Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 12 oktober 2005 / 210/2005 Onderwerp Opheffing IZA-regeling Programma / Programmanummer Concernsturing / 8110 Portefeuillehouder P. Lucassen Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 september 2005 Samenvatting Het algemeen bestuur van IZA (zorgverzekering voor ambtenaren) heeft alle deelnemende gemeenten het voorstel gedaan om de Gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland op te heffen. Directe aanleiding voor dit voorstel is de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. Deze wet voorziet in een wettelijk verplichte zorgverzekering voor alle ingezetenen van Nederland en zal zeer waarschijnlijk ingaan op 1 januari 2006. Opheffing van de IZA Nederland-regeling is noodzakelijk om een goede overgang naar de nieuwe Zorgverzekeringswet mogelijk te maken. Het besluit dient te worden genomen voor 15 oktober 2005 om het risico van dubbele verplichtingen van de verzekerden te voorkomen. Voorstel om te besluiten Te besluiten tot opheffing van de IZA Nederland-regeling. Opgesteld door, telefoonnummer Marjan Vaartjes, 2645 opheffing IZA-regeling rb1.doc
Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Het algemeen bestuur van IZA (zorgverzekering voor ambtenaren) heeft alle deelnemende gemeenten het voorstel gedaan om de Gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland op te heffen. Directe aanleiding voor dit voorstel is de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. Deze wet voorziet in een wettelijk verplichte zorgverzekering voor alle ingezetenen van Nederland en zal zeer waarschijnlijk ingaan op 1 januari 2006. 2 Doelstelling Een goede overgang naar de nieuwe Zorgverzekeringswet mogelijk maken en voorkomen dat verzekerden dubbele verplichtingen hebben. 3 Argumenten De (politieke) besluitvorming omtrent het nieuwe zorgstelsel, inclusief de nieuwe Zorgverzekeringswet, is inmiddels zo ver gevorderd dat de verwachting gerechtvaardigd is dat het nieuwe stelsel op 1 januari 2006 in werking zal treden. Als gevolg van de nieuwe wetgeving zullen alle ingezetenen van Nederland verplicht worden zich voor de ziektekosten te verzekeren bij een privaatrechtelijke zorgverzekeraar. De nieuwe wet is ook van toepassing op het personeel van de gemeente en hun gezinsleden en derhalve is voortzetting van de IZA Nederland-regeling niet langer in hun belang. Het algemeen bestuur van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederland) verzoekt onze gemeente dan ook om, gelet op het bepaalde in Hoofdstuk XIV van de IZA Nederland-regeling en hoofdstuk IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen, te besluiten tot opheffing van de IZA Nederland-regeling. De bevoegdheid tot opheffing ligt op grond van artikel 41 van de IZA Nederland-regeling bij de algemene besturen van de deelnemende lichamen. Bij onze gemeente is dat de Raad. Sinds de dualisering ligt een groot deel van de verantwoordelijkheden van het werkgeverschap echter bij ons College en de Burgemeester en derhalve hebben ook wij en de Burgemeester besluiten genomen over de opheffing, onder voorbehoud van besluitvorming door uw Raad. Conform artikel 41 van de regeling kan alleen besloten worden tot opheffing indien twee derde van de algemene besturen van de deelnemende lichamen daartoe besluit. Het besluit tot opheffing wordt op grond van artikel 44 van de IZA Nederland-regeling door het college van Burgemeester en Wethouders van Nieuwegein toegestuurd naar het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht. Het besluit tot opheffing treedt eerst in werking nadat het besluit tot opheffing is opgenomen in het register van Gedeputeerde Staten van Utrecht (art 26,27 en 52 van de Wet gemeenschappelijke regelingen). In de bijgevoegde brief van het College voor Arbeidszaken, waarin wordt geadviseerd het verzoek van het algemeen bestuur van IZA Nederland te honoreren, staat verder opgenomen dat op grond van de Invoerings- en aanpassingswet zorgverzekeringswet, opheffing IZA-regeling rb1.doc
Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 IZA Nederland de mogelijkheid heeft een zorgverzekeraar aan te wijzen die aan de huidige verzekerden van IZA voor 16 december 2005 een polisaanbod zal doen voor de basisverzekering en een aanvullende verzekering tot aan het huidige IZA-niveau. Het bestuur van IZA Nederland is voornemens om in dat kader IZA Zorgverzekeraar NV aan te wijzen. Deze zorgverzekeraar zal de huidige IZA-verzekerden een polisaanbod doen. Hiermee worden de huidige IZA-verzekerden in dezelfde positie geplaatst als degenen die op dit moment ziekenfonds- of particulier verzekerd zijn en die ook een polisaanbod zullen ontvangen van hun verzekeraar. Tussen verzekeraars en de minister van VWS is overeengekomen dat bij dit aanbod de zogenaamde negatieve optie zal gelden. Deze negatieve optie houdt in dat indien een betrokkene niet reageert op dit polisaanbod, de betrokkene, per 1 januari 2006 automatisch verzekerd zal zijn conform dat aanbod. Hiermee wordt voorkomen dat mensen onverzekerd raken. Wel heeft iedere verzekerde het recht om, als hij dat wenst, over te stappen naar een andere verzekeraar en/of te kiezen voor geen of een ander aanvullend pakket. 4 Financiën Na het besluit tot opheffing volgt een periode waarin de lopende rechten en plichten moeten worden afgehandeld. Deze periode zal naar schatting drie jaar duren. In deze periode wil het algemeen bestuur van IZA Nederland, zo staat in de bijgevoegde brief, als goed fondsbeheerder er voor zorgen dat de reserves van IZA Nederland risicoloos worden ingezet voor het doel waarvoor deze zijn opgebracht, namelijk de ziektekostenvoorziening van de betrokken ambtenaren. In dat kader wil IZA deze middelen via VGZ-IZA aan IZA Zorgverzekeraar NV ter beschikking stellen, waardoor deze laatste net als andere zorgverzekeraars kan voldoen aan de solvabiliteitseisen van De Nederlandsche Bank. Het bestuur van IZA schat in dat de liquidatieperiode drie jaar zal beslaan. In de loop van 2007-2008 komt het bestuur van IZA met een voorstel en procedure voor de verdere afwikkeling van de ontbinding. Tijdens telefonisch contact met het hoofdkantoor van IZA is aangegeven dat de gemeente Nijmegen ten behoeve van de liquidatie geen rekening behoeft te houden met extra kosten. 5 Juridische aspecten Zie voorgaand. In de bijgevoegde brief van het College voor Arbeidszaken (CvA) geeft dit College verder nog aan voorstander te zijn van marktwerking en de keuzevrijheid van het individu om zelf zijn verzekeraar te kiezen, zoals ook is vormgegeven in de Zorgverzekeringswet. In dat kader spreekt het CvA zich uit voor het aangaan van een collectief arrangement voor de sector gemeenten, via een proces van aanbesteden, onder voorbehoud van individuele keuzevrijheid voor de medewerkers, ondanks het feit dat aanbesteding naar het oordeel van het CvA niet verplicht is. Er zijn echter een aantal redenen waarom aanbesteden eerst op termijn mogelijk is (zie hiervoor de bijgevoegde brief van het CvA pag. 3 en 4). Naar het oordeel van het CvA is het natuurlijke moment om te komen tot een proces van aanbesteding het moment dat de liquidatie van IZA, na drie jaar, volledig zal zijn afgerond. opheffing IZA-regeling rb1.doc
Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 6 Communicatie Nadat uw Raad tot opheffing heeft besloten en het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht het besluit heeft goedgekeurd en in het register heeft opgenomen, zullen de besluiten worden gepubliceerd in het Gemeenteblad en in de Brug. Personeelsleden van onze gemeente zullen per brief worden geïnformeerd door het algemeen bestuur van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederland). 7 Uitvoering Nadat uw Raad tot opheffing heeft besloten, zal het algemeen bestuur van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederland) hierover worden geïnformeerd. Het besluit tot opheffing wordt op grond van artikel 44 van de IZA Nederland-regeling door het college van Burgemeester en Wethouders van Nieuwegein toegestuurd naar het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht. Het besluit tot opheffing treedt eerst in werking nadat het besluit tot opheffing is opgenomen in het register van Gedeputeerde Staten van Utrecht (art 26,27 en 52 van de Wet gemeenschappelijke regelingen). College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst ir. H.K.W. Bekkers Bijlage(n): 3 opheffing IZA-regeling rb1.doc
