Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Vergelijkbare documenten
Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Ascert BCA Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus AE Oisterwijk

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk. Tel: Rabobank NL79RABO KvK Arnhem BTW NL B01.

Postbus AE Oisterwijk.

Postbus AE Oisterwijk.

Bezwaar maken - hoe en wat

Beslissing op bezwaar

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

Kiwa Bezwaarprocedure. Versie

Reglement als bedoeld in artikel 9 Regeling Bezwaar- en adviescommissie SPPOH.

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Uitspraak /1/A1

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

Datum 15 maart 2019 Betreft Beslissing op bezwaarschrift Wet openbaarheid van bestuur Wob/2018/072. Geachte,

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

Regeling behandeling bezwaarschriften Stichting Onderwijsgroep Zuid-Hollandse Waarden voor PO en VO

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

Beslissing op bezwaar

ECLI:NL:RVS:2013:1522

Beleidsdocument: Bezwaarschriftenprocedure

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

Uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen:

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Collegevoorstel. Zaaknummer: Uitspraak Raad van State Bizetlaan 28 en 30 in Vlijmen

ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Olst-Wijhe, 2012 doc. nr.: Jaarverslag commissie van advies voor de bezwaarschriften 2011 gemeente Olst-Wijhe

Olst-Wijhe, doc. nr.: ALLE-NF. Jaarverslag commissie van advies voor de bezwaarschriften 2010

H E E R H U G O W A A R D

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

Reglement behandeling bezwaarschriften Certificatie-instellingen

Procedure Bezwaar en Beroep certificering arbodiensten

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Pagina. 1 Verloop van de procedure. Besluit Openbaar. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2016/203181_OV Zaaknummer: / /

Handleiding vergoeding kosten bezwaar en administratief beroep

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

Awb Algemene wet bestuursrecht

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen behandeling bezwaarschriften

Stelselwijzing arbo-certificaten en de gevolgen voor asbest

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen

JAARVERSLAG 2011 COMMISSIE VOOR BEZWAARSCHRIFTEN HEEMSTEDE

ECLI:NL:CRVB:2015:872

Regeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen

Bezwaar tegen een beslissing van de gemeente. (versie 01/04/2013)

Beslissing op bezwaar

Besluit tot openbaarmaking

Rapport. Oordeel. Datum: 18 april 2017 Rapportnummer: 2017/053

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

U I T S P R A A K

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

U I T S P R A A K en

U I T S P R A A K

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2017:1059

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

REGLEMENT BEZWAAR TLV

ECLI:NL:RBROE:2009:BK4400

Mogelijkheid tot indienen zienswijze is geen rechtsbescherming

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Procedure Bezwaar en beroep. Procedure bezwaar en beroep

Regeling Bezwarencommissie personele aangelegenheden Universiteit Twente

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756

RAADSVOORSTEL. Par.afd.hfd. Kenmerk

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis last onder dwangsom. Geachte A,

Het nieuwe stelsel van wettelijke arbo-certificaten

Datum 18 maart Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 5. Telefoon

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

Transcriptie:

Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 085 047 11 80 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 Bij de kennisgevingen van 23 juli 2015 heeft [de CKI] de door [bezwaarmaker] ingebrachte zienswijzen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze zienswijzen te laat zijn ingebracht. De commissie is van oordeel dat de kennisgevingen van 23 juli 2015 geen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb zijn. Bij deze kennisgevingen worden geen (categorieën van) afwijkingen vastgesteld en / of sancties opgelegd. Aan het niet-ontvankelijk verklaren van de ingebrachte zienswijze is geen rechtsgevolg verbonden. De bezwaren tegen de kennisgevingen zijn niet gericht tegen een besluit en daarom niet-ontvankelijk. Deze bezwaren blijven verder buiten beschouwing. Uit het systeem van SC-530 moet worden afgeleid dat wordt getoetst en gehandhaafd op de toetspunten in bijlage H. De in hoofdstuk 7 van SC-530 opgenomen normen kunnen wel voor de interpretatie van de toetspunten van belang zijn. Bij toetspunt nr. 62 worden de algemene normen in artikel 7.11.3, onder 4 en 6, van SC-530 genoemd. In samenhang met artikel 7.11.3, onder 4 en 6, van SC-530 dient toetspunt nr. 62 aldus te worden uitgelegd dat ABM s ook vóór en na gebruik bij de asbestverwijdering niet vervuild mogen zijn. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, beperkt toetspunt nr. 62 zich niet tot het gebruik tijdens de sanering, wanneer het ABM wordt gedragen. BCA 15019 Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Het bezwaar [Gemachtigde] maakt bij brief van 31 augustus 2015 bezwaar namens [bezwaarmaker] tegen de kennisgevingen van 23 juli 2015 en het besluit van 13 augustus 2015 van [de CKI]. Bij de kennisgevingen van 23 juli 2015 (AHA-J06-IIe/01 en AHA-JW35C-II/01) heeft [de CKI] de door [bezwaarmaker] ingebrachte zienswijzen niet-ontvankelijk verklaard. Bij het bestreden besluit van 13 augustus 2015 (AHA-JW39C-II/01) heeft [de CKI] de bij een asbestsanering te Parrega geconstateerde afwijking projectlocatie toetspunt nr. 62 in bijlage H van SC-530 vastgesteld als categorie IIafwijking en het certificaat van [bezwaarmaker] per 31 augustus 2015 geschorst. De procedure Bij brief van 7 september 2015 heeft [gemachtigde] namens [bezwaarmaker] het bezwaarschrift gemotiveerd. Naar aanleiding van het bezwaar heeft [de CKI] bij brief van 14 oktober 2015 een verweerschrift ingebracht.

