Ontwikkeling brancherichtlijn optische en geluidssignalen NVBR



Vergelijkbare documenten
BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Volledige technische uitvoering van de optische en akoestische signaleringsinstallatie voor brandweervoertuigen + checklist.

Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O, vers!e

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brancherichtlijn optische en geluidssignalen Brandweer

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Reddingsbrigade. Versie 1.0, november 2007

Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat

BRANCHERICHTLIJN OPTISCHE EN GELUIDSSIGNALEN MINISTERIE VAN DEFENSIE

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Brancherichtlijn OPTISCHE EN GELUIDSSIGNALEN BRANDWEER

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen. Dienst Bedrijfsbeveiliging Tata Steel. Februari 2014 Versie 1.0

Emiel Sanders Staf IR Henny Kennedy TL IR Peter Damen TL IR John Monsieurs TL IR

Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

Nota van toelichting aan LMC gekoppelde basisprioriteiten in GMS Versie 27 september 2018

Brancherichtlijn optische en geluidssignalen brandweer. Herziene druk

Nieuws van het. Kenniscentrum. Voorrangsvoertuigen. Wijziging in het projectteam. In dit nummer:

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen het Nederlandse Rode Kruis

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

De brandweer wordt nog veiliger en beter

Theorieboek. rijbewijs A

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Brancherichtlijn Politie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BELEIDSREGEL ONTHEFFINGEN AUTOVRIJ GEBIED 2015

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

1e druk, 4e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) ISBN:

De citeertitel is door de wetgever vastgesteld.

401A. Risico s signaleren bij het rijden met brandweervoertuigen. Oefening

Weggebruikers met voorrang benaderd

Bedrijfsbrandweren: de 12 meest gestelde vragen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de

Besluit personeel veiligheidsregio s

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Geachte heer Huizing,

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden

Modelconvenant calamiteitenzender

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

ECCvA/U Lbr: 07/40

Wijzigingen in het projectteam

Voorrangssignalen tegen het licht gehouden

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Voorrangsvoertuigen! Wie, wat en wanneer?

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Wielersportbond NTFU. Verkeersregels. Nederland, België en Duitsland

Bijlage 11. Voertuigspecificaties

27 JANUARI Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland

"Wegsleepverordening voor de gemeente Nieuwegein"

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 oktober en 11 december 2007,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg. Versie: 1.0, 15 december 2015

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : ;

Zundertse Regelgeving

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Besluit. Wegsleepverordening Skarsterlân. Vergadering 19 december 2012 Nummer 117. Wegsleepverordening Skarsterlân

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

Toetsmatrijs LZV. Opgesteld door:

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

BESCHIKKING van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie met betrekking tot het grensoverschrijdend spoedeisend ambulancevervoer

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van IenW/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Q&A Wetgeving en Governance

pak uw voordeel met r65 flitsers van intertruck

PRIVACYREGELING RITREGISTRATIESYSTEEM < NAAM BEDRIJF > Versienummer: 1.4 Datum wijziging: < 1 september 2013 > Ingangsdatum: < 1 september 2013 >

CVDR. Nr. CVDR339238_1

GEMEENTEBLAD. Nr Wegsleepverordening De Ronde Venen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:

Transcriptie:

Ontwikkeling brancherichtlijn optische en geluidssignalen NVBR - conceptversie 0.0.3 7 september 2011 - Achtergrond Op 1 maart 2009 is de (ministeriële) Regeling optische en geluidssignalen in werking getreden. Hierin worden algemene regels en voorwaarden omschreven met betrekking tot het rijden met voorrangssignalen door hulpdiensten. De toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat heeft in deze regeling onder meer bepaald dat de brandweer een richtlijn opstelt met betrekking tot de werkzaamheden en de omstandigheden, waarin van de optische en geluidssignalen gebruik mag worden gemaakt (artikel 3). In 2002 en 2003 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een document uitgebracht met de titel Brancherichtlijn optische- en geluidssignalen brandweer (voortaan: Brancherichtlijn 2003). Dit document is in 2005 in beheer gegeven bij het NIFV. De Redactieraad Kennisborging heeft het NIFV opdracht gegeven te bekijken hoe de Brancherichtlijn 2003 in overeenstemming kan worden gebracht met de ministeriële regeling. Hiervoor heeft het NIFV een voorstudie uitgevoerd, waarbij de ministeriële regeling en de Brancherichtlijn 2003 naast elkaar zijn gelegd en overeenkomsten en verschillen zijn geïnventariseerd. In deze notitie wordt hier (artikelsgewijs) verslag van gedaan. Afbeelding 1: de ministeriële regeling uit 2009 (links) en de Brancherichtlijn optische en geluidssignalen brandweer uit 2003 (rechts)

