Analyse & Rekenen. Reken Hulp. Kerncijfers personenschade

Vergelijkbare documenten
Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

aanvulling september 2014 De RekenHulp

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Reken. K ernc i j f ers p ers o nens c had e

Prijsvraag: Kladblokberekening zie pag.42. de Reken Hulp. Kerncijfers personenschade 2017

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

4. Kerncijfers personenschade 2016

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2019

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2017

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2015

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2016

Rekenregels per 1 januari 2018

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Belastingplan Vs

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2017

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Rekenregels per 1 januari 2018

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen Bron: ministerie van SZW d.d Rekenregels per 1 januari 2016

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Fiscale cijfers 2008

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

Hulp. de Reken. Kerncijfers personenschade 20 6

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Rekenregels per 1 januari 2015

Nieuw rekenmodel overlijdensschade

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Rekenregels per 1 juli 2009

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

Rekenregels per 1 januari 2016

Inhoud. Afkortingen 13

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Rekenregels per 1 januari 2013

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

Rekenregels per 1 januari 2015

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Rekenregels per 1 januari 2014

Sociale verzekeringen per 1 juli

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2011

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

Rekenregels per 1 januari 2010

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Rekenregels per 1 juli 2008

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Overzichtstabel 1: Basisinkomensvoorzieningen Regeling Inhoud regeling en doelgroep Uitvoering Hoogte bedrag** Omvang gebruik** Uitgaven** Algemene

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade

Rekenregels per 1 januari 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2013

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Rekenregels per 1 januari 2010

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Rekenregels per 1 januari 2017

De Reken Hulp 2015 Kerncijfers personenschade 2015

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Heffingskortingen 2016

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2009

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Wijziging bedragen Participatiewet

Normenbrief 1 januari 2019

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Stand van Zaken van de sociale zekerheid

Rekenregels per 1 juli 2008

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Rekenregels per 1 juli 2007

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2010 Premieoverzicht

Transcriptie:

Analyse & Rekenen Reken Hulp www.debureaus.nl de Kerncijfers personenschade 2019

Inhoud Sociale Zekerheid 7 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen 4 Minimum(jeugd)loon 7 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering 7 Werkdagen 7 Uitkeringspercentages WAO / Wajong / IVA / WGA 7 Wajong 8 Tegemoetkoming arbeidsongeschikten 8 IOAW en IOAZ 9 Bijstand 9 Toeslagenwet 10 Kinderbijslag 10 Eigen bijdrage Wlz en Wmo 10 Anw - Algemene nabestaandenwet 11 AOW - Algemene Ouderdomswet 11 Loon- en inkomstenbelasting 17 Premieheffingen 13 Belastingtarieven box 1, 2 en 3 IB 13 Heffingskortingen 14 Autovergoeding 15 Bijtelling auto van de zaak 15 Zorgverzekeringswet 15 Lijfrente-aftrek 15 Wettelijke rente 16 Modaal inkomen 16 Indexcijfers cao-lonen 17 Consumentenprijsindex (CPI) 17 Toeslagen 20 Huurtoeslag 20 Zorgtoeslag 20 Kindgebonden budget 21 Kinderopvangtoeslag 21 Richtlijnen van De Letselschade Raad 22 Huishoudelijke hulp 22 Kilometervergoeding 22 Licht letsel (smartengeld) 23 Studievertraging 23 Zelfwerkzaamheid 24 Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding 25 Rekenmatrix Opleiding en Inkomen 26 Rekenmodel overlijdensschade 27 Rekenrente 30 Kapitalisatiefactoren 34 Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen 42 Cursusaanbod 43 het RekenProgramma 43 Nawoord 47 2

Analyse & Rekenen de Reken Hulp 2019 Voor u ligt de nieuwe RekenHulp met de laatste cijfers bijgewerkt tot en met 1 januari 2019. Waarschijnlijk heeft u wel gezien dat onze naamgeving is veranderd. Voortaan gaan wij voor alle disciplines verder als de Bureaus met 5 verschillende onderdelen: - Analyse & Rekenen - Medisch - Herstel & Werk - Interactie - Opleidingen Uiteraard blijven bij de Bureaus Analyse & Rekenen de u bekende rekenkundig experts actief om u te voorzien van onafhankelijke rekenkundige letselschadeberekeningen, bedrijfseconomische analyses en rekencursussen. Wij vertrouwen er op dat u ook ditmaal veel plezier heeft van deze editie van de RekenHulp! Met vriendelijke groet, 3 Erik-Jan Bakker, Erna Sommer, Robert Withagen, Steven Jonkman, Yvette van Noort

Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen AIO - Aanvullende inkomensvoorziening ouderen De AIO-aanvulling kan iemand aanvragen als hij/zij de AOW-leeftijd heeft bereikt, rechtmatig in Nederland woont en niet genoeg inkomen of vermogen heeft om in zijn/haar levensonderhoud te voorzien. AKW - Algemene kinderbijslagwet De AKW biedt ouders een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen tot 18 jaar met zich mee brengt. Anw - Algemene nabestaandenwet Op grond van de Anw kunnen nabestaanden in aanmerking komen voor een nabestaandenuitkering. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering. AOW - Algemene Ouderdomswet De AOW is een basispensioenvoorziening voor mensen vanaf de AOW-leeftijd. Daarnaast kent de AOW een partnertoeslag voor een jongere partner van de AOW-gerechtigde indien de desbetreffende partner geen of weinig inkomen heeft IOAW - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers De IOAW is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die 50 jaar of ouder waren toen zij werkloos werden. De IOAW is ook voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De IOAW-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot bijstandsniveau. De IOAW wordt uitgevoerd door de gemeente. IOAZ - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen De IOAZ is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd), die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ-uitkering vult het (gezins)inkomen aan tot het bijstandsniveau. Ouderen kunnen deze uitkering tot hun AOW-gerechtigde leeftijd krijgen. IOW - Wet Inkomensvoorziening voor oudere werklozen De IOW is een uitkering voor ouderen vanaf 60 jaar nadat de WWuitkering of WGA-uitkering is afgelopen. De uitkering is maximaal 70% van het minimumloon. De IOW wordt uitgevoerd door het UWV. Het inkomen van de partner wordt bij de IOW buiten beschouwing gelaten. Participatiewet De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Doel van de Participatiewet is ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten. TW - Toeslagenwet De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt. 4

Wajong - Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning. WAO - Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering De WAO werd op 29 december 2005 vervangen door de WIA, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering genoten. Wel kunnen zij worden herkeurd volgens nieuwe strengere criteria, al dan niet met gevolgen voor de uitkering. WAZ - Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Alleen zelfstandige ondernemers die voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen nog in aanmerking komen voor een WAZ-uitkering. Als een zelfstandige nu arbeidsongeschikt wordt, moet hij/zij zelf voor een vervangend inkomen zorgen. WIA - Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen De WIA bevordert dat werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn aan het arbeidsproces blijven deelnemen en regelt de inkomensverzekering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt (WGA) of volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (IVA). 5 Wlz Wet langdurige zorg De Wlz is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, heeft men een Wlz-indicatie nodig van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning De Wmo regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. Het doel van de Wmo is om het mogelijk te maken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. WW - Werkloosheidswet De WW verzekert werknemers die werkloos worden tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode opgevangen worden met een WW-uitkering. ZW - Ziektewet De ZW geldt uitsluitend voor mensen die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten. Ook kan iemand ziekengeld ontvangen als men ziek wordt ten gevolge van zwangerschap en bevalling. Het ziekengeld bedraagt ten minste 70% van het dagloon (dit is aan een maximum gebonden). Als iemand gaat werken als zelfstandige is het in bepaalde situaties mogelijk om zich vrijwillig te verzekeren. ZEZ - Zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen Vrouwelijke zelfstandigen hebben recht op een ZEZ-uitkering van minimaal zestien weken. Analyse & Rekenen

Carrouselintake Carrouseldata 2019: 15 januari 05 februari 26 februari 19 maart 09 april Rob Lemmens, Candida Vuijk, Ellen van den Berg, Nelleke van Heeswijk, Kim Kraal, Robert Withagen - Carrouselintake - Carrouselintake ZZP - Verzuimcarrousel MELD JE AAN interactie@debureaus.nl www.debureaus.nl 6

Sociale Zekerheid De lonen en uitkeringen vermeld in de tabellen zijn bruto bedragen. Minimum(jeugd)loon Per 1 januari 2019 is het bruto minimumloon met 1,35% verhoogd ten opzichte van 1 juli 2018. De minimumlonen worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast aan de ontwikkeling van de cao-lonen. leeftijd % minimumloon per maand excl. VT per jaar incl. VT 22 e.v. 100% 1.615,80 20.940,77 21 85% 1.373,45 17.799,91 20 70% 1.131,05 14.658,41 19 55% 888,70 11.517,55 18 47,5% 767,50 9.946,80 17 39,5% 638,25 8.271,72 16 34,5% 557,45 7.224,55 15 30% 484,75 6.282,36 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering Het maximumdagloon voor de berekening van de ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op 214,28 bruto. Werkdagen In 2019 zijn er 261 werkdagen. jaar 2015 2016 2017 2018 werkdagen 261 261 260 261 Uitkeringspercentages WAO / Wajong / WIA-IVA / WIA-WGA % arbeidsongeschiktheid WAO Wajong* IVA WGA** WGA*** 0-15 - - - - - 15-25 14% - - - - 25-35 21% 75% - - - 35-45 28% 75% - 70% 28% 45-55 35% 75% - 70% 35% 55-65 42% 75% - 70% 42% 65-80 50,75% 75% - 70% 50,75% 80-100 75% 75% 75% 70% 70% * De Wajong (regeling vanaf 2010) vult aan tot maximaal 75% van het minimumloon. In bepaalde gevallen kan het inkomen aangevuld worden tot 100% van het minimumloon. ** Indien wordt voldaan aan de inkomenseis (tenminste 50% van de restverdiencapaciteit wordt benut) bedraagt de uitkering 70% van de betreffende grondslag. Gedurende de eerste twee maanden bedraagt het uitkeringspercentage van de loongerelateerde WGA-uitkering 75%. *** Indien niet wordt voldaan aan de inkomenseis komt men in aanmerking voor de WGA-vervolguitkering (gebaseerd op het minimumloon). 7 Analyse & Rekenen

Wajong Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning. De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. Gevolgen voor nieuwe Wajongers Mensen met een ziekte of handicap die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, hebben mogelijk recht op Wajong. Het gaat om mensen die nooit meer kunnen werken. Zij krijgen van het UWV een Wajonguitkering als ze voldoen aan de voorwaarden. Jonggehandicapten die wel kunnen werken, krijgen van de gemeente een bijstandsuitkering als ze voldoen aan de voorwaarden en hulp bij het vinden van geschikt werk. Gevolgen voor bestaande Wajongers UWV gaat tussen 2015 en 2018 de gegevens van alle jonggehandicapten, die al vóór 1 januari 2015 een Wajong-uitkering ontvingen, herbeoordelen. Dat doen zij om vast te stellen wie wel of geen mogelijkheden heeft om te werken. Wajongers die niet kunnen werken Wajongers zonder mogelijkheden om te werken, behouden gewoon hun Wajong-uitkering ter hoogte van 75% van het minimumloon. Wajongers die kunnen werken Wajongers die kunnen werken, krijgen hulp van het UWV bij het vinden van geschikt werk. Ook zij behouden hun Wajong-uitkering. De hoogte van de uitkering gaat voor hen wel veranderen. De uitkering is vanaf 1 januari 2018 maximaal 70% van het minimumloon. leeftijd 23 e.v. 22 21 20 19 18 grondslag per werkdag 74,29 74,29 63,15 52,00 40,86 35,29 per jaar incl. VT* 20.940,77 17.799,91 14.658,41 11.517,55 9.946,80 8.271,72 extra toeslag per maand 2,01 4,85 9,85 16,44 17,11 * Op basis van 261 werkdagen en te vermenigvuldigen met het uitkeringspercentage. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten extra toeslag per jaar 24,12 58,20 118,20 197,28 205,32 In september van elk jaar betaalt het UWV de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (voorheen WTCG) aan mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Dit bedrag is een compensatie voor de extra kosten die men heeft door ziekte of handicap. De tegemoetkoming bedroeg in 2018 177,68 netto. De hoogte van de tegemoetkoming voor 2019 is nog niet bekend. Dit bedrag wordt in juli door het Ministerie van SZW vastgesteld. Men komt in aanmerking voor deze extra tegemoetkoming als men op 1 juli: minstens 35% arbeidsongeschikt was; recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV (WAO-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of WAZ-uitkering). 8

