Handleiding reglementen & wedstrijden Versie 1.1 (2016)
1. Inleiding 1.1 Waarom wedstrijden lopen? Of je nou al een lange tijd aan het trainen bent of dat je net begonnen bent: iedereen traint graag met een doel. Eén van die doelen kan zijn om wedstrijden te gaan lopen. Een wedstrijd laat niet alleen zien hoe goed jij en je hond kunnen lopen maar kan ook een prima meetpunt zijn om te kijken hoever je bent in een training. Wat gaat al goed en waar moet nog aan gewerkt worden. Daarbij kan het fijn zijn om ergens naartoe te trainen. En natuurlijk zijn wedstrijddagen altijd heel gezellig: je ontmoet een hoop mensen die dezelfde passie hebben als jij: hooperen! 1.2 Waarom deze gids? Veel mensen die nooit wedstrijden lopen in andere disciplines hebben geen idee hoe zo n dag eruit ziet.daar komt bij dat we vaak toch al wat meer gespannen zijn: vreemd terrein, vreemde honden, een parcours wat je pas ziet op de dag zelf en toch dat stukje hoop dat jouw hond de beste is en je met een mooie beker, medaille of rozet naar huis gaat. Dat laatste stukje spanning kunnen we niet helemaal wegnemen, dat is iets wat met ervaring komt. Maar een overzicht geven hoe een wedstrijddag eruit ziet, wat je mee kunt nemen en wat je kunt verwachten van de wedstrijd zelf kunnen we wel geven. Deze gids geeft een kort overzicht van een wedstrijddag in de breedste zin van het woord. Daarbij gaan we in op de verschillende parcoursen die je tegen kunt komen, de klassen en groepen waarin je kunt inschrijven en de belangrijkste onderdelen van het reglement voor de wedstrijdloper.
2. Inschrijven voor een wedstrijd 2.1. Wanneer ben je er klaar voor? Een veel gestelde vraag: wanneer ben je klaar voor wedstrijden? Meteen ook een vraag die wij niet voor jou kunnen beantwoorden. Het hangt namelijk van heel veel factoren af. Ten eerste: wat wil je bereiken met wedstrijden lopen? Als je echt voor de winst wil gaan dan moet je veel meer kunnen dan wanneer je gaat om te kijken of het lukt om überhaupt rond te komen. Sommige mensen kiezen er bewust voor om naar wedstrijden te gaan ondanks dat de hond er niet helemaal aan toe is om er een training van te maken. Kortom: de vraag wanneer ben je er klaar voor hangt direct samen met wat heb je voor ogen als je een wedstrijd gaat lopen. De absolute basis om een wedstrijd te kunnen lopen, kan wel samengevat worden in deze drie punten: Hond en baas moeten plezier hebben in het samen bezig zijn met hoopers De hond moet alle toestellen kennen en redelijk beheersen De hond moet los kunnen werken Als je bij alle bovenstaande punten ja kunt antwoorden en je een doel hebt maar toch twijfelt: overleg met je trainer. Die kent jullie het beste en die kan ook het beste zeggen of het realistisch is wat je wilt bereiken. 2.2. Aanvragen licentie Een licentie is een nummer dat je als combinatie (baas & hond) toegewezen krijgt. Onder dit nummer worden de uitslagen geregistreerd. Een licentie vraag je aan via Nadac Hoopers Nederland en kost 5 euro voor het aanvragen. De licentie is een jaar geldig. Wil je het volgende jaar weer wedstrijden lopen, kun je de licentie verlengen voor 2,50 euro. Als je een keer een wedstrijd wilt lopen, is een licentie niet nodig. Je mag 3 wedstrijden inschrijven als debutant. Op het wedstrijdformulier staart er dan in plaats van een licentienummer DEB. Na 3 wedstrijden moet je om deel te mogen nemen aan officiële wedstrijden een licentie aanvragen. De resultaten die je dan al behaald had als debutant worden dan overgezet op je licentienummer en blijven dus behouden. Op een licentie komt te staan: Naam en ras van de hond In welke klasse en groep je loopt (bijvoorbeeld starters 1) Naam van de handler Wil je een licentie aanvragen, gebruik dan de volgende link: www.nadac-hoopersnederland.webnode.nl/wedstrijden-nadac-hoopers-nederland/formulieren/startlicentie/
