Hoofdstuk 2 Samenstelling en werkwijze van de commissie

Transcriptie

1 Regels en richtlijnen van examencommissie van de bachelor- en masteropleidingen van het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen, onderdeel van de Faculteit der Geesteswetenschappen September 2009 Inleiding Examencommissies dienen volgens de wet 1 regels vast te stellen met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens, en kunnen de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven. Deze Regels en Richtlijnen zijn voor het laatst aangepast op 1 september Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid Deze regels zijn van toepassing op de tentamens en examens van de bacheloropleidingen Godgeleerdheid, Wereldgodsdiensten en Islamitische Theologie, en de masteropleidingen Religious Studies en Islamic Theology van de Universiteit Leiden, hierna te noemen de opleiding. Artikel 1.2 Begripsbepaling Kandidaat: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; fraude: het handelen of nalaten van een kandidaat dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent diens kennis, inzicht en vaardigheden te belemmeren. Daartoe wordt onder meer gerekend: - het gebruik van niet-toegelaten bronnen tijdens het afleggen van het tentamen - plagiaat, het gebruik van bronnen of delen daarvan zonder vermelding van de herkomst; - passiviteit tijdens het uitvoeren van groepsopdrachten of praktische oefeningen; - het vervalsen van uitkomsten van experimenten; OER: de door het faculteitsbestuur vastgestelde Onderwijs- en examenregeling van de opleiding; wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Voor het overige hebben de begrippen de betekenis die de wet of de OER daaraan verbindt. Hoofdstuk 2 Samenstelling en werkwijze van de commissie Artikel 2.1 Instelling De examencommissie, hierna te noemen de commissie, is ingesteld door het faculteitsbestuur ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en de coördinatie van de tentamens van de opleiding. 1. Artikel 7.12 WHW. Examencommissie en examinatoren 4. De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen. Die maatregelen kunnen inhouden dat in het geval van fraude door een student door de examencommissie, gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar, aan die student het recht wordt ontnomen een of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling af te leggen. De examencommissie kan aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot de beoordeling van degene die het tentamen aflegt en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van het tentamen.

2 Artikel 2.2 Werkwijze De commissie kiest uit haar midden een voorzitter; deze is belast met de dagelijkse zaken van de commissie. De voorzitter besluit namens de commissie, en legt aan de commissie verantwoording af over zijn of haar handelen Tot de dagelijkse zaken worden gerekend a. in spoedeisende gevallen, beslissingen omtrent regelingen die in afwijking van de geldende bepalingen op verzoek van de student kunnen worden getroffen; indien enigszins mogelijk wordt de meest betrokken examinator geraadpleegd alvorens een beslissing wordt genomen; b. waar de OER dat voorschrijft, de goedkeuring van de keuze van onderwijseenheden door de student; c. het uitbrengen van het bindend studieadvies, tenzij er persoonlijke omstandigheden in het geding zijn; d. voorbereiding van de vaststelling van de uitslag van examens alsmede de vaststelling van die uitslag namens de examencommissie ingeval het examen geen door de commissie zelf in te stellen onderzoek als bedoeld in artikel omvat; e. het treffen van maatregelen bij inbreuk op de orde tijdens een tentamen en bij fraude, voor zover deze naar het oordeel van de voorzitter geen uitstel gedogen De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking der stemmen geeft het oordeel van de voorzitter de doorslag De commissie en de examinatoren nemen bij het nemen van hun beslissingen het volgende in overweging: - een positieve uitslag van het examen moet voldoende garantie zijn dat de geëxamineerde de beoogde eindkwalificaties heeft verworven; - beslissingen moeten met de grootst mogelijke objectiviteit worden genomen; - onnodige studievertraging dient zoveel mogelijk te worden voorkomen; - tentamens dienen mede om de kandidaat inzicht te geven in zijn of haar capaciteiten en beperkingen. Artikel 2.3 Subcommissies De commissie kan uit haar midden subcommissies benoemen ten behoeve van elk van de