Op uitnodiging: E. De Neve, voorzitter a.i. departement arbitrage, F. Van den Eynde

LANDELIJK ALGEMENE VERGADERING AV 13/06/2009 Datum: Zaterdag 13 juni 09 om 09u30 Plaats: Hotel Floris Ustel Midi Brusse Aanwezig: Raad van bestuur: A. Welvaarts, voorzitter, S. Garaleas, bestuurder Op uitnodiging: E. De Neve, voorzitter a.i. departement arbitrage, F. Van den Eynde Coördinatoren: K. Verspecht, financieel coördinator, P. Rottiers, juridisch coördinator, I. Claessens, sporttechnisch coördinator, K. Umans, secretaris-generaal Verontschuldigd: E. Hendryckx, bestuurder Afgevaardigden: Limburg (3): L. Coonen (+ volmacht van M. Bogaers), J. Kerckhofs Vlaams Brabant (3): P. De Smedt (gevolmachtigd in het mandaat van F. Van den Eynde), J. Manghelinckx, E. Schuermans Antwerpen (6): B. Laermans (+ volmacht van H. Dubin), G. Hertogs (+ volmacht van J. Van Assche), F. Van den Bosch (+ volmacht van E. Roos) Oost-Vlaanderen (4): E. Fels, J. Van Lantschoot, L. Verheye, M. Hesters (gevolmachtigd in het mandaat van D. De Backer) West-Vlaanderen (4): A. Deweerdt (+ volmacht van S. Deprez), F. Goemaere (gevolmachtigd in het mandaat van J.P. Cannaert), M. Stevens Agenda: 1. Dhr. A. Welvaarts, voorzitter, verwelkomt de deelnemers aan de algemene vergadering (AV). Hij verontschuldigt Dhr. E. Hendryckx welke herstellende is van een operatief ingrijpen. Dhr. J. Van Lantschoot wenst, in naam van de Algemene Vergadering, Dhr. E. Hendryckx een spoedig herstel toe. De voorzitter herinnert de vergadering er aan dat de regels inzake van onverenigbaarheid van functie s vanaf 1 juli e.k. in voege treden. Dhr. B. Laermans vraagt of de wijziging in de samenstelling van werkende leden van de Limburgse afgevaardigden, conform de regels verlopen is. Dhr. K. Umans licht toe dat Dhr. J. Kerckhofs door de groep van Limburgse afgevaardigden als werkend lid van de AV werd voorgesteld en dat hij door de Limburgse groep reeds specifiek voor deze AV gemandateerd werd. De Raad van Bestuur zal op haar volgende vergadering voormelde kandidatuur onderzoeken. Verder is Dhr. L. Coonen drager van een volmacht van Dhr. M. Bogaers. Op expliciete vraag van de voorzitter verleent de AV unaniem haar instemming met de vertegenwoordiging van de Limburgse afgevaardigden op deze AV.

2. Controle van de volmachten - aanwezigheden: 20 stemgerechtigde personen wonen de algemene vergadering bij. Een 2/3 de meerderheid wordt bereikt bij 14 stemmen, de enkelvoudige meerderheid vereist 11 stemmen. 3. Aanpassing aan het budget 2009 Rubriek 1022 De voorzitter kadert het voorstel tot aanpassing van het budget jeugdsport rubriek 1022 in de context van het decreet op de erkenning en de subsidiëring van sportfederaties en annexe uitvoeringsbesluiten. Een subsidie van 300.000,- vanuit de Vlaamse overheid vergt een aanwending van 75.000,- uit eigen middelen. De algemene vergadering stemt hiermee unaniem in. Hij wijst verder op de continuïteit van de partnerships met Ethias en Hyundai, weliswaar met licht herziene voorwaarden, en meldt dat Dhr. P. Vervaeck vanaf 1 juli op deeltijdse basis ingeschakeld wordt als coördinator Topsport Heren. Hij deelt de vergadering de evoluties in een hangend geschil mee. De zaak tegen de rechtspersoon VBL vzw en haar bestuurders is uitgesteld tot na beslissing van het Hof van Beroep in het dispuut met KBBB (februari 10). Dhr. L. Verheye komt tussen inzake het project jeugdsport, de samenwerking met BNT Heren en de hangende geschillen. Mevr. I. Claessen en Dhr. S. Garaleas geven een toelichting. Dhr. B. Laermans wijst er op dat de Fin Com haar opdracht ter harte nam en er geen nood is aan een inhoudelijke discussie op de plenaire vergadering. Dhr. J. Van Lantschoot sluit zich hierbij aan, doch merkt op dat de Wet Com haar rol op vlak van voorbereiding van de voorgestelde wijzigingen aan het HHReg niet vervulde in de voorbije periode. Hij vraagt naar structurele maatregelen om het HHReg verder aan te passen, een thematische behandeling van voorstellen waarover consensus bestaat op de AV s, en een herziening van de werking van de Wet Com. De voorzitter repliceert dat dergelijke dynamiek moet groeien en zal zich met de collega s bestuurders beraden op de volgende vergadering van de raad van bestuur. Dhr. E. Schuurmans pleit ervoor om iemand binnen de raad van bestuur te belasten met de opvolging van het HHReg en de activiteiten van de Wet Com. Tegelijkertijd wijst hij erop dat de afgevaardigden zelve hier ook een verantwoordelijkheid dragen. Dhr. A. Deweerdt merkt op dat hij tal van initiatieven nam om een vergadering van de WetCom bijeen te roepen, doch zonder succes. Dhr. M. Stevens stelt voor een vergadering te beleggen, specifiek om de werking van de Wet Com bij te sturen. Dhr. B. Laermans wijst er tenslotte op dat een besluitvorming binnen een orgaan als de WetCom steeds gehypothekeerd zal zijn door discussies, a post-eriori, binnen de diverse provinciale groepen van afgevaardigden en dat pas op een algemene vergadering beslist wordt inzake voorstellen, o.m. tot wijzigingen aan het HHReg. 4. Voorstellen tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement van de VBL: 4. 1. Deel VAD 4. 1.1. ART. 63 - BEVOEGDHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR (voorstel RvB) De raad van bestuur is in de schoot van de VBL de hoogste administratieve macht. Hij wordt in zijn taak bijgestaan door de departementen en provinciale comités. Voor alle gevallen die niet voorzien zijn door de statuten of het HHReg, kan de raad van bestuur een beslissing nemen die ter goedkeuring aan de volgende AV moet voorgelegd worden. Zijn administratieve bevoegdheid is niet beperkend vastgesteld. Zijn taak bestaat o.m. uit : 1. het goede beheer van de VBL 2. het treffen van alle maatregelen van algemene aard, het onderhouden van alle nuttige betrekkingen, en het voeren van de briefwisseling met de openbare macht en de officiële organismen