IOAW en IOAZ De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. De bruto inkomsten van de gerechtigde en de partner worden in mindering gebracht op de grondslagen die in de tabel te zien zijn. excl. VT per maand totaal incl. VT per jaar Bijstand Bijstand is er voor mensen die niet genoeg inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. En ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In verband met de vermogens- en inkomenstoets wordt de bijstandsuitkering doorgaans niet in een berekening van de personenschade opgenomen. gehuwd / samenwonend (beide partners 21 jaar of ouder) 1.535,12 19.895,04 leefsituatie leeftijd hoogte bijstandsuitkering 9 alleenstaanden en alleenstaande ouders zonder meerderjarige medebewoners alleenstaanden en alleenstaande ouders met een of meer meerderjarige medebewoners 1.195,54 767,56 15.494,16 9.947,64 Per 1 juli 2015 is de kostendelersnorm bij de IOAW en IOAZ stapsgewijs ingevoerd. Per 1 januari 2019 ontvangt de kostendelende alleenstaande (ouder) 50% van de gehuwdennorm. De invoering van de kostendelersnorm in de IOAW en IOAZ is hiermee afgerond. In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met het eigen vermogen In 2019 blijft een vermogen tot 134.521,- buiten beschouwing. Van elk bedrag daarboven wordt 3% in mindering gebracht op de uitkering. Bij een pensioentekort geldt een extra vrijstelling van maximaal 126.970,-. gehuwd of samenwonend alleenstaande alleenstaande ouder jongeren 21 jaar tot AOW-leeftijd gehuwd / samenwonenden 21 jaar tot AOW-leeftijd 21 jaar tot AOW-leeftijd 21 jaar tot AOW-leeftijd 18 tot 21 jaar alleenstaanden en alleenstaande ouders vanaf AOW-leeftijd (AIO-uitkering) gehuwd / samenwonenden alleenstaanden en alleenstaande ouders 100% van het minimumloon (samen) netto excl. VT per maand 1.391,82 974,27 1.485,29 1.090,41 70% van het minimumloon 70% van het minimumloon +extra kindgebonden budget uitkering wordt afgeleid van de kinderbijslag totaal incl. VT per jaar 17.580,80 12.306,60 18.761,52 13.773,60 Kostendelersnorm Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van uw bijstandsuitkering. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een woning, hoe lager de bijstandsuitkering. Analyse & Rekenen

Toeslagenwet De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt. Hiervoor worden normbedragen vastgesteld. Deze worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast. Als het totale inkomen lager is dan het normbedrag voor het sociaal minimum, krijgt men mogelijk een toeslag op het inkomen. bruto per dag* Gehuwd/samenwonend Alleenstaanden: vanaf 22 jaar van 21 jaar van 20 jaar van 19 jaar van 18 jaar * exclusief vakantietoeslag Kinderbijslag bruto per dag* De netto bedragen voor de kinderbijslag zijn voor 2018 gewijzigd. Bedragen per kwartaal per 1-1-2019 per 1-7-2018 per 1-1-2018 0 t/m 5 jaar (per kind) 219,97 202,23 201,05 74,29 54,97 43,92 35,51 27,17 23,37 6 t/m 11 jaar (per kind) 267,10 245,57 244,13 12 t/m 17 jaar (per kind) 314,24 288,90 287,21 Als een kind niet thuis woont, omdat het bijvoorbeeld gehandicapt is, is het in sommige gevallen mogelijk om tweemaal kinderbijslag te krijgen. Eigen bijdrage Wlz en Wmo Volwassenen die zorg krijgen uit de Wet langdurige zorg (Wlz), of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moeten daarvoor een eigen bijdrage betalen. Kinderen hoeven geen eigen bijdrage te betalen. De hoogte van de eigen bijdrage hangt af van het verzamelinkomen (van twee jaar geleden), leeftijd en gezinssituatie. Ook is bepalend of men in een instelling verblijft of thuis zorg ontvangt. De eigen bijdrage is verhoogd voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 4% van de grondslag sparen en beleggen opgeteld. eigen bijdrage zorg thuis minimum per 4 weken alleenstaanden eigen bijdrage zorg met verblijf (echt)paren (echt)paren pensioengerechtigd maximum per 4 weken minimum per maand maximum per maand Wmo Wlz lage eigen bijdrage 164,20 861,80 Wlz (pgb) Wlz hoge eigen bijdrage piepgrens* 2.364,80 * Wanneer men de hoge eigen bijdrage betaalt, moet men minimaal een bepaald bedrag overhouden om vrij te besteden. Dit is per 1 januari 2019: - voor alleenstaanden 3.741,- per jaar ( 312,- per maand); - voor (echt)paren 5.819,- per jaar ( 485,- per maand). - 0,00-17,50 23,40 23,40 861,80 10

Anw Algemene nabestaandenwet AOW Algemene Ouderdomswet per maand tegemoetkoming per maand totaal incl. VT* per jaar per maand IO AOW per maand totaal incl. VT* per jaar Nabestaandenuitkering 1.204,39 17,12 15.701,40 Alleenstaand 1.190,58 25,23 15.459,00 Nabestaandenuitkering bij verzorgingsrelaties Nabestaandenuitkering bij kostendelersnorm Wezenuitkering tot 10 jaar 767,11 767,11 385,40 17,12 17,12 17,12 10.156,08 10.156,08 5.164,08 Gehuwd/samenwonend (beide partners AOWleeftijd of ouder) Gehuwd/samenwonend zonder toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) 809,81 809,81 25,23 25,23 10.641,48 10.641,48 Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar * Het totaal jaarbedrag is inclusief de tegemoetkoming Anw. Per 1 juli 2015 is voor de nabestaandenuitkering Anw de kostendelersnorm ingevoerd. Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer meerderjarige personen waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag. De hoogte van de nabestaandenuitkering is afhankelijk van het inkomen. Inkomen in verband met (vroegere) arbeid (bijvoorbeeld een WAO-, WIA- of WW-uitkering) komt volledig in mindering op de nabestaandenuitkering. Van inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT, vervroegd pensioen of een bovenwettelijke uitkering) blijft een deel buiten beschouwing: 50% van het minimumloon plus een derde deel van wat boven dit bedrag wordt verdiend. Bij een inkomen uit arbeid tot 807,90 bruto per maand wordt de nabestaandenuitkering nog volledig uitbetaald. Er wordt geen nabestaandenuitkering ontvangen als men meer verdient dan 2.614,49 per maand. 11 578,11 770,81 17,12 17,12 7.643,52 10.122,84 Gehuwd/samenwonend met max. toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) Gehuwd/samenwonend met 10% verlaagde toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) 1.619,62 1.538,64 25,23 25,23 * Het totaal jaarbedrag is inclusief inkomensondersteuning AOW. 20.980,20 19.946,40 Ouderen krijgen een inkomensondersteuning (IO) bovenop hun AOW die afhankelijk is van het aantal jaren dat men in Nederland heeft gewoond. Vanaf 1 april 2015 is de AOW-partnertoeslag vervallen. Degenen die vóór 1 januari 1950 geboren zijn en een AOW-toeslag ontvangen, behouden deze toeslag totdat de jongere partner AOW-pensioen krijgt of een te hoog inkomen krijgt. De bedragen zijn volledige AOW-uitkeringen. Wie pas later in Nederland is komen wonen of een aantal jaren in het buitenland heeft gewoond, zal een lagere uitkering krijgen indien de ontbrekende jaren niet zijn bijverzekerd. Voor ieder jaar 2% minder AOW. Analyse & Rekenen

Medisch Werken met 1 Medisch adviseur creeërt vaak rust voor betrokkene. Candida Vuijk, Medisch Directeur c.vuijk@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 40 Rob Lemmens, Medisch adviseur r.lemmens@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 40 www.debureaus.nl 21 12

Loon- en inkomstenbelasting Premieheffingen Belastingtarieven box 2 IB werkgever werknemer In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Er geldt een vast tarief van 25% over het gehele belastbare inkomen. Volksverzekeringen AOW Anw Wlz (tot en met 2014 AWBZ) Werknemersverzekeringen WAO/WIA-basis (Aof) Whk-rekenpremie Awf (WW) Het maximum bruto premieloon werknemersverzekeringen is 55.927,- per jaar. Belastingtarieven box 1 IB 6,46% 1,24% 3,60% In box 1 worden het inkomen uit werk en woning belast. 17.108,37 17,90% 0,10% 9,65% Belastingtarieven box 3 IB In box 3 worden de (fictieve) inkomsten uit sparen en beleggen belast. Er geldt een vast tarief van 30% over het forfaitair rendement. De grondslag sparen en beleggen wordt toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Per 1 januari 2019 wordt over het spaardeel en het beleggingsdeel een forfaitair rendement van respectievelijk 0,13% en 5,60% in aanmerking genomen. schijf t/m 71.650,- van 71.650,- t/m 989.736,- vanaf 989.736,- Sparen 0,13% 67% 21% 0% beleggen 5,60% 33% 79% 100% forfaitair rendement 1,94% 4,45% 5,60% schijf vanaf t/m tarief < AOW-lft. tarief > AOW-lft. Voor iedereen geldt in box 3 een heffingsvrij vermogen. Dit is een vast bedrag dat is vrijgesteld van belasting. 1 2 3 4-20.384 34.300 68.507 20.384 34.300 68.507 36,65% 38,10% 38,10% * 51,75% 18,75% 20,20% 38.10% * 51,75% * De aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning zijn in het jaar 2019 aftrekbaar tegen een tarief van ten hoogste 49%. betreft Heffingsvrij vermogen per persoon Heffingsvrij vermogen fiscaal partnerschap - bij overdracht aan partner bedrag 30.360,- 60.720,- 13 Analyse & Rekenen

Heffingskortingen Heffingskorting < AOW-lft. > AOW-lft. Toelichting Algemene heffingskorting lagere inkomens (maximaal) 2.477,- 1.268,- Geldt voor iedere belastingplichtige. Algemene heffingskorting hogere inkomens 0,- 0,- Geldt voor iedereen met belastbaar inkomen. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het verzamelinkomen meer is dan 68.507,-. Arbeidskorting lagere inkomens (maximaal) 3.399,- 1.740,- Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid. Arbeidskorting hogere inkomens 0,- 0,- Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het loon meer is dan 90.710,-. Inkomensafhankelijke combinatiekorting (maximaal) 2.835,- 1.431,- Geldt voor minstverdienende partners en alleenstaande ouders (inkomen > 4.993,- tot 29.753,-) die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Ouderenkorting (maximaal) 1.596,- Geldt voor belastingplichtigen vanaf de AOW-leeftijd tot een verzamelinkomen van 36.783,-.De afbouw is maximaal (tot nihil) als het verzamelinkomen meer is dan 47.423,-. Alleenstaande ouderenkorting 429,- Geldt voor iedere belastingplichtige die recht heeft op een AOWuitkering voor alleenstaanden. Jonggehandicaptenkorting 737,- Geldt voor mensen die een Wajong-uitkering ontvangen en die niet in aanmerking komen voor een ouderenkorting. Ondernemersfaciliteiten IB Zelfstandigenaftrek 7.280,- De zelfstandigenaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium (meer dan 1.225 uren op jaarbasis) voldoet. Startersaftrek 2.123,- Extra zelfstandigenaftrek voor starters. Fiscale oudedagsreserve maximum/percentage 8.999,- / 9,44% MKB-winstvrijstelling 14% 14

