condensatie kan veroorzaken in de nabijheid van de luchtuitblaaslamellen met als gevolg dat water op de vloer kan druppen. Indien tijdens de COOLING/DRY modus de lamellen voor een periode van meer dan 30 minuten buiten hun bereik (standen 1 4) gebruikt worden, zullen deze automatisch terugkeren naar stand 3. Wanneer het toestel gebruikt wordt in een kamer waar baby s, kinderen, oudere of zieke personen aanwezig zijn, dient men in het bijzonder rekening te houden met de stand van de luchtuiblaaslamellen en de kamertemperatuur. RECHTS - LINKS AANPASSING Beweeg de rechts - links lamellen volgens de gewenste richting. Recht-links lamellen knop(drie plaatsen) knop - 10 -

WERKING VAN DE SWING FUNCTIE Het toestel moet werken alvorens deze functie kan uitgevoerd worden. SELECTIE VAN DE OSCILLATIEWERKING (SWING) Druk op de SWING toets (toets 32). In deze modus zullen de lamellen automatisch op en neer gaan waardoor we een op en neergaande luchtstroom bekomen. DE SWING WERKING VAN DE LUCHTSTROOM STOPZETTEN Druk nogmaals op SWING toets. De lamellen zullen terug in hun oorspronkelijke stand (voor de SWING functie) geplaatst worden. Meer over de SWING functie Verticale oscillatie: de oscillatie functie begint vanaf de volgende stand van de actuelle stand van de luchtstrooming. Luchtstroming tussen 1 en 4 (voor Koeling, ontvochtiging). Wanneer de bovenste lammel van de luchtstroom horizontaal is geplaatst, gaat de tweede lammel oscilleren om de luchtstroom in een grote ruimte te kunnen verdelen. Luchtstroom tussen 3 en 6 ( voor verwarming) Wanneer de lamellen zijn ingesteld voor een verdeling van de luchtstroom naar beneden, zal de luchtstroom hoofdzakelijk rechtstreeks naar beneden geblazen worden. WERKING VAN DE COIL DRY Het is mogelijk, om de verspreiding en de accumulatie van bacteriën, het toestel binnen in te drogen door op de COIL DRY toets te drukken van de afstandsbediening. De droging van de verdamper zal 20 minuten duren en zal automatisch stoppen. Selectie van de COIL DRY Druk op de COIL DRY toets (toets 25) wanneer de airconditioning in werking is of is gestopt De indicatie van de COIL DRY zal oplichten. Hij zal verdwijnen na 20 minuten. Om de COIL DRY te stoppen Druk op de START / STOP toets gedurende de werking van de COIL DRY De indicatie van de COIL DRY zal uitgaan. De droging wordt gestopt. Meer over het drogen van de verdamper Druk opnieuw op de COIL DRY toets gedurende de werking van de droging van de verdamper. Het is mogelijk om dan om de droging opnieuw te programmeren.. Het drogen van de verdamper kan niet bestaande bacteriën verwijderen. Hij kan het systeem ook niet styriliseren. MANUAL AUTO FUNCTIE Gebruik de MANUAL AUTO functie wanneer de afstandsbediening verloren is, of wanneer deze niet bedrijfsklaar is. GEBRUIK VAN HET CONTROLEPANEEL OP HET BINNENTOESTEL Druk op de MANUAL AUTO knop op het controlepaneel van het binnentoestel. Om deze functie stop te zetten, druk nogmaals op de MANUAL AUTO knop. Indien het airconditioningtoestel bedient wordt via het controlepaneel op het binnentoestel, werkt het op dezelfde manier als tijdens de AUTO modus die kan geselecteerd worden op De geselecteerde ventilatorsnelheid zal "AUTO" zijn en de thermostaatinstelling zal standaard 23 C zijn. NL-11-11 -

REINIGEN EN ONDERHOUD LET OP! Zet alvorens het reinigen het toestel volledig uit. Zet de zekering uit. Binnenin het toestel draait een ventilator op hoge snelheid. REINIGEN VAN HET LUCHTINLAATROOSTER 1 Verwijder het luchtinlaatrooster. Plaats uw vingers aan de twee onderste hoeken van het rooster en trek het rooster voorwaarts (tot horizontale positie). aanzuigrooster REINIGEN VAN DE LUCHTFILTER 1 Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilter. Licht de luchtfiltergreep op, maak de twee haken onder aan los en trek de filter uit het toestel. luchtfiltergreep 2 2 1 1 Scharnieren Knoppen haken (2 stuks) Duw nu het rooster omhoog om het van het toestel te verwijderen. 2 Reinig het rooster met water. Verwijder stof met een stofzuiger; reinig het rooster met water; droog het dan met een propere, zachte doek. 3 Monteer het inlaatrooster weer op zijn plaats. Hou het inlaatrooster horizontaal en bevestig de bovenste hoeken aan het toestel. 2 Verwijder stof met een stofzuiger of door de filter uit te wassen met water. Zorg ervoor dat na het afwassen de filter volledig droog is vooraleer u het weer in het toestel plaats. 