2.3. Inschrijven De knoop is doorgehakt, je weet dat je een wedstrijd wil gaan lopen. Het hoe en waar is te vinden op de website van Nadac Hoopers Nederland (http://www.nadachoopers-nederland.nl/wedstrijden-nadac-hoopers-nederland/wedstrijd-agendanederland/). Op deze pagina zijn ook de inschrijfformulieren te vinden. Kies een wedstrijd op een datum en locatie dat voor jou haalbaar is en vul het bijbehorende inschrijfformulier in. Een aantal belangrijke punten: Gegevens handler: vul dit altijd volledig in. De informatie je invult wordt niet doorgespeeld aan derden maar is voor de organisatie handig om te hebben mochten er wijzigingen zijn met betrekking tot de wedstrijd. Gegevens hond: ook als je al een licentie hebt, vul je dit volledig in (inclusief licentienummer). Deze gegevens zijn namelijk voor de organiserende vereniging van belang. Ook moet je aangeven in welke klasse je wilt lopen. Als je net begint, kan je alleen inschrijven in de starters en de novice klassen. De belangrijkste verschillen tussen deze twee zijn: Starters Hond moet minimaal 15 maanden oud zijn Je mag in de ring belonen met een speeltje, NIET met voer Vanuit de startersklasse mag je zelf kiezen om te promoveren De toestellen staan op 2-3 meter afstand van elkaar De maximale afstand tot het verste toestel vanaf het handlersvak is 5 meter Je kan niet voor titels lopen Novice Hond moet minimaal 18 maanden oud zijn Je mag in de ring NIET belonen Vanuit de novice kan je alleen promoveren via kwalificatiepunten De toestellen staan op 2-4 meter van elkaar De maximale afstand tot het verste toestel vanaf het handlersvak is 7,5 meter Je kan wel voor titels lopen Wat je ruwweg kan stellen is dat de startersklasse een klasse is voor combinaties die willen proeven aan wedstrijden of de hond meer wedstrijdklaar willen maken. De novice is echt een klasse voor combinaties die verder willen en serieus willen lopen voor kwalificatiepunten of titelpunten/titels. Nieuw in 2016 is de funklasse. De funklasse komt in plaats van de veteranen/medische verklaring groepen (3 & 4). De funklasse lopers lopen dezelfde parcoursen als de starters, alleen wordt er niet gewerkt met een SPT, kan er niet gepromoveerd worden en ook niet voor titels gelopen worden. Eenmaal gestart in de funklasse, mag je nooit meer in een reguliere klasse (starters, novice etc.) starten. In de funklasse wordt er geen onderscheid gemaakt tussen groot en klein.
Ook combinaties die geen medische verklaring hebben of waar de hond jonger is dan 7 jaar, die 9 promotiepunten hebben en die niet verder willen of kunnen in de novice, mogen naar de funklasse. Deze combinaties worden qua klassement apart gezet van de funklasse veteranen / medische verklaring groep. Samenvatting klassen Starters Voor honden vanaf 15 maanden. Afstanden beperkt (2-3m toestelafstand, max 5m vanaf handlersvak) Belonen met speeltje Promoveren mag altijd, moet bij 9 kwalificatiepunten Novice Voor honden vanaf 18 maanden Afstanden ruimer (2-4m toestelafstand, max 7.5m vanaf handlersvak) Geen speeltje mee de ring in Promoveren mag vanaf 5 kwalificatiepunten, moet bij 9 kwalificatiepunten Mogelijkheid om voor titels te lopen Fun Voor honden >7 jaar of honden met een medische verklaring Parcoursen en regels hetzelfde als bij de starters Promoveren en titels niet meer mogelijk Geen onderscheid groot / klein 2.4 Betalen Het rekeningnummer waar het geld naar overgemaakt moet worden, staat op de website. Betaling dient gelijktijdig met het opsturen van het inschrijfformulier te gebeuren. 2.5 Zit ik erbij? Een week voor de wedstrijd wordt de inschrijflijst op de website gepubliceerd. Heb je wel ingeschreven en betaald maar sta je er niet bij? Neem dan even contact op met de organiserende vereniging.