3. het benoemen van de leden van de rechterlijke raden en departementen maar slechts na advies der afgevaardigden van de provincie waartoe de kandidaat ook behoort. Voor de bevestiging in hun mandaat van lid van een departement dient jaarlijks, vóór 01 juni, om advies van de provinciale groep van afgevaardigden te worden verzocht. Van een advies van de groep van afgevaardigden, dat ten laatste dient gegeven te worden op 1 juli, kan niet afgeweken worden tenzij bij unanimiteit van de raad van bestuur. Dit jaarlijks verzoek om advies geldt ook voor de leden van commissies behalve de wetgevende en de financiële commissie en secties. 4. Het beoordelen van opmerkingen aangaande leden van deze rechterlijke raden, departementen, commissies en secties die schade zouden aanbrengen of trachten aan te brengen aan de VBL zijn clubs of zijn leden, die niet geregeld zouden zetelen of waarvan de morele waarde twijfelachtig wordt. 5. de controle van de werking van alle eenheden die behoren tot de uitvoerende macht zijnde alle organen van de VBL met uitzondering van de algemene vergadering, de provinciale groepen van afgevaardigden, de wetgevende commissie, de financiële commissie en de rechterlijke raden. 6. het instellen van de departementen en commissies die nodig blijken te zijn 7. het afsluiten van contracten of overeenkomsten met andere bonden, groeperingen en organismen, dit onder voorbehoud van goedkeuring door de AV 8. het aanvaarden of weigeren van de aansluiting van leden en/of clubs 9. het uitspreken van schrapping van clubs en leden, dit onder voorbehoud van goedkeuring door de AV 10. het voeren van de briefwisseling met andere federaties 11. het organiseren van de wedstrijden die het nuttig acht 12. de benoeming van de landelijke en de provinciale trainers en hun eventuele adjuncten 13. het geven en het publiceren van interpretaties van de spelregels. 14. wijzigingen aan de statuten en het HHReg voorstellen aan de AV. 15. Het benoemen van scheidsrechters, wedstrijdcommissarissen en evaluatoren op voorstel van het departement landelijke scheidsrechters (LDS) en evaluatoren op voorstel van de commissie provinciale scheidsrechters (CPS) 16. Toekennen van genade en amnestie conform art VJD 419 en 420 Voor het uitvoeren van deze taken kan de raad van bestuur steeds een adviesraad (niet permanent) samenstellen, die in een specifiek domein advies zal verstrekken aan de raad van bestuur. De samenstelling is dan ook telkens op basis van de aard van de gestelde problemen. Amendement Antwerpen: Voor de bevestiging in hun mandaat van lid van een departement dient jaarlijks, in juni, om advies van de provinciale groep van afgevaardigden te worden verzocht. Van een advies van de groep van afgevaardigden, dat ten laatste dient gegeven te worden op hun eerstkomende vergadering kan niet afgeweken worden tenzij bij unanimiteit van de raad van bestuur. Stemming : 18 voor 2 tegen (aanvaard) Voorstel van de raad van bestuur: 20 voor 0 tegen (aanvaard)

4. 1.2. ART 69 E - STRUCTUUR EN ORGANISATIE (voorstel RvB Dep Arbitrage) Dhr. B. Laermans stelt dat de amendementen van Antwerpen bij de voorstellen tot wijzigingen van de Artikelen VAD 69 en 73 vanuit een ander uitgangspunt vertrekken, met name: (1) leden van het departement scheidsrechters worden vanuit de provinciale basis naar boven gestuurd (2) er is geen nood aan een profiel als (inter)nationaal scheidsrechter om te fungeren in het departement scheidsrechters. Dhr. M. Stevens kan zich hiermee niet akkoord verklaren. Dhr. F. Van den Bosch verduidelijkt het Antwerpse amendement. Dhr. E. De Neve krijgt het woord van de voorzitter. Hij wijst erop dat hij zich laat leiden door een budgettaire voorzichtigheid en niet steeds nood heeft aan plenaire vergaderingen. De flexibiliteit kan gezocht worden om een behoorlijk gemandateerd iemand in functie van de voorliggende agenda af te vaardigen vanuit de provincies. Dhr. M. Stevens merkt op dat het stemrecht in principe enkel effectief uitgeoefend wordt bij de goedkeuring van de klassementen en dat er ook in deze materie naar een consensus gezocht kan worden. Dhr. A. Deweerdt trekt, na kennisname van de argumentatie van Antwerpen, ter vergadering het ingediende amendement van West-Vlaanderen terug. 4. Departement Scheidsrechters (DS) Samenstelling: Voorzitter: lid van de raad van bestuur. Leden van het departement : a. Effectieve leden : 1 lid per provincie, met stemrecht b. Adviserende leden : de voorzitter van elke CPS, zonder stemrecht. c. Medewerkers : de raad van bestuur kan, omwille van hun specifieke competenties, en na voordracht door de verantwoordelijke bestuurder en met gunstig advies van de afgevaardigden van de betrokken provincie een aantal medewerkers benoemen Bevoegdheden: Voorzitter: 1. Voorzitterschap van het departement scheidsrechters 2. Verantwoordelijke voor de uitvoering van het beleidsplan 3. Communicatie met de beleidsverantwoordelijken op elk niveau (raad van bestuur VBL, coördinator, CPS) 4. Coördineert de VBL-inbreng in de nationale arbitrage 5. De secretaris, coördinatoren, lesgevers en andere functies worden jaarlijks voorgesteld door de voorzitter van het departement. Zowel effectieve- en adviserende leden als medewerkers kunnen dergelijke functies uitoefenen. 6. Alle niet vermelde materies aangaande de scheidsrechters en arbitrage op landelijk en nationaal vlak.

Voorzitter en de effectieve leden : 1. Voorstellen van de kandidaat evaluatoren aan de raad van bestuur: evaluatoren worden aangesteld voor een periode van 1 jaar en hun opdracht is hernieuwbaar. 2. Voorstellen aan de raad van bestuur van de klassementen van alle scheidsrechters uit alle provinciale, landelijke en nationale reeksen. 3. Verantwoordelijke binnen de landelijke vormingscommissies inzake coördinatie van de betalingen, inclusief de kosten verbonden aan foutieve convocaties 4. Opleggen van administratieve sancties aan scheidsrechters en tafelofficials. 5. Toezicht op de werking binnen de verschillende geledingen van het departement scheidsrechters Amendement Antwerpen: Samenstelling van het departement: Leden: per provincie 1 lid, voorgedragen door CPS met stemrecht Coördinatoren zonder stemrecht Aanduiders zonder stemrecht Bevoegdheden: De voorzitter kan zowel uit zijn leden als uit de coördinatoren of buiten comité een secretaris, lesgevers en andere functies aanstellen. Motivering : Tijdens de AV van 28/03/2009 werd gesteld dat de continuïteit op het vlak van arbitrage dient verzekerd doch dat er daarnaast ook ruimte voor vernieuwing kon zijn, ook voor wat de samenstelling van het departement arbitrage en de toekenning van bevoegdheden aldaar betreft. Om dit verder te kunnen realiseren is initieel deze tekstaanpassing noodzakelijk. Stemming: 18 voor - 2 tegen (aanvaard) Voorstel van de raad van bestuur: stemming 18 voor 2 tegen (aanvaard) 4. 1.3. VAD 73 BEVOEGDHEDEN VAN HET PROVINCIAAL COMITE (voorstel RvB Dep Arbitrage) Bevoegdheden : 3. Huidige tekst Aanduiding van tafelofficials (indien noodzakelijk) schrappen en vervangen door Opvolging en verwerking van de voorschriften, beschreven in VCD 201 Voorstel van de Raad van Bestuur: stemming 20 voor 0 tegen (aanvaard) Motivering : Ten gevolge van bevraging lijken de taken, verbonden aan VCD 201, eerder een materie voor PC dan voor CPS. In dit kader wordt ook een uitbreiding van het aantal leden van het PC (VAD 70) voorgesteld.