Artikel 3 lid 1 De politie, de brandweer en de diensten voor spoedeisende medische hulpverlening stellen elk een richtlijn op met betrekking tot de werkzaamheden en de omstandigheden, waarin van de optische en geluidssignalen gebruik mag worden gemaakt. Dit artikel is mede gericht tot de brandweer. Noch in deze regeling, noch in de toelichting 1 op deze regeling is nader omschreven wat met de brandweer bedoeld wordt. Ook de Wet veiligheidsregio s of de (bij het uitkomen van de regeling van kracht zijnde) Brandweerwet 1985 is dit begrip niet nader omschreven. 2 De Brancherichtlijn 2003 geeft wel een omschrijving: Onder brandweer wordt in de brancherichtlijn verstaan: a. de gemeentelijke en regionale brandweren als bedoeld in de Brandweerwet 1985; b. de brandweerorganisaties op burgerluchtvaartterreinen als bedoeld in artikel 2 van de Brandweerregeling burgerluchtvaartterreinen; c. de brandweerorganisaties op een militair terrein; d. de bedrijfsbrandweerorganisaties. 3 Hieruit kan geconcludeerd worden dat de Brancherichtlijn 2003 niet uitgaat van één brandweer, maar van een verzameling individuele brandweerorganisaties. Tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) zich profileert als vertegenwoordiger van deze individuele brandweerorganisaties. 4 Vanwege het feit dat niet nader omschreven is wat met de brandweer bedoeld wordt en vanwege het feit dat de NVBR zich profileert (en door velen gezien wordt) als de vertegenwoordiger van brandweerorganisaties, ligt het voor de hand om de NVBR te beschouwen als (de vertegenwoordiger van) de brandweer zoals genoemd in de Regeling optische en geluidssignalen 2009. 1 Staatscourant 2009 nr. 38. 2 Deze wetten spreken alleen van (de verantwoordelijkheid voor) de brandweerzorg. 3 Voor zover zij uitrukken in opdracht van of met toestemming van een alarmcentrale van de overheid. 4 Ter vergelijking: voor de spoedeisende medische hulpverlening is in augustus 2009 een Brancherichtlijn opgesteld door het algemeen bestuur van de Vereniging Ambulancezorg Nederland en het bestuur van V&VN Ambulancezorg. De politie (c.q. het Nederlands Politie Instituut) heeft nog geen herziene richtlijn uitgebracht sinds het van kracht worden van de ministeriële regeling, maar heeft in april 2006 wel een Brancherichtlijn verkeer uitgebracht. 2

