UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1522 VAN DE COMMISSIE

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE. Alle velden in deze gemeenschappelijke opmaak die met (V) zijn gemerkt, zijn verplicht; die met (F) zijn facultatief.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Bijlage 2.10 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

L 313/16 Publicatieblad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

(2) De volgde besluit bevatt nieuwe voorschrift die de voorschrift uit bovgoemde richtlijn herschikk bijwerk: - Verording (EG) nr. 852/2004 van het Eu

BIJLAGEN. bij het voorstel. voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Openbare raadpleging "Vereenvoudiging en modernisering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid" BELANGRIJKSTE ELEMENTEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2013) 920 final - Bijlagen 1 tot en met 6.

BESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake nationale emissiemaxima voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 september 2014 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie d.d Emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen ***I

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Verlaagd tarief EB, wet, besluit en regeling

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

AANGENOMEN TEKSTEN. Emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen ***I

(Voor de EER relevante tekst)

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

Herziening NEC-richtlijn. LNE Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

A8-0249/154. Amendement 154 Giovanni La Via namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij

Publicatieblad van de Europese Unie

A8-0249/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 259 van 18/08/98

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18167/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0443 (COD)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

14747/16 dau/jel/cg 1 DRI

(Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 mei 2012 (OR. en) 9633/12 COMPET 246 ENV 336 CHIMIE 42 MI 302 ENT 119

Wijzigingen: V. 596/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 (PB L 188 van 18.VII.2009)

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1375 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst) (3) Verordening (EG) nr. 1221/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1502 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Publicatieblad van de Europese Unie

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst)

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

(Voor de EER relevante tekst)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

12.10.2018 NL L 256/87 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1522 VAN DE COMMISSIE van 11 oktober 2018 tot vaststelling van e gemeschappelijke opmaak voor de nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging overekomstig Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlemt de Raad betreffde de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigde stoff (Knisgeving geschied onder nummer C(2018) 6549) (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezi het Verdrag betreffde de werking van de Europese Unie, Gezi Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlemt de Raad van 14 december 2016 betreffde de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigde stoff, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG ( 1 ), met name artikel 6, lid 10, Overwegde hetge volgt: (1) Het nationale programma ter beheersing van de luchtverontreiniging is het voornaamste bestuursinstrumt waarin Richtlijn (EU) 2016/2284 voorziet ter ondersteuning van de lidstat bij het plann van hun nationale maatregel die nodig zijn voor de naleving van de in die richtlijn voor 2020 2030 vastgestelde nationale emissiereductieverbintiss, waarbij de voorspelbaarheid voor de belanghebbd wordt vergroot e verschuiving van investering naar schone efficiënte technologieën wordt ondersteund. Het draagt bij tot het bereik van de luchtkwaliteitsdoelstelling overekomstig artikel 1, lid 2, van die richtlijn waarborgt de samhang met de plann programma's van andere relevante beleidsterrein, zoals klimaat, ergie, landbouw, industrie vervoer. (2) Op grond van artikel 6, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/2284 moet het publiek (overekomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlemt de Raad ( 2 )) de bevoegde instanties met verantwoordelijkhed op het gebied van luchtverontreiniging, -kwaliteit het beheer daarvan word geraadpleegd over de ontwerp van de nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging over evtuele belangrijke wijziging alvors zij word voltooid. (3) De nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging moet ook bijdrag aan de geslaagde uitvoering van de luchtkwaliteitsplann die krachts artikel 23 van Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlemt de Raad zijn vastgesteld ( 3 ). De lidstat moet in dit verband reking houd met de noodzaak om de emissies te verminder, met name van stikstofoxid fijnstof, in zones agglomeraties met te hoge conctraties aan luchtverontreinigde stoff /of in die zones agglomeraties die aanzilijk bijdrag aan de luchtverontreiniging in andere zones agglomeraties, ook in buurland. (4) Zoals opgemerkt in het Tweede verslag over de staat van de ergie-unie van de Commissie ( 4 ), moet de lidstat hun nationale ergie- klimaatplann zo veel mogelijk sam met hun nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging ontwikkel om synergieën te garander de uitvoeringskost te beperk, aangezi deze plann in grote mate op soortgelijke maatregel acties steun. (5) Om de consisttie met de rapportage over de de maatregel in het kader van het klimaat- ergiebeleid van de Unie te verbeter, moet de gemeschappelijke opmaak voor het nationale programma voor de beheersing van de luchtverontreiniging hierop word afgestemd voor zover er overekomst zijn met de rapportageverplichting uit hoofde van Verording (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlemt de Raad ( 5 ) van Uitvoeringsverording (EU) nr. 749/2014 van de Commissie ( 6 ). ( 1 ) PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1. ( 2 ) Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlemt de Raad van 26 mei 2003 tot voorziing in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plann programma's betreffde het milieu, met betrekking tot inspraak van het publiek toegang tot de rechter, tot wijziging van de Richtlijn 85/337/EEG 96/61/EG van de Raad (PB L 156 van 26.6.2003, blz. 17). ( 3 ) Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlemt de Raad van 21 mei 2008 betreffde de luchtkwaliteit schonere lucht voor Europa (PB L 152 van 11.6.2008, blz. 1). ( 4 ) COM(2017) 53 final van 1 februari 2017, blz. 14. ( 5 ) Verording (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlemt de Raad van 21 mei 2013 betreffde e bewakings- rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgass e rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13). ( 6 ) Uitvoeringsverording (EU) nr. 749/2014 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffde de structuur, de indeling, de indiingsprocedure de beoordeling van de informatie die door de lidstat is verstrekt op grond van Verording (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlemt de Raad (PB L 203 van 11.7.2014, blz. 23).

