2018 Examenreglement Premaster Accounting and Control Gewijzigd met ingang van 1 september 2018 Vervangt: Versie met ingangsdatum 1 februari 2017 1
Art. 1 Algemene bepalingen 1. Dit Examenreglement ( het reglement ) is van toepassing op het onderwijs en de tentamens in het premasterprogramma Accounting and Control ( het premasterprogramma ) aan de School of Business and Economics ( SBE ) van de Vrije Universiteit. 2. Het doel van het premasterprogramma is om de toelaatbaarheid van afgestudeerden van een instelling voor Hoger Beroepsonderwijs tot het masterprogramma Accounting and Control te toetsen, en hen op deelname aan het masteronderwijs voor te bereiden. 3. Het bestuur van SBE heeft de uitvoering van het premasterprogramma opgedragen aan de Postgraduate Opleiding Accountancy welke deel uitmaakt van SBE. 4. Het premasterprogramma is een nadere uitwerking van de toelatingsbepalingen in Art. 7.2 van de Onderwijs- en Examenregeling van het masterprogramma Accounting and Control. Art. 2 Overige begripsbepalingen 1. Examencommissie : de examencommissie bedoeld in artikel 2 van het Examenreglement Postgraduate Opleiding Accountancy. 2. Opleidingsdirecteur : de directeur van de masteropleiding Accounting and Control. 3. Opleidingsbestuur : het bestuur van de Postgraduate Opleiding Accountancy. 4. Waar in dit reglement het begrip schriftelijk(e) wordt gehanteerd kan tevens bedoeld zijn via een elektronisch medium. 5. werkdag : werkdagen exclusief de door de Vrije Universiteit verplicht gestelde vrije dagen. Art 3. Toelating tot het premasterprogramma 1. De examencommissie beslist over toelating tot het premasterprogramma. 2. Studenten zijn toelaatbaar tot het premasterprogramma op basis van een afgeronde Nederlandse opleiding voor Hoger Beroepsonderwijs. 3. De examencommissie kan per geval besluiten dat een student met een buitenlandse opleiding die ten minste gelijkwaardig is aan een Nederlandse opleiding voor Hoger Beroepsonderwijs toelaatbaar is tot het premasterprogramma. Alvorens dit besluit te nemen vergewist de examencommissie zich er van dat de student de Nederlandse taal voldoende beheerst. 4. De examencommissie kan, op voordracht van de opleidingsdirecteur, per geval besluiten dat een student met een Nederlandse universitaire vooropleiding één of meer onderdelen van het premasterprogramma met goed gevolg dient af te ronden alvorens toelaatbaar te zijn tot de masteropleiding. 5. In geval van vooropleidingen zonder of met beperkte inhoud op de vakgebieden economie, bedrijfseconomie, of bedrijfskunde kan de examencommissie, gehoord de opleidingsdirecteur, aanvullende voorwaarden voor toelating tot het premasterprogramma formuleren. 6. De examencommissie stelt bij elke toelatingsbeslissing de te volgen onderdelen van het premasterprogramma vast, op basis van de inhoud van de gevolgde vooropleiding. 7. Studenten kunnen per 1 september of per 1 februari aan het premasterprogramma beginnen. Art. 4 Inhoud van het premasterprogramma 1. De onderdelen van het premasterprogramma, de wijze waarop het onderwijs wordt aangeboden, de 2
toetsing, en de voorwaarden waaronder het premasterprogramma toelating verschaft tot de masteropleiding Accounting and Control, worden beschreven in de studiegids. 2. De studiegids wordt opgesteld door het opleidingsbestuur op voorstel van de opleidingsdirecteur. 3. Bij toepassing van artikel 3 lid 4 kunnen van de studiegids afwijkende bepalingen in het toelatingsbesluit worden vastgelegd. Voor zover van deze mogelijkheid geen gebruik wordt gemaakt zijn de bepalingen van de studiegids en dit reglement van overeenkomstige toepassing. Art. 5 Tentamens - Algemeen 1. Elk tentamen behelst een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, overeenkomstig de voor het desbetreffende onderdeel aangegeven leerdoelen. 2. Het onderzoek, zoals bedoeld in lid 1, wordt verricht en het resultaat daarvan wordt beoordeeld door één of meer examinatoren die door examencommissie op voordracht van de opleidingsdirecteur zijn aangewezen. 