Het aanduiden van tafelofficials hoort eerder thuis bij CPS en is trouwens reeds als taak opgenomen in VAD 73 Ter (leden - 4) Stemming: 20 voor - 0 tegen (aanvaard) 4.1.4.VAD 73 Ter COMITE PROVINCIALE SCHEIDSRECHTERS (CPS) (voorstel RvB Dep Arbitrage) Na discussie en op voorstel van Oost-Vlaanderen wordt geopteerd voor de benaming comité provinciale scheidsrechters. Een comité werkt onder een departement, dat geleid wordt door een bestuurder. Samenstelling: Voorzitter en leden: cfr. VAD art. 63.3 Bevoegdheden: Voorzitter: 1. Voorzitterschap van en algemene coördinerende rol binnen de CPS 2. Communicatie (2-richtingen) met DS, met nadruk op doorstroming van informatie, beleidslijnen, richtlijnen inzake arbitrage en evaluatie. 3. Verantwoordelijke binnen de commissies provinciale scheidsrechters inzake coördinatie van de betalingen, inclusief de kosten verbonden aan foutieve convocaties. 4. Jaarlijks de kandidaat provinciale evaluatoren voorstellen voor benoeming aan de raad van bestuur. 5. Opvolging van de verslagen van de evaluatoren (verwerking, opmaak klassement) 6. Opleggen van administratieve sancties tegen scheidsrechters en tafelofficials en dit enkel voor fysieke proeven, gedrag en beschikbaarheid. 7. Verantwoordelijk voor de organisatie van cursussen voor scheidsrechters en tafelofficials binnen hun provincie 8. Verantwoordelijke voor de stages, colloquia binnen de provincie 9. Organiseren van 2 fysieke proeven voor landelijke scheidsrechters en 1 theoretisch examen voor landelijke scheidsrechters en landelijke evaluatoren conform VAD Art 209, 210, 210 bis, en 212. 10. Organiseren van fysieke proeven voor provinciale scheidsrechters (1ste provinciale) en 1 theoretisch examen voor scheidsrechters (1ste provinciale) en provinciale evaluatoren conform VAD Art 208 en 212. 11. Voorstellen van kandidaat landelijk scheidsrechters conform VCD Art. 209 12. Auditfunctie binnen de CPS voor de opvolging van aanduidingen van scheidsrechters en tafelofficials. 13. Actualisering van het scheidsrechtersbestand in samenwerking met het secretariaat. 14. Ombudsman voor de scheidsrechters: eerste aanspreekpunt. Leden: 1. Opvragen van beschikbaarheden/desiderata van scheidsrechters. 2. 1 lid verantwoordelijk voor de richtlijnen aan en de aanduiding van de evaluatoren en opvolging van de afschrijvingen. 3. 1 lid verantwoordelijk voor het secretariaat binnen de commissie 4. Per provincie maximaal 2 personen die de convocaties (scheidsrechters en tafelofficials) vervullen op provinciaal niveau (seniors en jeugd) opvolging van afschrijvingen. Tenminste één van deze personen is verplicht maandelijks één vergadering van het provinciaal comité bij te wonen ten einde de communicatie en coördinatie te verzekeren. De kosten hiervan zijn ten laste van het budget van het departement scheidsrechters. 5. Actualisering van het scheidsrechtersbestand in samenwerking met het secretariaat. 6. Solidaire taak voor de organisatie van cursussen, vervolmaking via organisatie van stages en colloquia, opleiding van tafelofficials.

Amendement Antwerpen: de Voorzitter van de CPS is niet van ambtswege lid van het departement scheidsrechters. Dhr. L. Verheye wijst er op dat een commissie onder de vleugels van een departement, dat onder leiding van een bestuurder staat, functioneert. Amendement West-Vlaanderen: Dhr. M. Stevens stelt voor de discussie over de bevoegdheden uit te stellen naar een volgende vergadering en nu te concentreren op de samenstelling. Amendement West-Vlaanderen (samenstelling): Samenstelling: Voorzitter Leden van het departement : Profiel: a. Effectieve leden : met stemrecht b. Medewerkers : Kunnen, omwille van hun specifieke competenties, taken bekleden zoals aanduider, secretaris, coördinator, lesgever. Ze hebben geen stemrecht a. Voorzitter : benoemd door de raad van bestuur na voordracht door de verantwoordelijke bestuurder en met gunstig advies van de afgevaardigden van de betrokken provincie. b. Effectieve leden: benoemd door de Raad van Bestuur na voordracht door de voorzitter CPS en met gunstig advies van de afgevaardigden van de betrokken provincie. c. medewerkers: benoemd door de raad van bestuur na voordracht door de voorzitter CPS en met gunstig advies van de afgevaardigden van de betrokken provincie. Zij zetelen niet in de vergadering waar het klassement der scheidsrechters wordt besproken stemming amendement West-Vlaanderen: voor 20 tegen 0 (aanvaard) Amendement Antwerpen: toepassing van de bevoegdheden niet uitstellen tot volgende AV stemming amendement Antwerpen: voor 18 tegen 2 (aanvaard) Stemming over het globale (geamendeerde) voorstel: voor 20 (aanvaard) 4.1.5. VAD 70 AANTAL LEDEN (Voorstel West-Vlaanderen) In de aanvangszin 7 vervangen door 9 Motivering : De werkdruk voor het huidig aantal leden is te groot en met de bijkomende verwerking van VCD 201 zal deze nog toenemen. Stemming 8 voor - 12 tegen (niet aanvaard) 4.2. Deel VCD 4.2.1. VCD 201 Dhr. E. Schuermans legt namens de afgevaardigden van Vlaams-Brabant een voorstel tot wijziging van VCD art 201 bij hoogdringendheid voor.