L 256/88 NL 12.10.2018 (6) Om de in Richtlijn (EU) 2016/2284 vastgestelde emissiereductieverbintiss t aanzi van ammoniak te verwezlijk, moet aanvullde nationale maatregel word vastgesteld. Daarom moet de nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging ook evredige maatregel omvatt die van toepassing zijn op de landbouwsector. (7) De vaststelling van e gemeschappelijke opmaak voor het nationale programma voor luchtverontreiniging moet het onderzoek dat de Commissie krachts artikel 10, lid 1, derde alinea, van Richtlijn (EU) 2016/2284 naar de programma's moet uitvoer, vergemakkelijk moet zorg voor e betere vergelijkbaarheid van de programma's tuss de lidstat. (8) De lidstat kunn in hun nationaal programma voor de beheersing van de luchtverontreiniging bovop de verplichte inhoud aanvullde relevante informatie verstrekk over hun geplande maatregel die gericht zijn op het aanpakk van de meest schadelijke verontreinigde stoff met betrekking tot gevoelige bevolkingsgroep. Zij mog eves, overekomstig artikel 1, lid 2, van Richtlijn (EU) 2016/2284, voorzi in maatregel die gericht zijn op de verdere vermindering van emissies om luchtkwaliteitsniveaus te bereik die in overestemming zijn met de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde luchtkwaliteitsrichtsnoer de doelstelling van de Unie op het gebied van biodiversiteit ecosystem. (9) Hoewel op grond van artikel 4, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/2284 de emissies van de internationale zeevaart of de emissies van vliegtuig, buit de landings- startcyclus, niet in aanmerking word gom voor de naleving van de emissiereductieverbintiss, kunn de lidstat in hun nationale programma's ter beheersing van de luchtverontreiniging ook maatregel schets die zij overweg ter beperking van emissies uit deze bronn. (10) Tijds de bijekomst van de deskundiggroep luchtkwaliteit op 4 april 2017, op 28 november 2017 op 9 april 2018 ( 1 ) hebb de lidstat e ontwerp van e gemeschappelijke opmaak besprok van commtaar voorzi. (11) De in dit besluit vervatte maatregel zijn in overestemming met het advies van het bij artikel 29 van Richtlijn 2008/50/EG ingestelde Comité voor de luchtkwaliteit, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Voorwerp De gemeschappelijke opmaak voor het nationale programma voor de beheersing van de luchtverontreiniging als bedoeld in artikel 6, lid 10, van Richtlijn (EU) 2016/2284, wordt vastgesteld in de bijlage bij dit besluit. Artikel 2 Opmaak De lidstat gebruik de in de bijlage vastgestelde gemeschappelijke opmaak bij de rapportage van hun nationale programma voor de beheersing van de luchtverontreiniging aan de Commissie in overestemming met artikel 10, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/2284. Artikel 3 Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekdmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, 11 oktober 2018. Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER ( 1 ) Zie het register van deskundiggroep van de Commissie (groep E02790), http://ec.europa.eu/transparcy/regexpert/index.cfm? Lang=NL

12.10.2018 NL L 256/89 BIJLAGE Gemeschappelijke opmaak voor het nationale programma ter beheersing van de luchtverontreiniging overekomstig artikel 6 van Richtlijn (EU) 2016/2284 1. BESCHRIJVING VAN DE VELDEN Alle veld in deze gemeschappelijke opmaak die met zijn gemerkt, zijn verplicht; die met (F) zijn facultatief. 2. GEMEENSCHAPPELIJKE OPMAAK 2.1. Titel van het programma, contactgegevs websites Titel van het programma Datum Lidstaat 2.1.1. Titel van het programma, contactgegevs websites Naam van de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de opstelling van het programma Telefoonnummer van de verantwoordelijke dist E-mailadres van de verantwoordelijke dist Link naar de website waar het programma is gepubliceerd Link(s) naar de website(s) van de raadpleging() over het programma 2.2. Samvatting (F) De samvatting kan ook e op zichzelf staand documt zijn (liefst niet meer dan ti bladzijd). Het moet e beknopte samvatting van de punt 2.3 tot met 2.8 zijn. Gebruik indi mogelijk grafische elemt ter illustratie van de samvatting. 2.2.1. Het nationale beleidskader voor luchtkwaliteit -verontreiniging De beleidsprioriteit hun relatie met de op andere relevante beleidsterrein vastgestelde prioriteit De aan de nationale, regionale lokale autoriteit toegewez verantwoordelijkhed 2.2.2. Vooruitgang die sinds 2005 op het gebied van de vermindering van emissies de verbetering van de luchtkwaliteit met de huidige maatregel is geboekt Behaalde emissiereducties Vooruitgang t opzichte van de doelstelling inzake luchtkwaliteit Huidige grsoverschrijdde effect van binnlandse emissiebronn

