Managementstatuut Zoals vastgesteld Geldig tot uiterlijk: 01-01-2017 Managementstatuut Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Zoals: - 26 januari 2016 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. - 23 maart 2016 voor positief advies voor te leggen aan de GMR. - 14 maart 2016 van positief advies voorzien door het directieberaad.
Managementstatuut van de Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Inleiding In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) is de verplichting opgenomen voor het bevoegd gezag om een Managementstatuut vast te stellen. Artikel 31 van de WPO geeft de volgende omschrijving: WPO 31.1 Het bevoegd gezag stelt na overleg met de directeur een managementstatuut vast. In het managementstatuut is tenminste een regeling opgenomen betreffende de bevoegdheden van de directeur met betrekking tot de toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging. WPO 31.2 Het managementstatuut bevat tevens de aanduiding van de andere aan het bevoegd gezag bij wettelijk voorschrift opgedragen taken en bevoegdheden ten aanzien waarvan het bevoegd gezag heeft bepaald dat de directeur van de school de bevoegdheid heeft om in naam van het bevoegd gezag besluiten te nemen. Het managementstatuut bevat voorts instructies voor de uitoefening van de bedoelde taken en bevoegdheden. WPO 31.3 Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat een exemplaar van het managementstatuut in het gebouw van de school ter inzage beschikbaar is, op een voor ieder toegankelijke plaats. Het bevoegd gezag zendt een exemplaar van het managementstatuut, evenals elke wijziging daarvan, zo spoedig mogelijk na vaststelling ter kennisneming aan de inspectie. Het College van College van Bestuur van de Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Besluit na - positief advies namens de GMR in overeenstemming met artikel 14.i van het GMR-reglement op p.m.. - goedkeuring van de Raad van Toezicht op 26-01-2016. overeenkomstig artikel 8.4.b van de statuten van de stichting, navolgend managementstatuut vast te stellen. Het managementstatuut treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening. Drs. J.T.J. Bouwhuis Voorzitter College van Bestuur Cuijk, Managementstatuut 2016-2017 2
Inhoud: Artikel 1 Begripsomschrijving Artikel 2 Status en werkingsduur Artikel 3 Het bevoegd gezag en Toezichthouders Artikel 4 Taken en bevoegdheden College van Bestuur Artikel 5 Taken en bevoegdheden Directeur Artikle 6 Directie(be)raad Artikel 7 Schorsing en vernietiging van besluiten Artikel 8 Wijzigingen en slotbepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving In dit statuut wordt verstaan onder: Managementstatuut: Stichtingsstatuten: Stichting: Bevoegd gezag: College van Bestuur: (CvB) Raad van Toezicht: (RvT) Het reglement als bedoeld in art. 31 van de Wet op het Primair Onderwijs. Notariële akte waarin zijn opgenomen, doel, taken, bevoegdheden, verdeling van bevoegdheden en werkwijze van en binnen de stichting. De rechtspersoon stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Het College van College van Bestuur van de stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Het stichtingsbestuur, dat overeenkomstig de wet en artikel 8 van de statuten van de stichting is belast met de taken en uitoefening van bevoegdheden die de stichting als bevoegd gezag zijn toebedeeld, met uitzondering van besluitvorming over de opheffing van een school. Het orgaan dat in overeenstemming met artikel 13 van de statuten toezicht houdt op het college van College van Bestuur. Overlegorgaan toezicht Het orgaan dat op basis van de Wet Gemeenschappelijke Regeling openbaar onderwijs in overeenstemming met artikel 48 van de WPO namens de gemeenteraden toezicht houdt op het bevoegd gezag van de stichting. (G)MR: Directeur: Directieraad: Directieberaad: Bilateraal Overleg (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad Het personeelslid dat verantwoordelijk is voor de leiding van de dagelijkse gang van zaken op een school en als zodanig is aangesteld. De gezamenlijke directeuren van de onder de stichting ressorterende scholen Het geregeld overleg van directeuren met het College van Bestuur en directeur stafbureau. Het geregeld overleg tussen het College van Bestuur en directeur afzonderlijk. Managementstatuut 2016-2017 3