Artikel 3 lid 3 sub a De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: (a) de branchespecifieke criteria waaronder met de optische en geluidssignalen mag worden gereden, ter nadere invulling van de in artikel 2 genoemde criteria; Artikel 2 van deze regeling handelt over het begrip dringende taak. Conform artikel 2a gaat het hierbij om een voor de mens levensbedreigende situatie die directe hulp van de betrokken hulpverleningsdiensten vergt. Artikel 2b heeft het over het voorkomen van een voor de mens levensbedreigende situatie of een situatie waarin ernstige schade aan gebouwen of goederen ontstaat. Artikel 2c tenslotte gaat over taken in verband met het beschermen van de openbare orde of de rechtsorde. Aangezien de brandweer geen wettelijke taken heeft in verband met het beschermen van de openbare orde of de rechtsorde, is dit artikel voor de brandweer niet relevant. Vrij vertaald betekent dit dat er voor de brandweer sprake van een dringende taak is als: een mensenleven daadwerkelijk in gevaar is; er een reële kans is dat een mensenleven gevaar loopt; als er (een reële kans is dat er) ernstige schade aan gebouwen of goederen ontstaat. Deze omschrijving van een dringende taak is niet identiek aan de omschrijving van de (repressieve) brandweertaken zoals benoemd in de Wet veiligheidsregio s (artikel 3, lid 1), namelijk: het beperken en bestrijden van brand, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Als de omschrijving van de ministeriële regeling strikt gevolgd moet worden, betekent dit dat deze taken alleen nog als dringend zijn aan te merken voor zover ze te maken hebben met levensgevaar voor mensen of schade aan gebouwen of goederen. Branden en ongevallen zijn volgens deze ministeriële regeling op zichzelf dus geen reden om met optische en geluidssignalen te rijden. De keuze om een dringende taak op deze manier te omschrijven, impliceert dat de volgende soorten branden en ongevallen niet leiden tot een dringende taak: - ongevallen waarbij wel dieren maar geen mensen zijn betrokken; - ongevallen waarbij wel persoonlijk letsel op kan treden of opgetreden is, maar waarbij dat letsel niet levensbedreigend is; - branden of ongevallen waarbij geen schade aan goederen of gebouwen ontstaat, maar bijvoorbeeld wel aan natuur of milieu. De omschrijving van een dringende taak uit deze ministeriële regeling is op te vatten als een nadere invulling van de taak die het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, noemt. Dit reglement stelt namelijk: Bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist (artikel 91). Het Reglement heeft het niet over een dringende taak, maar aangenomen mag worden dat dit wel wordt bedoeld. De Brancherichtlijn 2003 sluit grotendeels aan bij de omschrijving van een dringende taak uit de ministeriële regeling. Wel voegt de Brancherichtlijn 2003 daar aan toe 3

dat in uitzonderlijke gevallen ook het redden van dieren een dringende taak kan zijn. Verder stelt de Brancherichtlijn 2003 dat er sprake is van een dringende taak als er sprake is van gevaar voor de omgeving ; er uitgerukt moet worden naar een automatisch brandalarm; er uitgerukt moet worden naar een gebouw waar een automatische blusinstallatie in werking is getreden; er uitgerukt moet worden naar een ongeval met gevaarlijke stoffen waarbij redelijkerwijs verwacht kan worden dat een mens acuut gevaar loopt, of aanzienlijke maatschappelijke of milieuschade ontstaat. De Brancherichtlijn 2003 geeft meer mogelijkheden om te rijden met optische en geluidssignalen dan de ministeriële regeling: 1. De ministeriële regeling beperkt zich louter tot mensen, gebouwen en goederen. Het redden van dieren valt buiten deze omschrijving (tenzij dieren worden opgevat als goederen ), maar wordt wel genoemd in de Brancherichtlijn 2003 ( in uitzonderlijke gevallen ). 2. Gevaar voor de omgeving is breder dan schade aan mensen of goederen, omdat hieronder ook bijvoorbeeld schade aan natuur of milieu verstaan kan worden. Maatschappelijke schade en milieuschade worden daarnaast expliciet in de Brancherichtlijn 2003 genoemd in relatie tot ongevallen met gevaarlijke stoffen. 3. De Brancherichtlijn 2003 benoemt dat het uitrukken naar een automatisch brandalarm in principe ook met optische en geluidssignalen gebeurt. De ministeriële regeling benoemt dit niet expliciet, maar spreekt slechts van een reële kans dat.... Hoe dit geïnterpreteerd moet worden, kan onderwerp van discussie zijn. Overigens: ook de brancherichtlijn die in het kader van de medische spoedeisende hulpverlening is opgesteld (augustus 2009), kent eveneens een nadere invulling van het begrip dringende taak, die ruimer is dan wanneer strikt de letter van de ministeriële regeling gevolgd zou worden. Aspecten als (het voorkomen van) ernstige gezondheidsschade of invaliditeit worden in deze definitie ook meegenomen (terwijl de ministeriële regeling louter spreekt van levensbedreiging c.q. overlijden). Bovendien stelt deze brancherichtlijn dat het voorkomen van een ernstige verstoring van de openbare orde en veiligheid ook tot een dringende taak kan leiden. Dat is eveneens een aspect dat niet wordt benoemd in de ministeriële regeling. De (juridische) houdbaarheid van deze uitbreiding van het begrip dringende taak is voor zover bekend niet nader onderzocht. De omschrijving van dringende taak uit de Brancherichtlijn 2003 sluit wel aan bij de (historische) praktijk van veel brandweerkorpsen en bij de omschrijving van de repressieve taken uit de Wet veiligheidsregio s. Een ander aspect aan de omschrijving van het begrip dringende taak is het feit dat het niet altijd duidelijk is voor wie iets een dringende taak is. De ministeriële regeling benoemd dit niet expliciet. De stelling is verdedigbaar dat de omschrijving van een dringende taak (en de daarbij horende prioriteitstelling) geldt voor zowel de eerste (basis)eenheden (tankautospuit) als alle overige voertuigen, officieren en mensen met een (staf)functie in het kader van grootschalig optreden, zolang er maar sprake is van een dringende taak conform de gegeven omschrijving. Om gebruik te mogen 4