L 256/90 NL 12.10.2018 2.2.3. Verwachte evolutie tot 2030, uitgaande van de veronderstelling dat de reeds vastgestelde maatregel ongewijzigd blijv Verwachte emissies emissiereducties (scario met maatregel (MM)) Verwachte effect op de verbetering van de luchtkwaliteit (MM-scario) Onzekerhed 2.2.4. In overweging gom beleidsopties om te voldo aan de emissiereductieverbintiss voor 2020 2030, tusstijdse emissiiveaus voor 2025 Belangrijkste in overweging gom beleidsopties 2.2.5. Samvatting van de voor vaststelling geselecteerde maatregel per sector, met inbegrip van e tijdschema voor de vaststelling, uitvoering herziing daarvan de verantwoordelijke bevoegde autoriteit Betrokk sector Energievoorziing Energieverbruik Vervoer Industriële process Landbouw Afvalbeheer/afval Transversaal Andere (gelieve te specificer) Geselecteerde maatregel Tijdschema voor de uitvoering van de geselecteerde maatregel 2.2.6. Cohertie Beleidslijn maatregel E beoordeling van de wijze waarop de geselecteerde maatregel zorg voor samhang met op andere relevante beleidsterrein opgestelde plann programma's De voor de uitvoering de handhaving van de geselecteerde maatregel verantwoordelijke bevoegde autoriteit() (type naam) Tijdschema voor de herziing van de geselecteerde maatregel 2.2.7. Verwacht gezamlijk effect van de maatregel ( met aanvullde maatregel MAM) op emissiereducties, luchtkwaliteit op het eig grondgebied in de aangrzde lidstat het milieu, de daarmee samhangde onzekerhed Verwachte verwezlijking van de emissiereductieverbintiss (MAM) Gebruik van flexibiliteit (indi relevant) Verwachte verbetering van de luchtkwaliteit (MAM) Verwachte effect op het milieu (MAM) Method onzekerhed

12.10.2018 NL L 256/91 2.3. Het nationale beleidskader voor luchtkwaliteit -verontreiniging 2.3.1. De beleidsprioriteit hun relatie met de op andere relevante beleidsterrein vastgestelde prioriteit De nationale emissiereductieverbintiss in vergelijking met het refertiejaar 2005 (in %) SO 2 NO x NMVOS NH 3 PM 2,5 2020-2029 Met ingang van 2030 De prioriteit inzake luchtkwaliteit: de nationale beleidsprioriteit met betrekking tot EU- of nationale luchtkwaliteitsdoelstelling (met inbegrip van grswaard streefwaard alsmede blootstellingsconctratieverplichting) Er kan ook word verwez naar door de WHO aanbevol luchtkwaliteitsdoelstelling. Relevante beleidsprioriteit inzake klimaatverandering ergie Relevante beleidsprioriteit op de relevante beleidsterrein, waaronder landbouw, industrie vervoer Lijst van de bevoegde autoriteit Nationale autoriteit Regionale autoriteit Lokale autoriteit Waar nodig rij toevoeg 2.3.2. Aan de nationale, regionale lokale autoriteit toegewez verantwoordelijkhed Beschrijf het type autoriteit (bijv. milieu-inspectie, regionaal milieuagtschap, gemete) In voorkomd geval, de naam van de autoriteit (bv. ministerie van XXX, nationaal agtschap voor XXX, regionaal bureau voor XXX) Beschrijf de toegewez verantwoordelijkhed op het gebied van luchtkwaliteit luchtverontreiniging Kies uit het volgde: Beleidsvormde rol Uitvoerde rol Handhavde rol (in voorkomd geval met inbegrip van inspecties vergunningverling) Rapporterde toezichthoudde rol Coördinerde rol Andere roll (gelieve te specificer) Bronsector onder de verantwoordelijkheid van de autoriteit (F)