Stemming inzake de hoogdringendheid: 16 voor 4 tegen (aanvaard). Hij licht toe dat inzake scheidsrechters zijn inziens de toepassing van VCD201 berekend moet worden aan de hand van de teams welke effectief aan de competitie starten doch dat zij daarenboven ook ten dienste moeten staan van de clubs binnen de provincie, waartoe men behoort. Dhr K. Umans, merkt op dat de startdatum zoals goedgekeurd in de jaarkalender, als referentiepunt kan dienen. Aldus stelt Dhr Schuermans voor, na discussie, de eerste 3 alinea s van paragraaf 3 van VCD 201 als volgt aan te passen: één scheidsrechter ter beschikking stellen per begonnen schijf van twee seniorenploegen, reserveploegen inbegrepen, die ingeschreven waren voor de competitie en dat ook nog zijn op de startdatum van de competitie, dewelke bepaald is in de jaarkalender. Bij een oneven aantal ingeschreven seniorenploegen wordt de laatste schijf vervolledigd met een jeugdploeg (die dan bij de berekening voor de jeugd niet meer meegeteld wordt) * één scheidsrechter ter beschikking stellen per begonnen schijf van drie jeugdploegen in de categorieën juniors, cadetten, miniemen en pupillen, die ingeschreven waren voor de competitie en dat ook nog zijn op de startdatum van de competitie, dewelke bepaald is in de jaarkalender. * één clubscheidsrechter of scheidsrechter ter beschikking stellen per begonnen schijf van twee jeugdploegen in de categorieën benjamins, microben en premicroben, die ingeschreven waren voor de competitie en dat ook nog zijn op de startdatum van de competitie, dewelke bepaald is in de jaarkalender. Stemming: 20 voor - 0 tegen (aanvaard) Een volgende voorstel van Dhr Schuermans betreft diverse wijzigingen aan de overige alinea s van VCD art 201. Stemming inzake de hoogdringendheid: 16 voor 4 tegen (aanvaard). Na tussenkomst van Dhr Deweerdt, daarin gevolgd door meerdere andere leden, blijkt dit voorstel niet rijp voor een beslissing. Er is verdere voorbereidende discussie ten gronde nodig. Stemming: 5 voor 15 tegen (afgewezen) 4.2.2. VCD 204 CATEGORIEEN (voorstel Antwerpen) De scheidsrechterscategorieën zijn : 1. de clubscheidsrechter 2. de kandidaat provinciale scheidsrechter 3. de provinciale scheidsrechter 4. de kandidaat landelijke scheidsrechter (kaderscheidsrechter) 5. de landelijke scheidsrechter (kaderscheidsrechter)

6. de nationale scheidsrechter (kaderscheidsrechter) 7. de internationale scheidsrechter (kaderscheidsrechter) Op het einde van het kampioenschap zendt het departement scheidsrechters of het comité provinciale scheidsrechters aan al de scheidsrechters een vragenlijst, die hem voor 30 juni, behoorlijk ingevuld en vergezeld van een medisch attest, dienen terug te sturen naar voormeld departement of comité. Administratief worden de scheidsrechters in 2 categorieën onderverdeeld : De kaderscheidsrechters : zij die op hun informatieblad geen enkele beperking van sportieve aard vermelden Alle andere scheidsrechters. De normen waaraan minstens moet voldaan worden om in aanmerking te komen voor de toepassing van artikel 201 zullen ieder jaar opgesteld worden door het departement scheidsrechters, en, na goedkeuring door de raad van bestuur, in het officieel orgaan (website van de VBL) worden gepubliceerd. Deze publicatie moet gebeuren voor de verzending van de vragenlijsten. Voor de scheidsrechters, die op zicht van hun antwoorden niet zouden voldoen, worden de belanghebbende clubs ingelicht. De scheidsrechters moeten jaarlijks voldoen aan de fysieke proeven voorzien voor hun categorie volgens de voorschriften van het departement scheidsrechters. Een scheidsrechter, die ook speler en/of coach is, mag niet fungeren als scheidsrechter in de reeks waarin hij speelt en/of coacht. De scheidsrechters worden gehouden de jaarlijkse vergadering die voor hen georganiseerd wordt, bij te wonen, op straffe van boete voorzien in de TTB. Een scheidsrechter is ter beschikking van het comité provinciale scheidsrechters van de provincie waartoe zijn club, waaraan hij is toegewezen, behoort. Op provinciaal vlak moet hij zijn wedstrijden in die provincie leiden. Bij verblijf in een andere provincie mag hij slechts reiskosten aanrekenen vanaf de provinciegrens. Mits toelating van beide comités provinciale scheidsrechters kan een scheidsrechter ter beschikking gesteld worden van het comité provinciale scheidsrechters van de provincie waar hij verblijft en moet hij dan, op provinciaal vlak, aldaar zijn wedstrijden leiden. Hij mag zijn reiskosten aanrekenen vanaf zijn verblijfplaats Hij behoudt de verworven rechten en graden zonder nieuwe examens te moeten afleggen. Een scheidsrechter, éénmaal ter beschikking gesteld van een bepaald comité provinciale scheidsrechters en die, om eender welke reden, op provinciaal vlak in een andere provincie dan waar hij verblijft wedstrijden zou leiden, mag zijn reiskosten enkel aanrekenen vanaf de provinciegrens. Stemming: 20 voor - 0 tegen (aanvaard) 4.2.2. VCD 205 CLUBSCHEIDSRECHTER (voorstel Antwerpen)

Een discussie over de rechtmatigheid van een bonus in geval van terbeschikkingstelling van een clubscheidsrechter ontspint zich. Dhr. E. De Neve wordt het woord verleend. Hij engageert zich om te voorzien in een verkorte cursus voor clubscheidsrechters. Voorstel tot aanpassing van de tekst: Jaarlijks zal iedere CPS een cursus inrichten voor clubscheidsrechters, volgens de modaliteiten bepaald door het DS. Om als clubscheidsrechter aanvaard te worden moet men: 1. De aangepaste lessen, ingericht door het comité provinciale scheidsrechters hebben gevolgd 2. Ten minste 14 jaar oud zijn Het CPS reikt een kaart van clubscheidsrechter uit aan iedere cursist die aan de voorwaarden om te fungeren als clubscheidsrechter heeft voldaan Deze kaart wordt jaarlijks opnieuw uitgereikt aan iedere clubscheidsrechter die minimaal 10 wedstrijden heeft geleid (VCD201 beschikbaarheid) en de jaarlijkse door het CPS georganiseerde stagedag gevolgd heeft. De clubscheidsrechter kan wedstrijden leiden tot en met de categorie Pupillen waarvoor door de bevoegde aanduider geen scheidsrechters werden aangeduid. Bij dergelijke wedstrijden heeft zowel de thuisploeg als de bezoekende club het recht een clubscheidsrechter af te vaardigen. Dit mag zowel een clubscheidsrechter zijn als een scheidsrechter behorend tot één van de andere categorieën. Indien één van beide clubs verzaakt aan het recht om een scheidsrechter te leveren, mag diens plaats worden ingenomen door een tweede scheidsrechter behorend tot de andere club, of door een neutrale (geen bindingen) scheidsrechter behorend tot een andere categorie dan clubscheidsrechter. Deze laatste heeft in dat geval voorrang en kan niet worden geweigerd. Het ter beschikking stellen van twee clubscheidsrechters brengt de toepassing van VCD Art. 201 met zich mee voor de berekening van boete of bonus. Stemming: 17 voor - 3 tegen (aanvaard) 4.2.3. VCD 249 WEDSTRIJD MET GESLOTEN DEUREN (voorstel Antwerpen) Dhr. P. Rottiers geeft een korte duiding bij het voorstel tot wijziging van dit artikel, geïnspireerd door de richtlijnen van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding. Dhr. J. Van Lantschoot vraagt om de opsomming van geweld en wanordelijkheden niet limitatief te interpreteren. Voorstel van tekst : Indien er zich verbaal geweld, wanordelijkheden of incidenten op of rond het speelveld van een club hebben voorgedaan, voor, tijdens of na een wedstrijd, kunnen de Rechterlijke Raden de voorziene normen der sancties en de door de TTB voorgeschreven boetes toepassen. De boetes kunnen ook toegepast worden op clubs waarvan de supporters dergelijke daden veroorzaakten gedurende een wedstrijd op het speelveld van een andere club.