opleidingen waarvoor zij bevoegd is. De bepalingen van dit reglement zijn, voor zover relevant, van overeenkomstige toepassing op elk van de subcommissies. Artikel 2.4 Aanwijzing van examinatoren Ten minste éénmaal per jaar wijst de commissie voor elke onderwijseenheid van de opleiding één of meer examinatoren aan. Als examinator kunnen slechts worden aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast alsmede deskundigen van buiten de instelling. Zo nodig wijst de commissie een voor het tentamineren eerstverantwoordelijke examinator aan De aanwijzing wordt bekendgemaakt aan de studenten De examinatoren verstrekken de commissie de gevraagde inlichtingen. Artikel 2.5 Goedkeuring examenprogramma Een verzoek tot goedkeuring van een examenprogramma als bedoeld in artikel 7.3c van de wet dient schriftelijk en gemotiveerd bij de commissie te worden ingediend. De commissie beslist binnen veertig werkdagen na ontvangst van het verzoek. Bij het uitblijven van een besluit binnen deze termijn wordt de commissie geacht de gevraagde toestemming te hebben verleend Bij haar besluit geeft de commissie zo nodig aan aan welke opleiding het examen wordt geacht te zijn verbonden.

3 Artikel 2.6 Overstap van doctoraalprogramma naar bacheloropleiding Studenten die het doctoraalprogramma volgen kunnen de commissie schriftelijk en gemotiveerd verzoeken in plaats daarvan deel te nemen aan de bacheloropleiding Aan de inwilliging van het verzoek verbindt de commissie voorwaarden met het doel de gestelde eindtermen en het beoogde civiele effect van het bachelordiploma te waarborgen. Daarbij zal worden getracht studievertraging zoveel mogelijk te beperken De kandidaat wordt vrijgesteld van het afleggen van tentamens van de bacheloropleiding indien een enigszins vergelijkbaar tentamen van het doctoraalprogramma reeds met goed gevolg is afgelegd. In andere gevallen beziet de examencommissie of kan worden volstaan met een aanvullend tentamen. Hoofdstuk 3 Toelating tot de opleiding Artikel 3.1 Kennis van het Nederlands Indien toelating tot de bacheloropleiding wordt gevraagd op grond van een buiten Nederland afgegeven diploma, dan dient, indien het faculteitsbestuur daartoe heeft besloten, de aanvrager ten genoegen van de commissie te bewijzen de Nederlandse taal voldoende te beheersen voor het met vrucht volgen van het onderwijs Indien inschrijving wordt verzocht voor de postpropedeutische fase van de bacheloropleiding op grond van een buiten Nederland afgegeven diploma, dan dient, indien het faculteitsbestuur daartoe heeft besloten, de aanvrager ten genoegen van de commissie te bewijzen de Nederlandse taal voldoende te beheersen voor het met vrucht volgen van het onderwijs. Hoofdstuk 4 Tentamens Artikel 4.1 Aard en vorm van de tentamens Elk tentamen is geschikt en dient uitsluitend om na te gaan of de student de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden heeft verworven die tevoren als doel van de betrokken onderwijseenheid zijn vastgesteld. Het tentamen omvat mede de beoordeling van de uitkomsten van het onderzoek De vragen en opgaven van het tentamen hebben uitsluitend betrekking op de tevoren bekend gemaakte examenstof. De aard en omvang van de stof worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt in hoofdzaak bekend gemaakt De vragen en opgaven van het tentamen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de examenstof De vragen en opgaven van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en bevatten voldoende aanwijzingen voor de vereiste detaillering van de antwoorden. De duur van elk tentamen is zodanig dat de kandidaat redelijkerwijs voldoende tijd heeft om de vragen te beantwoorden en/of de opgaven te maken Ten minste een maand voor het afnemen van een tentamen maakt de examinator bekend op welke wijze het tentamen zal worden afgenomen, voor zover dat niet in de OER is vastgelegd De examinator kan op gemotiveerd verzoek van de kandidaat toestaan dat een tentamen op andere wijze wordt afgelegd dan in de OER is vastgelegd, onder meer in geval van een functiestoornis. Tegen de beslissing van de examinator kan bezwaar worden aangetekend bij de commissie. De examinator en de commissie beslissen binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek resp. het bezwaar De examinator vergewist zich ervan dat is voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot het tentamen die in de OER zijn vastgelegd dan wel voortvloeien uit andere wetten en regels.