Autovergoeding Zorgverzekeringswet (Zvw) Belastingvrij voor zakelijke ritten per kilometer: 0,19. betreft Bijtelling auto van de zaak Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - werkgeversheffing Met ingang van 1 januari 2017 zijn de kortingen voor zuinige auto s (CO2-uitstoot 51-106 gr/km) en zeer zuinige auto s (CO2-uitstoot 1-50 gr/ km) komen te vervallen. Voor nieuwe auto s in deze categorie geldt het algemene bijtellingspercentage van 22 procent. Voor volledig elektrische auto s gaat het bijtellingspercentage van 4% vanaf 2019 gelden tot maximaal 50.000,- van de catalogusprijs. Voor het bedrag daarboven geldt het bijtellingspercentage van 22%. Zvw maximumbijdrage-inkomen Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - eigen bijdrage Voor de verschillende categorieën geldt: 1-1-2017 CO2-uitstoot Standaardpremie* Verplichte Eigen Risico 5,70% 55.927, 1.609, 385,- * De standaardpremie is de geraamde gemiddelde nominale premie verhoogd met het geraamde gemiddelde bedrag wat een verzekerde in het volgend jaar aan eigen risico betaalt (Min. van VWS). Lijfrente-aftrek 1-1-2018 1-1-2019 Bijtellingspercentage betreft Jaarruimte 0 g/km 4% 4% 4% > 0 g/km 22% 22% 22% Reserveringsruimte Geboren na 31 augustus 1962 (maximaal) Geboren voor 1 september 1962 (maximaal) 15 6,95% 12.678,17% van premiegrondslag 7.254, 14.322,- Analyse & Rekenen

Wettelijke rente Sinds 1 januari 2015 bedraagt de wettelijke rente 2%. datum 1-1-2015 1-7-2012 1-7-2011 1-1-2010 1-7-2009 1-1-2007 1-2-2004 1-8-2003 1-4-2002 1-1-2001 rente 2% 3% 4% 3% 4% 6% 4% 5% 7% 8% Modaal inkomen Het bruto modaal inkomen is het inkomen dat dicht onder de premieinkomensgrens voor de zorgverzekeringswet ligt. Deze grens wordt jaarlijks door het Nederlands Centraal Planbureau (CPB) geïndexeerd op basis van de gemiddelde loonstijging in de bedrijven-sector. Het begrip wordt als referentiepunt gebruikt om inkomenseffecten van maatregelen door de overheid te bepalen. Het bruto modaal inkomen is in 2019 op 36.000,- (inclusief vakantietoeslag) gesteld. jaar 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 bruto modaal inkomen 36.000,- 35.000,- 34.000,- 33.500,- 33.000,- 33.000,- 32.500,- 33.000,- 33.000,- 32.500,- 32.500,- 31.500,- 30.000,- 29.500,- Tussen 2012 en 2013 is sprake van een trendbreuk. Tot en met 2012 was de berekening gerelateerd aan de maximale premie-inkomensgrens voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Vanaf 2013 staat het modaal inkomen voor de meest voorkomende inkomensgroep onder werknemers. Deze herziening is voor het eerst in 2018 ingevoerd. 16

Indexcijfers cao-lonen Binnen cao s worden jaarlijks algemene salarisaanpassingen vastgelegd. Periodiek worden daarvan gemiddelden bepaald. Dit is de cao loonindex die wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cao loonindex wordt uitgedrukt als een stijgingsfactor ten opzichte van het loonniveau in een referentiejaar. Onderstaand zijn de loonindices opgenomen voor het referentiejaar 2010. Consumentenprijsindex (CPI) De Consumentenprijsindex (CPI) is een samengesteld gewogen gemiddelde van verschillende prijsstijgingen uitgedrukt in een indexcijfer. Het is een belangrijke maatstaf voor het meten van de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland. De inflatie wordt gemeten als de procentuele stijging van de CPI. Onderstaand zijn de indices opgenomen voor het referentiejaar 2015. jaar indexcijfer (2010=100) jaarmutatie % jaar indexcijfer (2015=100) jaarmutatie % 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 *111,7 109,5 108,0 106,1 104,6 103,7 102,5 101,1 100,0 98,7 96,1 93,0 91,1 89,3 88,7 87,6 85,2 *2,0 1,4 1,8 1,4 0,9 1,2 1,4 1,1 1,3 2,8 3,3 2,1 2,0 0,7 1,2 2,8 3,6 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 *103,44 101,70 100,32 100,00 99,40 98,44 96,04 93,73 91,59 90,44 89,37 87,20 85,82 84,88 83,48 82,43 80,74 *1,7 1,4 0,3 0,6 1,0 2,5 2,5 2,3 1,3 1,2 2,5 1,6 1,1 1,7 1,3 2,1 3,3 * voorlopig cijfer per 1 januari 2019 * voorlopig cijfer per 1 januari 2019 17 Analyse & Rekenen

Herstel en Werk Kinderen en letselschade Wanneer kinderen betrokken zijn bij een ongeval, kan de ontwikkeling hierdoor worden verstoord. Doordat kinderen nog volop in ontwikkeling zijn, zijn zij erg kwetsbaar. Dit maakt dat een ongeval grote gevolgen kan hebben voor de toekomst. Bij de afwikkeling van letselschades dienen belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars hier rekening mee te houden. Wat wij zien in de praktijk is dat de juiste hulp voor kinderen met letselschade in veel gevallen moeizaam op gang komt. Vaak hebben belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars veel aandacht voor het direct zichtbare fysieke letsel van een kind, maar hebben zij minder aandacht voor het letsel dat niet direct zichtbaar is, zoals de problemen die na een ongeval kunnen ontstaan in het sociaal-emotionele functioneren en de gevolgen van deze problemen op andere levensgebieden zoals de gezinssituatie. Doordat aan het begin van een letselschadeproces vaak weinig aandacht aan deze problemen wordt besteed, stapelen de problemen zich steeds verder op. Wanneer de problemen na verloop van tijd aan het licht komen, worden deze problemen niet altijd als een gevolg van het ongeval beschouwd. In het kader van de herstelgerichte dienstverlening is het ons inziens van belang om de gevolgen van een ongeval voor kinderen en gezinnen zo veel mogelijk te beperken. Dit kan naar onze mening worden gerealiseerd door kinderen en gezinnen in een vroeg stadium de juiste hulp te bieden. Een jeugdprofessional, met kennis van letselschadeprocessen, kan in deze gevallen van meerwaarde zijn. 18

Arbeidsdeskundig advies Herstelcoaching Casemanagement Kind Een jeugdprofessional biedt begeleiding aan kinderen en ouders die direct of indirect betrokken zijn bij een ongeval. Het doel van de begeleiding van een jeugdprofessional is om de balans binnen een gezin te laten terugkeren, door kinderen en hun ouders, daar waar mogelijk, te ontzorgen. - Een jeugdprofessional wordt door een belangenbehartiger en aansprakelijke verzekeraar gezamenlijk ingeschakeld. Wanneer een jeugdprofessional wordt ingeschakeld gaat deze bij een gezin op bezoek. De jeugdprofessional inventariseert welke problemen er binnen een gezin spelen en stelt samen met het gezin een plan van aanpak op. Als er een plan van aanpak is opgesteld, gaat de jeugdprofessional direct met het gezin aan de slag! Anders dan in het reguliere circuit zijn er geen wachtlijsten zodat er geen onnodige vertraging ontstaat. - Voor belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars kan het soms lastig zijn om te bepalen in welke situaties het zinvol kan zijn om een jeugdprofessional in te schakelen. Wat ons betreft is de inschakeling van een jeugdprofessional na een ongeval van meerwaarde wanneer: - - 19 een kind aanhoudend last heeft van negatieve gevoelens, zoals boosheid, verdriet en/of angst; een kind sterk veranderd gedrag laat zien zoals onzekerheid, piekeren, spanning, vermoeidheid, opstandig gedrag en/of het willen overnemen van de verantwoordelijkheden van de ouders; een kind opeens problemen vertoont op school zoals een angst om te falen, concentratieproblemen, verminderde schoolprestaties en/of uitval; een kind langdurig moet herstellen en er sprake is van een verhoogd risico op het ontstaan van problemen op andere levensgebieden; - & Letsel een kind broertjes of zusjes heeft die vergelijkbare negatieve gevoelens dan wel gedragsveranderingen vertonen; ouders een ongeval hebben doorgemaakt en niet in staat zijn om er op eenzelfde manier voor hun kinderen te zijn als voor het ongeval; er sprake is van meerdere problemen binnen een gezin en een gezin er niet in slaagt om deze problemen zelfstandig de baas te worden. Door de vroegtijdige inschakeling van een jeugdprofessional krijgen kinderen en gezinnen sneller de juiste hulp. De jeugdprofessional weet hoe het er in een letselschadeproces aan toe gaat en heeft oog voor de verschillende belangen van alle betrokken partijen. De jeugdprofessional onderhoudt het contact met alle partijen en zorgt ervoor dat alle partijen van de laatste ontwikkelingen op de hoogte zijn. Dit alles draagt bij aan een hogere tevredenheid, een efficiënter letselschadeproces en een verminderde schadelast! Nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op! Sophie Ouwehand s.ouwehand@debureaus.nl Kim Kraal k.kraal@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 20

Toeslagen Huurtoeslag De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de huur, soort huurhuis, de leeftijd, de gezinssituatie en het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om huurtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van de huurtoeslag telt naast het toetsingsinkomen en dat van de eventuele toeslagpartner ook het toetsingsinkomen van eventuele medebewoner(s) mee. Wanneer sprake is van inwonende kinderen onder de 23 jaar dan telt de eerste 4.885,- van het toetsingsinkomen niet mee voor de huurtoeslag. situatie op 1 januari 2019 Jonger dan AOW-leeftijd zonder toeslagpartner Jonger dan AOW-leeftijd met toeslagpartner Op 1 januari AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner Met toeslagpartner: op 1 januari heeft de meest verdienende bewoner de AOW-leeftijd bereikt. maximum toetsingsinkomen per jaar De huurtoeslag kan oplopen tot maximaal 354,- per maand. Als men belasting betaalt in box 3, bestaat er (behalve in zeer uitzonderlijke gevallen) geen recht meer op huurtoeslag. 22.700,- 30.825,- 22.675,- 30.800,- Huurgrenzen leeftijd op 1 januari 2019 Tussen de 18 en 23 jaar en geen kinderen Tussen de 18 en 23 jaar en kinderen Tussen de 23 en AOWleeftijd AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner AOW-leeftijd of ouder met toeslagpartner Zorgtoeslag rekenhuur per maand De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om zorgtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. situatie op 1 januari 2019 zonder toeslagpartner met toeslagpartner tussen de 228,62 en 424,44 tussen de 228,62 en 720,42 tussen de 228,62 en 720,42 tussen de 226,80 en 720,42 tussen de 224,99 en 720,42 maximum toetsingsinkomen per jaar Er is geen recht op zorgtoeslag wanneer het vermogen op 1 januari 2019 groter was dan: 114.776,- voor een alleenstaande; 145.136,- voor partners. 29.562,- 37.885,- De zorgtoeslag is maximaal 1.189,- per jaar voor een alleenstaande en 2.314,- per jaar voor gehuwden of samenwonenden. 20

Kindgebonden budget Het kindgebonden budget is een bijdrage voor de kosten van kinderen tot 18 jaar. De hoogte van het kindgebonden budget is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*, het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Om kindgebonden budget te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van het kindgebonden budget telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Hoe hoog het (gezamenlijke) toetsingsinkomen mag zijn, hangt tevens af van het aantal kinderen en hun leeftijd. Als het toetsingsinkomen lager is dan 20.941,-, krijgt men het maximum toeslagbedrag. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal kinderen. aantal kinderen jonger dan 12 jaar 1 kind 2 kinderen Verhoging vanaf 3e kind alleenstaande ouder 4.305,- 5.294,- 292,- Verhogingen voor kinderen vanaf 12 jaar Voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar: 239,- per jaar; Voor kinderen van 16 en 17 jaar: 427,- per jaar. ouder met toeslagpartner 1.166,- 2.155,- 292,- Is het toetsingsinkomen hoger dan 20.941,- dan wordt het kindgebonden budget lager (afbouwpercentage van 6,75%). Als het inkomen te hoog is, krijgt men geen kindgebonden budget. Er is geen recht op kindgebonden budget wanneer het vermogen op 1 januari 2019 groter was dan: 114.776,- voor een alleenstaande; 145.136,- voor partners. Kinderopvangtoeslag De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen* en het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang. Ook het uurtarief en het aantal opvanguren zijn van belang. Bij de berekening van de kinderopvangtoeslag telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Voor de kinderopvangtoeslag is er geen inkomensgrens. Maar hoe hoger het toetsingsinkomen, hoe lager het bedrag aan kinderopvangtoeslag zal zijn. Aantal opvanguren Men kan alleen kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren die men werkt. Hierbij wordt uitgegaan van de ouder die het minst werkt. Gaat het kind naar de dagopvang dan kan men over 140% van de gewerkte uren toeslag krijgen. Gaat het om buitenschoolse opvang dan krijgt men over 70% van de gewerkte uren toeslag. Gaat het kind minder uren per week naar de opvang dan gaat men uit van de werkelijke opvanguren. Per kind kan men kinderopvangtoeslag krijgen over maximaal 230 uur kinderopvang per maand. Dit geldt voor alle vormen van opvang samen. Maximumuurtarief Voor kinderopvangtoeslag geldt een maximumuurtarief. Dagopvang in een kindercentrum: 8,02 per uur. Buitenschoolse opvang (bso) bij kindercentrum 6,89 per uur. Gastouderopvang (dagopvang en bso): 6,15 per uur. * Het verzamelinkomen is de optelsom van het belastbaar inkomen in box 1, 2 en 3. Kijk voor meer informatie en bijzondere situaties over de diverse toeslagen op www.toeslagen.nl. 21 Analyse & Rekenen 20