De Raad, het college van Burgemeester en Wethouders en de Burgemeester, Gelet op het bepaalde in de artikelen 41 en 42 van de gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederland-regeling) en het bepaalde in de hoofdstukken IV en VIII van de Wet gemeenschappelijke regelingen; Gelezen - het raadsvoorstel over de opheffing van de IZA-regeling; - de brief van het algemeen bestuur van 14 juli 2005, kenmerk D/05.2049/av met bijgevoegd het voorstel van het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland van 23 juni 2005; - de aanbeveling van het College voor Arbeidszaken (CvA) (kenmerk MARZ/CvA/U200515055 Lbr. 05/70, CvA/LOGA 05/15); Overwegende dat - als gevolg van de komst van een nieuw zorgstelsel en de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet alle ingezetenen van Nederland verplicht worden zich voor ziektekosten te verzekeren bij een privaatrechtelijke zorgverzekeraar; - het belang van de IZA Nederland-regeling zal komen te vervallen als gevolg waarvan voortzetting van IZA Nederland-regeling derhalve niet langer in het belang is van de deelnemers aan de IZA Nederland-regeling en hun gezinsleden BESLUITEN, ieder voor zover het zijn respectievelijk haar bevoegdheden betreft, tot opheffing van de IZA Nederland-regeling. Aldus besloten door de Raad van de gemeente Nijmegen in zijn openbare vergadering van De Burgemeester, De Griffier, mevr. dr. G. ter Horst mevr. drs. M.M.V. Jorritsma Aldus besloten door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen op De Burgemeester De Secretaris, mw. dr. G. ter Horst ir. H.K.W. Bekkers Aldus besloten door de Burgemeester van de gemeente Nijmegen op De Burgemeester, mw. dr. G. ter Horst
College voor Arbeidszaken Brief aan de leden T.a.v. het college frontoffice tel. (070) 373 8021 onderwerp opheffing IZA-regeling uw kenmerk ons kenmerk MARZ/CvA/U200515055 Lbr. 05/70, CvA/LOGA 05/15 bijlage(n) datum 15 juli 2005 Samenvatting Het algemeen bestuur van IZA Nederland heeft alle deelnemende lichamen, te weten de deelnemende gemeenten en de provincie Limburg, het voorstel gedaan om de Gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederland-regeling) op te heffen. Het algemeen bestuur van IZA vraagt de deelnemende lichamen om a) het besluit te nemen om de IZA Nederland-regeling op te heffen en b) te bepalen dat de opheffing zal ingaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. In deze brief geeft het College voor Arbeidszaken (CvA) van de VNG zijn overwegingen. Het CvA adviseert de gemeenten om zo spoedig mogelijk, doch vóór 15 oktober 2005 conform het voorstel van het algemeen bestuur van IZA Nederland te besluiten tot opheffing van de IZA Nederland-regeling met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. VNG Extra exemplaren van deze brief kunt u downloaden van het VNG-net, www.vng.nl/vngbrieven/ledenbrieven. Kopiëren t.b.v. intern gebruik door leden VNG is toegestaan Postbus 30435 2500 GK Den Haag Nassaulaan 12 2514 JS Den Haag Tel 070 373 83 93 Fax 070 363 56 82 www.vng.nl
College voor Arbeidszaken Aan de leden frontoffice tel. (070) 373 8021 onderwerp opheffing IZA-regeling uw kenmerk ons kenmerk MARZ/CvA/U200515055 Lbr. 05/70, CvA/LOGA 05/15 bijlage(n) datum 15 juli 2005 Geacht college, Het algemeen bestuur van IZA Nederland heeft bij brief van 14 juli 2005, kenmerk D/05/2040/av, alle deelnemende lichamen, te weten de deelnemende gemeenten en de provincie Limburg, het voorstel gedaan om de Gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (IZA Nederlandregeling) op te heffen. Het algemeen bestuur van IZA, dat paritair is samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van zowel werkgever als werknemers, vraagt de deelnemende lichamen om a) het besluit te nemen om de IZA Nederland-regeling op te heffen en b) te bepalen dat de opheffing in zal gaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. In deze brief geeft het College voor Arbeidszaken (CvA) van de VNG zijn advies. Aanleiding opheffing IZA Nederland-regeling Zoals het algemeen bestuur van IZA Nederland in haar brief aangeeft, is de directe aanleiding voor het voorstel om de regeling op te heffen de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. Deze Zorgverzekeringswet voorziet in een wettelijk verplichte zorgverzekering voor alle ingezetenen van Nederland. Alle verzekerden, ziekenfonds-, particulier en publiekrechtelijk verzekerden zullen