L 256/92 NL 12.10.2018 2.4. De vooruitgang die op het gebied van de vermindering van emissies de verbetering van de luchtkwaliteit met de huidige maatregel is geboekt, de mate van naleving van de nationale Europese verplichting, in vergelijking met 2005 2.4.1. De vooruitgang die op het gebied van emissiereductie met de huidige maatregel is geboekt, de mate van naleving van de nationale Europese emissiereductieverplichting Beschrijf de vooruitgang die op het gebied van emissiereductie met de huidige maatregel is geboekt, de mate van naleving van de nationale Europese emissiereductieverplichting Geef volledige referties (hoofdstuk bladzijde) van publiekelijk beschikbare ondersteunde datasets (bijvoorbeeld rapportage over historische emissie-invtaris) Voeg grafiek toe om de emissiereducties per verontreinigde stof /of per belangrijke sector te illustrer (F) 2.4.2. De vooruitgang die op het gebied van de verbetering van de luchtkwaliteit met de huidige maatregel is geboekt, de mate van naleving van de nationale Europese luchtkwaliteitsverplichting Beschrijf de vooruitgang die op het gebied van de verbetering van de luchtkwaliteit met de huidige maatregel is geboekt, de mate van naleving van de nationale Europese luchtkwaliteitsverplichting door t minste voor NO 2, PM 10, PM 2,5 O 3, voor alle andere verontreinigde stoff waarvoor er overschrijding zijn, aan te gev hoeveel op het totaal aantal (niet) voldo aan de EU-luchtkwaliteitsdoelstelling Geef volledige referties (hoofdstuk bladzijde) van publiekelijk beschikbare ondersteunde datasets (bijvoorbeeld luchtkwaliteitsplann, brontoewijzing) Kaart of histogramm ter illustratie van de huidige luchtconctraties (t minste voor NO 2, PM 10, PM 2,5 O 3, voor alle andere verontreinigde stoff die e probleem vorm), waarin bijvoorbeeld het aantal zones op het totaal aantal is weergegev dat (niet) voldoet in het refertiejaar in het verslagjaar (F) Indi er problem aan het licht kom in (e) luchtkwaliteitszone(s), beschrijf hoe vooruitgang werd geboekt met de verlaging van de gerapporteerde maximumconctraties (F) 2.4.3. Huidige grsoverschrijdde effect van nationale emissiebronn Beschrijf in voorkomd geval de huidige grsoverschrijdde effect van binnlandse emissiebronn Vooruitgang kan in kwantitatieve of kwalitatieve term word gerapporteerd. Als er ge problem zijn geïdtificeerd, vermeld dan die conclusie. Indi kwantitatieve gegevs word gebruikt voor de beschrijving van de resultat van de beoordeling, gelieve dan de voor het uitvoer van de bovstaande beoordeling gebruikte gegevs method te specificer (F)

12.10.2018 NL L 256/93 2.5. Verwachte verdere evolutie, uitgaande van de veronderstelling dat de reeds vastgestelde maatregel ongewijzigd blijv 2.5.1. Verwachte emissies emissiereducties (MM-scario) Verontreinigde stoff Totale emissies (kt), in overestemming met de invtariss voor jaar x-2 of x-3 (gelieve het jaar aan te gev) 2005 refertiejaar Naar verwachting behaalde emissiereductie in % t opzichte van 2005 Nationale emissiereductieverbintis voor 2020-2029 (%) Nationale emissiereductieverbintis met ingang van 2030 (%) SO 2 NO x NMVOS NH 3 PM 2,5 Geef e overzicht van de met de MM-prognoses verbond onzekerhed met betrekking tot de naleving van de emissiereductieverbintiss voor 2020, 2025 met ingang van 2030 (F) Datum van de emissieprognoses Wanneer uit de prognose van de toekomstige evolutie blijkt dat de emissiereductieverbintiss met het MM-scario niet word gehaald, moet in deel 2.6 e overzicht word gegev van de aanvullde maatregel die word overwog met het oog op het bereik van naleving. 2.5.2. Verwacht effect op de verbetering van de luchtkwaliteit (MM-scario), met inbegrip van de verwachte mate van naleving 2.5.2.1. Kwalitatieve beschrijving van de verwachte verbetering van de luchtkwaliteit Geef e kwalitatieve beschrijving van de teg 2020, 2025 2030 verwachte verbetering van de luchtkwaliteit verdere evolutie van de mate van naleving (MM-scario) van de EU-luchtkwaliteitsdoelstelling voor NO 2, PM 10, PM 2,5 O 3 -waard, voor alle andere verontreinigde stoff die e probleem vorm Geef volledige referties (hoofdstuk bladzijde) van publiekelijk beschikbare ondersteunde datasets (bijvoorbeeld luchtkwaliteitsplann, brontoewijzing) waarin de verwachte verbetering de verdere evolutie van de mate van naleving word beschrev 2.5.2.2. Kwantitatieve beschrijving van de verwachte verbetering van de luchtkwaliteit (F) Waard van de richtlijn luchtkwaliteit PM 2,5 Verwacht aantal niet-conforme Refertiejaar aangev Refertiejaar aangev Verwacht aantal conforme Refertiejaar aangev Totaal aantal conforme NO 2