Richtlijnen van De Letselschade Raad Huishoudelijke hulp Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen huishoudelijke hulp per week (een week wordt gelijkgesteld met 7 dagen). Alleenstaande 2-persoonshuishouden Gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar Gezin met inwonende kinderen ouder dan 5 jaar licht tot matig beperkt 69,- 91,- 171,- 148,- zwaar beperkt 137,- 181,- 342,- 295,- Gedurende een periode van drie maanden gelden de normbedragen volgens de tabel. Na deze periode, voor de volgende drie maanden, geldt bij continuering een uurtarief van 9,50. Nadat deze tweede termijn is verlopen (6 maanden na ongeval), betaalt de verzekeraar een redelijke vergoeding. Er dient rekening te worden gehouden met de mate waarin de benadeelde vóór het ongeval een bijdrage in het huishouden leverde. Deze bijdrage wordt uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50, 75 of 100%. De schadevergoeding ter zake kosten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld volgens de navolgende formule: Normbedrag volgens mate van beperking x bijdrage in het huishouden (vóór het ongeval). Deze aanbeveling is van toepassing op ongevallen die na 1 juli 2009 hebben plaatsgevonden. Kilometervergoeding Per 1 januari 2019 is het normbedrag ongewijzigd. Het normbedrag per gereden kilometer met een personenauto bedraagt 0,26. ingangs-/ wijzigingsdatum 1 januari 2017 1 januari 2014 1 januari 2008 1 januari 2006 1 januari 2005 1 januari 2002 kilometervergoeding 0,26 0,29 0,24 0,22 0,21 0,20 Onder de normering van de kilometervergoeding vallen: Reiskosten van gezins- en naaste familieleden voor het bezoeken van het slachtoffer in het ziekenhuis en bij tijdelijk verblijf in een revalidatiecentrum. Reiskosten van het slachtoffer voor bezoeken aan artsen, fysiotherapeuten en andere beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de medische behandeling, alsmede voor bezoeken aan een Bureau Slachtofferhulp en andere belangenbehartigers. Vergoeding A. Personenauto Voor reizen met een personenauto bedraagt de vergoeding 0,26 voor de eerste 2000 kilometer per jaar per claimgerechtigde. Als jaar geldt in deze: telkens een jaar na de schadedatum. Bij meer dan 2000 gereden kilometers per schadejaar adviseert de Letselschade Raad de vergoeding concreet vast te stellen. Dit kan op basis van gangbare ANWB-tabellen, waarbij zowel de vaste als variabele kosten als uitgangspunt voor de vergoeding gelden. 22

B. Openbaar vervoer Bij gebruik van het openbaar vervoer worden de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed. C. Taxi De daadwerkelijke taxikosten worden vergoed indien het openbaar of eigen vervoer geen passende voorziening blijkt te zijn. Hierbij moet worden gedacht aan een medische indicatie of de afwezigheid van eigen vervoer of openbaar vervoer, e.d. Licht letsel (smartengeld) Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen gewijzigd. a. Tot 875,- bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee maanden. Denk hierbij onder meer aan schaafwonden, kneuzingen, brandwonden van de eerste graad en beperkte, niet-ontsierende littekens. b. Van 575,- tot 1.725,- bij letsel waarvoor korte medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee tot vier maanden. Denk onder meer aan (lichte) hersenschudding of whiplash met restloos herstel, forse verzwikking/verstuiking, een gebroken rib en enkele dagen arbeidsongeschiktheid. c. Van 1.150,- tot 2.125,- bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte, niet-ontsierende littekens na), waarvoor medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden. Denk hierbij onder meer aan gevallen van korte ziekenhuisopname, bij eenvoudige botbreuken, indien sprake is van een aantal weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid. (Onder arbeidsongeschikt wordt tevens verstaan het niet of niet volledig kunnen uitvoeren van taken, bijvoorbeeld in de huishouding.) 23 Studievertraging Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen gewijzigd. Categorie-indeling en normbedragen voor schade wegens studievertraging op basis van één jaar studievertraging: categorie basisschool VMBO/LBO HAVO/MBO/VWO HBO/WO 2017 2018 2019 5.950,- 13.650,- 16.625,- 20.200,- 6.025,- 13.850,- 16.850,- 20.450,- De richtlijn ziet louter op de studievertraging als zodanig c.q. het daardoor later betreden van de arbeidsmarkt. Het gaat om een studievertraging van maximaal 1 jaar. 6.125,- 14.125,- 17.175,- 20.875,- De vergoeding ziet op de vertraging in de opleiding die op het moment van het ongeval werd gevolgd en wordt vastgesteld op basis van het normbedrag dat daarvoor geldt in het jaar dat de schadepost studievertraging wordt geregeld. Extra studiekosten (boeken- en examenkosten en dergelijke) vallen niet onder de richtlijn. Deze uitgaven zijn zeer individueel en vaak concreet aan te tonen. Derhalve lenen deze kosten zich niet voor normering. Van de schade wegens studievertraging dient te worden onderscheiden de aan een ongeval toe te rekenen schade als gevolg van een aangepaste opleiding of opleiding op een lager niveau. Deze schadefactor dient afzonderlijk te worden beoordeeld en maakt deel uit van het vast te stellen verlies aan arbeidsvermogen. De richtlijn beoogt een vangnet te bieden voor het merendeel van de voorkomende gevallen en laat de mogelijkheid om schade wegens studievertraging concreet vast te stellen onverlet. Analyse & Rekenen

Zelfwerkzaamheid Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen zelfwerkzaamheid per jaar. categorie Eigen woning/met tuin/ alle onderhoud Eigen woning/met tuin/ weinig onderhoud Eigen woning/zonder tuin/ alle onderhoud Eigen woning/zonder tuin/ weinig onderhoud Huurwoning/met tuin/ alle onderhoud Huurwoning/met tuin/ weinig onderhoud Huurwoning/zonder tuin/ alle onderhoud Huurwoning/zonder tuin/ weinig onderhoud normbedrag vanaf 1-1-2014 1.140,- 570,- 741,- 285,- 570,- 285,- 371,- 143,- normbedrag vanaf 1-1-2018 1.197,- 599,- 778,- 299,- 599,- 299,- 390,- 150,- Deze normbedragen zijn gebaseerd op de technische rekenvoorbeelden voor schilderwerk en tuinonderhoud, waarbij is uitgegaan van een twee onder een kap/hoekwoning of hoekwoning. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in de kosten van onderhoud voor een viertal woningtypen: woningtype Vrijstaande woning Twee onder een kap/hoekwoning Rijtjeshuis Flat/appartement Vaststelling van de schadevergoeding omrekenfactor t.a.v. de bedragen in de tabel 1. Het normbedrag wordt aangepast aan de mate waarin het vermogen tot zelfwerkzaamheid beperkt is. De mate van beperking wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50 of 100. Dit percentage is maatgevend voor de uiteindelijke schadevergoeding per jaar. 2. Voor de vaststelling van de looptijd van de toekomstige schade wordt uitgegaan van een eindleeftijd van 70 jaar, zonder sterftekanscorrectie. Voor de kapitalisatie van de toekomstige schade wordt uitgegaan van de dan geldende rekenrente. 3. Voor zover er ter zake van de woning, tuin of persoon van het slachtoffer in relatie tot zelfwerkzaamheid sprake is van bijzondere omstandigheden die zich niet lenen voor een genormeerde vergoeding, moet de schade concreet worden vastgesteld. 1,3 1,0 0,8 0,7 24

Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. ingangs-/wijzigingsdatum 1 januari 2018 1 januari 2013 1 januari 2010 1 januari 2009 1 januari 2006 1 januari 2002 revalidatiedaggeldvergoeding ziekenhuisdaggeldvergoeding 30,- 28,- 26,- 25,- 25,- 23,- 15,- 14,- 13,- 12,50 De ziekenhuisdaggeldvergoeding is per 1 januari 2009 uitgebreid met een vergoeding voor een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening. Van een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening is sprake: gedurende een maximale al dan niet aaneengesloten herstel- en/of verpleegduur van 365 dagen, waarbij de duur van ziekenhuisopname(n) voor dit totaal van 365 dagen meetellen, met dien verstande dat de vergoeding van het revalidatiedaggeld komt te vervallen op het moment dat het voor betrokkene of diens naasten duidelijk is dat de opname een zodanig langdurig of permanent karakter krijgt, dat het dan nog resterende aantal dagen van die termijn van die 365 dagen zal worden overschreden. 25 Analyse & Rekenen

Rekenmatrix Opleiding en Inkomen De Rekenmatrix Opleiding en Inkomen dient als hulpmiddel bij de bepaling van het arbeidsinkomen gecorreleerd aan het opleidingsniveau. De vermelde salarissen zijn gemiddelden en gebaseerd op een 40-urige werkweek (peildatum 1 januari 2019). Het betreft het totaal bruto salaris (inclusief vakantietoeslag en overige emolumenten) vóór aftrek van premies werknemersverzekeringen. werk/denkniveau opleidingsniveau Basisonderwijs VMBO (basis/kader) VMBO (GL / TL)* MBO MBO/HBO HBO HBO+ HBO/WO WO WO+ WO++ startsalaris bruto/jaar 9.947,- 14.658,- 20.941,- 1 29.082,- 31.458,- 2 33.834,- 37.802,- 3 41.770,- 4 39.776,- 40.902,- 5 42.028,- eindsalaris bruto/jaar 20.941,- 30.600,- 36.000,- 46.800,- 57.600,- 64.800,- 75.600,- 82.800,- 91.800,- 100.800,- 118.800,- aantal x modaal 0,6x 0,9x 1,0x 1,3x 1,6x 1,8x 2,1x 2,3x 2,6x 2,8x 3,3x groeipad in jaren 5-10 5-10 10-15 10-15 15-17 15-17 15-17 15-20 15-20 15-20 Gehanteerde bronnen: CBS Loonstructuuronderzoek (LSO); CBS indexcijfers cao-lonen; CBS MBO-gediplomeerden op de arbeidsmarkt; BBRA salarisschalen overheid; SEO Economisch Onderzoek (Studie & Werk 2016); Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA); Vereniging van Universiteiten (VNSU) (Academici op de arbeidsmarkt 2016). Begrippen: Minimumloon: 9.947,- vanaf 18 jaar tot 20.941,- vanaf 22 jaar Modaal inkomen: 36.000,- bruto (bron: CPB) Indexcijfers cao-lonen (2010 = 100): 2019=111,7 (bron: CBS) * GL = gemengde leerweg / TL = theoretische leerweg 1. Gemiddeld startsalaris MBO. 2. Gemiddeld startsalaris HBO. 3. Maximum startsalaris HBO. 4. Gemiddeld startsalaris WO. 5. Maximum startsalaris WO. 26