3 Plaats de luchtfilter terug in het toestel en sluit het luchtinlaatrooster. Hou de zijkanten van de filter gelijk met het paneel van het toestel en duw de filter er volledig in, zorg ervoor dat de twee haken onderaan weer in de voorziene gaten van het paneel gestopt worden. aanzuigrooster haken (2 stuks) scharnieren knoppen Draai nu het rooster naar het toestel toe en druk op de onderste hoeken om het te sluiten. Sluit het luchtinlaatrooster weer af. Stof kan zowel van de filter verwijderd worden met een stofzuiger als door de filter af te wassen met een mengsel van een zacht detergent met warm water. Indien u de filter uitwast zorg er dan steeds voor dat deze volledig droog is (in de schaduw leggen) alvorens u hem weer in het toestel plaats. Indien vuil zich afzet op de filter, zal het luchtdebiet van het toestel afnemen, waardoor het vermogen van het toestel afneemt en het geluidsniveau van het toestel zal stijgen. Tijdens periodes van normaal gebruik dienen de luchtfilters iedere twee weken gereinigd te worden. Indien het toestel voor langere periodes gebruikt wordt kan vuil zich afzetten binnenin het toestel, waardoor zijn vermogen vermindert. Wij raden aan om het toestel regelmatig te laten nazien, buiten de reinigingsen onderhoudsvoorschrift die in deze handleiding gegeven worden. Raadpleeg hiervoor uw installateur. Wanneer u de omkasting van het toestel wenst te reinigen, gebruik dan geen water van meer dan 40 C agressieve reinigingsproducten, of vluchtige stoffen zoals daar zijn benzeen of thinner. Breng de omkasting van het toestel niet in aanraking van insecticiden of haarsprays. Indien u, na het reinigen, het toestel voor een periode van een maand of langer niet wenst te gebruiken, laat dan eerst de ventilator een halve dag draaien om inwendige onderdelen goed te laten drogen. - 12 -

INSTALLATIE VAN DE LUCHTFILTER 1 Open het luchtinlaatrooster en verwijder de filters. luchtinlaatrooster VERVANGEN VUILE LUCHTREINIGING FILTER Schaf je een luchtreiniging filter aan (UTR-FA 03-2) en installeer hem. (Lucht ontgeurende filter : UTR-FA 03-3) 1 Open het luchtinlaatrooster en verwijder de luchtfilters. luchtinlaatrooster filters (links en rechts) 2 Installeer de luchtreinigingsfilter (set van 2). Plaats de luchtreinigingsfilter in de filterkader Luchtreinigingsfilterset filterkader luchtreinigingsfilter luchtfilters (links en rechts) 2 Vervang deze door twee nieuwe luchtreiniging filters. Verwijder de oude luchtreiniging filters in omgekeerde volgorde dan de installatie. Installeer de luchtreiniging filters op dezelfde manier als voor de installatie. Bevestig de beide klemmen die zich aan beide uiteinden bevinden van de filter met de twee haken aan de achterkant van het filterkader. 3 Installeer de twee luchtfilters en sluit het inlaatrooster. haken luchtfilters (links en rechts) Let er wel op dat deze luchtreiniging filter niet projecteert achter dit kader. Bevestig de voorziene locaties boven en onderaan aan het kader van de luchtifilter met de haken van de luchtfilter. achterkant van de filter klemmen te bevestigen locaties, haken (6 plaatsen) 3 Installeer de twee luchtfilters en sluit het inlaatrooster. luchtfilters (links en rechts) Wanneer luchtreinigingfilters worden gebruikt, zal het effect verhoogd worden door de ventilatorsnelheid in te stellen op HIGH. DE LUCHTREINIGING FILTER Lucht zuivering filter (groene filter) Afhankelijk van de grote van de ruimte en in welke condities de air conditioner wordt gebruikt, is de normale levensduur van de lucht zuivering filter 3 maand. Als de lucht zuivering filter vuil wordt binnen deze 3 maanden dient zo snel mogelijk vervangen te worden Voor de stockage van de luchtfilters moet men plaatsen vermijden met een hoge temperatuur en een hoge vochtigheid, en gebruik de filters zo snel mogelijk nadat de verpakking werd geopend. (Het reiniging effect van de filters verminderd wanneer de filters in de open verpakking worden achtergelaten. Lucht zuivering filter (groene filter)) Bij een normaal gebruik van de airconditionning, dienen de filters om de drie maand te worden vervangen. Koop de juiste filters (UTR-FA03-2) ter vervanging van de oude vervuilde filters ( appart te verkrijgen). ONTGEURENDE FILTER De filters moeten om de drie jaar vervangen worden om de ontgeurende functie te kunnen behouden Het filterkader is geen wegwerpkader en kan hergebruikt worden. Koop de juiste filters (UTR-FA03-3) ter vervanging van de oude vervuilde filters ( appart te verkrijgen). ONDERHOUD VAN DE ONTGEURENDE FILTER Voor het ontgeurende effect van de filter zo lang mogelijk te behouden, reinig de filter om de drie maand. 