Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat t.a.v. minister C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Rotterdam, 3 december 2018 Betreft: Zorgen Nederlandse maritieme cluster over de Nederlandse scheepsregisters Geachte mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga, In deze brief vraagt de Nederlandse maritieme cluster aandacht voor de breed gedragen zorgen over het functioneren van de Nederlandse scheepsregisters voor de zeevaart, de visserij en de binnenvaart. Ook worden er twee herstelmaatregelen voorgesteld. Deze brief is bedoeld als een aanvulling op de brieven die recent door enkele brancheverenigingen afzonderlijk aan de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport zijn gestuurd. Goede en aantrekkelijk scheepsregisters De Nederlandse maritieme cluster heeft de vurige wens dat zowel het Nederlandse register voor zee- en vissersschepen als het Nederlandse register voor binnenvaartschepen goede en aantrekkelijke scheepsregisters zijn waar scheepseigenaren hun schepen graag in onderbrengen. Daarvoor is, naast vele andere zaken (fiscaal, sociaal, etc.), ook een slagvaardige Nederlandse maritieme autoriteit nodig. Eén die niet alleen voldoet aan de internationale verplichtingen als vlaggenstaat ter bescherming van het mariene milieu en de zeevarenden en ter bevordering van de veiligheid op zee en binnenwateren. Maar één die ook oog heeft voor de economische aantrekkelijkheid van deze scheepsregisters voor de zeevaart, de visserij en de binnenvaart. Een goed en aantrekkelijk scheepsregister heeft de volgende kenmerken: Efficiënte registratie- en certificeringsprocessen (korte doorlooptijden en zo min mogelijk fouten); Duidelijke en snelle reacties over de volledigheid van ingediende aanvragen voor certificering en registratie door scheepseigenaren; Tijdige implementatie van nieuwe wet- en regelgeving en duidelijke en snelle reacties over interpretatie van wet- en regelgeving (minimaal een level playing field met andere registers); Effectief en eerlijk toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving op milieu-, veiligheids- en sociaal gebied; Goede klantgerichte informatievoorziening over de bestaande processen en prestaties van het Nederlands register (uniformiteit in voorlichting); Klantgerichte dienstverlening aan scheepseigenaren bij problemen, waarbij er snel veilige en praktische oplossingen worden gevonden; en Effectieve organisatiestructuur met duidelijke aanspreekpunten, escalatieniveaus en een goede bereikbaarheid ( weten bij wie je moet zijn ). 1
Om dit te bereiken moeten binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beleid, uitvoering en handhaving op de juiste manier belegd en ingericht zijn. Het beleid moet gericht zijn op een aantrekkelijk vestigingsklimaat (vestiging van bedrijven in Nederland) en op een goed en aantrekkelijk scheepsregister voor de zeevaart, de visserij en de binnenvaart (registratie schepen onder Nederlandse vlag). De uitvoering moet gericht zijn op een (kosten-)efficiënte vergunningverlening (bedrijven, schepen, bemanning) en een goede dienstverlening. De handhaving moet gericht zijn op effectieve vlagstaatinspecties (handhavend toezicht op de eigen zeeschepen en binnenvaartschepen) en havenstaatinspecties (inspecties van buitenlandse schepen die Nederlandse havens aandoen). Zorgen maritieme cluster De Nederlandse maritieme cluster constateert met grote zorg dat zowel het Nederlandse scheepsregister voor de zeevaart als het Nederlandse scheepsregister voor de zeevisserij alsmede het traject van certificering voor de binnenvaart op alle van de hiervoor genoemde kenmerken tekortschieten en verre van optimaal functioneren. De belangrijkste oorzaak hiervan is de gebrekkige wijze waar beleids-, uitvoerings- en handhavingstaken binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bij het Directoraat-generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken (DGLM) en in het bijzonder de ILT belegd zijn. Daarnaast lijkt de ILT een terugtrekkende beweging te maken met betrekking tot internationale overleggen van o.a. de International Maritieme Organisatie (IMO) en de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR), waar de ILT tot voor kort zeer nuttige kennis en ervaring inbracht. De ILT beschikt over specialistische kennis op het gebied van de certificering en staat dicht bij de praktijk in de zeevaart, visserij, waterbouw en binnenvaart. Die specialistische kennis en praktijkervaring is onontbeerlijk bij het opstellen van doeltreffende en uitvoerbare regelgeving. Tegelijkertijd is die kennis ook nodig om slecht doordachte en slecht onderbouwde voorstellen, die helaas regelmatig in internationaal overleg ter tafel