Rekenmodel overlijdensschade In het nieuwe rekenmodel voor de berekening van overlijdensschade wordt het gezin beschouwd als een economische eenheid. Na het overlijden van een volwassene is er sprake van een besparing (vrijval van uitgaven). Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en de vrijval uitgedrukt in een percentage van het netto gezinsinkomen. Het nieuwe rekenmodel gaat uit van het traditionele 2-oudergezin. Rekenmethodiek De rekenmethodiek om de schade vast te stellen is als volgt: Begrippen Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) Stap 1 Het netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt verminderd met een vastgesteld percentage Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU). Het WNU-percentage is afhankelijk van het netto gezinsinkomen, het aantal gezinsleden en de leeftijd van de kinderen zonder overlijden. Stap 2 Het netto gezinsinkomen met overlijden wordt verhoogd met extra weggevallen uitgaven (WU) en wordt verminderd met bijgekomen uitgaven (BU). Stap 3 Het verschil tussen de uitkomst van stap 1 en van stap 2 vormt de jaarschade van het gezin. Het nieuwe rekenmodel is normatief neutraal, dus zonder ter discussie staande verrekeningen. Het eventueel verrekenen van voordelen volgt pas na het toepassen van de rekenmethodiek. zonder overlijden besteedbaar gezinsinkomen behoefte gezin na overlijden Op basis van onderzoek heeft het Nibud een tabel samengesteld om de Weggevallen Normatieve Uitgaven vast te stellen. Weggevallen Uitgaven (WU) De WU is bedoeld voor specifieke uitgaven, welke, naast de WNU, ook nog zijn verminderd of zijn weggevallen na het overlijden en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verhogen. Voorbeelden: - lagere hypotheekrente a.g.v. aflossing hypotheek; - speciale hobby van de overledene. Bijgekomen Uitgaven (BU) De BU is bedoeld voor uitgaven, welke er na het overlijden bij zijn gekomen en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verlagen. Voorbeelden: - extra kosten voor kinderopvang; - huishoudelijke hulp; - verlies van zelfwerkzaamheid. 1 2 3 na overlijden besteedbaar gezinsinkomen + WU schade gezin 27 - WNU - BU Analyse & Rekenen

Definitie netto besteedbaar inkomen Inkomensbron Bruto loon uit arbeid hoofdkostwinner Bruto loon uit arbeid partner Bruto loon uit arbeid kinderen Winst voor fiscale correcties hoofd kostwinner Winst voor fiscale correcties over de leden van het huishouden Sociale uitkeringen Bruto pensioen Bijverdiensten Ontvangen partneralimentatie (=bruto) Fiscale bijtelling leaseauto Premies werknemersverzekeringen Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Negatieve opbrengst eigen woning (=hypotheekrenteaftrek-eigenwoningforfait) Fiscale aftrekposten (ook voor zelfstandigen) Inkomstenbelasting (box 1,2 en 3) (incl. premies volksverzekeringen, AOW, Anw en Wlz/AWBZ) Heffingskortingen Huurtoeslag, Zorgtoeslag, Kindgebonden budget, Kinderopvangtoeslag Ontvangen kinderalimentatie (= netto) Kinderbijslag, Tegemoetkoming Schoolkosten Inkomsten uit vermogen (netto) Overig inkomen (kostgeld, netto) Koopsubsidies (netto) Totaal netto besteedbaar inkomen Fiscaal Traject + + n.v.t. + + + + + + + - - - Consumptief Traject + + n.v.t. + + + + + + - - - + + + + + + + = 28

Tabel Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) Netto besteedbaar gezinsinkomen (Nibud-definitie) per jaar Huishoudsamenstelling 24.000 36.000 48.000 60.000 72.000 84.000 96.000 Paar zonder kinderen Paar met 1 kind < 13 jaar Paar met 1 kind > 13 jaar Paar met 2 kinderen < 13 jaar Paar met 2 kinderen, 1 < 13 jaar en 1 > 13 jaar Paar met 2 kinderen > 13 jaar Paar met 3 kinderen < 13 jaar Paar met 3 kinderen, 2 < 13 jaar en 1 > 13 jaar Paar met 3 kinderen, 1 < 13 jaar en 2 > 13 jaar Paar met 3 kinderen > 13 jaar 28,10% 20,90% 20,30% 20,20% 19,70% 19,30% 21,20% 21,30% 21,50% 21,70% 27,40% 19,90% 18,40% 17,80% 16,60% 15,70% 17,20% 16,60% 16,20% 15,70% 23,90% 17,80% 16,70% 16,10% 15,20% 14,70% 15,60% 15,40% 15,20% 15,10% 21,70% 16,30% 15,10% 14,70% 13,70% 13,20% 14,00% 13,70% 13,50% 13,40% 20,30% 15,20% 14,10% 13,70% 12,70% 12,10% 12,90% 12,60% 12,40% 12,20% 19,30% 14,50% 13,40% 12,90% 12,00% 11,50% 12,20% 11,80% 11,60% 11,40% 18,50% 13,90% 12,90% 12,70% 11,50% 10,90% 11,60% 11,30% 11,00% 10,80% Toepassing tabel WNU Bij netto gezinsinkomens onder de 24.000 gelden de percentages uit de kolom behorend bij een inkomen van 24.000. Bij netto gezinsinkomens die liggen tussen de vermelde inkomens, dient geïnterpoleerd te worden. Bij netto gezinsinkomens van meer dan 96.000 per jaar gelden de percentages uit de kolom behorende bij een inkomen van 96.000. Bij een huishoudsamenstelling met meer dan drie kinderen dienen de percentages voor een huishoudsamenstelling met drie kinderen te worden gehanteerd. Verdeling schade Het nieuwe rekenmodel berekent een gezinsschade. In beginsel vindt er geen verdeling van de schade over de gezinsleden plaats. Indien betrokkenen toch een verdeling van de schade voorstaan, kan gebruik worden gemaakt van de door het Nibud/CBS aangehouden verdelingspercentages. Feitelijk zal de verdeling ieder jaar opnieuw moeten worden vastgesteld, omdat de percentages per gezinslid veranderen naarmate kinderen ouder worden. 29 aantal kinderen in gezin 1 2 3 4 totaal per kind ouder 17% 17% 83% 26% 13% 74% 33% 11% 67% 40% 10% 60% Analyse & Rekenen

Rekenrente Rekenrente wordt toegepast om toekomstige schade af te wikkelen in een som ineens. Aan het slachtoffer dat in de toekomst jaarlijks terugkerende schade zal lijden, moet een kapitaal worden toegekend dat toereikend is om ieder jaar een bedrag ter hoogte van die jaarschade van de bank te kunnen opnemen. In de letselschadepraktijk is momenteel veel discussie over de hoogte van deze rekenrente. Als onafhankelijk bureau volgen wij de ontwikkelingen op de voet. Begrippen Contante waarde Op de toekomstige jaarschades is een actuariële correctie nodig. Naast de sterftekanscorrectie moet er rekening worden gehouden met rente en inflatie. Dit wordt het kapitaliseren of contant maken van de schade genoemd. De kapitalisatiedatum is de datum waarop de toekomstschade contant wordt gemaakt. Inflatie De toekomstige schade wordt berekend tegen het prijspeil van de kapitalisatiedatum. De euro ten tijde van de kapitalisatiedatum is niet vergelijkbaar met de euro in de toekomst, omdat er sprake zal zijn van inflatie. Dit beïnvloedt het schadebedrag. Hiervoor dient te worden gecompenseerd, zodat de schadevergoeding uiteindelijk voldoende is om alle jaarlijkse schaden uit te voldoen. Rente Tegenover de inflatie wordt verondersteld dat de ontvangen schadevergoeding een rente zal opleveren die in mindering kan komen op de schade. Hiermee wordt het schadebedrag verlaagd. Verondersteld wordt dat de schadevergoeding, samen met de te realiseren rente, voldoende moet zijn om jaarlijks opnamen te doen ter hoogte van de dan te lijden schade. Rekenrente In de personenschadepraktijk wordt altijd gesproken over de term rekenrente. Hiermee wordt het saldo van de rente en de inflatie bedoeld. Het begrip rekenrente zorgt regelmatig voor een spraakverwarring. Voor het correct kunnen vervaardigen van een schadeberekening dient zowel het toe te passen percentage voor de rente als de inflatie te worden benoemd. Referentiebronnen Voor het objectief vaststellen van de toepasselijke percentages voor de rente en de inflatie kan aansluiting worden gezocht bij cijfers uit de historie, de actuele ontwikkelingen en de toekomstverwachtingen in de economie. Hiervoor zijn diverse bronnen beschikbaar, zoals: - Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS); - De Nederlandsche Bank (DNB); - Centraal Plan Bureau (CPB); - Ultimate Forward Rate (UFR). Termijnen De te realiseren rente is afhankelijk van de looptijd en de economische omstandigheden. Een onderverdeling van de looptijd van een berekening in termijnen is daarom essentieel. Op basis van de voornoemde bronnen is het raadzaam om, gerekend vanaf de kapitalisatiedatum, drie termijnen te onderscheiden: 0 t/m 5 jaar, 6 t/m 20 jaar en vanaf 20 jaar. Afname kapitaal Binnen een looptijd moeten periodes van een lage of hoge rekenrente kunnen worden gecompenseerd om de op de schadevergoeding toegepaste rekenrente te realiseren. Daarom dient bij het vaststellen van een toepasselijke percentage tevens rekening te worden gehouden met de afname van het kapitaal, doordat het slachtoffer jaarlijks een opname zal doen. Elke jaarschade heeft in principe zijn eigen looptijd en daarmee een eigen gemiddelde rekenrente. Huidige praktijk Op dit moment zijn er geen algemeen geaccepteerde percentages ten aanzien van de te hanteren rekenrente. De jurisprudentie op dit gebied is wisselend. Het is aan opdrachtgevers om hierin een keuze te maken. Indien gewenst kan op dit punt om advies worden gevraagd. 30

www.debureaus.nl Opleidingen De nieuwe data rekencussen voorjaar 2019 zijn: RekenCursus Verlies van arbeidsvermogen Donderdag 7 maart RekenCursus Verlies van levensonderhoud Donderdag 21 maart RekenCursus Zelfstandig ondernemer Donderdag 11 april Erik-Jan Bakker, Senior rekenkundig expert / IT-professional ej.bakker@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 10 De Bureaus Opleidingen verzorgt diverse cursussen die verband houden met de berekening van personenschade en is erkend als opleidingsinstelling door het Nederlands Instituut voor Registerexperts (NIVRE). De cursussen van De Bureaus Opleidingen zijn zodanig ingericht dat alle vaktechnische aspecten aan de orde komen, waarbij de werkvormen zijn gericht op een zo effectief mogelijke kennisoverdracht. De cursussen zijn op academisch niveau. Deelname aan deze cursussen levert NIVRE punten op. Alle cursussen kunnen op verzoek tevens incompany worden verzorgd. 31

Medisch De Medisch adviseur van de toekomst Binnen een letselschadeclaim heeft de medisch adviseur een rol in het beoordelen van het opgelopen letsel. Aan de hand van het medische dossier kan de medisch adviseur een jurist informeren over de aard en ernst van het letsel, de causaliteit en de toekomstverwachting. Er is veel variatie in het moment waarop een medisch adviseur wordt ingeschakeld. Soms wordt eerst het beloop afgewacht en wordt pas bij stagneren van het herstel of bij knelpunten in een schadeafwikkeling de visie van de medisch adviseur gevraagd en is de letselschadeafwikkeling een punt van discussie geworden. De medisch adviseurs van de Bureaus willen partijen helpen om tot een efficiëntere, persoonlijkere en meer bevredigende afwikkeling te komen. De medisch adviseur wordt volgens onze visie eerder betrokken bij een dossier en spreekt de betrokkene ook zelf. Deze aanpak biedt partijen de volgende voordelen: Door de betrokkene zelf voor een consult uit te nodigen wordt de medische situatie beter in kaart gebracht. Een lichamelijk onderzoek, het eigen verhaal van de betrokkene en de medische informatie helpen de medisch adviseur in een objectieve en betere oordeelsvorming Door de betrokkene persoonlijk te spreken worden veel bestaande onduidelijkheden weggenomen bij betrokkene. Over het verloop van een schadebehandeling, de medische informatie, de voorgeschiedenis, het belang van een onafhankelijke expertise etc. Door eerder te worden betrokken bij de beoordeling van dossiers voorkom je veel stagnatie. Eventuele knelpunten 32

in de behandeling, de werksituatie en de persoonlijke situatie worden vroegtijdiger geadresseerd en kan hieromtrent worden geadviseerd. De medisch adviseur is geen behandelend arts maar een trajectbegeleider die kan signaleren en adviseren over de mogelijke aandachtspunten in de medische dossierbehandeling. Bij de Bureaus staan wij voor bovengenoemde aanpak vanwege het persoonlijke karakter van de medische beoordeling en de efficiëntere afwikkeling, voor alle partijen, van een dossier. De taak van een medisch adviseur is om het opgelopen letsel en de toekomstverwachting te beoordelen. Vroege betrokkenheid en het persoonlijke contact met de betrokkene leveren hieraan een essentiële bijdrage. Medische Aansprakelijkheid Rechtsbijstand WA 1MA Neem gerust contact met ons op! Candida Vuijk, Medisch Directeur c.vuijk@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 40 33