maken van optische en geluidssignalen, moeten de betrokken functionarissen echter wel aan een aantal voorwaarden voldoen (zie verderop). Ook het voertuig waarin zij zich verplaatsen moet aan een aantal technische specificaties voldoen. De criteria voor het rijden met eerste prioriteit in de Brancherichtlijn 2003, gaan uit van een ruimere taakopvatting dan blijkt uit de ministeriële regeling. Tegelijkertijd sluiten deze criteria wel aan bij de Wet veiligheidsregio s en bij de historisch gegroeide praktijk. Daarom is het verdedigbaar om de criteria uit de Brancherichtlijn 2003 aan te houden. Aanbevolen wordt om de (ruimere) omschrijving van een dringende taak over te nemen van de Brancherichtlijn 2003. De discussie over het rijden met prioriteit bij automatische meldingen valt buiten de reikwijdte van dit project, maar het is niet ondenkbaar dat dit op termijn leidt tot aanpassing van dit criterium. Artikel 3 lid 3 sub b De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: [...] (b) de prioritering van de meldingen en de rol die de meldkamer speelt bij het verlenen van toestemming om met de optische en geluidssignalen te mogen rijden De Brancherichtlijn 2003 behandelt het onderwerp prioritering en de rol van de meldkamer (hier alarmcentrale genoemd) daarbij als volgt: De centralist van de alarmcentrale stelt als eerste de prioriteit van de eerst uitrukkende voertuigen vast. De hoogst leidinggevende (bevelvoerder, officier van dienst) is bevoegd om deze prioriteit bij te stellen. Deze dient een bijstelling van de prioriteit altijd te melden aan de centralist van de alarmcentrale. Op het moment dat een leidinggevende (de bevelvoerder of de officier van dienst) ter plaatse van het incident aanwezig is, stelt de hoogst leidinggevende de prioriteit van de uitrukkende voertuigen vast. De Brancherichtlijn 2003 neemt als vertrekpunt dus de centralist. Deze bepaalt in eerste instantie de prioriteit van de melding. Afwijkingen van deze prioriteit dienen dus gemeld te worden aan de centralist. Dit impliceert dat er communicatie mogelijk is tussen de leidinggevende en de centralist. 5 In tegenstelling tot de ministeriële regeling, maakt de Brancherichtlijn 2003 onderscheid in drie niveaus van prioriteit: prio 1, prio 2 en prio 3, waarbij alleen voertuigen die rijden met prio 1 als voorrangsvoertuigen zijn aan te merken. Voertuigen mogen met eerste prioriteit (c.q. optische en geluidssignalen) rijden als door de centralist of leidinggevende is besloten dat het een dringende taak betreft 5 Op de technische eisen die aan een voertuig gesteld worden, wordt verderop teruggekomen. 5