3. De examencommissie geeft per examenonderdeel aan wie als examinator daarvoor wordt aangewezen. 4. Tentamens worden schriftelijk afgenomen tenzij de examencommissie in individuele gevallen anders bepaalt. 5. De tentamens worden afgenomen in het Nederlands of in het Engels. Tenzij anders is vermeld moet de student de vragen van het tentamen beantwoorden in de taal waarin het tentamen is opgesteld. 6. De data waarop tentamens kunnen worden afgelegd worden tenminste 2 maanden van te voren door het secretariaat Accountancy bekend gemaakt. 7. Gedurende elk cursusjaar wordt ten minste tweemaal de gelegenheid geboden elk tentamen af te leggen. 8. Het meest recent behaalde geldige tentamenresultaat geldt als tentamenresultaat voor het desbetreffende onderdeel. Art. 6 Toelating tot tentamens 1. Een student wordt toegelaten tot deelname aan een tentamen indien hij of zij toegelaten is tot het premasterprogramma, heeft voldaan aan eventuele in de studiegids vermelde voorwaarden zoals inlever- en participatieverplichtingen, en alle verschuldigde college- en examengelden heeft voldaan. 2. Indien de student heeft verzuimd het verschuldigde collegegeld en/of de verschuldigde examengelden te betalen, dan kan het opleidingsbestuur besluiten de resultaten van reeds gedane tentamens ongeldig te verklaren en deze niet aan de student te verstrekken. Art. 7 Inschrijving voor tentamens 1. Inschrijving voor een tentamen dient plaats te vinden uiterlijk 15 kalenderdagen voor de tentamendatum. 2. Niet ingeschreven studenten kunnen geen aanspraak maken op deelname aan de betreffende tentamengelegenheid. Zij kunnen tot 3 werkdagen voor het tentamen een verzoek indienen bij het secretariaat van de accountantsopleiding om alsnog toegelaten te worden tot het tentamen. Het secretariaat kan tot conditionele toelating besluiten indien er in de tentamenruimte voldoende capaciteit beschikbaar is. Na het tentamen zal er door het secretariaat nog een controle plaatsvinden of de student aan alle eisen voldeed om toegelaten te worden tot het tentamen. 3
3. Indien een student zonder tijdige inschrijving deelneemt aan het tentamen of indien in het geval van een conditionele toelating achteraf blijkt dat een student niet aan de eisen voldeed om aan het tentamen te mogen deelnemen zal zijn of haar tentamen niet worden beoordeeld, dan wel zal het resultaat van een beoordeeld tentamen ongeldig worden verklaard. 4. De examencommissie kan aanvullende richtlijnen vaststellen. 4
Art. 8 Organisatie van tentamens 1. De student is verplicht zich bij aanvang of tijdens het tentamen te legitimeren met een geldig paspoort, identiteitskaart of collegekaart. 2. Aanwijzingen van de examencommissie c.q. examinator, die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. 3. Een student, die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het eerste en tweede lid kan door de examencommissie c.q. desbetreffende examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. 4. Ingeval van fraude kan de examencommissie de student maatregelen opleggen, met inbegrip van de uitsluiting van verdere deelname aan het premasterprogramma. 5. De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de tentamenstof is ontleend niet te buiten. Deze worden bij de aanvang van het onderwijs, dat op het tentamen voorbereidt bekend gemaakt. 6. Wetboeken dan wel andere in boekvorm verschenen regelgeving, mogen - ongeannoteerd - naar het tentamen worden meegenomen, mits daarvan in de studiegids melding is gemaakt. Het is verboden mobiele telefoons, usb-sticks en overige gegevensdragers en andere elektronische apparatuur, met uitzondering van rekenmachines zonder opslagcapaciteit, mee te nemen naar de tentamenlocatie. Art. 9 Organisatie van schriftelijke tentamens 1. Uit de vraagstelling blijkt hoe gedetailleerd het antwoord van de student dient te zijn. 2. De vragen en opgaven voor het schriftelijk tentamen bevatten informatie waaruit blijkt welk gewicht de verschillende vragen en opgaven hebben in het eindoordeel. 