Kapitalisatiefactoren (3% rekenrente) Mannen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 0,9716 1,9156 2,8328 3,7240 4,5898 5,4311 6,2485 7,0427 7,8142 8,5638 9,2921 9,9995 10,6868 11,3544 12,0030 12,6329 13,2448 13,8391 14,4164 14,9772 15,5218 16,0507 16,5645 17,0634 17,5480 18,0187 18,4758 18,9196 19,3507 19,7693 20,1758 20,5704 20,9536 21,3257 21,6868 22,0374 22,3777 0,9715 1,9153 2,8321 3,7228 4,5879 5,4283 6,2446 7,0375 7,8076 8,5556 9,2822 9,9878 10,6732 11,3388 11,9853 12,6132 13,2229 13,8151 14,3901 14,9485 15,4908 16,0173 16,5285 17,0248 17,5066 17,9743 18,4283 18,8689 19,2964 19,7112 20,1136 20,5039 20,8824 21,2493 21,6049 21,9495 22,2833 0,9713 1,9146 2,8309 3,7208 4,5850 5,4244 6,2396 7,0312 7,8000 8,5465 9,2714 9,9753 10,6587 11,3222 11,9663 12,5916 13,1985 13,7875 14,3590 14,9136 15,4515 15,9733 16,4792 16,9698 17,4452 17,9059 18,3521 18,7842 19,2025 19,6071 19,9984 20,3767 20,7420 21,0948 21,4351 21,7631 22,0791 0,9710 1,9139 2,8293 3,7181 4,5809 5,4185 6,2314 7,0204 7,7860 8,5288 9,2494 9,9483 10,6260 11,2831 11,9200 12,5371 13,1348 13,7136 14,2739 14,8159 15,3401 15,8467 16,3361 16,8086 17,2644 17,7039 18,1271 18,5345 18,9262 19,3024 19,6632 20,0089 20,3396 20,6555 20,9566 21,2430 21,5149 0,9702 1,9111 2,8235 3,7080 4,5654 5,3961 6,2008 6,9800 7,7342 8,4639 9,1696 9,8516 10,5105 11,1465 11,7601 12,3517 12,9215 13,4699 13,9971 14,5035 14,9892 15,4546 15,8997 16,3249 16,7302 17,1157 17,4817 17,8282 18,1553 18,4631 18,7515 19,0207 19,2706 19,5015 19,7133 19,9063 20,0808 0,9670 1,9017 2,8046 3,6762 4,5170 5,3276 6,1084 6,8599 7,5823 8,2762 8,9417 9,5793 10,1892 10,7716 11,3268 11,8549 12,3563 12,8309 13,2788 13,7003 14,0953 14,4638 14,8060 15,1219 15,4118 15,6759 15,9146 16,1285 16,3183 16,4850 0,9592 1,8779 2,7567 3,5958 4,3955 5,1563 5,8783 6,5616 7,2065 7,8131 8,3814 8,9115 9,4036 9,8577 10,2742 10,6534 10,9960 11,3028 11,5749 11,8137 0,9362 1,8087 2,6178 3,3636 4,0467 4,6677 5,2279 5,7286 6,1718 6,5599 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 22,7080 23,0285 23,3394 23,6410 23,9336 24,2173 24,4923 24,7589 25,0172 25,2675 25,5098 25,7443 25,9712 26,1906 26,4027 26,6075 26,8053 26,9961 27,1801 27,3573 27,5278 27,6918 27,8492 28,0003 28,1450 28,2835 28,4157 28,5417 28,6616 28,7755 28,8832 28,9850 29,0807 29,1704 29,2542 29,3319 29,4038 29,4697 22,6065 22,9194 23,2221 23,5148 23,7977 24,0710 24,3349 24,5894 24,8348 25,0712 25,2987 25,5174 25,7275 25,9290 26,1221 26,3068 26,4831 26,6513 26,8113 26,9631 27,1069 27,2426 27,3703 27,4900 27,6017 27,7055 27,8013 27,8892 27,9693 28,0418 28,1067 28,1643 28,2150 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV 2012-2017, 6% rente en 3% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 22,3833 22,6757 22,9565 23,2259 23,4840 23,7309 23,9667 24,1914 24,4053 24,6083 24,8005 24,9819 25,1526 25,3126 25,4620 25,6006 25,7287 25,8462 25,9533 26,0501 26,1369 26,2140 26,2817 21,7724 22,0154 22,2440 22,4583 22,6584 22,8441 23,0156 23,1730 23,3165 23,4462 23,5624 23,6656 23,7562 20,2372 20,3760 20,4979 34

35 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 0,9716 1,9156 2,8329 3,7241 4,5900 5,4314 6,2489 7,0431 7,8148 8,5646 9,2930 10,0008 10,6884 11,3564 12,0055 12,6360 13,2486 13,8438 14,4220 14,9837 15,5294 16,0595 16,5745 17,0748 17,5608 18,0329 18,4915 18,9369 19,3696 19,7898 20,1980 20,5944 20,9794 21,3533 21,7163 22,0688 22,4111 22,7433 23,0659 23,3789 23,6827 23,9775 24,2634 24,5408 24,8098 25,0705 25,3233 25,5683 25,8056 26,0354 26,2579 26,4732 26,6815 26,8830 27,0777 27,2658 27,4475 27,6228 27,7920 27,9550 28,1120 28,2632 28,4085 28,5482 28,6823 28,8108 28,9338 29,0514 29,1636 29,2704 29,3718 29,4679 29,5585 29,6437 29,7234 0,9716 1,9155 2,8326 3,7236 4,5893 5,4303 6,2473 7,0411 7,8123 8,5615 9,2893 9,9964 10,6833 11,3505 11,9987 12,6284 13,2400 13,8341 14,4112 14,9717 15,5161 16,0448 16,5583 17,0569 17,5411 18,0113 18,4678 18,9110 19,3411 19,7586 20,1638 20,5570 20,9384 21,3083 21,6671 22,0149 22,3520 22,6787 22,9952 23,3017 23,5985 23,8857 24,1635 24,4322 24,6919 24,9428 25,1851 25,4190 25,6446 25,8620 26,0714 26,2730 26,4669 26,6532 26,8320 27,0034 27,1675 27,3244 27,4740 27,6165 27,7517 27,8798 28,0007 28,1143 28,2206 28,3195 28,4110 28,4951 28,5717 28,6410 0,9715 1,9153 2,8321 3,7228 4,5880 5,4284 6,2448 7,0378 7,8081 8,5562 9,2829 9,9886 10,6740 11,3395 11,9859 12,6134 13,2227 13,8142 14,3884 14,9457 15,4866 16,0113 16,5204 17,0142 17,4930 17,9573 18,4073 18,8434 19,2658 19,6750 20,0711 20,4544 20,8253 21,1839 21,5305 21,8655 22,1889 22,5010 22,8021 23,0923 23,3719 23,6410 23,8998 24,1484 24,3871 24,6159 24,8349 25,0443 25,2440 25,4341 25,6147 25,7856 25,9469 26,0986 26,2404 26,3725 26,4946 26,6069 26,7092 26,8016 0,9713 1,9146 2,8307 3,7203 4,5842 5,4230 6,2374 7,0281 7,7955 8,5404 9,2633 9,9647 10,6452 11,3052 11,9452 12,5658 13,1673 13,7501 14,3148 14,8617 15,3911 15,9035 16,3992 16,8785 17,3419 17,7895 18,2218 18,6390 19,0415 19,4294 19,8031 20,1627 20,5086 20,8410 21,1600 21,4658 21,7586 22,0384 22,3053 22,5594 22,8008 23,0292 23,2449 23,4475 23,6371 23,8136 23,9768 24,1268 24,2636 24,3871 0,9704 1,9121 2,8255 3,7116 4,5708 5,4039 6,2113 6,9938 7,7519 8,4860 9,1967 9,8846 10,5500 11,1935 11,8155 12,4164 12,9967 13,5568 14,0970 14,6178 15,1194 15,6022 16,0666 16,5127 16,9409 17,3514 17,7444 18,1200 18,4783 18,8194 19,1434 19,4500 19,7394 20,0114 20,2659 20,5028 20,7218 20,9231 21,1066 21,2724 0,9681 1,9051 2,8115 3,6880 4,5352 5,3537 6,1442 6,9070 7,6428 8,3521 9,0353 9,6929 10,3253 10,9330 11,5162 12,0752 12,6104 13,1219 13,6098 14,0743 14,5154 14,9329 15,3269 15,6972 16,0436 16,3660 16,6641 16,9380 17,1876 17,4131 0,9632 1,8903 2,7819 3,6385 4,4606 5,2486 6,0029 6,7238 7,4114 8,0659 8,6874 9,2756 9,8306 10,3521 10,8399 11,2937 11,7133 12,0986 12,4497 12,7668 0,9491 1,8473 2,6943 3,4898 4,2335 4,9249 5,5637 6,1499 6,6834 7,1647 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Vrouwen

Kapitalisatiefactoren (2% rekenrente) Mannen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 0,9807 1,9424 2,8855 3,8104 4,7175 5,6070 6,4793 7,3347 8,1736 8,9962 9,8028 10,5937 11,3693 12,1296 12,8751 13,6061 14,3227 15,0252 15,7140 16,3892 17,0512 17,7001 18,3363 18,9599 19,5712 20,1705 20,7579 21,3337 21,8981 22,4512 22,9934 23,5247 24,0454 24,5557 25,0557 25,5455 26,0255 0,9806 1,9421 2,8848 3,8092 4,7155 5,6041 6,4752 7,3293 8,1666 8,9874 9,7921 10,5810 11,3544 12,1125 12,8557 13,5842 14,2983 14,9983 15,6843 16,3568 17,0159 17,6618 18,2948 18,9152 19,5230 20,1185 20,7019 21,2734 21,8331 22,3813 22,9180 23,4435 23,9577 24,4610 24,9533 25,4348 25,9056 0,9803 1,9414 2,8835 3,8071 4,7125 5,6000 6,4699 7,3227 8,1585 8,9777 9,7806 10,5675 11,3387 12,0944 12,8349 13,5603 14,2711 14,9673 15,6492 16,3170 16,9709 17,6110 18,2375 18,8506 19,4503 20,0369 20,6104 21,1709 21,7185 22,2532 22,7752 23,2844 23,7809 24,2647 24,7357 25,1941 25,6398 0,9801 1,9406 2,8820 3,8044 4,7083 5,5938 6,4614 7,3112 8,1436 8,9587 9,7569 10,5383 11,3030 12,0514 12,7835 13,4995 14,1995 14,8837 15,5521 16,2049 16,8420 17,4635 18,0696 18,6601 19,2351 19,7946 20,3386 20,8671 21,3799 21,8770 22,3583 22,8237 23,2731 23,7063 24,1231 24,5233 24,9068 0,9792 1,9378 2,8760 3,7940 4,6922 5,5705 6,4293 7,2686 8,0886 8,8894 9,6710 10,4335 11,1769 11,9013 12,6067 13,2930 13,9604 14,6086 15,2377 15,8475 16,4379 17,0088 17,5600 18,0913 18,6026 19,0935 19,5639 20,0134 20,4416 20,8483 21,2330 21,5954 21,9351 22,2516 22,5449 22,8146 23,0606 0,9761 1,9283 2,8566 3,7613 4,6421 5,4992 6,3325 7,1419 7,9274 8,6888 9,4259 10,1387 10,8269 11,4902 12,1285 12,7413 13,3284 13,8894 14,4239 14,9314 15,4115 15,8636 16,2873 16,6822 17,0479 17,3841 17,6909 17,9684 18,2169 18,4371 0,9681 1,9041 2,8077 3,6786 4,5164 5,3208 6,0912 6,8273 7,5285 8,1941 8,8236 9,4163 9,9715 10,4887 10,9675 11,4075 11,8087 12,1714 12,4960 12,7835 0,9449 1,8338 2,6657 3,4398 4,1554 4,8120 5,4098 5,9492 6,4311 6,8569 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 26,4956 26,9560 27,4069 27,8484 28,2807 28,7037 29,1177 29,5227 29,9187 30,3060 30,6844 31,0542 31,4153 31,7677 32,1116 32,4468 32,7735 33,0916 33,4011 33,7020 33,9943 34,2780 34,5530 34,8193 35,0767 35,3253 35,5650 35,7956 36,0170 36,2291 36,4319 36,6250 36,8085 36,9820 37,1455 37,2988 37,4416 37,5739 26,3657 26,8152 27,2541 27,6826 28,1005 28,5081 28,9052 29,2919 29,6682 30,0340 30,3894 30,7342 31,0685 31,3922 31,7052 32,0074 32,2987 32,5790 32,8482 33,1061 33,3526 33,5874 33,8104 34,0214 34,2201 34,4064 34,5800 34,7409 34,8888 35,0238 35,1460 35,2554 35,3525 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV 2012-2017, 4% rente en 2% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 26,0727 26,4928 26,9001 27,2944 27,6757 28,0438 28,3987 28,7402 29,0681 29,3823 29,6825 29,9685 30,2402 30,4972 30,7393 30,9662 31,1777 31,3737 31,5539 31,7183 31,8671 32,0004 32,1186 25,2732 25,6224 25,9540 26,2677 26,5632 26,8401 27,0983 27,3374 27,5574 27,7581 27,9396 28,1023 28,2466 23,2833 23,4827 23,6595 36