Als verbaal geweld wordt beschouwd, niet limitatief: 1. het vernederen, het discrimineren of het denigreren van een persoon, op een manier die de menselijke waardigheid aantast, omwille van zijn ras, kleur, godsdienst, etnische afstamming, geaardheid, anders-validiteit 2. Het ontrollen van spandoeken door supporters, waarop discriminerende woorden of symbolen vermeld staan. 3. Het dragen van aanstootgevende kledij zoals beschreven in de bundel van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR) 4. Het aannemen van een aanstootgevende houding of het tonen van gelijkaardige gebaren. Daarenboven kan het gebruik van een speelveld voor een bepaalde tijd ontzegd worden en de bevoegde Rechterlijke Raad heeft ook het recht te bepalen dat de wedstrijden die erop voorzien zijn zullen doorgaan, zonder toegang voor het publiek. De sanctie houdt in dat de gestrafte club de ontvangsten uit inkomgelden derft. De rechtstreekse of onrechtstreekse uitzending van beelden van die wedstrijden is derhalve eveneens verboden. Wanneer een wedstrijd met gesloten deuren afgelast wordt of over te spelen is, wordt de sanctie automatisch overgedragen op de volgende thuiswedstrijd die de gestrafte club in dezelfde afdeling speelt. Zo nodig mag de bevoegde Rechterlijke Raad beslissen dat de wedstrijden met gesloten deuren zullen gespeeld worden op een veld dat hij zal aanwijzen. Behalve de spelers en personen met een officiële functie conform VCD 203, krijgen slechts volgende personen toegang tot de installaties ter gelegenheid van een wedstrijd met gesloten deuren. 1. De bestuursleden van beide clubs conform VAD 76. 2. De coaches, de assistent-coaches en de ploegbegeleiders zoals voorgeschreven in de Officiële Basketbalregels. 3. De leden die houder zijn van een officiële kaart van de VBL (leden van departementen, afgevaardigden, comités, raden en scheidsrechters). 4. Journalisten op vertoon van hun kaart afgeleverd door de B.B.S. De kosten van comité- en rechterlijke raadsleden, die een (controle)opdracht vervullen, vallen ten laste van de gestrafte club. De rechterlijke raden zullen dit telkens vermelden in hun beslissing. Stemming: 20 voor - 0 tegen (aanvaard) 4.2.4. VCD 253 DEELNAME AAN DE KAMPIOENSCHAPPEN (voorstel Antwerpen) 1. Een club mag één of meerdere ploegen inschrijven voor heren- en/of dameskampioenschappen die aanleiding geven tot stijgen en/of dalen. Deze ploegen zullen eenzelfde naam moeten dragen met toevoeging van een letter, waarbij de ploeg die op het hoogste niveau aantreedt, ongeacht of dit de VBL-dan wel de nationale competitie

betreft,de A-ploeg is en de lager gekwalificeerde ploegen een lettertoevoeging krijgen in alfabetische volgorde naarmate het niveau lager is. Aldus is de B-ploeg net onder de A-ploeg gekwalificeerd enz. Ditzelfde principe is ook van toepassing op de jeugdploegen in de landelijke, provinciale en gewestelijke afdelingen. 2. Een ploeg die voor het eerst aan het kampioenschap deelneemt, start in de laagste provinciale afdeling. 3. De ploegen van éénzelfde club kunnen in dezelfde afdeling spelen, maar in verschillende reeksen met uitzondering van het geval vermeld in punt 5. Indien twee clubs van een afdeling die slechts één reeks telt, wensen te fuseren, dan zal de tweede ploeg van de nieuwe club dalen naar de onmiddellijk lagere afdeling en is er een supplementaire stijger uit deze afdeling. 4. Ten laatste acht dagen vóór de de eerste officiële wedstrijd van elke ploeg moet de club die meer dan één eerste ploeg heeft de lijsten van gekwalificeerde spelers invullen, minstens 8 namen per lijst, via de toepassing die daartoe in het OO (website van de VBL) ter beschikking wordt gesteld. Deze lijsten blijven vervolgens publiek consulteerbaar op de website. 5. In de laagste provinciale afdeling is het mogelijk te spelen in dezelfde reeks met het recht tot stijgen en dalen op voorwaarde dat : -er slechts één reeks kan samengesteld worden (maximum 16 ploegen) -de clubs van de desbetreffende reeks op de Provinciale Algemene Vergadering met een gewone meerderheid akkoord gaan om die ploeg(en) met het recht tot stijgen, te laten spelen. -wanneer er geen akkoord is van de APV dan kan/kunnen die ploeg(en) enkel buiten klassement deelnemen. 6. Kwalificatie : a. Alle seniorspelers behoren tot de ploeg waarvoor zij op de lijst voorkomen. Zij mogen enkel opgesteld worden in die ploeg én in wedstrijden van een hoger spelende ploeg, evenwel beperkt tot twee wedstrijden per weekend. Een ploeg mag per wedstrijd met in totaal maximum twee spelers uit een ploeg (of ploegen) van lager niveau aangevuld worden. Een speler op de lijst van de hoger spelende ploeg mag met een lager spelende ploeg spelen mits nog niet te hebben deelgenomen aan officiële wedstrijden van de hoger spelende ploeg en onder voorwaarde van het indienen van een verzoek tot schrapping op de lijst van de hoger spelende ploeg en aanvulling van de lijst van de lager spelende ploeg. Op elke lijst dienen evenwel steeds de namen van minstens 8 spelers of 8 speelsters te blijven staan. Voor een speler,die in de loop van het seizoen aansluit moet een verzoek tot aanvulling van de lijst van zijn ploeg van bestemming ingediend worden. Een speler die vermeld staat op een lijst van de ploeg die in een lagere afdeling speelt, kan ten definitieve titel opgesteld worden in de ploeg die speelt in een hogere afdeling, onder voorbehoud van inschrijving op de desbetreffende lijst na hiervoor een aanvraag te hebben ingediend bij het secretariaat-generaal. Van zodra de lijst wordt aangevuld met de betrokken speler is hij niet meer gekwalificeerd voor de ploeg uit de lagere afdeling.