(conform de eerder gegeven definitie). Voor de derde prioriteit gelden geen uitzonderingsbepalingen, maar is het voertuig een gewone wegdeelnemer. De tweede prioriteit is wat diffuser. Er is dan geen sprake van een dringende taak, maar de brandweer voert wel taken uit die in de Wet 6 genoemd zijn. Er is niet nader uitgewerkt welke taken dit precies zijn en of daar bijvoorbeeld ook brandpreventieve werkzaamheden (het voorkomen [...] van brand ) onder vallen. Er moet ook sprake zijn van een noodzaak om ter plaatse te komen, maar wat hieronder verstaan moet worden is evenmin uitgewerkt. Wanneer een voertuig met tweede prioriteit uitrukt, kan er gebruikgemaakt worden van bepaalde vrijstellingen. Welke vrijstellingen dit precies zijn, is echter ook niet uitgewerkt, behalve dat er in een voetnoot verwezen wordt naar een (niet meer vigerende) ministeriële beschikking hierover. De Brancherichtlijn 2003 beschrijft de manier van het prioriteren van meldingen (1, 2 of 3) en de rol die de meldkamer daarbij speelt. Daarmee voldoet de Brancherichtlijn 2003 aan hetgeen gesteld is in artikel 3.3b van de ministeriële regeling. Wel dient de verwijzing naar wet- en regelgeving geactualiseerd te worden. De criteria voor de tweede prioriteit en de daarbij behorende vrijstellingen zijn niet helder. Aanbevolen wordt om tot duidelijkere criteria met duidelijkere vrijstellingen te komen in een apart project. Tot die tijd kan de (geactualiseerde) tekst van de Brancherichtlijn 2003 gehandhaafd blijven. De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: [...] (c) het branchespecifieke gedrag van de bestuurder Artikel 3 lid 3 sub c Veel gedrag van een chauffeur van een brandweervoertuig wordt al genormeerd in de ministeriële regeling. Zo wordt voorgeschreven op welke wijze een rood licht genegeerd moet worden, met welke snelheid over de vluchtstrook gereden mag worden en hoeveel de maximumsnelheid overschreden mag worden in geval van een dringende taak. De Brancherichtlijn 2003 heeft over deze zaken ook zelf bepalingen opgenomen. Deze bepalingen komen overeen met datgene wat in de ministeriële regeling staat. Uitzondering is de toegestane overschrijding van de geldende maximum snelheid op een (normale) rijbaan. De ministeriële regeling staat toe dat deze maximum snelheid met maximaal 40 kilometer per uur wordt overschreden, terwijl de Brancherichtlijn 2003 spreekt over een maximale overschrijding van 20 kilometer per uur. Verder gaat de Brancherichtlijn 2003 in op: het passeren van spoorwegoverwegen en bruggen bij rood licht (ontraden); tegen het verkeer in rijden (alleen kortstondig bij niet gescheiden rijbanen of onder politiebegeleiding); 6 De Brancherichtlijn 2003 verwijst naar artikel 1 van de Brandweerwet. Dit is inmiddels artikel 3 van de Wet veiligheidsregio s geworden. 6

de duur van het gebruik van de signalen (in principe de gehele uitruk, tenzij ze geen meerwaarde hebben zoals op een snelweg); het gebruik van gele zwaai- of knipperlichten (in sommige situaties aan te bevelen). en Met betrekking tot het rijden door rood licht en het overschrijden van de maximum snelheid op rijbanen en op de vluchtstrook, verdient het aanbeveling om de ministeriële regeling leidend te laten zijn boven de Brancherichtlijn 2003. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de toegestane overschrijding van de maximum snelheid op gewone rijbanen in de ministeriële regeling aanmerkelijk hoger licht dan in de Brancherichtlijn 2003 (namelijk 40 km/uur ten opzichte van 20 km/uur). Voor grote en zware voertuigen als tankautospuiten en hoogwerkers, kan het veiliger zijn om de overschrijding van de maximumsnelheid inderdaad niet meer dan 20 km/uur te laten zijn. Vanuit dat licht verdient het aanbeveling om deze afwijking met de ministeriële regeling toch te laten bestaan. Eventueel zouden kleinere, lichtere brandweervoertuigen (zoals die van de OVD of AGS) wel de 40 km/uur-grens aan kunnen houden. Omwille van de eenduidigheid verdient het echter aanbeveling om +20 km/uur als limiet voor alle brandweervoertuigen aan te houden. Artikel 3 lid 3 sub d De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: [...] (d) de vaardigheden van de bestuurder In de Brancherichtlijn 2003 komt het woord vaardigheden niet voor. Wel wordt erin gewezen op de Arbeidsomstandighedenwet. Uit deze wet valt af te leiden dat er een wettelijke verplichting bestaat dat brandweerchauffeurs dienen te zijn toegerust voor hun taak. In de eerdergenoemde richtlijn voor de spoedeisende medische hulpverlening is de volgende zinsnede opgenomen: Bestuurders van ambulancevoertuigen en overige hulpverleners met chauffeurstaken beschikken ongeacht de urgentie van de inzet over de noodzakelijk vaardigheden en kennis om deze taken uit te kunnen voeren. Naar het voorbeeld van de richtlijn voor de spoedeisende medische hulpverlening een soortgelijke zinsnede opnemen. 7