L 256/94 NL 12.10.2018 Waard van de richtlijn luchtkwaliteit Verwacht aantal niet-conforme Refertiejaar aangev Refertiejaar aangev Verwacht aantal conforme Refertiejaar aangev Totaal aantal conforme PM 10 O 3 (max. 8 uur gemiddeld) Andere (gelieve te specificer) Naam beknopte beschrijving van de individuele maatregel of het pakket maatregel 2.6. In overweging gom beleidsopties om te voldo aan de emissiereductieverbintiss voor 2020 2030, tusstijdse emissiiveaus voor 2025 De in dit deel vereiste gegevs moet word gerapporteerd met de Policies and Measures Tool (PaM-tool) die hiervoor door de EER ter beschikking wordt gesteld. 2.6.1. Nadere bijzonderhed betreffde de maatregel die word overwog om te voldo aan de emissiereductieverbintiss (rapportage op het niveau van beleidsopties maatregel) Betrokk verontreinigde stof (f), kies wat van toepassing is SO 2, NO x, NMVOS, NH 3, PM 2,5, ; Zwarte koolstof ( black carbon ) als onderdeel van PM 2,5, andere (bv. Hg, dioxin, broeikasgass) (F) gelieve te specificer Waar nodig rij toevoeg Doelstelling van de individuele maatregel of het pakket maatregel (*) Type(n) maatregel (^) Primaire, in voorkomd geval, bijkomde betrokk sector() ( ) Uitvoeringsperiode (V voor de voor uitvoering geselecteerde maatregel) Voor de uitvoering verantwoordelijke autoriteit() (V voor de voor uitvoering geselecteerde maatregel) In voorkomd geval verwijz naar die welke zijn vermeld in tabel 2.3.2. Details van de voor de analyse gebruikte method (bv. specifieke modell of method, onderliggde gegevs) Gekwantificeerde verwachte emissiereducties (voor individuele maatregel of voor pakkett maatregel, in voorkomd geval) (kt per jaar of als bereik, in vergelijking met het MM-scario) Begin Einde Type Naam Kwalitatieve beschrijving van de onzekerhed (V, indi beschikbaar) De antwoord op de veld met e (*), (^) of ( ) word ingevuld door te kiez uit vooraf gedefinieerde antwoordopties die in overestemming zijn met de rapportageverplichting uit hoofde van Verording (EU) nr. 525/2013 betreffde e bewakings- rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgass Uitvoeringsverording (EU) nr. 749/2014 van de Commissie. De antwoord op de veld met e (*) moet word ingevuld door te kiez uit de volgde vooraf gedefinieerde antwoordopties (er kan meer dan één doelstelling word gekoz er kunn extra doelstelling word toegevoegd gespecificeerd onder andere ) : 1. Energievoorziing: toame in hernieuwbare ergie; overgang op minder koolstofintsieve brandstoff; meer niet-hernieuwbare koolstofarme opwekking (nucleair); beperking van verliez;

12.10.2018 NL L 256/95 verbeterde efficiëntie in de sector ergie transformatie; installatie van reductietechnologieën; andere ergievoorziing. 2. Energieverbruik: verbeterde efficiëntie van gebouw; verbeterde efficiëntie van apparat; verbeterde efficiëntie in de dist-/tertiaire sector; verbeterde efficiëntie in sector van industrieel eindgebruik; beheersing/vermindering van de vraag; ander ergieverbruik. 3. Vervoer: gebruik van verontreinigingsbeperkde technologie in voertuig, vaartuig vliegtuig; verbetering van de efficiëntie van voertuig, vaartuig vliegtuig; modale verschuiving naar opbaar vervoer of niet-gemotoriseerd vervoer; alternatieve brandstoff voor voertuig, vaartuig vliegtuig (waaronder elektriciteit); beheersing/vermindering van de vraag; beter gedrag; betere vervoersinfrastructuur; ander vervoer. 4. Industriële process: installatie van reductietechnologieën; beter toezicht op diffuse emissies uit industriële process; andere industriële process. 5. Afvalbeheer/afval: beheersing/vermindering van de vraag; betere recyclage; betere behandelingstechnologieën; beter beheer van stortplaats; afvalverbranding met ergierecuperatie; betere system voor het beheer van afvalwater; minder stort; ander afval. 6. Landbouw emissiearm op- of inbrg van meststoff/mest op of in bouwland grasland; andere activiteit ter verbetering van het beheer van bouwland; beter beheer van de veestapel kweekinstallaties; betere system voor het beheer van dierlijk afval; andere landbouw. 7. Transversaal: kaderbeleid; multisectoraal beleid; andere transversale activiteit. 8. Andere: de lidstat moet e korte beschrijving van de doelstelling gev.

L 256/96 NL 12.10.2018 De antwoord op de veld met e (^) moet word ingevuld door te kiez uit de volgde vooraf gedefinieerde antwoordopties (er kan meer dan één type maatregel word gekoz er kunn extra typ maatregel word toegevoegd gespecificeerd onder andere ) : beheersing van de verontreiniging aan de bron; economische instrumt; fiscale instrumt; vrijwillige/onderhandelde overekomst; informatie; regelgeving; onderwijs; onderzoek; planning; andere, gelieve te specificer. De antwoord op de veld met e ( ) moet word ingevuld door te kiez uit de volgde vooraf gedefinieerde antwoordopties (er kan meer dan één sector word gekoz er kunn extra sector word toegevoegd gespecificeerd onder andere ) : ergievoorziing (omvat de winning, het vervoer, de distributie de opslag van brandstoff, alsmede de productie van ergie elektriciteit); ergieverbruik (omvat het verbruik van brandstoff elektriciteit door eindverbruikers zoals huishouds, de distsector, de industrie de landbouw); vervoer; industriële process (omvat industriële activiteit waarbij material chemisch of fysisch word getransformeerd waarbij broeikasgass vrijkom, het gebruik van broeikasgass in product het gebruik van koolstof uit fossiele brandstoff voor niet-ergetische doeleind); landbouw; afvalbeheer/afval; transversaal; andere sector; gelieve te specificer. 2.6.2. Effect op de luchtkwaliteit het milieu van individuele maatregel of pakkett beleidsopties maatregel die word overwog om te voldo aan de emissiereductieverbintiss (V, indi beschikbaar) Indi beschikbaar, de effect op de luchtkwaliteit (er mag ook word verwez naar de aanbevol doelstelling voor de luchtkwaliteit van de WHO) het milieu 2.6.3. Geraamde kost bat van de individuele maatregel of pakkett beleidsopties maatregel die word overwog om te voldo aan de emissiereductieverbintiss (F) Naam beknopte beschrijving van de individuele maatregel of het pakket beleidsopties maatregel Kost in EUR per ton verminderde verontreinigde stof Absolute kost per jaar in EUR Absolute bat per jaar Kost-batverhouding Prijsjaar Kwalitatieve beschrijving van de raming van de kost de bat Waar nodig rij toevoeg