3. Voorbereiding 3.1 Wat neem je mee? In theorie heb je alleen jezelf en je hond nodig om een wedstrijd kunnen lopen. In de praktijk zal je een dagdeel of een hele dag (beetje afhankelijk van het aantal inschrijvingen) van huis zijn. Het is dus handig om aan de volgende dingen te denken: Eten en drinken: er zal meestal een kantine aanwezig zijn waar je dit kunt kopen. In de praktijk nemen veel mensen iets van thuis mee. Dit is een eigen keuze maar bedenk wel dat je iets binnen moet krijgen op zo n dag Een stoel: de grond zit als je er een hele dag op moet zitten niet heel comfortabel. Daarom nemen veel mensen een klapstoel mee. Ook ideaal als je de andere lopers wilt volgen, kan je dat in ieder geval zittend doen. Kleding: belangrijk is dat de kleding geen gevaar oplevert voor de hond en dat het lekker zit. Bekijk van te voren wat voor weer er voorspeld wordt en zorg dat je de kleding daarop aanpast. Vooral met regen is dit erg handig. Verder kan je denken over een lagensysteem : meerdere dunne lagen over elkaar zodat je zowel gekleed bent voor de frisse ochtenden als voor de warmere middagen. Goede schoenen: je hoeft dan wel niet zoveel te rennen als met agility maar goed zittende schoenen waarmee je grip hebt op de ondergrond waarop je loopt is wel belangrijk. Een rustige ligplaats voor de hond: in principe is de hond ongeveer 3x 10-15 minuten bezig (warming up, parcours lopen, cooling down). De rest van de dag is het verstandig om de hond op een rustige plek neer te kunnen leggen. Als een hond het gewend is, is een bench een goede optie. Deze kan je afsluiten waardoor de hond weinig prikkels binnen krijgt en daardoor minder vermoeid is. Ook de hond in de auto laten is een optie mits het niet te warm wordt in de auto. Als laatste kan je een grondpen en een kleedje meenemen om de hond rustig neer te kunnen leggen. Wat je ook kiest: bedenk goed wat op de dag van de wedstrijd het beste en fijnste is voor de hond. Voldoende water: zeker met warm weer maar ook als het koeler is, is het belangrijk dat de hond voldoende kan drinken. Vaak zijn er ook wel drinkensbakken op het terrein aanwezig maar voor de zekerheid is het handig om het ook zelf bij je te hebben Een tent: voor de mensen die er eentje hebben is een tent meenemen erg handig. Niet alleen staan je spullen droog als het regent, ook heb je wat meer schaduw en kan de hond wat rustiger liggen. Bij manegewedstrijden kunnen geen tenten neergezet worden.
3.2 Trainen voor een wedstrijd? Veel mensen willen de laatste week zoveel mogelijk nog doen want dan gaat het op de wedstrijd beter. Vaak werkt het niet zo. Na een week volop trainen is de hond vaak te moe om de wedstrijd te lopen. Dus zorg dat de hond voldoende is uitgerust zodat hij/zij fit aan de start kan verschijnen. 3.3 Andere handige tips Nog een aantal handige tips om mee te nemen in je voorbereiding: Vaak beginnen wedstrijden vrij vroeg en moet je er ook nog naartoe rijden. Het is dus verstandig om de spullen de avond van te voren klaar te zetten, dat scheelt ook heel erg in het vergeten van dingen. Zorgt dat de hond 2 uur voor het eerste parcours voor het laatst een maaltijd heeft gehad. Sporten met een volle maag is ook voor honden niet heel fijn. Zorg er wel altijd voor dat een hond iets gegeten heeft want ook op een lege maag sporten is niet fijn. Zoek van te voren het adres van de wedstrijdlocatie op en kijk hoe lang je erover reist. Te laat komen is voor jou maar ook voor de organisatie erg vervelend. Ga bij de vereniging waar je traint na of er nog meer mensen zijn, met zijn allen is altijd gezelliger!