4 Artikel 4.2 Data van de tentamens De data waarop tentamens schriftelijk worden afgenomen worden uiterlijk een maand voor de aanvang van het studiejaar door de commissie vastgesteld en bekendgemaakt. Van de vastgestelde data kan slechts worden afgeweken in geval van overmacht of na verkregen instemming van de opleidingscommissie De data voor mondelinge tentamens worden, indien enigszins mogelijk, in goed overleg tussen de kandidaat en de examinator vastgesteld. Artikel 4.3 Toegangseisen voor tentamens In afwijking van het bepaalde in de OER kan de commissie op gemotiveerd verzoek van de kandidaat toestaan dat een tentamen wordt afgelegd voordat aan de daaraan voorafgaande praktische oefening is deelgenomen dan wel vrijstelling is verleend van deelneming daaraan. In dat geval wordt een bewijs dat het tentamen met goed gevolg is afgelegd eerst verstrekt nadat alsnog aan de praktische oefening is deelgenomen dan wel vrijstelling van deelneming daaraan is verleend. Artikel 4.4 Het afnemen van de tentamens De betrokken examinator of examinatoren dragen er zo nodig zorg voor dat ten behoeve van de schriftelijke tentaminering surveillanten worden aangewezen die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt Ieder die aan een schriftelijk af te nemen tentamen wil deelnemen dient zich uiterlijk twee weken voor de vastgestelde datum aan te melden op een door de examinator tijdig bekendgemaakte wijze Het is de kandidaat te allen tijde vóór de aanvang van het tentamen toegestaan zich terug te trekken. Bij terugtrekking op een later tijdstip wordt het tentamen geacht te zijn afgelegd en wordt de uitslag daarvan vastgesteld De kandidaat dient zich op verzoek van of vanwege de examinator deugdelijk te legitimeren Kandidaten worden tot uiterlijk 30 minuten na de vastgestelde aanvangstijd toegelaten tot de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen De kandidaat mag de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen gedurende het eerste uur na de vastgestelde aanvangstijd niet verlaten Communicatieapparatuur, waaronder mobiele telefoons, dient gedurende het afnemen van het tentamen te zijn uitgeschakeld. Andere elektronische apparatuur mag niet worden gebruikt dan met toestemming van de examinator De kandidaat kan niet eerder dan één uur voor het vastgestelde eindtijdstip van het tentamen het afleggen daarvan beëindigen De kandidaat is verplicht de aanwijzingen van de commissie dan wel de examinator die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen worden gegeven, op te volgen Indien de kandidaat een of meer aanwijzingen als bedoeld in lid niet opvolgt, dan kan hij of zij door de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld van dat tentamen. Voordat de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt deze de kandidaat in de gelegenheid te worden gehoord. Artikel 4.5 Mondelinge tentamens Mondeling wordt niet meer dan één kandidaat tegelijk getentamineerd. Het tentamen is openbaar, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar maakt Het afnemen van het tentamen wordt bijgewoond door een tweede examinator dan wel vastgelegd op een geluidsdrager; in het laatste geval wordt de opname bewaard totdat de uitslag van het examen is vastgesteld.