12.10.2018 NL L 256/97 2.6.4. Aanvullde gegevs over de maatregel van bijlage III, deel 2, bij Richtlijn (EU) 2016/2284 die gericht zijn op de landbouwsector met het oog op het voldo aan de emissiereductieverbintiss Zijn de maatregel opgom in het nationale programma ter beheersing van de luchtverontreiniging? Ja/ne Zo ja, geef aan welk deel/welke bladzijde in het programma Zijn de maatregel exact toegepast? Ja/ne Zo niet, beschrijf de wijziging die zijn aangebracht A. Maatregel ter beheersing van ammoniakemissies 1. De lidstat stell e nationale gedragscode op voor goede landbouwpraktijk ter beheersing van ammoniakemissies, reking houdd met de gedragscode voor goede landbouwpraktijk voor de reductie van ammoniakemissies van de VN/ECE van 2014, waarin t minste de volgde punt zijn opgom: a) stikstofbeheer met inachtneming van de gehele stikstofkringloop; b) veevoederstrategieën; c) techniek voor het emissiearm verspreid van mest; d) system voor het emissiearm opslaan van mest; e) emissiearme dierverblijfsystem; f) mogelijkhed voor het beperk van ammoniakemissies bij het gebruik van minerale meststoff. 2. De lidstat kunn e nationaal stikstofbudget opstell om toezicht te houd op de verandering in de totale verliez van reactief stikstof uit de landbouw, waaronder ammoniak, stikstofoxid, ammonium, nitrat nitriet, op basis van de beginsel die zijn vastgesteld in het documt met richtsnoer voor stikstofbudgett van de VN/ECE. 3. De lidstat verbied het gebruik van meststoff met ammoniumcarbonaat kunn de ammoniakemissies uit anorganische meststoff verminder aan de hand van de volgde badering: a) het vervang van meststoff op basis van ureum door meststoff op basis van ammoniumnitraat; b) daar waar meststoff op basis van ureum nog steeds word gebruikt, het toepass van method waarvan is aangetoond dat zij e ammoniakemissiereductie oplever van t minste 30 % in vergelijking met de toepassing van de in het Ammoniak-richtsnoer vermelde refertiemethode; c) het bevorder van de vervanging van anorganische meststoff door organische meststoff, waar anorganische meststoff nog steeds word gebruikt, het verspreid ervan overekomstig de te verwacht stikstof- fosforbehoefte van de gewass of het grasland, waarbij tevs reking wordt gehoud met het bestaande nutriëntgehalte in de bodem de nutriënt uit andere meststoff.

L 256/98 NL 12.10.2018 Zijn de maatregel opgom in het nationale programma ter beheersing van de luchtverontreiniging? Ja/ne Zo ja, geef aan welk deel/welke bladzijde in het programma Zijn de maatregel exact toegepast? Ja/ne Zo niet, beschrijf de wijziging die zijn aangebracht 4. De lidstat kunn de ammoniakemissies uit dierlijke mest verminder aan de hand van de volgde badering: a) het verminder van emissies uit het op- of inbrg van drijfmest vaste mest op of in bouwland of grasland, door het toepass van method die e emissiereductie oplever van t minste 30 % in vergelijking met de in het Ammoniak-richtsnoer omschrev refertiemethode onder de volgde voorwaard: i) mest drijfmest word uitsluitd verspreid volgs de te verwacht stikstof- fosforbehoeft van het gewas of het grasland, waarbij tevs reking wordt gehoud met het bestaande nutriëntgehalte in de bodem de nutriënt uit andere meststoff; ii) mest drijfmest word niet verspreid op drassig, ondergelop, bevror of met sneeuw bedekt land; iii) op grasland verspreide drijfmest wordt op- of ingebracht met behulp van e sleepslang of sleepvoet of door middel van oppervlakkige of diepe injectie; iv) op bouwland verspreide mest drijfmest word binn vier uur na verspreiding in de bodem verwerkt. b) het verminder van emissies uit de opslag van mest buit dierverblijv aan de hand van de volgde badering: i) voor nieuwe, na 1 januari 2022 gebouwde drijfmestopslaginrichting, het gebruik van emissiearme opslagsystem of -techniek waarvan is aangetoond dat zij e ammoniakemissiereductie oplever van t minste 60 % in vergelijking met de in het Ammoniak-richtsnoer omschrev refertiemethode, voor bestaande drijfmestopslaginrichting van t minste 40 %; ii) het overdekk van opslagplaats voor vaste mest; iii) ervoor zorg dat landbouwbedrijv over voldode mestopslagcapaciteit beschikk om de mest uitsluitd te verspreid gedurde voor de gewasgroei geschikte period; c) het verminder van emissies uit dierverblijv, door het gebruik van system waarvan is aangetoond dat zij e ammoniakemissiereductie oplever van t minste 20 % in vergelijking met de in het Ammoniak-richtsnoer omschrev refertiemethode; d) het verminder van emissies uit mest, door het toepass van eiwitarme voederstrategieën waarvan is aangetoond dat zij e ammoniakemissiereductie oplever van t minste 10 % in vergelijking met de in het Ammoniak-richtsnoer omschrev refertiemethode.