Een club die met één of meerdere ploegen aantreedt in de nationale competitie, dient de door de VBL ingestelde hiërarchie van de kwalificatie der spelers - en de daaraan verbonden beperkingen - te respecteren, ook over de grens van de organisatorische verantwoordelijkheden heen. Per wedstrijd kunnen meerdere overtredingen van de kwalificatienormen vastgesteld worden. De benadeelde club de tegenstrever - kan klacht indienen zoals voorzien in artikel 424 en volgende van het HHReg. Naast een forfaitscore zal de overtredende club gesanctioneerd worden met de in de TTB voorzien boete b. voor de jeugdspelers is VCD art.292 van toepassing. Zij mogen in de verschillende ploegen (A,B,C...) opgesteld worden met de beperking dat ze tijdens éénzelfde weekend slechts in drie wedstrijden, waarvan maximaal twee bij de seniors, mogen opgesteld worden. Opmerking: jeugdspelers die op een lijst van gekwalificeerde spelers voorkomen moeten de voorschriften volgen zoals de seniors voor wat de opstelling in de andere ploegen betreft. c. alle spelers die volgens hun leeftijd gekwalificeerd zijn voor het spelen van een seniorwedstrijd, en aangesloten zijn bij een club, mogen worden opgesteld in de verschillende reserveploegen van die club. De scheidsrechters wordt verzocht VCD art 217 punt 6 toe te passen (vergelijking van de namen op het wedstrijdblad met deze die voorkomen op de lijsten die de club voorlegt en die een correcte weergave moeten zijn van de officiële lijsten zoals gepubliceerd op de website van de VBL. (Alles wordt in het werk gesteld om deze lijsten te publiceren vóór de aanvang van de competitie). Toe te passen boete: bedragen identiek aan deze die voortvloeien uit een overtreding van VCD art 217 punt 6 en die bij dat artikel in de TTB opgenomen zijn. Opmerking:- reeksen van eenzelfde afdeling worden beschouwd als zijnde van hetzelfde niveau. 7. Wanneer de naam van een niet gekwalificeerde speler vermeld staat op het wedstrijdformulier van een ploeg, zal het bevoegde Comité of Departement de forfaitscore toepassen (VCD art. 274) en het toepassen van de boete voorzien in de TTB. Tevens verwittigt zij de SG van de VBL die de bevoegde Rechterlijke Raad inlicht voor toepassing van VJD art. 457 Opmerking : De daling van de ploeg die uitkomt in de hoogste afdeling van de VBL heeft altijd voorrang op het recht van eventuele promotie van een ploeg die in een lagere afdeling van de VBL evolueert. De daling van de oorspronkelijk hoger geklasseerde ploeg naar een lagere afdeling van de VBL kan eventueel een daling veroorzaken voor de ploeg die in de onmiddellijk lagere afdeling van de VBL evolueerde. NOTA : De term opgesteld in de zin van een speler opgesteld in een bepaalde ploeg betekent : op het wedstrijdblad vermeld, maar spelen is niet noodzakelijk. Stemming: 20 voor - 0 tegen (aanvaard) 4.2.5. GROEPERING VAN VOLGENDE ARTIKELS (voorstel Antwerpen): TORNOOIEN VCD 278 VERPLICHTINGEN

VCD 279 FORMALITEITEN VCD 280 INSCHRIJVINGSRECHT VCD 281 OFFICIELE KALENDER VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN VCD 282 BEGRIPSBEPALING VCD 283 FORMALITEITEN VOOR WEDSTRIJDEN MET BELGISCHETEAMS INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN VCD 284 FORMALITEITEN VCD 285 VERPLICHTINGEN EN SANCTIES VCD 286 - UITNODIGINGEN HOOFDSTUK V TORNOOIEN VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN WEDSTRIJDEN TEGEN BUITENLANDSE TEAMS - INTERLANDENWEDSTRIJDEN ART 278 TORNOOIEN A) VERPLICHTINGEN De organisator van een tornooi moet vooraf een verzoek aan het betrokken PC richten. Voor ieder tornooi schrijft de TTB een administratieve kost (verwerkingskost) voor. Alle voorschriften van VCD Art. 229 VCD Art. 246 en VCD Art 251 zijn van toepassing op de tornooiwedstrijden. B) FORMALITEITEN Op straf van boete, voorgeschreven in de TTB, moet de organiserende club of de VBL (indien zij het tornooi organiseert) ten minste twee (2) weken voor aanvangsdatum, in één (1) exemplaar op het officieel formulier ondertekend door de clubsecretaris, een aanvraag indienen bij het Provinciaal Comité en één (1) exemplaar van het reglement bijvoegen. Indien clubs van meer dan één provincie deelnemen aan een tornooi zal het PC de stukken, binnen de 5 dagen na ontvangst, doorsturen naar het Departement Competitie van de VBL. Betreft het een tornooi met een wisselbeker die jaarlijks opnieuw toegekend wordt, dan moet de houder ervan eventuele wijzigingen aan het reglement medeondertekenen. Is het tornooi voorbehouden aan Belgische ploegen dan moeten de laatste drie houders van de wisselbeker de eventuele wijzigingen aan het reglement medeondertekenen.

Ingeval door één of meer clubs forfait verklaard wordt, dan moeten de namen van de vervangende clubs vóór aanvang van het tornooi medegedeeld worden aan het Departement of Comité dat de toestemming gaf op straffe van boete voorgeschreven in de TTB. Een club mag in een tornooi geen speler opstellen die toegewezen is aan een andere club, zonder schriftelijke toestemming van deze laatste. Sancties worden in VCD Art. 287 aangegeven. Het bevoegd Departement of Comité publiceert de lijst van de tornooien waarvoor toestemming verleend werd. VCD 278 Tornooien - Verplichtingen Verwerkingskost 5.73 Tornooien - Formaliteiten Boete laattijdige of geen aanvraag 11.46 Boete niet meedelen vervangploegen 11.46 ART 279 VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN Worden beschouwd als vriendschappelijke wedstrijden : - alle wedstrijden die, buiten de kampioenschappen, bekers of tornooien, betwist worden tussen twee teams van verschillende clubs De volgende wedstrijden worden NIET als vriendschappelijk beschouwd : de wedstrijden die : - doorgaan tijdens de clubtrainingen, EN - niet voorzien of toegestaan werden door een bevoegd Departement of Comité, EN - niet geleid worden door een officieel opgeroepen scheidsrechter, EN - die niet volledig onderworpen zijn aan de Officiële Basketballregels; A) VERPLICHTINGEN De organisator van een vriendschappelijke wedstrijd moet vooraf een verzoek aan het betrokken PC richten Voor iedere vriendschappelijke wedstrijd schrijft de TTB een administratieve kost (verwerkingskost) voor. Alle voorschriften van VCD Art. 229 VCD Art. 246 en VCD Art 251 zijn van toepassing op de vriendschappelijke wedstrijden. B) FORMALITEITEN Op straf van boete, voorgeschreven in de TTB, moet de organiserende club of de VBL (indien zij de wedstrijd organiseert) ten minste tien (10) dagen voor aanvangsdatum, in één (1) exemplaar op het officieel formulier ondertekend door de clubsecretaris, een aanvraag indienen bij het Provinciaal Comité