Artikel 3 lid 3 sub e De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: [...] (e) de opleiding van de bestuurder De Brancherichtlijn 2003 bepaalt dat de brandweerchauffeur dient te zijn opgeleid als brandweerchauffeur en dat deze opleiding succesvol dient te zijn afgesloten met een examen. De bepaling over de opleiding onverkort overnemen. Artikel 3 lid 3 sub f De in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn bevat in ieder geval: [...] (f) de manier waarop de vaardigheden van de bestuurder actueel en op peil gehouden worden. Dit is in de Brancherichtlijn 2003 niet verder uitgewerkt. Opnemen dat de vaardigheden om met een brandweervoertuig te rijden periodiek geoefend worden in het (reguliere) oefenprogramma. Artikel 3 lid 4 De in artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 genoemde diensten en de in artikel 1 aangewezen hulpverleningsdiensten wijzen personen of groepen van personen aan, die daartoe ingerichte motorvoertuigen met de inwerking zijnde optische en geluidsignalen mogen besturen. 8

Deze bepalingen zijn bij artikel 3 lid 3 sub c ter sprake gekomen. Artikel 4 sub a Naast de in het derde lid genoemde eisen bevat de in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn ten aanzien van de bestuurder van het voorrangsvoertuig de volgende eisen: a) het negeren van een rood verkeerslicht gebeurt met een snelheid van maximaal 20 km per uur; b) een vluchtstrook wordt bereden met een snelheid van maximaal 20 km per uur boven de snelheid van het verkeer op de rijbaan, met een snelheid van maximaal 80 km per uur. Wanneer de snelheid van het andere verkeer lager is dan 30 km per uur, mag op de vluchtstrook maximaal 50 km per uur worden gereden; c) de rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. De politie mag hiervan in overleg met de meldkamer in uitzonderlijke gevallen afwijken. De Brancherichtlijn 2003 stelt: chauffeurs zijn individueel en per voertuig schriftelijk aangewezen door of namens de commandant van de brandweer om als chauffeur van een voorrangsvoertuig op te mogen treden. Voor de categorie personenauto s kan een algemene aanwijzing op naam plaats vinden. Hiermee is de Brancherichtlijn 2003 dus specifieker dan de ministeriële regeling voorschrijft. De gedachte die hier vermoedelijk achter zit, is dat het besturen van een tankautospuit om andere vaardigheden vraagt dan bijvoorbeeld het besturen van een hoogwerker of schuimbluswagen. Het nadeel van een dergelijke specifieke aanwijzing is dat er situaties denkbaar zijn waarin dergelijke specifieke aanwijzingen ten koste gaat van de nodige flexibiliteit. Dit kan het geval zijn wanneer regionaal of interregionaal voertuigen uitgewisseld worden of wanneer er tijdelijk op een vervangend voertuig gereden moet worden. Om voldoende flexibiliteit in te bouwen met betrekking tot de uitwisselbaarheid van voertuigen en brandweerchauffeurs, verdient het aanbeveling om niet langer chauffeurs per individueel voertuig aan te wijzen, maar per categorie voertuig. Een mogelijke categorie-indeling zou kunnen zijn: tankautospuit hoogwerker/ladderwagen overig zwaar voertuig voertuigen met aanhanger / rijbewijs E-voertuigen personenauto s / rijbewijs B-voertuigen 9