blad 2 Betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord tijdens een op 27 november 2015 gehouden hoorzitting. Het van deze zitting gemaakte verslag is bij dit advies gevoegd. De ontvankelijkheid Voordat op de inhoud van het bezwaar kan worden ingegaan, dient de vraag te worden beantwoord of sprake is van besluiten waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Op grond van de artikelen 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende bezwaar maken tegen een besluit. Volgens artikel 1:3, eerst lid, van de Awb wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Onder rechtshandeling wordt een handeling verstaan die is gericht op enig rechtsgevolg. [Bezwaarmaker] voert aan dat het bij de kennisgevingen van 23 juli 2015 en het besluit van 13 augustus 2015 om mededelingen gaat die naar vaste jurisprudentie geen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb vormen. Bij de kennisgevingen van 23 juli 2015 heeft [de CKI] de door [bezwaarmaker] ingebrachte zienswijzen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze zienswijzen te laat zijn ingebracht. Zoals in het verweerschrift en op de hoorzitting door [de CKI] is toegelicht, is met deze kennisgevingen niet beoogd afwijkingen vast te stellen en / of een sanctie op te leggen. Volgens [de CKI] zijn de afwijkingen al op 21 januari 2015 en 13 maart 2015 bekend gemaakt. Doordat [bezwaarmaker] hiertegen niet tijdig in bezwaar is gegaan, zijn deze afwijkingen volgens [de CKI] onherroepelijk vastgesteld. De commissie is van oordeel dat de kennisgevingen van 23 juli 2015 geen besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Awb zijn. Bij deze kennisgevingen worden geen (categorieën van) afwijkingen vastgesteld en / of sancties opgelegd. Aan het niet-ontvankelijk verklaren van de ingebrachte zienswijze is geen rechtsgevolg verbonden. Anders dan [bezwaarmaker] op de hoorzitting heeft aangevoerd, is geen sprake van een prematuur bezwaarschrift. Uit niets blijkt dat ten tijde van de indiening van het bezwaarschrift wel reeds besluiten tot stand waren gekomen of nog niet tot stand waren gekomen, maar dat [bezwaarmaker] redelijkerwijs kon menen dat dit wel reeds het geval was. Volgens [de CKI] volgt geen definitieve vaststelling van de afwijkingen meer. De bezwaren tegen de kennisgevingen zijn niet gericht tegen een besluit en daarom niet-ontvankelijk. Deze bezwaren blijven verder buiten beschouwing. Overigens hecht de commissie eraan op te merken dat zij het standpunt van [de CKI] dat de betreffende afwijkingen reeds onherroepelijk zijn geworden, niet deelt. In artikel 5.5.4.4 van SC-530 en artikel 4:8 van de Awb is de zienswijzeprocedure geregeld. Indien door de auditor bij een audit een afwijking wordt geconstateerd stelt de CKI de certificaathouder daarvan in kennis door toezending van het