4. Op de wedstrijd 4.1. Aanmelden Het secretariaat gaat meestal 1 uur voor de wedstrijd open. Meestal zit deze in de kantine of in een apart opgezette tent. Hier meldt je je aan en kan je je startnummer ophalen. Zorg dat je dit op tijd doet, dat is met name voor jezelf fijn. 4.2. De parcoursen 4.2.1. Soorten parcoursen Je hebt je aangemeld, je spullen staan en je gaat bijna het eerste parcours verkennen. Een kort overzicht wat je allemaal tegen kunt komen op een wedstrijd aan parcoursen: Vast parcours: in een vast parcours staan altijd alle toestellen (hoops, tonnen, tunnels en gates). Het is een genummerd parcours waarbij de toestellen op volgorde van nummering genomen moeten worden. Bij deze parcoursvorm gaat het erom dat je laat zien dat de hond alle toestellen beheerst die voor kunnen komen in het parcours. Het wordt vaak afgekort met VP. Het VP is één van de verplichte parcoursen en zal daarom elke wedstrijd neergezet worden. Numbered hoops: dit parcours bestaat alleen maar uit hoops die op volgorde van nummering genomen moeten worden. Bij dit parcours gaat het meer om de handling en om voldoende snelheid. De lijnen zullen daarom iets lastiger zijn. Het NP is het tweede verplichte parcours en zal daarom iedere wedstrijd neergezet worden. Voorbeeld VP/NP starters:
Voorbeeld VP Novice Voorbeeld NP Novice
Het spelparcours is het 3 e parcours wat je loopt op een dag. Het spel is een (variant op) een regulier parcours. De keurmeester is hier vrij in wat neer te zetten, wel moet het spelparcours qua afstanden altijd aan de afstanden voor de klasse waarvoor het wordt neergezet voldoen. Het spel kan dus gewoon een vast parcours of een numberedhoops zijn maar ook een parcours met vooral tonnen, tunnels of gates. Ook mag de keurmeester beslissen om een variatie te bedenken op de spelregels. Als de keurmeester hiervoor kiest, dan wordt dit van te voren in de briefing maar ook op papier aan de deelnemers meegedeeld. Op het spelparcours kan je geen kwalificatie- of titelpunten verdienen. 4.3 Parcours verkennen Voordat je het parcours met hond mag lopen, krijg je 10 minuten de tijd om het parcours te verkennen. Zo kan je van te voren alvast zien in welke volgorde de toestellen genomen moeten worden en daarop je plan qua handling maken. Let bij het verkennen op de volgende dingen: In welke volgorde moeten de toestellen genomen worden en onthoud dit ook zo goed mogelijk Aan welke kant de tonnen en gates genomen moeten worden aan deze kant hangt ook het nummertje Waar de moeilijke stukken zitten voor jouw hond, waar moet je bijv. een switch, weg of back geven? Waar moeten ze van je weg en waar moet je ze juist terughalen. Hoe je moet gaan staan / bewegen in het handlersvak Wat je wilt gaan doen met de start let op: de hond hoeft niet altijd recht voor de eerste hoop te zitten. Waar je de hond neerzet is je eigen keuze mits dit enigszins logisch is ten opzichte van het eerste toestel en de hond dit eerste toestel ook correct neemt. Als je met meerdere bekenden loopt, helpt het erg om met elkaar na te denken over wat je het beste kunt doen met bepaalde lijnen. En als je trainer mee eens, kan je ook die om hulp vragen. In principe verkennen alleen de handlers die ook daadwerkelijk lopen maar als de andere lopers het prima vinden en het niet de spuigaten uit loopt, mogen vaak ook niet-lopers meehelpen met verkennen. 4.4 Bijna aan de beurt Je hebt verkend en de wedstrijd is gestart. Zorg dat je in de gaten houdt welk nummer er aan het lopen is en meldt je op tijd bij de ring. Je moet zelf opletten of je aan de beurt bent. Ben je er niet op tijd, dan is je beurt in principe over.