12.10.2018 NL L 256/99 Zijn de maatregel opgom in het nationale programma ter beheersing van de luchtverontreiniging? Ja/ne Zo ja, geef aan welk deel/welke bladzijde in het programma Zijn de maatregel exact toegepast? Ja/ne Zo niet, beschrijf de wijziging die zijn aangebracht B. Emissiereductiemaatregel ter beheersing van de emissies van fijnstof (PM 2,5 ) zwarte koolstof 1. Onverminderd bijlage II inzake randvoorwaard bij Verording (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlemt de Raad ( 1 ) kunn de lidstat het in de op lucht verbrand van oogstrest -afval bosbouwrest verbied. De lidstat monitor handhav de uitvoering van elk overekomstig de eerste alinea uitgevoerd verbod. Uitzondering op dit verbod zijn beperkt tot prevtieve programma's ter voorkoming van ongecontroleerde brand, ter bestrijding van plag of ter bescherming van de biodiversiteit. 2. De lidstat kunn e nationale gedragscode opstell met adviez voor goede landbouwpraktijk voor e goed beheer van oogstafval op basis van de volgde badering: a) het verbeter van de bodemstructuur door het inbrg van oogstafval; b) verbeterde techniek voor het inbrg van oogstafval; c) alternatief gebruik van oogstafval; d) het verbeter van het nutriëntgehalte de bodemstructuur door het inbrg van mest overekomstig hetge is vereist voor e optimale groei van plant, waardoor het verbrand van mest wordt vermed (stalmest, ligstro). C. Prevtie van effect voor kleine landbouwbedrijv Bij het nem van de in A B beschrev maatregel zorg de lidstat ervoor dat t volle reking wordt gehoud met de effect voor kleine microlandbouwbedrijv. lidstat kunn kleine microlandbouwbedrijv bijvoorbeeld van die maatregel vrijstell, waar mogelijk passd gezi de toepasselijke reductieverbintiss. ( 1 ) Verording (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlemt de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer de monitoring van het gemeschappelijk landbouwbeleid tot intrekking van Verording (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549). 2.7. De voor vaststelling geselecteerde per sector, met inbegrip van e tijdschema voor de vaststelling, uitvoering herziing daarvan de verantwoordelijke bevoegde autoriteit Naam beknopte beschrijving van de individuele maatregel of het pakket maatregel In voorkomd geval verwijz naar die welke zijn vermeld in tabel 2.6.1. 2.7.1. Voor vaststelling geselecteerde individuele maatregel of pakkett maatregel de verantwoordelijke bevoegde autoriteit Momteel gepland jaar van vaststelling Relevante opmerking die voortvloei uit de raadpleging() met betrekking tot de individuele maatregel of de pakkett maatregel (F) Momteel gepland tijdschema voor de uitvoering Beginjaar Eindjaar Tusstijdse streefwaard indicator die zijn geselecteerd om de voortgang bij de uitvoering van de geselecteerde maatregel te controler (F) Tusstijdse streefwaard Indicator Momteel gepland tijdschema voor de herziing (indi verschilld van de vierjaarlijkse algeme actualisering van het nationaal programma ter beheersing van de luchtverontreiniging) Voor de individuele maatregel of het pakket maatregel verantwoordelijke bevoegde autoriteit In voorkomd geval verwijz naar die welke zijn vermeld in tabel 2.3.2.