3. Ten behoeve van de uitwerking van het tentamen en het maken van kladnotities tijdens het tentamen wordt papier door de opleiding ter beschikking gesteld. Eigen papieren of digitale apparatuur met opslagmogelijkheden mogen niet in de tentamenzaal worden meegenomen. 4. De examencommissie draagt ervoor zorg, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. 5. De student dient zelf te beschikken over schrijfmateriaal. 6. De student vermeldt boven zijn of haar uitwerking minimaal zijn of haar studentnummer, tentamennummer, het vraagstuk en het paginanummer dan wel volgt nadere instructies op die bij het tentamen worden verstrekt. 7. Studenten worden bij een schriftelijk tentamen tot uiterlijk een half uur na aanvang van het tentamen nog toegelaten. 8. De tentamenopgaven mogen, indien zij geen onderdeel vormen van het te beoordelen werk, door de student na afloop van het tentamen worden meegenomen. Art.10 Organisatie van mondelinge tentamens 1. Mondelinge tentamens worden afgenomen door of namens de examencommissie, waarbij niet meer dan één persoon tegelijk wordt geëxamineerd. 2. Mondelinge tentamens zijn niet openbaar, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 3. Mondelinge tentamens worden afgenomen in het bijzijn van een tweede examinator. 4. Het secretariaat Accountancy draagt ervoor zorg dat de student uiterlijk één week voor de datum waarop een mondeling tentamen wordt afgenomen, een oproep daarvoor ontvangt. 5
Art. 11 Beoordeling en uitslagvaststelling 1. De beoordeling van schriftelijke tentamens geschiedt voor zover mogelijk aan de hand van vooraf schriftelijk vastgelegde, en eventueel naar aanleiding van de correctie bijgestelde, normen. 2. De wijze van beoordelen is zodanig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn of haar tentamen tot stand is gekomen. 3. Het cijfer van een tentamen wordt vastgesteld op een schaal van 1 tot en met 10. Cijfers worden afgerond op hele of halve getallen (x,0 of x,5), waarbij een 5,5 altijd wordt afgerond naar een 6,0. 4. De cijfers 5,0 en lager geven een onvoldoende tentamenresultaat weer ( afgewezen ), de cijfers 6,0 en hoger een voldoende tentamenresultaat ( geslaagd ). 5. Uiterlijk tien werkdagen na afloop van een schriftelijk tentamen wordt de uitslag vastgesteld door de desbetreffende examinator. 6. De examencommissie is bevoegd onder bijzondere omstandigheden deze termijn te verlengen. 7. De examinator brengt de uitslag ter kennis van het secretariaat Accountancy, dat zorgt dat de uitslag op VUnet zichtbaar is voor de student. 8. Direct na afloop van een mondeling tentamen wordt de uitslag vastgesteld en een bewijs van de uitslag aan de student uitgereikt. Art. 12 Deelresultaten 1. In de studiegids kan worden bepaald of, en op welke wijze, bij de vaststelling van tentamenresultaten rekening wordt gehouden met tijdens het onderwijs behaalde deelresultaten. Art 13 Registratie van resultaten 1. Het secretariaat Accountancy draagt zorg voor de registratie van de uitslagen van tentamens. 2. Over geregistreerde uitslagen met uitzondering van gegevens over uitgereikte getuigschriften wordt aan anderen dan de student, de examencommissie, het bestuur van SBE en het College van Bestuur geen mededeling gedaan. Met toestemming van de student kan van het bepaalde in de vorige volzin worden afgeweken. 3. Het secretariaat Accountancy dient het te beoordelen werk van een schriftelijk tentamen tenminste 6 maanden na de bekendmaking van de uitslag, of indien zulks op een later tijdstip valt, tot de bekendmaking van de uitslag van een eerstvolgende tentamengelegenheid van het betreffende onderdeel, te bewaren. Het in de eerste volzin gestelde geldt evenzeer voor het werk van studenten die ongeldig aan het tentamen deelnemen. 4. De geregistreerde uitslagen worden tot tenminste zeven jaar na het laatste inschrijvingsjaar van een student bewaard door het secretariaat Accountancy. 