Zorg dat je hond vooraf een goede warming-up gedaan heeft en dat hij uitgelaten is. Dit kan je voor of na het verkennen doen. Bij de ring kan je eventueel nog wat simpele warming-up dingen doen zodat de hond ook warm blijft. Blijf bij warmte zoveel mogelijk in de schaduw staan zodat je hond al niet oververhit is voordat hij de ring in moet. Het is handig om een halsband of tuig om te doen wat makkelijk af te doen is. De hond loopt in de ring namelijk kaal, wat betekent zonder iets om zijn nek. Ook een vlooienband moet dus af, dit kan je al van te voren doen. En verder niet teveel zenuwen. Je kan niet meer doen als je best en plezier hebben. 4.5 Het parcours lopen De ringmeester roept je nummer om en je mag de ring in. Je zet de hond voor het eerste toestel en neemt je startpositie in: In de starters en de novice hoef je niet al in het handlersvak te staan op het moment dat je hond start. Je mag de eerste 2-3 toestellen meelopen, vaak tot een bepaalde lijn. Dit wordt door de keurmeester vooraf aangegeven bij de briefing.daarna moet je wel in het handlersvak staan. Vanaf de advanced klasse zet je je hond neer en loop je naar het handlersvak. Pas als jij daar binnen bent, mag de hond starten. Als je je startpositie hebt ingenomen, fluit de keurmeester ten teken dat je mag beginnen. Na de fluit hoef je niet meteen te starten, je hebt de tijd en neem die ook. Een rommelige start betekent meestal een rommelig parcours. Tijdens het lopen hoef je alleen maar op de hond te letten, de keurmeester geeft ondertussen van alles aan. Dit kunnen fouten, weigeringen of een diskwalificatie zijn. Hieronder een (niet helemaal volledig) overzicht van wanneer je wat krijgt. Fouten Weigeringen Diskwalificatie Verplaatsen van toestel Het geheel of gedeeltelijk voorbij lopen van een toestel Bij de 3 e weigering Omgooien van een toestel 1 Het aanraken van de hond waardoor er voordeel is Het steken van een poot/snuit in de tunnel/hoop en vervolgens terugtrekken Omgooien van een toestel 1 Verlaten van het handlersvak na het nemen van het 1 e toestel
Het door de geleider opzettelijk aanraken van een toestel Gebruik van target / andere externe hulp Ruw/onbehoorlijk gedrag tegen de hond of keurmeester Het door de hond dragen van elke vorm van halsband of tuig op het moment dat de handler wil starten met het parcours Het door de hond bevuilen van de ring (plassen of poepen) Het door de hond verlaten van de ring Verkeerd volgen van het parcours (fout parcours) Overschrijden van de MPT (maximum parcours tijd) Het bij je dragen van voer en/of speeltje (m.u.v. speeltje in starters) Het door de handler staken van het parcours 1. Het is een fout als het toestel dat omgegooid wordt niet meer genomen hoeft te worden in het parcours. Het is een diskwalificatie als het toestel dat omgegooid wordt nogmaals genomen moet worden in het parcours. Als het toestel dat omgegooid wordt nogmaals genomen moet worden, wordt het spel stilgelegd.
4.6 De score en eindklassering Ieder parcours wordt door de combinatie 2x gelopen. Bij aanvang van het parcours begint iedere combinatie met 100 punten 50 punten voor ieder rondje dat je mag lopen. De puntentelling gaat als volgt: -5 punten bij een fout of weigering -50 punten bij een diskwalificatie & tijd wordt automatisch de MPT Bij overschrijding van de SPT het aantal seconden overschrijding afgerond op hele seconden aftrek Na 2x lopen heb je een score (tussen de 0 en 100) en 2 tijden. Voor de kwalificatiepunten (Q s) en titelpunten (T s) is het volgende aantal punten vereist: Q: bij 90 punten of meer T: bij 100 punten De eindklassering wordt in 2 stappen berekent: Stap 1: de combinaties worden gerangschikt op aantal punten met het hoogste aantal punten bovenaan Stap 2: binnen de combinaties die hetzelfde aantal punten hebben wordt er gekeken naar de tijd, waarbij de tijden van beide ronden bij elkaar opgeteld worden. Een snellere combinatie wordt dan boven een langzamere combinatie geplaatst Rekenvoorbeeld bepaling eindklassering, Q