5 Artikel 4.6 Fraude In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen sluit de commissie de kandidaat uit van verdere deelname aan het betrokken tentamen voor een periode van ten hoogste één jaar. De beslissing inzake de duur van de uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van het schriftelijk verslag van de examinator dan wel de surveillant van de door deze geconstateerde of vermoede fraude In spoedeisende gevallen kan de examinator een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van eigen waarneming dan wel een mondeling verslag van de surveillant. Hij of zij draagt er zorg voor dat terstond na afloop van het tentamen een verslag op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de kandidaat wordt verstrekt Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het tentamen wordt vastgesteld Indien de aard en de zwaarte van het vergrijp daartoe aanleiding geven, dan kan de commissie de kandidaat ook voor een door haar te bepalen duur van ten hoogste één jaar het recht ontnemen andere door haar aan te geven tentamens af te leggen De kandidaat wordt schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld van een uitsluiting De kandidaat kan bij de commissie een met redenen omkleed verzoek indienen om de uitsluiting ongedaan te maken. Voordat de commissie een beslissing neemt op een dergelijk verzoek stelt zij de kandidaat in de gelegenheid te worden gehoord. De kandidaat kan zich bij die gelegenheid laten bijstaan door een adviseur. Artikel 4.7 De uitslag van het tentamen De uitslag van het tentamen wordt uitgedrukt in een getal tussen 1 en 10, beide grenzen inbegrepen. De uitslag wordt rekenkundig afgerond tot op een half punt Het tentamen is met goed gevolg afgelegd indien de uitslag 6 of hoger is In afwijking van de voorgaande leden kan de examinator volstaan met de beslissing of de kandidaat al dan niet aan de tentameneisen heeft voldaan Eindwerkstukken (bachelor- en masterscripties) worden steeds door twee examinatoren beoordeeld, waarbij de waardering in overleg wordt vastgesteld. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, dan beslist de voorzitter van de commissie Ingeval de uitkomst van één en hetzelfde tentamen al dan niet tezelfdertijd door meer dan één examinator wordt beoordeeld, ziet de commissie erop toe dat die examinatoren dezelfde normen hanteren Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de desbetreffende examinator of examinatoren op verzoek van de getentamineerde een daarop betrekking hebbend bewijsstuk uitgereikt. Ingeval de uitslag van het onderzoek negatief is, wordt op verzoek van de getentamineerde door de examinator of examinatoren daaromtrent een schriftelijke verklaring verstrekt. Artikel 4.8 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens die in de OER is vastgelegd wordt op verzoek van de kandidaat door de commissie, gehoord de betrokken examinator, met één jaar verlengd indien de leerdoelen van de onderwijseenheid niet ingrijpend zijn veranderd In andere gevallen beslist de betrokken examinator of het tentamen moet worden afgelegd dat geacht kan worden de plaats van het eerder afgelegde tentamen te hebben ingenomen, of dat volstaan kan worden met een aanvullend tentamen Tegen een beslissing van de examinator als bedoeld in lid kan bezwaar worden aangetekend bij de commissie.

6 Artikel 4.9 Nabespreking Indien tien of meer kandidaten tegelijkertijd schriftelijk zijn getentamineerd, dan houdt de examinator een collectieve nabespreking op een door deze vast te stellen plaats en tijdstip Gedurende de in de OER genoemde termijn kan kennis worden genomen van de vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden Het is de kandidaat toegestaan na afloop van het tentamen de vragen en opgaven mee te nemen, tenzij door of namens de commissie anders is bepaald dan wel de aard van de tentamenopgaven zich daartegen verzet De geëxamineerde wordt op diens gemotiveerde verzoek een kopie verstrekt van het beoordeelde werk. Artikel 4.10 Vrijstelling Een verzoek om vrijstelling van het afleggen van een of meer tentamens dan wel van de verplichting tot deelneming aan een of meer praktische oefeningen als bedoeld in de OER wordt door de kandidaat schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de commissie De commissie beslist gemotiveerd binnen vijfentwintig werkdagen na de indiening van het verzoek. Hoofdstuk 5 Examens en getuigschriften Artikel 5.1 Examens Behalve de tentamens van de tot de opleiding of de propedeutische fase van de opleiding behorende onderwijseenheden kan een door de commissie zelf te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus behoren Indien de tentamens van de tot de opleiding of de propedeutische fase van de opleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd en de beoordeling van de uitkomst van het in lid bedoelde onderzoek positief is, is het examen afgelegd N.v.t.: Wanneer de kandidaat het bewijs overlegt dat het examen is afgelegd stelt de commissie de uitslag daarvan vast. Artikel 5.2 Getuigschrift Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de commissie, na verkregen toestemming van het College van Bestuur, een getuigschrift uitgereikt. Op dit getuigschrift worden de gegevens vermeld als omschreven in artikel 7.11, tweede lid, van de wet Het getuigschrift wordt opgesteld in het Latijn; bij het getuigschrift worden vertalingen daarvan in het Nederlands en in het Engels gevoegd. Het getuigschrift wordt namens de commissie ondertekend door de voorzitter. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter ondertekent een van de andere leden het getuigschrift De commissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een supplement toe dat in elk geval de gegevens bevat als omschreven in artikel 7.11, derde lid, van de wet Het supplement wordt opgesteld in het Nederlands en het Engels Degene die meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende commissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.