Artikel 2 Status en werkingsduur 2.1 Het managementstatuut is mede een mandateringsbesluit, en bevat bepalingen over: a. de omvang en de aard van de door het College van Bestuur gemandateerde taken en bevoegdheden aan de directeuren; b. richtlijnen voor de wijze waarop deze gemandateerde en doorgemandateerde taken en bevoegdheden dienen te worden uitgevoerd. 2.2 Het managementstatuut treedt voor het eerst in werking met ingang van de dag dat dit managementstatuut door het College van Bestuur is vastgesteld. 2.3 Het managementstatuut geldt voor het tijdvak van 27 januari 2016 t/m uiterlijk 31 december 2017. Tijdens deze tweejaarlijkse periode wordt het managementstatuut geëvalueerd, na evaluatie eventueel bijgesteld en opnieuw vastgesteld. Artikel 3 Het Bevoegd Gezag en Toezichthouders 3.1 Het bevoegd gezag wordt gevormd door het College van Bestuur. 3.2 Het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs houdt namens de gemeenteraden toezicht op het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en benoemt de leden op voordracht van een benoemingsadviescommissie. 3.3 De vaststelling door het College van Bestuur van de begroting en jaarrekening van de stichting en wijziging van de statuten behoeft vooraf goedkeuring van de Raad van Toezicht en goedkeuring resp. instemming van het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs. 3.4 De bevoegdheden en wijze van toezicht door het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs op het College van Bestuur zijn in overeenstemming met artikel 48 van de WPO vastgelegd in de regeling van het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs. 3.5 De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en geeft gevraagd en ongevraagd advies. 3.6 In de stichtingsstatuten zijn in artikel 8 besluiten van het College van Bestuur vastgelegd welke vooraf goedkeuring van de Raad van Toezicht vereisen. 3.7 De werkwijze van de Raad van Toezicht en wijze van toezicht op het College van Bestuur zijn vastgelegd in de stichtingsstatuten en reglement van de Raad van Toezicht. 3.8 In overeenstemming met de reglementen van het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs en de Raad van Toezicht voorziet het College van Bestuur betreffende organen van alle gewenste informatie om de toezichthoudende rol zorgvuldig te kunnen vervullen. Artikel 4 Taken en bevoegdheden College van Bestuur 4.1 Het College van Bestuur is overeenkomstig de wet en artikel 8 van de statuten van de stichting belast met de taken en uitoefening van bevoegdheden die de stichting als bevoegd gezag zijn toebedeeld, met uitzondering van besluitvorming over de opheffing van een school. 4.2 Het College van Bestuur heeft de algemene eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van scholen, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering. 4.3 Het College van Bestuur heeft de dagelijkse leiding van de organisatie en zorgt voor de voorbereiding en de uitvoering van het vastgestelde beleid. 4.4 Het College van Bestuur is de overlegpartner namens het bevoegd gezag met de GMR. Jaarlijks worden samen met de Raad van Toezicht de ontwikkelingen geëvalueerd en College van Bestuur gevraagd en ongevraagd geadviseerd. 4.5 Het College van Bestuur voert jaarlijks overleg met afzonderlijke MR-en en directeur over de ontwikkelingen op betreffende school. 4.6 Het College van Bestuur bepaalt en ziet toe op de identiteit van het openbaar onderwijs. 4.7 Het College van Bestuur neemt besluiten met betrekking tot verhuizing, samenwerking, fusie, afsplitsing, reorganisatie en wijziging van de grondslag en de doelstelling van de school of scholen. Het College van Bestuur behoeft voor deze besluiten de instemming van het Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs, of de gemeenteraad van de gemeente waarin betrokken school of scholen zijn gevestigd en goedkeuring van de Raad van Toezicht 4.8 Het College van Bestuur benoemt de directeuren op voordracht van een benoemings- Managementstatuut 2016-2017 4