blad 3 rapport van afwijkingen. Vervolgens stelt de CKI de certificaathouder in kennis van haar voornemen een sanctiebesluit ((on)voorwaardelijke intrekking of schorsing) te nemen. De certificaathouder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken zijn zienswijze omtrent dit voorgenomen besluit te geven. Nadat de CKI de zienswijze heeft ontvangen of de twee weken zijn verstreken zonder dat er een zienswijze is ontvangen, beoordeelt de CKI of zij het voornemen moet doorzetten. Als daarna nog steeds is aangetoond dat er sprake is van een afwijking, zal de CKI overeenkomstig paragraaf 5.5 van SC-530 de sanctie opleggen. De CKI neemt daartoe het (definitieve) besluit en maakt dat volgens de regels van de Awb bekend door toezending aan de certificaathouder. In dit geval heeft [bezwaarmaker] eerst bij brief van 10 juli 2015 haar zienswijze gegeven over de op 21 januari 2015 en 13 maart 2015 bekend gemaakte afwijkingen. Dat is buiten de gestelde termijn van twee weken. [De CKI] zou daarom de zienswijze buiten beschouwing mogen laten. [De CKI] heeft echter nagelaten nog een (definitief) besluit te nemen over de geconstateerde afwijkingen, waartegen bezwaar kan worden gemaakt. Bij brief van 29 oktober 2015 deelt [de CKI] mee dat ambtshalve is besloten dat afwijking AHA-JW35C-II/01 geen stand houdt en wordt herroepen. Aan de afwijking wordt de status succesvolle zienswijze toegekend. Nu niet eerder een afwijking is vastgesteld en / of sanctie is opgelegd, kan van herroeping (intrekking) van een besluit geen sprake zijn. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, dient naar het oordeel van de commissie het besluit van 13 augustus 2015 wel als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb te worden aangemerkt. Niet alleen wordt daarbij een categorie II-afwijking vastgesteld, maar wordt ook de sanctie van schorsing van het certificaat opgelegd. Nu het bezwaarschrift ook aan de overige wettelijke eisen die de Awb stelt ten aanzien van de ontvankelijkheid voldoet, is het bezwaar tegen dit besluit ontvankelijk. De gronden van bezwaar [Bezwaarmaker] voert tegen het besluit van 13 augustus 2015 aan dat de auditor op een projectlocatie in een opbergkist een masker / adembeschermingsmiddel (ABM) heeft aangetroffen dat niet schoon was. Dit ABM werd niet gebruikt. Dat is ook niet geconstateerd. Daarom is projectlocatie toetspunt nr. 62 niet overtreden. Het wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Arbeidsomstandighedenregeling en het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Procescertificaat Asbestverwijdering (SC-530). In paragraaf 5.5 van SC-530 is bepaald dat, indien blijkt dat een certificaathouder en de onder zijn verantwoordelijkheid voor te bereiden en uit te voeren processen niet of niet meer voldoen aan de eisen of normen in het werkveldspecifieke certificatie-schema, de CKI de sancties die zijn voorgeschreven in dit schema dient op te leggen. Bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dient de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen.

blad 4 Artikel 5.5.3 van SC-530 bepaalt dat de vier categorieën waarop bij initiële en/of periodieke beoordeling van de (kandidaat-)certificaathouder sancties worden opgelegd, inclusief de onderverdeling in de afwijkingen zijn uitgewerkt en opgenomen in tabel 5.5.3 (bijlage H). In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 62 als een afwijking projectlocatie genoemd: Er worden ABM( s) gebruikt die niet schoon zijn (inwendig en uitwendig) m.b.t. stof, vuil, restfracties, schimmels, etc. De vervuiling is wel schadelijk voor de gezondheid. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 62 een categorie-ii afwijking. In bijlage I van SC-530 is aan een categorie II-afwijking de herstelsanctie van schorsing van het certificaat verbonden. De beoordeling 1. Op 29 juni 2015 heeft [de CKI] bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] te Parrega een projectaudit uitgevoerd. Daarbij is door de auditor waargenomen dat er ABM s worden gebruikt die niet schoon zijn (inwendig en uitwendig) m.b.t. stof, vuil, restfracties, schimmels, etc. De vervuiling is wel schadelijk voor de gezondheid. De auditor heeft in samenwerking met de verantwoordelijke DTA geconstateerd dat een van de gecontroleerde ABM s sterk vervuild in de opbergkist aanwezig was (het betreft het masker van [naam]). Een laboratorium heeft een monster genomen van de vervuiling en vastgesteld dat het monster asbesthoudend is. Vervolgens heeft [de CKI] dit feit als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 62 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd, deze afwijking vastgesteld op een categorie IIafwijking en het certificaat van [bezwaarmaker] per 31 augustus 2015 geschorst. 2. [Bezwaarmaker] ontkent niet dat het ABM in de opbergkist vervuild was met asbestvezelemissie en schadelijk voor de gezondheid, maar stelt zich op het standpunt dat het ABM niet werd gebruikt en dat dat ook niet is geconstateerd. Daarom is volgens [bezwaarmaker] projectlocatie toetspunt nr. 62 niet overtreden. De commissie volgt [bezwaarmaker] niet in haar standpunt. Met verwijzing naar haar advies BCA 15006 stelt de commissie voorop dat de afwijkingen worden getoetst op de toetspunten in bijlage H van SC-530. Volgens paragraaf 5.5 van SC-530 dient de CKI bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Uit artikel 5.5.3 blijkt dat de toetspunten in tabel 5.5.3 in bijlage H de omschrijvingen van de afwijkingen bevatten waarop wordt getoetst. Per toetspunt wordt de categorie van de afwijking aangeduid. Bij een aantal toetspunten wordt aangegeven van welke normen het toetspunt een uitwerking is. De toetspunten zijn een concretisering van de in SC-530 opgenomen algemene(re) normen. Uit dit systeem moet worden afgeleid dat wordt getoetst en gehandhaafd op de toetspunten in bijlage H. De in hoofdstuk 7 van SC-530 opgenomen normen kunnen wel voor de interpretatie van de toetspunten van belang zijn. De commissie ziet zich in haar opvatting gesteund door een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 november 2014, AWB - 14/1469 (ECLI:NL:RBDHA:

blad 5 2014:13245) waarin wordt gesteld: de normen waaraan bij het werken met asbest moet worden voldaan zijn opgesomd en uitgewerkt in hoofdstuk 7 van SC- 530 en zijn gebaseerd op de arboregelgeving. De samenvatting daarvan in Bijlage H is niet doorslaggevend voor de vaststelling van een afwijking. Bij toetspunt nr. 62 worden de algemene normen in artikel 7.11.3, onder 4 en 6, van SC-530 genoemd. In samenhang met artikel 7.11.3, onder 4 en 6, van SC-530 dient toetspunt nr. 62 aldus te worden uitgelegd dat ABM s ook vóór en na gebruik bij de asbestverwijdering niet vervuild mogen zijn. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, beperkt toetspunt nr. 62 zich niet tot het gebruik tijdens de sanering, wanneer het ABM wordt gedragen. Op grond van de door de auditor gedane constatering moet worden geconcludeerd dat het met asbestvezelemissie vervuilde ABM in de opbergkist bij de asbestsanering is gebruikt. (De auditor van) [de CKI] heeft het in dit geval geconstateerde feit terecht als een afwijking projectlocatie nr. 62 in bijlage H van SC-530 gekwalificeerd. 3. Op grond van artikel 5.5 van SC-530 dient de CKI bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. In bijlage H van SC-530 wordt aan een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 62 dwingend een categorie II gekoppeld. Op grond van bijlage J van SC-530 kan in geval van bijzondere omstandigheden van de lijsten in bijlage H worden afgeweken, als toepassing van de lijst in een concreet geval tot onevenredige gevolgen leidt. Bijzondere omstandigheden zijn omstandigheden die niet veel voorkomend zijn. Indien er al sprake is van bijzondere omstandigheden, zal dit niet snel leiden tot onevenredigheid. In hetgeen [bezwaarmaker] heeft aangevoerd en ook overigens ziet de commissie geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan [de CKI] de afwijking van toetspunt nr. 62 zou moeten terugschalen. De commissie komt tot de conclusie dat [de CKI] het in dit geval geconstateerde feit terecht als een afwijking projectlocatie nr. 62 in bijlage H van SC-530 en als categorie II-afwijking heeft gekwalificeerd en het certificaat van [bezwaarmaker] heeft geschorst. De proceskosten [Bezwaarmaker] verzoekt om toekenning van een vergoeding van de kosten gemaakt in deze bezwaarschriftenprocedure. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar uitsluitend vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Uit het vorenstaande volgt dat het bezwaar tegen de kennisgevingen van 23 juli 2015 niet-ontvankelijk is en tegen het besluit van 13 augustus 2015 ongegrond is en dat het besluit niet hoeft te worden herroepen. Daarom biedt artikel 7:15 van

de Awb geen grondslag voor de gevraagde proceskostenvergoeding. blad 6

blad 7 Het advies De commissie adviseert [de CKI]: 1. het bezwaar tegen de kennisgevingen van 23 juli 2015 niet-ontvankelijk te verklaren; 2. het bezwaar tegen het bestreden besluit van 13 augustus 2015 ongegrond te verklaren en het besluit in stand te laten; en 3. de gevraagde vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar af te wijzen. Dit advies is gegeven door Oisterwijk, 4 december 2015. De Bezwaarschriftencommissie Ascert de secretaris de voorzitter