7 Artikel 5.3 Examenjudicium De commissie verbindt aan de uitslag van het examen een eindoordeel over de verrichtingen van de geëxamineerde. Dit oordeel is gebaseerd op het gemiddelde van de cijfers die zijn behaald voor de tot het examen behorende onderwijseenheden gewogen naar studielast. Indien de uitkomst 8,7 of hoger is, verleent de commissie het predicaat cum laude. In bijzondere gevallen kan de commissie in het voordeel van de geëxamineerde afwijken van het bepaalde in lid Hoofdstuk 6 Het bindend studieadvies Artikel 6.1 Dossiervorming De commissie houdt van iedere student die voor de propedeutische fase van de opleiding is ingeschreven een dossier bij. In dit dossier wordt een beknopte schriftelijke weergave van elk formeel contact van de commissie met de student opgenomen, waaronder in ieder geval het kennismakingsgesprek en de adviesmomenten. De commissie stelt voor deze gesprekken tutoren (docentmentoren) aan In het dossier wordt een aanduiding van de persoonlijke omstandigheden van de student, als bedoeld in artikel 7.8b, derde lid, van de wet opgenomen, alsmede indien van toepassing het aan de persoonlijke omstandigheden aangepaste studieplan dat de opleiding met de student heeft vastgelegd Elke student heeft het recht zijn of haar dossier, bedoeld onder 6.1.1, in te zien en daaraan desgewenst bezwaren tegen de inhoud van hetgeen daarin is opgenomen, toe te voegen. Artikel 6.2 Het advies De commissie brengt het advies namens het College van Bestuur uit met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in de Regeling bindend studieadvies Universiteit Leiden. Hoofdstuk 7 Slotbepalingen Artikel 7.1 Registratie De besluiten van de commissie alsmede de uitslagen van afgelegde tentamens en examen worden deugdelijk geregistreerd door de administratie van de opleiding. Tot de geregistreerde gegevens hebben uitsluitend diegenen toegang die daartoe door de commissie zijn gemachtigd. De uitslagen van examens zijn openbaar. Artikel 7.2 Bijzondere omstandigheden In gevallen waarin deze regels en richtlijnen niet voorzien beslist de commissie Indien in bijzondere gevallen onverkorte toepassing van hetgeen in deze regels en richtlijnen is bepaald tot evidente onbillijkheid leidt, is de commissie bevoegd anders te besluiten. Artikel 7.3 Beroep Tegen beslissingen van de commissie of van examinatoren staat beroep open bij het College van beroep voor de examens. Artikel 7.4 Wijzigingen Bij wijzigingen in deze regels en richtlijnen die betrekking hebben op het lopende studiejaar, dan wel gewichtige gevolgen hebben voor degenen die daarvoor al voor de opleiding waren ingeschreven, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de belangen van de betrokken studenten worden geschaad. Artikel 7.5 Inwerkingtreding Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2009s