Artikel 4 sub b De in het eerste lid bedoelde personen worden aangewezen, nadat zij een speciale instructie hebben gekregen, waarin gewezen wordt op onder andere de strafrechtelijke en civielrechtelijke consequenties van het direct of indirect veroorzaken van schade of letsel tijdens de rit, het gedrag en de reactie van weggebruikers op de optische en geluidssignalen en het gewenste rijgedrag van de betrokken bestuurder. De Brancherichtlijn 2003 benoemt niet expliciet dat de aanwijzing van brandweerchauffeurs voorafgegaan wordt door een instructie. Wel heeft de Brancherichtlijn 2003 het over een opleiding waarbij aandacht moet zijn voor de in artikel 4 sub b genoemde zaken. Om de richtlijn beter aan te laten sluiten bij de ministeriële regeling, zou het woord opleiding vervangen moeten worden door instructie en zou er een duidelijker verband gelegd moeten worden tussen de aanwijzing van brandweerchauffeurs en deze instructie. Artikel 5 De signalen zijn als volgt uitgevoerd: [ ] In artikel 5 van de ministeriële regeling zijn de technische specificaties benoemd van de optische- en geluidssignalen. Deze komen als zodanig niet aan de orde in de Brancherichtlijn 2003 en zijn daarmee complementair. De Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) merkt naar aanleiding van dit artikel op, dat de technische specificaties in feite verder dienen te gaan dan artikel 5 op dit moment doet. 7 De organisatorische eisen uit de ministeriële regeling of de aanvullende richtlijn, hebben namelijk rechtstreeks invloed op de eisen die aan de uitrukkende voertuigen gesteld worden. Wanneer bijvoorbeeld bepaald wordt dat de centralist een rol speelt bij het vaststellen van de prioriteit (artikel 3b ministeriële regeling) en dat aanpassing van de prioriteit gecommuniceerd moet worden met de centralist (Brancherichtlijn), betekent dit dat de uitrukkende voertuigen over communicatieapparatuur moeten beschikken. Ook is het raadzaam om zorg te dragen voor een systeem van periodieke keuringen en onderhoud van de optische- en geluidssignalen om een goede werking van deze signalen te garanderen. En om sterker te staan bij juridische claims wanneer er zich een ongeval heeft voorgedaan bij een prio 1-uitruk, kan het raadzaam zijn de gegevens over het gebruik van de optische- en geluidssignalen te loggen ( black box ). Technische eisen aan voertuig en signalering kunnen in samenspraak met de LFR beschreven worden in een document. Dit document dient separaat vastgesteld te 7 Overleg met LFR, d.d. 14 juni 2011. 10

worden door de NVBR. Eventueel kan dit document als bijlage bij de nieuwe richtlijn gevoegd worden. Artikel 6 lid 1 Bij de volgende werkzaamheden of omstandigheden voert een voertuig, indien de kans bestaat dat het voertuig niet tijdig door andere weggebruikers wordt opgemerkt, geel zwaai-, flits- of knipperlicht: a. werkzaamheden ten behoeve van de hulpverlening op of langs de weg met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen; b. werkzaamheden ten behoeve van wegen, werken of inrichtingen op, aan, in of boven wegen, daaronder begrepen gladheidbestrijding of sneeuwruimen; c. werkzaamheden met kennelijk daartoe ingerichte motorvoertuigen voor de hulpverlening aan en het repareren of bergen en wegslepen van voertuigen; d. vervoer van ondeelbare lading voor zover het voertuigen betreft waarvoor krachtens de Regeling voertuigen ontheffing is verleend inzake de afmetingen van deze voertuigen of hun lading; e. het begeleiden van transporten waarvoor een ontheffing is verleend, voor zover die begeleiding uit de ontheffing voortvloeit en dit geschiedt met daartoe speciaal uitgeruste voertuigen; f. het begeleiden van militaire colonnes; g. het rijden met landbouw- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid, of daardoor voortbewogen aanhangwagens, die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan 2,60 meter. Deze bepalingen zijn verder niet uitgewerkt in de Brancherichtlijn 2003. Aangezien deze bepalingen al in de ministeriële regeling staan, hoeven ze niet in de brandweerrichtlijn opgenomen te worden. Artikel 6 lid 2 Met ingang van 1 maart 2014 bestaat het geel zwaai-, flits- of knipperlicht uit een set gele signaalverlichting; deze voldoet aan ECE reglement 65 en is overeenkomstig dat reglement gecertificeerd Zie de opmerkingen bij artikel 5 over de technische specificaties. 11