1) Haal de ontgeurende filter uit het toestel 2) Reinig de filter met warm water ( vrijf nooit op de filter dit om te vermijden dat de filter beschadigd wordt). 3) Spoel de filter uit 4) Laat hem drogen in de schaduw 5) Plaats opnieuw de ontgeurende filter in het toestel. - 13 -

PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Indien zich een probleem (verbrande geur, enz.) voordoet, zet het toestel onmiddellijk uit, trek de voedingsstekker uit het stopcontact en raadpleeg uw installateur. Enkel het toestel uitzetten is niet voldoende, daar het toestel dan niet volledig vrij is van stroom. Wees er dus steeds zeker van dat u de stekker hebt uitgetrokken of dat de zekering werd uitgeschakeld. Alvorens uw installateur te raadplegen, controleer de volgende punten. NORMALE FUNCTIES S ymptoom Mogelijke Problemen Het toestel start niet Als het toestel uitgezet is en direct daarop weer onmiddellijk aangezet onmiddelijk wordt, zal de compressor pas na 3 minuten weer opstarten en dit om te voorkomen dat de zekeringen zouden springen. Als de zekering afgezet wordt en nadien weer opgezet, zal het beveiligingscircuit er voor zorgen dat het toestel tijdens een periode van ongeveer 3 minuten niet kan werken. Men hoort lawaai Tijdens de werking en direct na het stoppen van het toestel kan men het geluid van lopend water in de leidingen horen. Men kan dit geluid ook ongeveer 2 à 3 minuten na het opstarten van het toestel horen (het geluid van stromend koelmiddel) Tijdens de werking kan een licht krakend geluid gehoord worden. Dit komt voort van het licht uitzetten of samenkrimpen van het frontdeksel van het toestel ten gevolge van temperatuurswijzigingen. Tijdens de HEATING modus, kan soms een sissend geluid gehoord worden. Dit wordt geproduceerd door de automatische DEFROST functie. Geuren komen uit Sommige geuren kunnen door het binnentoestel verspreid worden. Deze het toestel geuren zijn het gevolg van geuren die het toestel heeft opgenomen uit de omgeving (meubels, tabak, enz.). Stoom- of nevelvorming Tijdens werking in de COOLING of DRY modus kan een dunne nevel uit het toestel komen. Dit is het resultaat van het plotse koelen van de warme omgevingslucht waardoor condensatie en nevelvorming ontstaat. Tijdens de HEATING modus kan het zijn dat de ventilator van het buitentoestel stopt, daardoor kan stoom uit het toestel te voorschijn komen. Dit is het gevolg van de automatische DEFROST. Zwakke of geen Wanneer de HEATING modus wordt gestart, is de ventilatorsnelheid luchtstroom tijdelijk zeer laag om de inwendige delen van het toestel de kans te geven op te warmen. Als tijdens de HEATING modus de kamertemperatuur stijgt boven de instelling op de thermostaat, zal het buitentoestel stoppen en zal het binnentoestel op lage snelheid draaien.indien u de kamer verder wenst op te warmen, zet de temperatuurinstelling op de thermostaat dan hoger. Het toestel zal tijdens de HEATING modus gedurende een periode tussen de 7 en 15 minuten stoppen wanneer de DEFROST functie opstart. Wanneer deze functie start zal de OPERATION indicatielamp knipperen. De ventilator kan op een zeer lage snelheid draaien tijdens de DRY modus of wanneer het toestel de kamertemperatuur aan het lezen is. Tijdens de Monitor AUTO bedrijf, werkt de ventilator op een zeer lage snelheid. Het buitentoestel Tijdens de HEATING modus kan er water geproduceerd worden door produceert water het buitentoestel ten gevolge van de Automatische DEFROST functie. - 14 -

