Hulp van Sam - voorspellen Ik ga een tekst lezen. Lees je mee wat ik denk? Ik kan dus voorspellen waar de tekst over gaat. Dat zie ik aan de titel, de kopjes en de plaatjes. Zie je hoe de tekst heet? Het staat erboven. Dat is de titel. Dat woord valt goed op. En daar staat een getal. Heee, wat er op die foto staat, dat komt me bekend voor. O, dan weet ik al een beetje waar de tekst over gaat. Ik heb al eens iets over dit onderwerp gehoord of gelezen. Zie je die vetgedrukte woorden? Dat zijn de kopjes. Die woorden zeggen me wel wat. Voorspellen Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk... pagina 1 van 6
Hulp van Sam vragen stellen Ja, de tekst geeft antwoord op die vraag! Mijn naam is Ik lees een tekst. Lees je mee wat ik denk? Dus ik denk dat een goede vraag zou zijn:... Ik ben benieuwd wat er in de tekst staat. Ik weet dat je veel vragen kunt maken met woorden als wie, wat, waar, waarom, wanneer, Ik heb wel een paar vragen bij de tekst. Die vragen helpen me om de tekst te begrijpen. Vragen stellen Ik lees Ik zie Ik weet Dus ik denk Welke vragen? Ik let op belangrijke aanwijzingen in de tekst. Die lees ik in de tekst en zie ik op de plaatjes en in de kopjes. pagina 2 van 6
Hulp van Sam - verwijswoorden Ik vul de naam van de persoon of het woord waarnaar wordt verwezen in op de plek van het verwijswoord. Ik bedenk of dat klopt. Ik lees eerst de tekst met het stappenplan. Als ik een verwijswoord zie, vraag ik me af wie of wat ermee bedoeld wordt. Ik lees de zin of zinnen vóór het verwijswoord nog een keer. Daar staat meestal in wat er met het verwijswoord wordt bedoeld. Terugkijken dus! Het is lastiger als er het of deze staat. Dan gaat het om een ding of een persoon. Bij hij of zij denk ik meteen aan een persoon. pagina 3 van 6
Hulp van Sam - verbanden Ik ga op zoek naar de verbanden in een tekst. Voor de zekerheid lees ik de zinnen nog een keer goed. Ik controleer of het verband klopt. Ja, ik snap het! Ik lees eerst de tekst met het stappenplan. Ik zie het woordje als Is het een voorwaarde? En ik zie het woordje maar Dan was er toch een tegenstelling? Er zijn zo veel verbanden. Wat hebben de zinnen met elkaar te maken? Als ik een signaalwoord zie, onderstreep of markeer ik het. Ik vraag me af welk verband het signaalwoord aangeeft. pagina 4 van 6
Hulp van Sam ophelderen van onduidelijkheden Een moeilijk woord bekijk ik ook goed. Soms ken ik een stukje van het woord wel. Dan kan ik de betekenis afleiden. Als ik een tekst lees en ik kom een moeilijk woord tegen, lees ik het stukje tekst altijd nog een keer. Allemaal belangrijk om goed te lezen. Ik zie dan of er uitleg over het woord in de tekst staat. Ook let ik op de plaatjes. Bij een plaatje staat ook wel eens een onderschrift. Soms staat er een woord dat ongeveer hetzelfde betekent. Of iets wat het tegenovergestelde betekent. Onduidelijkheden ophelderen Ik lees Ik zie Ik weet Dus ik denk pagina 5 van 6
Hulp van Sam - samenvatten Ik ga een tekst lezen en samenvatten. Lees je mee wat ik denk? Ik denk dat dit een goede samenvatting van de tekst is. Het gaat om de hoofdzaken. Dingen die niet belangrijk zijn, laat ik weg. Ik lees de tekst met het stappenplan. Tijdens het lezen vraag ik me al af wat het belangrijkste is. Ik weet dat ik op de belangrijkste informatie moet letten. In de kopjes staat vaak het belangrijkste. Samenvatten Ik lees... Ik zie... Ik weet... Dus ik denk... Ik denk dat dit een goede samenvatting is. Het belangrijkste staat er in. Dit is belangrijk, dat onderstreep ik Na het lezen moet ik in een paar zinnen kunnen vertellen waar de tekst over gaat. pagina 6 van 6