adviescommissie. 4.9 Het College van Bestuur benoemt personeel voor de stichting. Personeel voor een school (scholen) wordt benoemd op voordracht van betrokken directeur(en) in overeenstemming met de procedures zoals vastgelegd in het formatiebeleidsplan. 4.10 Het College van Bestuur bepaalt de financiële ruimte voor de middelen, waaronder het personeel. 4.11 Het College van Bestuur stelt de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag van de stichting vast, na goedkeuring van de Overlegorgaan toezicht openbaar onderwijs en Raad van Toezicht. De jaarrekening wordt voor de vaststelling ter controle aan een accountant voorgelegd. 4.12 Het College van Bestuur stelt het meerjarig strategisch beleidsplan (doel van de organisatie en in termen van prioriteiten), het organisatiemodel en het functiebouwwerk vast. 4.13 Het College van Bestuur stelt op basis van het meerjarig strategisch beleidsplan, met de lerende organisatie als leidraad, na goedkeuring door de Raad van Toezicht en na overleg binnen het directieberaad, jaarlijks een plan van aanpak op voor de beleidsgebieden: - onderwijs; - personeel; - organisatie/communicatie; - facilitair/huisvesting; - financiën. 4.14 Het College van Bestuur overlegt met de directieraad over de betrokkenheid van de directeuren bij de uitwerking van het jaarlijkse plan van aanpak. 4.15 Het College van Bestuur voert jaarlijks in overeenstemming met de vastgestelde gesprekkencyclus functio-ontwikkelings- of waarderingsgesprekken met de directeuren. 4.16 Het College van Bestuur voert doelmatig, verantwoord en inzichtelijk beheer van de middelen. Het beheert de formatieve en financiële middelen van de organisatie voor zover deze niet aan de individuele scholen zijn toegekend, en doet daartoe de uitgaven c.q. gaat daartoe verplichtingen aan voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan. Het College van Bestuur brengt de Raad van Toezicht tijdig op de hoogte van afwijkingen van het vastgestelde beleid in overeenstemming met de stichtingsstatuten en het reglement van de Raad van Toezicht. 4.17 Het College van Bestuur draagt zorg voor het stimuleren van het innovatief vermogen van de scholen en profilering van het openbaar onderwijs, evenals de kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering in de stichting en rapporteert schriftelijk en regelmatig, volgens het reglement van de Raad van Toezicht, over het proces, de voortgang en het resultaat van het gevoerde beleid aan de Raad van Toezicht. 4.18 Het College van Bestuur begeleidt directeuren op een coachende en inspirerende wijze volgens het concept en principes van de lerende organisatie. 4.19 Het College van Bestuur beslist na advisering door de betrokken directeur over de toelating en verwijdering van leerlingen. 4.20 Het College van Bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte, voor zover in dit statuut niet anders wordt bepaald. 4.21 Het College van Bestuur legt over de uitvoering van zijn taken op nader over een te komen wijze verantwoording af aan de Raad van Toezicht. 4.22 Het College van Bestuur stelt op basis van de landelijke regeling en na overleg binnen het directieberaad een klachtenregeling op en legt deze ter instemming voor aan de GMR en ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht. 4.23 Het College van Bestuur verleent aan iedere directeur binnen vastgestelde kaders mandaat ten aanzien van de taken en bevoegdheden zoals deze in artikel 5 van dit statuut zijn vermeld voor zover deze de school van de directeur betreffen. 4.24 Het College van Bestuur voert overleg met de gezamenlijke directeuren in het directieberaad. De directieraad adviseert het College van Bestuur betreffende het beleid van de stichting en het vaststellen van beleidskaders. 4.25 Het College van Bestuur stelt eventuele kaders voor beleid op schoolniveau niet vast dan na advisering door het directieberaad en nadat, in overeenstemming met het reglement van de GMR, hiervoor een positief advies of instemming van de GMR is verkregen. 4.26 Het College van Bestuur geeft bij beleidsvoorstellen, die aan de Raad van Toezicht en/of GMR worden voorgelegd, aan op welke wijze het directieberaad daarbij is betrokken en welk draagvlak er voor het voorstel binnen de directieraad is. 4.27 Indien het College van Bestuur beleid vaststelt, waarbij het directieberaad niet betrokken is Managementstatuut 2016-2017 5
geweest of waarvoor geen positief advies is gegeven, meldt zij dit overeenkomstig artikellid 6.5 en 6.6 aan de Raad van Toezicht. Artikel 5. Taken en bevoegdheden Directeur De directeur heeft de volgende taken en bevoegdheden: 5.1 De directeur voert de taken en bevoegdheden uit binnen de door het College van Bestuur vastgestelde beleidskaders. 5.2 De directeur is belast met de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. 5.3 De directeur draagt personeel voor benoeming voor aan het College van Bestuur. 5.4 De directeur geeft leiding aan het personeel van de school en voert met de individuele personeelsleden jaarlijks functio-ontwikkelgesprekken en waarderingsgesprekken in overeenstemming met de vastgestelde gesprekkencyclus. 