37 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 0,9807 1,9424 2,8856 3,8106 4,7177 5,6073 6,4797 7,3352 8,1742 8,9970 9,8038 10,5951 11,3710 12,1318 12,8779 13,6096 14,3270 15,0305 15,7203 16,3968 17,0600 17,7104 18,3481 18,9734 19,5865 20,1876 20,7769 21,3548 21,9212 22,4766 23,0210 23,5547 24,0778 24,5906 25,0932 25,5857 26,0684 26,5414 27,0048 27,4587 27,9034 28,3389 28,7653 29,1828 29,5914 29,9912 30,3824 30,7651 31,1392 31,5049 31,8623 32,2114 32,5523 32,8850 33,2096 33,5262 33,8347 34,1353 34,4279 34,7126 34,9894 35,2583 35,5193 35,7725 36,0178 36,2551 36,4844 36,7056 36,9186 37,1232 37,3194 37,5069 37,6855 37,8549 38,0149 0,9806 1,9423 2,8853 3,8101 4,7169 5,6061 6,4781 7,3331 8,1716 8,9937 9,7998 10,5903 11,3654 12,1254 12,8705 13,6011 14,3174 15,0197 15,7082 16,3831 17,0448 17,6935 18,3293 18,9525 19,5634 20,1620 20,7487 21,3235 21,8867 22,4385 22,9789 23,5082 24,0265 24,5338 25,0305 25,5165 25,9919 26,4570 26,9117 27,3562 27,7906 28,2149 28,6292 29,0336 29,4281 29,8128 30,1878 30,5531 30,9088 31,2548 31,5912 31,9181 32,2353 32,5430 32,8411 33,1295 33,4082 33,6771 33,9360 34,1847 34,4231 34,6510 34,8680 35,0739 35,2684 35,4510 35,6216 35,7798 35,9253 36,0580 0,9806 1,9420 2,8848 3,8092 4,7155 5,6042 6,4754 7,3296 8,1671 8,9881 9,7929 10,5819 11,3553 12,1133 12,8563 13,5844 14,2980 14,9972 15,6823 16,3534 17,0108 17,6545 18,2849 18,9021 19,5061 20,0973 20,6756 21,2413 21,7944 22,3350 22,8634 23,3795 23,8834 24,3753 24,8551 25,3231 25,7792 26,2235 26,6561 27,0770 27,4862 27,8838 28,2697 28,6439 29,0065 29,3573 29,6963 30,0233 30,3382 30,6407 30,9307 31,2079 31,4719 31,7223 31,9588 32,1810 32,3884 32,5808 32,7578 32,9193 0,9803 1,9413 2,8833 3,8066 4,7116 5,5985 6,4677 7,3193 8,1538 8,9712 9,7719 10,5560 11,3238 12,0755 12,8113 13,5313 14,2357 14,9247 15,5984 16,2570 16,9005 17,5291 18,1429 18,7420 19,3265 19,8965 20,4520 20,9932 21,5201 22,0328 22,5312 23,0154 23,4855 23,9413 24,3829 24,8102 25,2230 25,6213 26,0049 26,3734 26,7266 27,0642 27,3857 27,6907 27,9788 28,2493 28,5020 28,7363 28,9519 29,1485 0,9795 1,9388 2,8781 3,7977 4,6978 5,5786 6,4403 7,2832 8,1073 8,9130 9,7002 10,4692 11,2201 11,9529 12,6680 13,3652 14,0448 14,7069 15,3514 15,9785 16,5882 17,1806 17,7555 18,3132 18,8534 19,3760 19,8811 20,3683 20,8374 21,2882 21,7202 22,1331 22,5264 22,8994 23,2517 23,5826 23,8916 24,1781 24,4417 24,6822 0,9772 1,9317 2,8637 3,7734 4,6609 5,5264 6,3699 7,1916 7,9916 8,7700 9,5267 10,2619 10,9755 11,6676 12,3380 12,9866 13,6134 14,2180 14,8002 15,3595 15,8956 16,4079 16,8958 17,3585 17,7955 18,2060 18,5892 18,9444 19,2712 19,5693 0,9722 1,9167 2,8335 3,7225 4,5837 5,4169 6,2219 6,9984 7,7460 8,4643 9,1526 9,8102 10,4365 11,0304 11,5912 12,1177 12,6091 13,0646 13,4835 13,8653 0,9580 1,8730 2,7440 3,5696 4,3486 5,0796 5,7614 6,3928 6,9729 7,5010 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Vrouwen

Kapitalisatiefactoren (1% rekenrente) Mannen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 0,9902 1,9707 2,9415 3,9029 4,8548 5,7974 6,7308 7,6550 8,5701 9,4761 10,3732 11,2613 12,1406 13,0111 13,8729 14,7260 15,5706 16,4066 17,2341 18,0533 18,8641 19,6668 20,4612 21,2476 22,0260 22,7964 23,5589 24,3135 25,0604 25,7996 26,5311 27,2549 27,9712 28,6799 29,3810 30,0747 30,7608 0,9901 1,9703 2,9408 3,9016 4,8528 5,7944 6,7265 7,6492 8,5626 9,4667 10,3616 11,2475 12,1244 12,9923 13,8514 14,7017 15,5432 16,3762 17,2005 18,0163 18,8237 19,6226 20,4131 21,1953 21,9692 22,7348 23,4921 24,2411 24,9819 25,7143 26,4385 27,1543 27,8617 28,5607 29,2511 29,9329 30,6060 0,9899 1,9697 2,9395 3,8995 4,8497 5,7901 6,7209 7,6422 8,5540 9,4563 10,3493 11,2329 12,1073 12,9724 13,8284 14,6751 15,5127 16,3412 17,1605 17,9707 18,7716 19,5633 20,3458 21,1188 21,8825 22,6366 23,3810 24,1156 24,8403 25,5549 26,2591 26,9528 27,6357 28,3076 28,9682 29,6173 30,2545 0,9896 1,9689 2,9379 3,8967 4,8453 5,7837 6,7120 7,6301 8,5381 9,4359 10,3236 11,2010 12,0681 12,9249 13,7711 14,6069 15,4319 16,2460 17,0491 17,8410 18,6214 19,3902 20,1470 20,8917 21,6238 22,3431 23,0492 23,7418 24,4205 25,0848 25,7342 26,3682 26,9863 27,5879 28,1725 28,7392 29,2875 0,9888 1,9660 2,9318 3,8860 4,8286 5,7594 6,6783 7,5850 8,4795 9,3615 10,2307 11,0869 11,9299 12,7592 13,5746 14,3757 15,1622 15,9335 16,6893 17,4291 18,1524 18,8585 19,5469 20,2169 20,8678 21,4990 22,1095 22,6986 23,2654 23,8088 24,3279 24,8216 25,2888 25,7285 26,1397 26,5215 26,8734 0,9855 1,9563 2,9120 3,8523 4,7767 5,6849 6,5765 7,4510 8,3078 9,1465 9,9663 10,7667 11,5470 12,3064 13,0442 13,7595 14,4514 15,1189 15,7611 16,3768 16,9649 17,5241 18,0533 18,5512 19,0168 19,4491 19,8473 20,2109 20,5398 20,8341 0,9775 1,9318 2,8619 3,7671 4,6464 5,4988 6,3232 7,1184 7,8833 8,6164 9,3165 9,9820 10,6116 11,2037 11,7571 12,2707 12,7436 13,1751 13,5651 13,9139 0,9541 1,8604 2,7167 3,5213 4,2723 4,9681 5,6078 6,1905 6,7161 7,1852 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 31,4395 32,1106 32,7743 33,4304 34,0790 34,7199 35,3532 35,9787 36,5965 37,2063 37,8081 38,4017 38,9871 39,5640 40,1322 40,6916 41,2421 41,7832 42,3149 42,8369 43,3489 43,8505 44,3416 44,8216 45,2903 45,7472 46,1919 46,6240 47,0430 47,4483 47,8394 48,2156 48,5764 48,9211 49,2488 49,5591 49,8511 50,1242 31,2702 31,9254 32,5714 33,2081 33,8353 34,4528 35,0603 35,6576 36,2444 36,8205 37,3855 37,9392 38,4812 39,0110 39,5283 40,0326 40,5234 41,0003 41,4627 41,9101 42,3417 42,7570 43,1551 43,5355 43,8973 44,2397 44,5619 44,8633 45,1433 45,4012 45,6368 45,8500 46,0409 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV 2012-2017, 3% rente en 2% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 30,8794 31,4918 32,0912 32,6772 33,2493 33,8071 34,3500 34,8774 35,3889 35,8836 36,3610 36,8203 37,2606 37,6813 38,0814 38,4601 38,8165 39,1498 39,4594 39,7446 40,0052 40,2409 40,4520 29,8165 30,3254 30,8135 31,2796 31,7230 32,1426 32,5376 32,9069 33,2500 33,5660 33,8548 34,1160 34,3498 27,1948 27,4855 27,7457 38