Artikel 7 lid 1 en 2 (1)Artikel 5 is tot 1 maart 2014 niet van toepassing op motorvoertuigen die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling zijn voorzien van blauw zwaai- of knipperlicht, geel zwaai- of knipperlicht of een twee- of drietonige hoorn overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling optische en geluidssignalen. (2)Artikel 5, eerste lid, is wat de eis betreft dat de set blauwe signaalverlichting en de secundaire set zijn gecertificeerd overeenkomstig ECE reglement 65 tot 1 september 2009 niet van toepassing op voertuigen, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling niet zijn voorzien van een set blauwe signaalverlichting en een secundaire set die aan deze eis voldoet. Het is niet noodzakelijk dit artikel apart op te nemen in een brandweerrichtlijn. Het kan eventueel wel meegenomen worden bij de uitwerking van de technische specificaties. Artikel 8 De Regeling optische en geluidssignalen en de regeling van 19 mei 2000, nr. DGP/VI/U000167, houdende erkenning van bepaalde Belgische en Duitse hulpverleningsdiensten en vrijstelling van de Regeling optische en geluidssignalen, worden ingetrokken. Ter kennisgeving. Artikel 9 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2009. Ter kennisgeving. Artikel 10 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling optische en geluidssignalen 2009. Ter kennisgeving Algemene opmerking De ministeriële regeling gaat in op tal van aspecten van het rijden met voorrangssignalen. Ook wordt gewezen op de cruciale taak van de centralist van de meldkamer bij het inschatten van of een melding noopt tot het uitrukken met eerste 12

prioriteit. De instructie, vaardigheden en opleiding van de centralist om deze taak adequaat uit te kunnen voeren, worden in deze ministeriële regeling echter niet genoemd. Desondanks verdient het aanbeveling om ook oog te hebben voor de rol en taken van de centralist en de daarbij behorende vaardigheden en opleiding. 13

Bijlage 1: Uitwerking technische specificaties Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding Optische en geluidssignalen brandweervoertuigen versie 0.2 Geldende regelgeving voor nieuwe voertuigen per 1 maart 2009 Regeling optische en geluidsignalen 2009 Ten behoeve van aantonen van geluidssignalen Meetmethode (doelgroep 1) in TNO-rapport Leverancier moet conformiteit aan de regeling vastleggen in verklaring (certificaat) incl. meetrapport (conform TNO-advies) Installatie conform richtlijn installatiebouw voertuigen (welke). Technische uitvoering: Optische installatie: Primaire verlichting (op het dak): o moet voldoen aan kleur(e65), klasse II en zichtbaarheid (20 mtr. afstand 1,50 mtr zichthoogte) o Aandachtspunt soort armatuur: alterneren links recht, voor achter toegestaan/wenselijk. (geen black-hole bij flitslicht) o Armaturen aan achterzijde voertuig om aan zichtbaarheid eis te voldoen maken deel uit van de primaire verlichting o Geen dag/nacht stand in lichtintensiteit Secundaire verlichting (grille): o kleur (E65), minimaal klasse I o gelijktijdig (links-recht) oplichten o eigen wisselfrequentie t.o.v. primaire verlichting o bij activeren van de installatie standaard mee aanschakelen (resetfunctie) o tijdens een actieve installatie aan/uit schakelbaar Koplampen: o voorkeur voor knipperende koplampen (groot-licht) o bij activeren van de installatie standaard mee aanschakelen (resetfunctie) o tijdens een actieve installatie uit schakelbaar Bediening: o Alle schakellaars moeten (verantwoord) bedienbaar zijn door de chauffeur tijdens het rijden ter rechterzijde van het stuur o Een ingeschakelde functie moet herkenbaar zijn op het bediensysteem, ook bij lichtarme omstandigheden o Optioneel kan een voetschakelaar (moment-drukschakelaar) voor versneller 14

Aukoustische installatie: o Dag/nacht stand o Versneller functie activeren met moment-schakeling (voertuig claxon bediening of voetschakelaar) o Versneller functie minimale 5 cycli Operationele schakelopties: Als de hoofdschakelaar wordt aangezet, is de basisuitgangspunt van alle verlichting 'uitgeschakeld' bij de activering van het blauw gaan standaard de koplampen en grille-flitsers mee 'aan' om het geluid aan te schakelen dient apart aangeschakeld worden. (blauw zonder geluid is mogelijk, geluid zonder blauw niet) voor de nacht-situatie moeten de knipperende koplampen uitgeschakeld kunnen worden (verplicht), alleen reset-functie na volledig uitschakelen instalatie - niet noodzakelijk inschakelbaar bij active installatie (tijdens de rit). voor nacht-situatie of file-rijden moeten de grille-flitsers uitgeschakeld kunnen worden, reset-functie na volledig uitschakelen instalatie - wenselijk inschakelbaar bij active installatie (tijdens de rit). Bij oranje licht geen combinatie met geluid, blauw, grille-flitsers op koplampen 15