L 256/100 NL 12.10.2018 Naam beknopte beschrijving van de individuele maatregel of het pakket maatregel In voorkomd geval verwijz naar die welke zijn vermeld in tabel 2.6.1. Momteel gepland jaar van vaststelling Relevante opmerking die voortvloei uit de raadpleging() met betrekking tot de individuele maatregel of de pakkett maatregel (F) Momteel gepland tijdschema voor de uitvoering Beginjaar Eindjaar Tusstijdse streefwaard indicator die zijn geselecteerd om de voortgang bij de uitvoering van de geselecteerde maatregel te controler (F) Tusstijdse streefwaard Indicator Momteel gepland tijdschema voor de herziing (indi verschilld van de vierjaarlijkse algeme actualisering van het nationaal programma ter beheersing van de luchtverontreiniging) Voor de individuele maatregel of het pakket maatregel verantwoordelijke bevoegde autoriteit In voorkomd geval verwijz naar die welke zijn vermeld in tabel 2.3.2. Waar nodig rij invoeg 2.7.2. Toelichting van de keuze van de geselecteerde maatregel beoordeling van de wijze waarop de geselecteerde maatregel zorg voor samhang met op andere relevante beleidsterrein opgestelde plann programma's Toelichting van de keuze van de uiteindelijk geselecteerde maatregel uit de in 2.6.1 overwog maatregel (F) Samhang van de geselecteerde maatregel met de luchtkwaliteitsdoelstelling op nationaal niveau, in voorkomd geval, in de naburige lidstat Samhang van de geselecteerde maatregel met andere relevante plann programma's die zijn vastgesteld uit hoofde van de in nationale of Uniewetgeving neergelegde vereist (bijvoorbeeld nationale ergie- klimaatplann) 2.8. Verwachte gezamlijke effect van de maatregel ( met aanvullde maatregel MAM) op emissiereducties, luchtkwaliteit het milieu, de daarmee samhangde onzekerhed (in voorkomd geval) SO 2 NO x Verontreinigde stoff NMVOS NH 3 PM 2,5 2.8.1. Verwachte verwezlijking van de emissiereductieverbintiss (MAM) Totale emissies (kt), in overestemming met de invtariss voor jaar x-2 of x-3, gelieve het jaar aan te gev 2005 refertiejaar Datum van de emissieprognoses Behaalde emissiereductie in % t opzichte van 2005 Nationale emissiereductieverbintis voor 2020-2029 (%) Nationale emissiereductieverbintis met ingang van 2030 (%)

12.10.2018 NL L 256/101 2.8.2. Niet-lineair emissiereductietraject Wanneer e niet-lineair emissiereductietraject is gevolgd, aanton dat het technisch of economisch efficiënter is (alternatieve maatregel zoud leid tot onevredige kost), dat het ge afbreuk zal do aan de verwezlijking van ige reductieverbintis in 2030 dat het traject met ingang van 2025 zal converger met het lineaire traject (V, indi van toepassing) In voorkomd geval verwijz naar de kost die zijn vermeld in tabel 2.6.3. 2.8.3. Vorm van flexibiliteit Wanneer flexibiliteit wordt gebruikt, e overzicht gev van het gebruik ervan Waard van de richtlijn luchtkwaliteit PM 2,5 NO 2 PM 10 O 3 (max. 8 uur gemiddeld) Andere (gelieve te specificer) 2.8.4. Verwachte verbetering van de luchtkwaliteit (MAM) A. Verwacht aantal niet-conforme conforme (F) Verwacht aantal niet-conforme Verwacht aantal conforme Refertiejaar aangev Refertiejaar aangev Refertiejaar aangev Totaal aantal conforme B. Maximumoverschrijding van de grswaard voor de luchtkwaliteit indicator voor de gemiddelde blootstelling (F) Waard van de richtlijn luchtkwaliteit PM 2,5 NO 2 NO 2 (1 uur) PM 10 PM 10 (24 uur) Verwachte maximumoverschrijding van de grswaard voor de luchtkwaliteit in alle zones Indicator voor de verwachte gemiddelde blootstelling (alle voor PM 2,5 Refertiejaar aangev Refertiejaar aangev

L 256/102 NL 12.10.2018 O 3 (max. 8 uur gemiddeld) Andere (gelieve te specificer) C. Illustraties die de verwachte verbetering van de luchtkwaliteit de mate van naleving aanton (F) Kaart of histogramm ter illustratie van de verwachte evolutie van luchtconctraties (t minste voor NO 2, PM 10, PM 2,5 O 3, voor alle andere verontreinigde stoff die e probleem vorm), waarin bijvoorbeeld het aantal zones op het totaal aantal is weergegev dat teg 2020, 2025 2030 (niet) zal voldo, de verwachte nationale maximumoverschrijding de indicator voor de verwachte gemiddelde blootstelling D. Verwachte kwalitatieve verbetering van de luchtkwaliteit de verwachte mate van naleving (MAM) (indi in de bovstaande tabell ge kwantitatieve gegevs word verstrekt) (F) Verwachte kwalitatieve verbetering van de luchtkwaliteit de mate van naleving (MAM) Wat de jaarlijkse grswaard betreft, moet de prognoses word gerapporteerd in vergelijking met de maximumconctraties voor alle zones. Wat de grswaard per dag per uur betreft, moet de prognoses word gerapporteerd in vergelijking met het maximumaantal geregistreerde overschrijding voor alle zones. Grondgebied van de lidstaat dat bov de kritische drempelbelasting aan verzuring is blootgesteld (%) Grondgebied van de lidstaat dat bov de kritische drempelbelasting aan eutrofiëring is blootgesteld (%) Grondgebied van de lidstaat dat bov het kritische drempelniveau aan ozon is blootgesteld (%) 2.8.5. Verwachte effect op het milieu (MAM) (F) Refertiejaar gebruikt voor de beoordeling van de milieueffect (gelieve te specificer Beschrijving De indicator moet word afgestemd op de indicator die word gebruikt in het kader van het Verdrag betreffde grsoverschrijdde luchtverontreiniging over lange afstand inzake de blootstelling van ecosystem aan verzuring, eutrofiëring ozon (https://www.rivm.nl/media/documt/cce/manual/manual_uba_texte.pdf).