Indien clubs van meer dan één provincie deelnemen aan een vriendschappelijke wedstrijd zal het PC de stukken, binnen de 5 dagen na ontvangst, doorsturen naar het Departement Competitie van de VBL. Indien een officiële wedstrijd niet kan doorgaan omdat ten minste één van de twee teams onvolledig is, dan mogen ze een vriendschappelijke wedstrijd spelen zonder voorafgaande aanvraag. Wanneer alle wedstrijden van een speeldag afgelast worden, is het de clubs toegelaten vriendschappelijke wedstrijden te organiseren zonder voorafgaande aanvraag. Ingeval door een club forfait verklaard wordt, dan moeten de naam van de vervangende clubs vóór aanvang van de vriendschappelijke wedstrijd medegedeeld worden aan het Departement of Comité dat de toestemming gaf op straffe van boete voorgeschreven in de TTB Een club mag in een vriendschappelijke wedstrijd geen speler opstellen die toegewezen is aan een andere club, zonder schriftelijke toestemming van deze laatste. Sancties worden in VCD Art. 287 aangegeven. Als oefenwedstrijden van selectieploegen/topsportschool worden beschouwd oefenwedstrijden gespeeld door provinciale en landelijke selecties en ploegen van de Topsportschool/Middenschool waarin VBL-leden deelnemen in een officiële functie ( speler, coach, begeleider, ) tegen een ploeg uit een VBL-club of een andere soortgelijke provinciale en landelijke selectie of Topsportschoolploeg. Het bevoegd Departement of Comité publiceert de lijst van de vriendschappelijke wedstrijden waarvoor toestemming verleend werd. VCD 279 Vriendschappelijke wedstrijden - Verplichtingen Verwerkingskost 5.73 Uitz: oefenwedstrijden jeugd vanaf 15/08 t/m. 15/04 0.00 Vriendschappelijke wedstrijden - Formaliteiten Boete laattijdige of geen aanvraag 11.46 Boete niet meedelen vervangploegen 11.46 Amendement 10 dagen i.p.v. 10 werkdagen goedgekeurd (16 stemmen voor, 4 tegen). ART. 280 WEDSTRIJDEN TEGEN EEN BUITENLANDS TEAM A) VERPLICHTINGEN De organisator van een wedstrijd tegen een buitenlands team moet vooraf een verzoek aan het betrokken PC richten. Voor iedere wedstrijd tegen een buitenlands team schrijft de TTB een administratieve kost (verwerkingskost) voor. Alle voorschriften van VCD Art. 229 VCD Art. 246 en VCD Art 251 zijn van toepassing op de wedstrijden tegen een buitenlands team B) FORMALITEITEN

Op straf van boete, voorgeschreven in de TTB, moet de organiserende club die een wedstrijd wil spelen tegen een buitenlands team, ten minste drie (3) weken voor aanvangsdatum, in één (1) exemplaar op het officieel formulier ondertekend door de clubsecretaris, een aanvraag indienen bij het Provinciaal Comité en alle stukken voorleggen die betrekking hebben op het aangegaan akkoord. Het Provinciaal Comité zal de stukken, binnen de 5 dagen na ontvangst, doorsturen naar het Departement Competitie van de VBL. Het Departement Competitie zal het geadviseerd dossier, binnen de 5 dagen na ontvangst, doorsturen aan het SG van de VBL dat de uiteindelijke beslissing neemt na onderzoek van de toestand van de buitenlandse club ten opzichte van de VBL. Gaat een toegestane wedstrijd niet door, dan moet het SG van de VBL binnen dezelfde termijn van 14 dagen daarvan op de hoogte gebracht worden. Een club mag in een wedstrijd tegen een buitenlands team geen speler opstellen die toegewezen is aan een andere club, zonder schriftelijke toestemming van deze laatste. Sancties worden in VCD Art.287 aangegeven. Op straf van boete, voorgeschreven in de TTB, en eventueel op straf van een verbod voor alle verdere reizen naar het buitenland, moet een club of een selectie die een wedstrijd in het buitenland speelde, uiterlijk 14 dagen na de reis aan het SG van de VBL, het wedstrijdformulier evenals een verslag sturen als de wedstrijd aanleiding gaf tot incidenten of indien er een speler uitgesloten werd. Het bevoegd Departement of Comité publiceert de lijst van de wedstrijden tegen buitenlandse teams waarvoor toestemming verleend werd. VCD 280 Buitenlandse teams - Verplichtingen Verwerkingskost 5.73 Buitenlandse teams - Formaliteiten Boete laattijdige of geen aanvraag 11.46 Wedstrijdblad, incidenten, uitsluiting in buitenland 11.46 ART. 281 INTERLANDENWEDSTRIJDEN 1. dient de organisator een zitplaats voor te behouden voor: * de leden van de Raad van Bestuur van de VBL en KBBB. * de Juridische coördinator * de Voorzitters van groep van Afgevaardigden, van het PC en van de PRR. van de provincie waar de wedstrijden plaatsgrijpen. 2. Hebben de houders van een kaart bedoeld in VAD art. 11, art. 13 en VCD art. 213 recht op een zitplaats. Zij moeten een aanvraag hiervoor aan het SG van de VBL richten ten minste 10 dagen voor de aanvang van de wedstrijd. Het SG van de VBL verwittigt de organisatoren van het aantal te voorziene zitplaatsen.

3. Hebben de voorzitters van de clubs die 1 of meer geselecteerde spelers hebben recht op een zitplaats. Zij dienen dezelfde procedure te volgen als punt A.2. 4. Genieten de leden en de secretarissen van de andere Departementen, Comités, Commissies, Rechterlijke Raden en Afgevaardigden een prijsvermindering, vermeld in de TTB. VCD 281 Prijsvermindering bondskaart (50%) Het logische gevolg van de aanpassing van deze hoofdstukken is, dat de inhoudstafel van het Deel VCD ook dient herwerkt te worden Wijziging van artikelen VCD 278 tot en met VCD286 Stemming: 20 voor 0 tegen (aanvaard) Dhr. J. Van Lantschoot vraagt taalkundige aanpassingen van de teksten. In de rand vraagt Dhr. M. Hesters een regeling uit te werken voor de aanduiding en vergoeding van scheidsrechters bij wedstrijden met deelname van buitenlandse teams. De voorzitter antwoordt dat de raad van bestuur een initiatief zal nemen. 4.2.6. VCD 260 KALENDER (voorstel Vlaams-Brabant): A. KALENDER VAN HET SEIZOEN De kalender van de landelijke afdelingen wordt opgemaakt door en onder verantwoordelijkheid van het Departement Competitie. Het doet hierbij het nodige om te vermijden dat de eerste ploegen van twee clubs uit dezelfde gemeente tezelfdertijd thuiswedstrijden zouden spelen of, indien dit niet mogelijk is, om de last van de concurrentie billijk te verdelen. Vooraleer tot het opstellen van de kalender over te gaan, moet het Departement Competitie voor iedere landelijke afdeling een vergadering beleggen waar de betrokken clubs hun wensen zullen naar voren brengen. De Raad van Bestuur mag toelating geven om de voorziene vergadering te vervangen door een oproep tot de clubs. De kalender wordt uiterlijk op 1 juli door het Departement Competitie aan de Raad van Bestuur en de PC s gestuurd. De samenstelling van de reeksen zal door het Departement Competitie meegedeeld worden aan Raad van Bestuur en aan de PC's ten laatste op 15 juni. Onmiddellijk daarop na vastgesteld te hebben dat de organisatie van een IJC opportuun is - stelt het Departement Competitie de kalender voor de IJC op. Terzelfdertijd stellen de PC's de kalender van de provinciale afdelingen op. Departement Competitie en de PC s maken respectievelijk de