5. Desgevraagd voorziet het secretariaat van de Postgraduate Opleiding Accountancy de student van een cijferlijst waarop de resultaten van de afgelegde tentamens zijn vermeld. Art 14 Inzagerecht en nabespreking 1. Gedurende ten minste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen kan de student inzage verkrijgen in het beoordeelde werk en de toegepaste beoordelingscriteria. 2. De examencommissie kan bepalen dat de inzage plaatsvindt op een vastgesteld tijdstip. Het tijdstip en de plaats, indien anders dan de VU Campus, worden in dat geval bekend gemaakt bij het afnemen van het 6
tentamen. 3. Een inzage als bedoeld in lid 2 geldt als collectieve nabespreking van het tentamen mits aan studenten een uitgewerkt antwoordmodel beschikbaar wordt gesteld, en studenten tijdens de inzage de gelegenheid hebben om vragen naar aanleiding van het beoordeelde werk met de examinator te bespreken. 4. Indien de student door overmacht niet in staat is om een collectieve nabespreking van het tentamen bij te wonen kan de student om een individuele bespreking verzoeken. De examinator bepaalt tijdstip, locatie, en wijze van deze individuele bespreking, en kan hierbij bepalen dat de individuele bespreking plaatsvindt door schriftelijke beantwoording van door de student gestelde vragen. 5. Het beoordeelde werk kan niet door de student worden meegenomen. 6. Het bij inzage door een student aanbrengen van wijzigingen in het beoordeelde werk is een vorm van fraude als bedoeld in artikel 8 lid 6. Art. 15 Herbeoordeling 1. De student kan gedurende een termijn van dertig werkdagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag dan wel na de collectieve nabespreking, indien deze plaatsvindt, de vakcoördinator verzoeken een herbeoordeling van het gehele tentamen uit te voeren. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk te worden gedaan en te worden gemotiveerd. Indien het verzoek naar behoren is gemotiveerd, wordt dit gehonoreerd. Indien niet tot honorering van het verzoek wordt besloten, dan wordt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de student medegedeeld. 2. De herbeoordeling wordt uitgevoerd door een examinator of docent van het betreffende vak, die niet eerder betrokken was bij de eerste beoordeling van het tentamen van de student die om een herbeoordeling verzoekt. 3. Na de examinator of docent gehoord te hebben die de herbeoordeling heeft uitgevoerd besluit de vakcoördinator, of een student is afgewezen of geslaagd. Deze besluiten worden schriftelijk vastgelegd. 4. De vakcoördinator dient de student uiterlijk dertig werkdagen na de dag van honoreringvan het verzoek tot herbeoordeling schriftelijk te informeren over de uitkomst van de herbeoordeling. 5. De student kan gedurende een termijn van 30 werkdagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de afwijzing van een verzoek tot herbeoordeling, dan wel de uitslag van een herbeoordeling, in beroep gaan bij de examencommissie. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk te worden gedaan en te worden gemotiveerd. Art. 16 Geldigheidsduur van resultaten 1. In het kader van dit Reglement dienen tentamenresultaten uit het premasterprogramma uitsluitend als basis voor toelatingsbeslissingen tot de master Accounting and Control. Zij hebben geen externe werking. Dit sluit niet uit dat de Postgraduate Opleiding Accountancy eigen regels kan stellen met betrekking tot het gebruik van deze resultaten, inclusief de geldigheidsduur, voor toelating tot de Postgraduate Opleiding en het beoordelen of aan de eindtermen van deze opleiding is voldaan. 2. De geldigheid, met betrekking tot het in de eerste zin van lid 1 genoemde doel, van alle voor premastertentamens behaalde resultaten vervalt zodra de student voor een onderdeel van het premasterprogramma vier maal aan het tentamen heeft deelgenomen zonder hiervoor een voldoende resultaat te behalen, en de student op grond van alle tot op dat moment behaalde resultaten niet voldaan heeft aan de voorwaarden voor toelating tot de masteropleiding zoals vermeld in de studiegids. 3. Voor de toepassing van lid 2 geldt een no show niet als deelname. 7