onder deze wet komen te vallen. De wet zal, indien de Eerste Kamer positief besluit over de nog aanhangig zijnde Invoerings- en Aanpassingswet Zorgverzekeringswet, ingaan op 1 januari 2006. Op grond van de Invoerings- en aanpassingwet zorgverzekeringswet heeft IZA Nederland de mogelijkheid om een zorgverzekeraar aan te wijzen die aan de huidige verzekerden van IZA voor 16 december 2005 een polisaanbod zal doen voor de basisverzekering en een aanvullende verzekering tot aan het huidige IZA-niveau. Het bestuur van IZA Nederland is voornemens om in dat kader IZA Zorgverzekeraar NV aan te wijzen. Deze zorgverzekeraar zal de huidige IZA-verzekerden een polisaanbod doen. Hiermee worden de huidige IZA-verzekerden in dezelfde positie geplaatst als Postbus 30435 2500 GK Den Haag Nassaulaan 12 2514 JS Den Haag Tel 070 373 83 93 Fax 070 363 56 82 www.vng.nl
degenen die op dit moment ziekenfonds- of particulier verzekerd zijn en die ook een polisaanbod zullen ontvangen van hun verzekeraar. Tussen verzekeraars en de minister van VWS is overeengekomen dat bij dit aanbod de zogenaamde negatieve optie zal gelden. Deze negatieve optie houdt in dat indien een betrokkene niet reageert op dit polisaanbod, de betrokkene, per 1 januari 2006 automatisch verzekerd zal zijn conform dat aanbod. Hiermee wordt voorkomen dat mensen onverzekerd raken. Wel heeft uiteraard iedere verzekerde het recht om als hij dat wenst over te stappen naar een andere verzekeraar en/of te kiezen voor geen of een ander aanvullend pakket. IZA geeft aan dat ruim voor het moment waarop de verzekerden een aanbod krijgen conform de nieuwe Zorgverzekeringswet de gemeenten een besluit moeten nemen over de opheffing van de IZA Nederland-regeling om het risico van dubbele verplichtingen van de verzekerden te voorkomen. IZA doet het verzoek om dit besluit zo spoedig mogelijk te nemen, maar zeker vóór 15 oktober 2005. Besluit tot opheffing en verdere procedure en tijdstraject. Artikel 42 van de IZA Nederland-regeling regelt de opheffing. Conform dat artikel kan alleen besloten worden tot opheffing indien twee derde van de algemene besturen van de deelnemende lichamen daartoe besluit. Na het besluit tot opheffing volgt een periode waarin de lopende rechten en plichten moeten worden afgehandeld. Deze periode zal naar schatting drie jaar duren. In deze periode wil het algemeen bestuur van IZA Nederland als goed fondsbeheerder er voor zorgen dat de reserves van IZA Nederland risicoloos worden ingezet voor het doel waarvoor deze zijn opgebracht, namelijk de ziektekostenvoorziening van de betrokken ambtenaren. In dat kader wil IZA deze middelen via VGZ- IZA aan IZA Zorgverzekeraar NV ter beschikking stellen, waardoor deze laatste net als andere zorgverzekeraars kan voldoen aan de solvabiliteitseisen van De Nederlandsche Bank. Opvatting CvA De invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet, de positie van IZA, het aangaan van een collectief arrangement waardoor kostenvoordeel voor de werknemer kan worden gerealiseerd en de oprichting van IZA Zorgverzekeraar NV zijn reeds verschillende malen onderwerp van gesprek geweest in het CvA. Wat betreft het voorstel tot opheffing van de IZA Nederland-regeling is het CvA met het algemeen bestuur van IZA Nederland van mening dat de opheffing van de IZA Nederland-regeling noodzakelijk is om een goede overgang naar de nieuwe Zorgverzekeringswet mogelijk te maken. Het CvA overweegt het volgende wat betreft het voornemen van het algemeen bestuur van IZA Nederland om op grond van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet de IZA
Zorgverzekeraar NV aan te wijzen als de zorgverzekeraar die aan de huidige IZA verzekerden een polisaanbod zal doen voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering. Voor het CvA is het van essentieel belang dat de overgang van de huidige IZA-verzekerden van IZA naar nieuwe zorgverzekering goed geregeld is en dat zich geen onacceptabele risico s voordoen met betrekking tot de overgang van de verzekerden en met betrekking tot de uitvoering. Het risico van onverzekerd zijn van kwetsbare groepen, zoals hoogbejaarden moet te allen tijde voorkomen worden. Daarnaast is het CvA voorstander van marktwerking en de keuzevrijheid van het individu om zelf zijn verzekeraar te kiezen, zoals