5.5 De directeur onderhoudt de contacten met de leerlingen van de school, hun ouders en met extern betrokkenen. 5.6 De directeur draagt zorg voor de vormgeving en uitvoering van het onderwijskundig, schoolorganisatorisch en huishoudelijk beleid binnen de school. 5.7 De directeur draagt zorg voor de vormgeving en uitvoering van het personeelsbeleid en het financieel beleid binnen de school. 5.8 De directeur is verantwoordelijkheid voor het innovatiebeleid, de kwaliteitszorg en de profilering van de school. 5.9 De directeur beheert de door het College van Bestuur aan de school toegekende formatieve en financiële middelen en doet daartoe uitgaven, voor zover deze binnen de goedgekeurde begroting en het vastgestelde beleid zijn toegestaan. 5.10 De directeur voert namens het bevoegd gezag het overleg met de medezeggenschapsraad. 5.11 De directeur voert jaarlijks overleg met de medezeggenschapsraad en College van Bestuur gezamenlijk over het gevoerde schoolbeleid en stichtingsbeleid en ontwikkelingen. 5.12 De directeur adviseert en ondersteunt het College van Bestuur bij de uitvoering van zijn taak als actief deelnemer aan het directieberaad en in werkgroepen van de stichting. 5.13 De directeur neemt deel aan het initiëren, voorbereiden en vormgeven van het centraal beleid van de stichting. 5.14 De directeur stelt 4-jaarlijks het schoolplan op en legt dit ter goedkeuring voor aan het College van Bestuur. 5.15 De directeur stelt jaarlijks de schoolgids op en zendt deze ter informatie aan het College van Bestuur. 5.16 De directeur stelt jaarlijks in juni, op basis van het meerjarig schoolplan en de evaluatie van het afgelopen schooljaar, een jaarplan op en legt dit na advisering door MR voor aan het College van Bestuur. 5.17 De directeur stelt jaarlijks schoolspecifieke voortgangsrapportages op t.a.v. veranderingsonderwerpen en legt deze ter goedkeuring voor aan het College van Bestuur. 5.18 De directeur draagt verantwoordelijkheid voor en voert overigens alle taken uit, die in de bij zijn/haar functie behorende functiebeschrijving zijn opgenomen. 5.19 De directeur legt op nader overeen te komen wijze aan het College van Bestuur verantwoording af over de uitvoering van zijn taken. Artikel 6 Directie(be)raad 6.1 De gezamenlijke directeuren van de onder de stichting ressorterende scholen vormen gezamenlijk de directieraad. 6.2 In het directieberaad voeren de directieraad, het College van Bestuur en de directeur van het stafbureau geregeld overleg. 6.3 Vanuit het directieberaad kunnen werkgroepen worden gevormd die, onder verantwoordelijkheid van het directieberaad, specifieke thema s voorbereiden of verder uitwerken. 6.4 Het directieberaad wordt waar mogelijk en gewenst betrokken bij het voorbereiden van het beleid van het College van Bestuur en van eventuele kaders of instrumenten voor het beleid op schoolniveau. Managementstatuut 2016-2017 6
6.5 De directieraad adviseert het College van Bestuur over beleidsvoornemens van het College van Bestuur. Daarbij wordt gestreefd naar consensus. 6.6 De directieraad zoekt, indien bij advisering consensus niet mogelijk is, naar een zo groot mogelijke meerderheid. 6.7 Indien een of enkele directeuren principieel bezwaar hebben tegen kaders of beleidsvoornemens van het College van Bestuur, die de autonomie op schoolniveau aantasten, dienen de directieraad en het College van Bestuur de vraag te beantwoorden of het vaststellen van het kader of beleid voor alle scholen al dan niet noodzakelijk is. Artikel 7 Schorsing en vernietiging van besluiten Het College van Bestuur kan besluiten en/of maatregelen van een directeur bij gemotiveerd besluit geheel of gedeeltelijk vernietigen wegens strijd met enig geldende regeling of vastgestelde beleidskaders en/of wegens schade aan belangen van de school. Artikel 8 Wijzigingen en slotbepalingen 8.1 Tussentijdse wijziging, intrekking of verlenging van het managementstatuut, geschiedt bij afzonderlijk besluit van het College van Bestuur en na advisering door de directieraad en treedt niet eerder in werking dan de dag waarop het is genomen en positief advies is verkregen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad conform artikel 14.i van het medezeggenschapsreglement GMR en goedkeuring van de Raad van Toezicht. 8.2 In gevallen waarin dit managementstatuut niet voorziet, beslist het College van Bestuur in de geest van dit managementstatuut. Managementstatuut 2016-2017 7