PROBLEEMOPLOSSING CONTROLEER NOGMAALS S ymptoom Te controleren items Het toestel werkt Is er een stroompanne geweest? helemaal niet Is een zekering gesprongen, of is de beveiligingsschakelaar in werking getreden? Is de timer in functie getreden? Lage koel- of Is de luchtfilter vuil? warmteproductie Zit het luchtinlaatrooster of de luchtuitlaat geblokkeerd? Werd de thermostaat juist ingesteld? Staat er tijdens het koelen een raam of deur open? Komt er tijdens het koelen fel zonlicht in de kamer (sluit de gordijnen)? Staan er tijdens het koelen warmtebronnen, computers of te veel mensen in de kamer? Is het toestel in de QUIET mode ingesteld? De bedrijfsmodus komt Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg? niet overeen met de Zitten de batterijen van de afstandsbediening in het compartiment instellingen op de zoals het hoort? afstandsbediening Signaal is niet Gebruik je een airconditioning signaal code anders dan signaal ontvangen na het vervangen van de batterijen voor de afstandsbediening code A? Indien het probleem na het controleren van deze items zich nog steeds voordoet, of u ruikt een verbrande geur, of de TIMER indi-catielamp pinkt, zet het toestel dan onmiddellijk uit, trek de voedingsstekker uit het stopcontact, en verwittig uw installateur. - 15 -

GEBRUIKSTIPS Gebruik en prestaties Warmteproductie Dit airconditioningtoestel werkt volgens het warmtepompprincipe. Het neemt warmte op uit de buitenlucht en ver plaats deze warmt naar binnen toe. Hierdoor zal het warmtevermogen dalen indien de buitentemperatuur daalt. Indien het warmtevermogen te klein is om de kamer voldoende op te warmen, raden wij u aan om het toestel te gebruiken in combinatie met een ander verwarmingstoestel. Warmtepomptoestellen warmen de volledige ruimte op door de lucht in de ruimte in recirculatie te brengen. Hierdoor kan het zijn dat het even duurt voor de kamer verwarmd raakt na het starten van het toestel. Microcomputer-gestuurde automatische DEFROST (ontdooi) functie Wanneer de HEATING modus gebruikt wordt bij lage buitentemperatuur en hoge luchtvochtigheid kan er zich ijsvorming voordoen op het buitentoestel, waardoor het vermogen van het toestel verlaagt. Om dit verlaagd vermogen te voorkomen, is het toestel uitgerust met een microcomputer-gestuurde automatische defrost functie. Als ijs vormt aan het buitentoestel, zal het airconditioningtoestel tijdelijk stoppen en de defrost functie zal voor een korte tijd werken (ongeveer 7 tot 15 minuten). Tijdens deze functie zal de OPERATION indicatielamp (rood) pinken. Auto Restart (Automatische herstart) In geval van een stroomonderbreking Als de stroomtoevoer van het airconditioningtoestel werd onderbroken door een stroomonderbreking, zal het toestelautomatisch terug opstarten in de bedrijfsmodus in dewelke deze was uitgevallen. Bij een stroompanne tijdens de TIMER functie, zal de timergereset worden en zal het toestel weer starten (of respec-tievelijk stoppen) bij het bereiken van de volgende ingestelde tijd. Bij het optreden van deze TIMER fout zal de TIMER indicatielamp (groen) beginnen pinken. Het gebruik van ander elektrisch apparatuur (scheerapparaat, enz.) of een draadloze radiozender kunnen het air conditioningtoestel verstoren. Als dit zich voordoet, trek dan gedurende een korte tijd de voedingsstekker uit het stopcontact, stop deze dan terug en maak gebruik van de afstandsbediening om de werking van het toestel terug verder te zetten. Temperatuur- en vochtigheidsbereik Cool Modus Dry Modus Heat Modus Buitentemperatuur Ongeveer 10 à 43 C Ongeveer 10 à 43 C Ongeveer 15 à 24 C Binnentemperatuur Ongeveer 18 à 32 C Ongeveer 18 à 32 C Ongeveer 30 C of minder Indien het airconditioningtoestel gebruikt wordt bij hogere temeperaturen dan diegene weergegeven in bovenstaande tabel, kan het ingebouwde beveiligingscircuit in werking treden om beschadiging aan het toestel te voorkomen. Ook kan de warmtewisselaar dichtvriezen indien het toestel tijdens de COOLING of DRY modus gebruikt wordt bij lagere temperaturen dan deze vermeldt in de bovenstaande tabel, wat kan leiden tot het lekken van het water uit het toestel en andere beschadigingen. Gebruik dit airconditioningtoestel niet voor andere doeleinden dan diegene waarvoor het ontworpen is, nl. koelen, ontvochtigen en ventileren van een kamer in normale omstandigheden. Indien het toestel gebruikt wordt in zeer vochtige omgevingen gedurende lange perioden, kan er zich condensatie voordoen op het binnentoestel en druppels kunnen op de grond neervallen of op voorwerpen die zich onder het toestel bevinden (ca. 80 % of meer). Als de buitentemperatuur lager is dan diegene vermeld in bovenstaande tabel, om een werking in alle veiligheid te kunnen garanderen, is het mogelijk dat de buitenunit stopt te werken gedurende een bepaalde tijd. - 16 -