een en ander is vormgegeven in de Zorgverzekeringswet. In dat kader heeft het CvA zich uitgesproken voor het aangaan van een collectief arrangement voor de sector gemeenten, via een proces van aanbesteden, onder behoud van individuele keuzevrijheid voor de medewerkers. Het CvA kiest voor deze weg, ondanks het feit dat aanbesteding op grond van ingewonnen juridisch advies niet verplicht is. Er zijn echter een aantal redenen waarom aanbesteden eerst op termijn mogelijk is. De afgelopen maanden heeft de VNG, gelet op de wens van het CvA, gesproken met een aantal grote verzekeraars om te bezien wat deze verzekeraars voor de gemeentelijke sector konden betekenen. Uit deze contacten is de VNG gebleken dat het ook voor deze grote verzekeraars geen gemakkelijke zaak is om op korte termijn een grote sector als de sector gemeenten over te nemen. Het gaat hierbij om ongeveer 360 duizend verzekerden: ambtenaren, postactieven en in veel gevallen ook partners en kinderen. Gelet op de grote implicaties van de invoering van de Zorgverzekeringswet en de risico s daaraan verbonden concentreert men zich op de conversie van het huidige verzekerdenbestand. De risico s van overname van een dergelijk groot verzekerdenbestand als van de gemeenten achtte men, althans in de gesprekken die met ons zijn gevoerd, te groot. Wel hebben enkele verzekeraars aangegeven op termijn geïnteresseerd te zijn. In het licht van onze wens om te kunnen aanbesteden zal de VNG in de toekomst het contact met geïnteresseerde verzekeraars blijven onderhouden. Een andere reden om nu nog niet tot aanbesteding over te gaan betreft het afbreukrisico, mede ook in relatie tot het zeer krappe tijdschema. In een periode dat er voor wordt zorggedragen dat voor alle verzekerden in Nederland geregeld wordt dat ze niet het risico lopen onverzekerd te raken, moet dit ook voor onze actieve en postactieve medewerkers gelden. Op grond van het bovenstaande ondersteunt het CvA het voornemen van het bestuur van IZA Nederland om IZA Zorgverzekeraar NV aan te wijzen als de verzekeraar die een polisaanbod zal doen aan de huidige IZA-verzekerden. Op deze wijze is gegarandeerd dat de overgang ook wat betreft de
uitvoering zo soepel mogelijk verloopt en is gegarandeerd dat iedereen onder de nieuwe Zorgverzekeringswet is verzekerd is voor ziektekosten. Deze keuze voor IZA Zorgverzekeraar NV is primair ingegeven door de wens om een soepele en verantwoorde overgang naar de nieuwe Zorgverzekeringswet mogelijk te maken. Voor de langere termijn kiest het CvA voor een proces van aanbesteding om op die wijze te kunnen te bezien welke verzekeraar de juiste partner is voor de sector gemeenten. Het natuurlijk moment om te komen tot die keuze is aansluitend op het moment dat de liquidatie van IZA, na drie jaar, volledig zal zijn afgerond. In het CvA is eveneens gesproken over het voornemen van het algemeen bestuur van IZA Nederland om tijdens de liquidatiefase de reserves ter beschikking te stellen om te voorzien in de noodzakelijke solvabiliteit van IZA Zorgverzekeraar NV. Gelet op de financiële belangen van de gemeenten is daarbij door het CvA onder meer als voorwaarde geformuleerd dat deze inzet risicoloos dient te geschieden. In zijn brief geeft het algemeen bestuur van IZA Nederland aan dat hij als goed fondsbeheerder deze reserves risicoloos wil inzetten. Hiermee wordt voldaan aan een belangrijke voorwaarde van het CvA. Samen met IZA zal het CvA de komende tijd nadere invulling geven aan een en ander. Advies CvA Op grond van bovenstaande overwegingen ondersteunt het CvA het voorstel van het algemeen bestuur van IZA Nederland aan de deelnemende lichamen om te besluiten tot opheffing van de IZA Nederland-regeling met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet. Gelet op het belang van de werknemers en de postactieven waarvoor nu via IZA wordt voorzien in de ziektekosten is het van groot belang dat dit besluit tijdig wordt genomen. Indien dit besluit later dan 15 oktober 2005 wordt genomen, komt een soepele overgang naar de nieuwe zorgverzekeringswet in gevaar. Het CvA adviseert u dan ook om het besluit tot opheffing zo spoedig mogelijk te nemen, doch uiterlijk vóór 15 oktober aanstaande. Hoogachtend, College voor Arbeidszaken van de VNG drs. mr. C.M. Sjerps, secretaris