39 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 0,9902 1,9707 2,9416 3,9030 4,8551 5,7977 6,7312 7,6555 8,5707 9,4769 10,3743 11,2628 12,1425 13,0136 13,8760 14,7300 15,5755 16,4126 17,2414 18,0621 18,8746 19,6790 20,4754 21,2638 22,0444 22,8172 23,5822 24,3395 25,0892 25,8313 26,5658 27,2929 28,0125 28,7246 29,4294 30,1269 30,8170 31,4998 32,1753 32,8434 33,5042 34,1576 34,8037 35,4423 36,0734 36,6971 37,3131 37,9216 38,5222 39,1151 39,7001 40,2771 40,8459 41,4065 41,9588 42,5025 43,0377 43,5641 44,0815 44,5899 45,0889 45,5784 46,0583 46,5281 46,9877 47,4367 47,8747 48,3015 48,7163 49,1189 49,5084 49,8843 50,2458 50,5921 50,9223 0,9902 1,9706 2,9413 3,9025 4,8542 5,7965 6,7295 7,6533 8,5679 9,4734 10,3700 11,2576 12,1364 13,0064 13,8678 14,7205 15,5647 16,4004 17,2276 18,0465 18,8570 19,6593 20,4533 21,2392 22,0169 22,7865 23,5480 24,3015 25,0468 25,7841 26,5133 27,2343 27,9472 28,6519 29,3484 30,0365 30,7163 31,3877 32,0505 32,7047 33,3502 33,9869 34,6146 35,2332 35,8426 36,4426 37,0332 37,6140 38,1850 38,7459 39,2966 39,8368 40,3663 40,8847 41,3918 41,8873 42,3707 42,8415 43,2993 43,7435 44,1734 44,5881 44,9871 45,3692 45,7335 46,0792 46,4050 46,7101 46,9936 47,2546 0,9901 1,9703 2,9408 3,9016 4,8528 5,7945 6,7267 7,6496 8,5631 9,4674 10,3625 11,2484 12,1253 12,9932 13,8520 14,7019 15,5429 16,3749 17,1980 18,0122 18,8174 19,6136 20,4009 21,1791 21,9482 22,7082 23,4589 24,2003 24,9322 25,6547 26,3675 27,0706 27,7638 28,4469 29,1199 29,7825 30,4346 31,0761 31,7066 32,3261 32,9342 33,5307 34,1154 34,6879 35,2480 35,7951 36,3289 36,8489 37,3544 37,8449 38,3196 38,7777 39,2182 39,6401 40,0425 40,4242 40,7840 41,1209 41,4339 41,7222 0,9898 1,9696 2,9393 3,8990 4,8488 5,7886 6,7186 7,6387 8,5489 9,4493 10,3397 11,2203 12,0908 12,9514 13,8019 14,6423 15,4725 16,2924 17,1018 17,9008 18,6890 19,4665 20,2331 20,9885 21,7327 22,4655 23,1866 23,8959 24,5932 25,2782 25,9507 26,6104 27,2569 27,8900 28,5093 29,1144 29,7046 30,2796 30,8387 31,3811 31,9060 32,4125 32,8996 33,3662 33,8111 34,2332 34,6310 35,0036 35,3497 35,6684 0,9890 1,9670 2,9339 3,8898 4,8344 5,7678 6,6898 7,6004 8,4995 9,3868 10,2623 11,1258 11,9772 12,8162 13,6428 14,4566 15,2575 16,0453 16,8197 17,5805 18,3274 19,0600 19,7781 20,4812 21,1690 21,8409 22,4965 23,1351 23,7559 24,3583 24,9412 25,5037 26,0446 26,5627 27,0568 27,5253 27,9671 28,3807 28,7650 29,1188 0,9867 1,9598 2,9192 3,8648 4,7962 5,7133 6,6159 7,5036 8,3763 9,2336 10,0752 10,9008 11,7099 12,5022 13,2772 14,0343 14,7729 15,4924 16,1918 16,8704 17,5271 18,1607 18,7700 19,3536 19,9099 20,4376 20,9350 21,4006 21,8331 22,2313 0,9817 1,9446 2,8883 3,8124 4,7162 5,5991 6,4604 7,2993 8,1149 8,9060 9,6715 10,4100 11,1201 11,8000 12,4482 13,0628 13,6419 14,1839 14,6872 15,1504 0,9673 1,9002 2,7968 3,6549 4,4725 5,2471 5,9766 6,6588 7,2915 7,8732 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Vrouwen

Herstel en Werk Wet Arbeidsmarkt in Balans Als arbeidsdeskundigen richten wij ons onder meer op de re-integratie van betrokkenen in het arbeidsproces. Wij zitten hierdoor frequent aan tafel bij werkgevers om de re-integratie 1e spoor te monitoren en eventuele knelpunten tijdig te signaleren. Ook spreken we veelal met potentieel nieuwe werkgevers in het kader van de re-integratie 2e spoor. Met belangstelling volgen wij dan ook de actuele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving met betrekking tot arbeid. Zo ligt er nu een nieuw wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)*, met als doel heeft het verbeteren van de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten. Enkele voorbeelden uit dit wetsvoorstel zijn: Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond. Nu moet de werkgever aan een van de acht ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. De werknemer kan maximaal een halve transitievergoeding extra krijgen (bovenop de transitievergoeding), wanneer de cumulatiegrond gebruikt wordt voor het ontslag. Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding), ook tijdens de proeftijd. Nu geldt dit pas vanaf een dienstverband vanaf twee jaar. De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Dit wordt voor iedereen een derde maandsalaris per gewerkt jaar. Nu is het nog zo 40

Herstelcoaching Casemanagement Kind & Letsel Arbeidsdeskundig advies dat na 10 jaar de transitievergoeding wordt opgehoogd naar een half maandsalaris per jaar tot een maximum van in totaal 79.000 bruto (2018), dan wel indien dit hoger is een jaarsalaris. Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte. De WW-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf actief in is. Verlenging van de proeftijd voor werkenden die meteen een vast contract krijgen, van twee maanden naar vijf maanden. De opeenvolging van tijdelijke contracten, de zgn. ketenbepaling, wordt verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend drie tijdelijke contracten in twee jaar aan te gaan. Dit wordt drie jaar. Ook wordt het mogelijk om de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van zes naar drie maanden, als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan. Daarnaast komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte. Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen. De definitie van de uitzendovereenkomst wordt niet gewijzigd. Er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever. Ook houden oproepkrachten recht op loon als het werk minder dan vier dagen van tevoren wordt afgezegd. De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot één dag. Indien deze nieuwe wet wordt aangenomen zal dit dus van invloed zijn op de positie van de werknemer en werkgever in de arbeidsrelatie. Dit vraagt aandacht in de gesprekken met werkgever en werknemer, zeker bij arbeidsongeschiktheid. Mocht u van gedachten willen wisselen wat dit voor u betekent, belt of mailt u ons gerust! *De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 6 november 2018 de WAB naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit wetsvoorstel moet nog worden aangenomen door de Tweede Kamer en Eerste Kamer. De beoogde inwerkingsdatum van de wet is 1 januari 2020. Mogelijk worden onderdelen van de wet al in 2019 ingevoerd (bron: Rijksoverheid). Nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op! Nelleke van Heeswijk n.heeswijk@debureaus.nl Ellen van den Berg e.vandenberg@debureaus.nl Tel.: 030 204 10 20 41

Het RekenMachientje Op www.hetrekenprogramma.nl kunt u gebruik maken van het RekenMachientje. Met het Reken- Machientje kan eenvoudig en snel een contante waarde berekening kan worden gemaakt. Het RekenMachientje kan worden gebruikt om een jaarlijks terugkerend toekomstig schadebedrag te kapitaliseren. Hierbij kan worden gedacht aan een schadepost voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of verlies van zelfwerkzaamheid. Het RekenMachientje is een digitale versie van de in de personenschaderegeling bekende kapitalisatieschijven en tabellen. In tegenstelling tot deze papieren versies biedt het de mogelijkheid andere rente- en inflatiepercentages te gebruiken. Daarnaast wordt gerekend met een nauwkeurigere sterftekanscorrectie. In de berekening van het RekenMachientje wordt geen rekening gehouden met de eventuele fiscale consequenties. Bij een grote schadesom kan er sprake zijn van hierover verschuldigde vermogensrendementsheffing. Voor meer complexe en gedetailleerde berekeningen is het raadzaam gebruik te maken van het RekenProgramma. Dit programma biedt veel meer mogelijkheden voor het berekenen van verlies van arbeidsvermogen en verlies van levensonderhoud (overlijdensschade). Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen Regelmatig worden wij benaderd met de vraag welke gegevens nodig zijn om een berekening en een rapportage op te stellen. Vanzelfsprekend vinden wij het geen probleem u daarover uitgebreid te woord te staan. In de onderstaande opsomming is kort en krachtig geformuleerd welke gegevens benodigd zijn. In uw opdrachtbrief kunt u het onderstaande ideaaltype overnemen. Ten behoeve van de opstelling van een berekening van de schade wegens verlies van arbeidsvermogen zijn, afhankelijk van de situatie, de volgende gegevens nodig: 1. Salarisspecificaties van 12 maanden voor het ongeval ter bepaling van overwerk, bonussen, etc. 2. Alle jaaropgaven van de werkgever vanaf het jaar van het ongeval tot heden. 3. Alle jaaropgaven van het UWV tot heden. 4. Alle jaaropgaven van een invaliditeitspensioen tot heden. 5. Meest recente salarisspecificatie werkgever. 6. Meest recente uitkeringsspecificatie UWV. 7. Meest recente uitkeringsspecificatie invaliditeitspensioen. 8. Toekenningsbeschikking(en) WIA (WAO) / Wajong / WW-uitkering. 9. Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van het jaar van het ongeval. 10. Meest recente Uniform Pensioenoverzicht (UPO). 11. Toekenningsbeschikking premievrije voortzetting van het ouderdomspensioen. Op onze website www.debureaus.nl/analyse-en-rekenen vindt u onder het kopje downloads informatieformulieren, waarop e.e.a. gedetailleerd wordt toegelicht. Bij schade wegens verlies van levensonderhoud (overlijdensschade) zijn meer gegevens nodig. De benodigde gegevens kunnen verzameld worden op basis van de desbetreffende informatieformulieren. 42

Het RekenProgramma Bent u werkzaam in de personenschade en op zoek naar een programma dat beter inspeelt op uw behoefte bij het maken van berekeningen? Het RekenProgramma : biedt u de mogelijkheid om berekeningen te maken van zowel verlies van arbeidsvermogen als van verlies van levensonderhoud of enkel de contante waarde van doorlopende schadeposten; biedt de mogelijkheid om zowel eenvoudige, globale berekeningen als complexe, geavanceerde berekeningen te maken; is uiterst gebruikersvriendelijk en informatief; geeft u snel en duidelijk inzicht in de schade; bevat handige rekenmodules die hulp bieden bij het maken van uw berekening; is up-to-date, de meest recente wijzigingen op het gebied van fiscaliteiten en sociale verzekeringen zijn in de software doorgevoerd. Wilt u meer informatie? Neem contact op via rekenen@debureaus.nl of bel met de Bureaus Analyse & Rekenen op telefoonnummer 030 63 54 700. Robert Withagen r.withagen@debureaus.nl Uitproberen? Om echt een idee te krijgen van het RekenProgramma kunt u het gedurende 30 dagen vrijblijvend en gratis uitproberen. Ga naar www.hetrekenprogramma.nl om u als gebruiker te registreren. Abonnementsvormen en prijzen looptijd gebruik rekenmodules rapportage rekenmodules aantal dossiers rapportage berekeningen prijs per gebruiker extra gebruiker binnen organisatie Trial Light Pro 30 dagen 1 gratis n.v.t 1 jaar x 10 (per 12 maanden) x 1.066 / jaar 420 / jaar 1 jaar onbeperkt 1.485 / jaar 560 / jaar 43 Erna Sommer e.sommer@debureaus.nl Tel.: 030 63 54 700 www.debureaus.nl Prijzen exclusief BTW, per 1 januari 2019 01/2019 De RekenHulp is een uitgave van de Bureaus BV. De samenstellers van de RekenHulp hebben de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verzamelen en weergeven van de juiste gegevens. De Bureaus aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of omissies. Analyse & Rekenen

Smoelenboek Willy Ederveen, Ellen van den Berg, Marieke de Jongh, Kim Kraal, Gerdi Groeneveld Anne-Louise van der Meer, René Stoop, Marion van Lierop, Bianca van Woudenberg, Jasper Vijfhuizen, Esther de Groot FML* medisch advies* coaching* berekeningen* jeugdprofessionals*

rekenkundig experts herstelcoaches medisch adviseurs arbeidsdeskundigen jeugdprofessionals Ernst Dewel, Manon Smit, Sophie Ouwehand, Yvette van Noort, André Spelde, Ashraf Mirza Rob Lemmens, Petra Verbeeten, Mylia Kartosoewito, Julian Kok, Steven Jonkman, Francie Peters, Willem Hustinx, Alof Dallenga, Dean Kerens, Janneke Companjen- Vink, Jarno Knol, Corline Loedeman, Natalie Akbulut opleidingen* herstel* het RekenProgramma* re-integratie* carrouselintake*

Nawoord

de Reken Hulp 2019 Ook dit jaar bieden wij u met veel plezier deze RekenHulp aan en wij hopen dat u in de opmaak, inhoud en de snelheid van aanbieden de kernwaarden van onze organisatie herkent. Wij rekenen er op dat u veel plezier zult hebben van dit naslagwerk! Met vriendelijke groet, Francie Peters Directeur de Bureaus T 030 204 10 05 M 06 535 479 70 47 Analyse & Rekenen Medisch Herstel & Werk Interactie Opleidingen

Analyse & Rekenen Medisch Herstel & Werk Interactie Opleidingen de Reken Hulp 2019 is een uitgave van de Bureaus BV Postbus 14 3500 AA Utrecht T 030 204 10 00 E rekenen@debureaus.nl I www.debureaus.nl