kalender IJC en de kalender van de Provinciale Competities ten minste 15 dagen voor de eerste kampioenschapwedstrijd aan de clubs bekend B. WEKELIJKSE KALENDER Voor de uitgestelde wedstrijden in toepassing van VCD art. 273, de te herspelen of testwedstrijden publiceren de secretarissen van het bevoegd Departement of Comité de lijst van de afgelaste en gewijzigde wedstrijden, ten minste 6 dagen op voorhand in het blad voor de officiële mededelingen (de website van de VBL). C. WIJZIGINGEN AAN DE KALENDER Behalve voor de speciale gevallen waarvan sprake in VCD art. 272 moet ieder verzoek, ingediend door een club om dag en/of uur van een wedstrijd te wijzigen, ten minste 10 dagen op voorhand per gewone post, per fax of per e-mail naar de secretaris van het bevoegd Departement of Comité gestuurd worden. Opdat er eventueel een gunstig gevolg zou verleend worden is het onontbeerlijk dat het schriftelijk akkoord van de bezoekende ploeg bijgevoegd is. Het bevoegd Departement of Comité kan de wijziging al dan niet toestaan. Wanneer de aanvraag toegestaan wordt, zal het bevoegd Departement of Comité : * Als de wijziging gaat over het geheel der wedstrijden betwist door een ploeg tijdens het seizoen, dan zal een forfaitair bedrag, voorzien in de TTB worden gedebiteerd. * De wijziging zo vlug mogelijk laten verschijnen in het blad voor officiële mededelingen ( de website van de VBL), onder de rubriek " kalenderwijzigingen ". * De betrokken clubs zo vlug mogelijk verwittigen Stemming: 20 voor 0 tegen (aanvaard) Dhr. B.Laermans vraagt in dezelfde termijnen te willen voorzien in de artikelen VCD279 tot en met VCD281. Stemming: 16 voor 4 tegen (aanvaard) 4.2.7. VCD 264 VORMING VAN DE AFDELINGEN (voorstel RvB Dep Comp): Geschrapte tekst

Nieuwe tekst A. Dalen Heren ( ) B. Stijgen Heren ( ) B.3. Landelijke II Heren Zijn gerechtigd te stijgen naar Landelijk II de clubs die als eerste gerangschikt staan in de Eerste Provinciale Reeks van de 5 Vlaamse Provincies en de tweede gerangschikte van de provincie die aan de beurt is volgens de opgestelde volgende beurtrol.: West-Vlaanderen, Limburg, Vlaams-Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen. Amendement West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant: volgens de jaarlijks te publiceren beurtrol. Stemming: 14 voor, 6 tegen, amendement goedgekeurd. Indien aanvullende plaatsen vrij komen dan zullen deze toegewezen worden aan de tweede gerangschikten in volgorde van de beurtrol. voor aanvullende stijgers met uitsluiting van die provincie die dit seizoen een tweede gerechtigde stijger levert. Indien na deze ronde nog aanvullende plaatsen in te nemen zijn, zullen deze toegewezen worden aan de derde gerangschikten in volgorde van de beurtrol en zo verder met uitsluiting van de verplicht dalende clubs. De provincies worden gerangschikt volgens het aantal ploegen dat de competitie beëindigd heeft. In deze volgorde gebeuren de aanvullingen. Deze rangschikking blijft na het seizoen 2003-2004 behouden en de aanvullingen gaan verder waar ze vorig seizoen geëindigd zijn. C. Dalen Dames C.1.Nationaal Dames ( ) C. 2. Landelijk Dames 1. Zullen dalen uit Landelijke 1 - de clubs die dertiende en veertiende gerangschikt zijn in 1 ste Landelijke afdeling dames naar een lagere reeks - afhankelijk van het aantal dalers uit de I Nationale Dames zullen ploegen die 12 de, 11 de dalen naar een lagere afdeling 2. Zullen dalen uit de Landelijke II - de clubs die twaalfde, dertiende en veertiende gerangschikt zijn in beide reeksen van de II de Landelijke afdeling Dames naar een lagere reeks

- de verliezer van de eindronde tussen de in beide reeksen als twaalfde gerangschikte ploegen naar een lagere reeks (Provinciale reeks) - afhankelijk van het aantal dalers uit Landelijke I zullen er bijkomende dalers zijn; eventueel aan te duiden via testwedstrijden. N.B. : Clubs die algemeen forfait verklaren volgens de bepalingen van VCD artikel 275 zullen steeds dalen naar de laagste provinciale afdeling. Ook de bepalingen van VAD artikel 85 blijven volledig van kracht. D. Stijgen Dames D. 1.Nationaal ( ) D..2 Landelijke I Dames ( ) D. 3. Landelijke II Dames Zijn gerechtigd te stijgen naar Landelijk II de clubs die als eerste gerangschikt staan in de Eerste Provinciale Reeks van de 5 Vlaamse Provincies en de tweede gerangschikte van de provincie die aan de beurt is volgens de volgende beurtrol: West-Vlaanderen, Limburg, Vlaams-Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen. Bijkomende stijgers zullen bepaald worden via een beurtrol. Indien aanvullende plaatsen vrij komen dan zullen deze toegewezen worden aan de tweede gerangschikten in volgorde van de beurtrol voor aanvullende stijgers met uitsluiting van die provincie die dit seizoen een tweede gerechtigde stijger levert. Indien na deze ronde nog aanvullende plaatsen in te nemen zijn, zullen deze toegewezen worden aan de derde gerangschikten in volgorde van de beurtrol en zo verder met uitsluiting van de verplicht dalende clubs. De provincies worden gerangschikt volgens het aantal ploegen dat de competitie beëindigd heeft. In deze volgorde gebeuren de aanvullingen. Deze rangschikking blijft na het seizoen 2003-2004 behouden en de aanvullingen gaan verder waar ze vorig seizoen geëindigd zijn. Motivatie: - Beurtrol: onderscheid maken voor de gerechtigde stijger en aanvullende (bijkomende) stijger. Momenteel loopt de beurtrol gewoon door en maakt geen onderscheidt tussen de gerechtigde (lees: verplichte) stijger en de bijkomende (lees: niet verplichte stijger). Indien in die provincies die aan de beurt zijn voor het leveren van bijkomende stijgers de tweede telkens niet ingaat op de mogelijkheid tot stijgen, dan kan het theoretisch zijn dat de provincie die de gerechtigde stijger levert tweede in de rangschikking ieder jaar dezelfde is. Vandaar: beurtrol voor gerechtigde tweede stijger die ieder jaar één provincie opschuift en afzonderlijke beurtrol voor aanvullende stijgers die het volgend seizoen doorgaat waar vorig jaar opgehouden werd.