4. Voor de toepassing van lid 2 wordt het resultaat van het vierde tentamen geacht te zijn behaald op het tijdstip waarop het tentamen is afgenomen. 5. Onverminderd het bepaalde in lid 2 vervalt de geldigheid van alle voor premastertentamens behaalde resultaten indien de student niet binnen vier jaar na toelating tot het premasterprogamma heeft voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot de masteropleiding. 6. Bij toepassing van lid 2 of lid 5 wordt de student gedurende 12 maanden uitgesloten van deelname aan tentamens in het premasterprogramma. Deze periode van 12 maanden begint op het tijdstip waarop de eerdere resultaten zijn vervallen en eindigt één dag voor de overeenkomstige datum in het volgende kalenderjaar 7. In bijzondere gevallen kan verlenging worden aangevraagd van de geldigheidsduur bij de examencommissie. 8. Een aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van een behaald tentamen dient tijdig, en in ieder geval voor het verstrijken van deze geldigheidsduur, schriftelijk te worden ingediend. 9. De examencommissie beslist over de gevraagde verlenging, gehoord de opleidingsdirecteur. Art. 17 Bezwaren 1. De examencommissie is bevoegd tot behandeling van bezwaren van studenten met betrekking tot de uitvoering van het in de studiegids beschreven onderwijs. 2. Bezwaren worden schriftelijk, gemotiveerd en voorzien van de benodigde documentatie bij de examencommissie ingediend. 3. De examencommissie beslist binnen dertig werkdagen over het bezwaar, gehoord de desbetreffende docent of vakcoördinator, dan wel de opleidingsdirecteur. Art. 18 Wijziging 1. Wijzigingen van het reglement worden vastgesteld door instemming van zowel de opleidingsdirecteur als het bestuur van de Postgraduate Opleiding Accountancy, gehoord de directeur Onderwijs van SBE. 2. Bij wijziging van het reglement wordt door middel van een overgangsregeling voorzien in de belangen van studenten die voorafgaand aan de wijziging aan het premasterprogrammma zijn begonnen. 3. Wijzigingen van het reglement treden in werking met ingang van het eerste daaropvolgende instroommoment, tenzij daaromtrent anders wordt besloten. Een afwijkende ingangsdatum is slechts dan mogelijk indien bestaande rechten van studenten daardoor niet worden geschaad. Art. 19 Overgangsbepalingen 1. Voor studenten die per 1 september 2016 of eerder aan het premasterprogramma zijn begonnen wordt artikel 16 lid 2 als volgt gelezen: De geldigheid, met betrekking tot het in de eerste zin van lid 1 genoemde doel, van alle op enig moment voor premastertentamens behaalde resultaten vervalt, indien de student voor een onderdeel van het premasterprogramma sinds 1 september 2016 vier maal aan het tentamen heeft deelgenomen zonder een voldoende resultaat te behalen. 2. Voor studenten die per 1 september 2016 of eerder aan het premasterprogramma zijn begonnen wordt artikel 16 lid 5 als volgt gelezen: 8
Onverminderd het bepaalde in lid 2 vervalt de geldigheid van alle voor premastertentamens behaalde resultaten indien de student niet binnen vier jaar sinds 1 september 2016 heeft voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot de masteropleiding. Art. 20 Slotbepalingen 1. De examencommissie kan in zwaarwegende gevallen afwijken van dit examenreglement. 2. De Postgraduate opleiding Accountancy draagt zorg voor publicatie van dit reglement en wijzigingen daarin. 3. Na publicatie wordt dit reglement geacht te zijn opgenomen in de studiegids van het premasterprogramma. 4. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2018. Oorspronkelijk vastgesteld te Amsterdam op 1 september 2015 Wijziging vastgesteld op 31 januari 2017 Wijziging vastgesteld op 1 september 2017 Wijziging vastgesteld op 1 september 2018 School of Business and Economics /Postgraduate opleiding Accountancy Vrije Universiteit 9