komen, bij te sturen of van tafel te krijgen. Wat de organisatorische of financiële overwegingen van ILT ook mogen zijn, bij het nieuw voorgestane beleid zullen niet alleen de zeevaart, visserij, waterbouw en binnenvaart, maar ook de inspectiediensten en toezichthoudende instanties zelf te maken krijgen met de gevolgen van slechte regels. De bezuinigingen besparen op korte termijn geld maar kosten uiteindelijk meer geld aan corrigerende maatregelen, c.q. hebben tot gevolg dat de sector geconfronteerd wordt met uiterst kostbare, onuitvoerbare of ineffectieve weten regelgeving. Tijdens het recente sectoroverleg met de binnenvaart en de waterbouwers heeft de ILT aangegeven dat deelname aan internationale overleggen om tot wet- en regelgeving voor de zeevaart, visserij, waterbouw en binnenvaart te komen, buiten het takenpakket van de ILT valt. Wij delen deze zienswijze van de ILT niet. Nederland dient in deze internationale overleggen naar vermogen mensen en middelen aan te wenden om een 2
voor Nederland zo goed mogelijk resultaat te behalen. Het DGLM slechts voorzien van informatie voorafgaand aan de overleggen of het ondersteunen op afstand is volgens ons absoluut niet voldoende. Om effectief het Nederlandse belang te kunnen behartigen tijdens de dynamische onderhandelingen is de actieve betrokkenheid van de ILT-experts hard nodig. Twee trajecten Zowel het DGLM als de ILT lijken deze zorgen van de maritieme cluster te onderkennen. Het is niet voor niets dat: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat momenteel nadenkt over hoe Nederland zich als vlaggenstaat zich beter kan (her)organiseren en over hoe het Nederlandse zeescheepvaartregister verbeterd kan worden; en de ILT een veranderprogramma Koers ILT 2021 heeft ontwikkeld en een Tijdelijke werkomgeving (TWO) heeft ingezet. Wens maritieme cluster De primaire wens van de Nederlandse maritieme cluster is dat de uitvoeringstaken niet langer het wrijfhoutje of de speelbal zijn bij de afbakening van taken tussen het DGLM en de ILT. Hiertoe moeten naar de mening van de Nederlandse maritieme cluster twee maatregelen genomen worden: 1. Beleid en uitvoering (al dan niet uitbesteed) moeten zo dicht mogelijk bij elkaar komen te staan zodat: a) er een naadloze onderlinge samenwerking en afstemming is ten behoeve van o.a.: i) de implementatie van (inter)nationale maritieme wet- en regelgeving; ii) de ontwikkeling van (inter)nationale maritieme wet- en regelgeving (die oog heeft voor innovatie), waarbij de ILT deelneemt aan de daartoe relevante internationale overleggen; iii) de certificering (en het benodigde toezicht voor certificering) conform de geldende en in werking te treden maritieme wet- en regelgeving; iv) de registratie van zeeschepen en binnenvaartschepen; v) de vergunningverlening; vi) de afgifte van (bemannings-)documenten en certificaten; vii) het verlenen van algemene informatie en specifiek advies over de geldende maritieme wet- en regelgeving; en viii) de accreditatie van maritieme opleidingen, onderwijsinstellingen en trainingsinstituten. b) een effectieve aansturing is van gemandateerde partijen: i) erkende organisaties (o.a. klassenbureaus); en ii) het KIWA. 2. In de handhaving moet de ILT als inspectiedienst de regierol (weer) voeren, om te voorkomen dat ander inspectiediensten van de overheid, zoals o.a. ISZW, de Zeehavenpolitie en de Koninklijke Marechaussee, lukraak en zonder gedegen kennis 3
van de specifieke maritieme wet- en regelgeving schepen inspecteren. Hiermee kan worden voorkomen dat er mogelijk onterecht wordt bestraft. Idealiter is de ILT de enige overheidsinspectiedienst die zeeschepen, vissersschepen en binnenvaartschepen inspecteert. Het is de overtuiging van de ondertekenaars dat met deze maatregelen zowel het Nederlandse register voor zeeschepen, het Nederlandse register voor vissersschepen en het Nederlandse register voor binnenvaartschepen weer goede en aantrekkelijke scheepsregisters kunnen worden waar scheepseigenaren hun schepen graag in onderbrengen. We treden graag met u in overleg hoe een en ander kan worden vormgegeven. Hoogachtend, Co Abercrombie Directeur Binnenvaart en Logistiek Nederland (BLN-Schuttevaer) Robert Kasteel Directeur Centraal Bureau voor de Rijn en Binnenvaart (CBRB) Annet Koster Directeur Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) 4
Roel de Graaf Directeur Netherlands Maritime Technology (NMT) Gerard van Balsfoort Voorzitter Redersvereniging voor de Zeevisserij (RvdZ) Edwin Lokkerbol Directeur Vereniging van Waterbouwers (VvW) Paul van Ommen Directeur Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ) Kopie: J.H. Slootmaker, plv. inspecteur-generaal ILT A. Uytendaal, directeur Nederland Maritiem Land 5