s en T s Vast parcours. SPT: 25 seconden. MPT: 35 seconden Combinatie A: 1 e ronde: foutloos, 10.45 seconden 2 e ronde: foutloos, 10.05 seconden Totaal: 100 punten, tijd 20.50 seconden (1Q & 1T) Combinatie B: 1 e ronde: 1 weigering, 11.87 seconden 2 e ronde: 1 fout, 10.13 seconden Totaal: 90 punten, tijd 22.00 seconden (1Q) Combinatie C: 1 e ronde: 2 fouten, 19.54 seconden 2 e ronde: foutloos, 10.06 seconden Totaal: 90 punten, tijd 29.60 seconden (1Q) Combinatie D: 1 e ronde: foutloos, 12.32 seconden 2 e ronde: foutloos, 9.78 seconden Totaal: 100 punten, tijd 22 seconden (1Q & 1T) Combinatie E: 1 e ronde: disk 2 e ronde: foutloos, 12.30 seconden Totaal: 50 punten, tijd 47.30 seconden (vervolg volgende pagina)
Combinatie F: 1 e ronde: 2 weigeringen, 1 fout, 27.80 seconden (+3 tijdfout) 2 e ronde: disk Totaal: 32 punten, tijd 62.80 seconden Combinatie G: 1 e ronde: disk 2 e ronde: disk Totaal: 0 punten, tijd 70 seconden Eindklassering: 1 e plaats: Combinatie A 2 e plaats: Combinatie D 3 e plaats: Combinatie B 4 e plaats: Combinatie C 5 e plaats: Combinatie E 6 e plaats: Combinatie F 7 e plaats: Combinatie G 4.7 Na het parcours & de wedstrijddag Een wedstrijddag bestaat dus uit 3 parcoursen waarin je in principe stap 4.3 t/m 4.5 herhaald. Na ieder parcours is het verstandig om de hond even uit te lopen. De uitslagen worden pas bekend gemaakt nadat iedereen gelopen heeft. Sommige verenigingen kunnen ervoor kiezen om de uitslagen pas aan het einde van de dag bekend te maken. Tussen de parcoursen door kan je (bij)kletsen, naar andere combinaties kijken, wat eten, even uitrusten of gaan wandelen. Blijf wel altijd opletten hoever ze zijn in de wedstrijd, dit wordt niet altijd omgeroepen. Hoe lang de hele wedstrijd duurt, hangt af van het aantal inschrijvingen. Hoe meer inschrijvingen, hoe langer de dag duurt. Houdt altijd rekening met een lange dag, dan valt het meestal mee.
5. Wie kom je allemaal tegen? Een wedstrijd loop en organiseer je niet alleen. Er zijn meerdere mensen betrokken bij de wedstrijd De keurmeester: de keurmeester ontwerpt de parcoursen en let er tijdens het lopen op dat de combinatie loopt volgens de gestelde regels. De ringmeester: de ringmeester houdt toezicht op de startvolgorde van de honden voor de start. Hij/zij roept de nummers om die zich moeten melden en houdt eventuele afmeldingen bij. Schrijver &klokker: dit zijn de mensen die aan de tafel zitten en zorgen dat alle gegevens die nodig zijn voor een uitslag (aantal fouten/weigering, diskwalificatie, de tijd) noteren. Secretariaat: hier haal je je startnummer op en meestal verwerkt het secretariaat samen met de wedstrijdleider ook de uitslagen. Voor vragen omtrent de organisatie ga je hier vaak eerst naartoe. Ook afmelden voor een volgend parcours doe je hier. Wedstrijdleider: de persoon die zorgt voor het algemene overzicht en dat alles soepel verloopt. EHBO: je hoopt het nooit maar mocht er toch wat gebeuren is er op iedere wedstrijd een bemande EHBO-post aanwezig. Niet onbelangrijk zijn natuurlijk je mededeelnemers en het publiek. Iedereen die zich op het wedstrijdterrein bevindt dient zich te houden aan de regels zoals die vermeld staan in het reglement. Dat betekent geen ruw gedrag tegenover de hond of elkaar; houdt de boel netjes, ruim je rommel op en volg de aanwijzingen van de organisatie op.
6. Promotie en titels in 2016 In 2016 gaan we voor het eerst starten met de mogelijkheid om kwalificatiepunten (Q) en titelpunten (T) te verdienen. Hoe je deze verdiend, staat uitgelegd in hoofdstuk 4.6 (score & eindklassering). Maar hoe zit het dan met promotie en titels? 6.1 Startersklasse In de startersklasse kan je alleen Q s verdienen en geen T s. Voor ieder vast parcours of numbered parcours waarop je meer dan 90 punten scoort, verdien je een Q. Bij 9 Q s moet je over naar de volgende klasse. Er zijn dan 2 mogelijkheden: Novice klasse: in deze klasse kan je verder strijden voor titels en wederom voor Q s in de novice Fun klasse: in deze klasse loop je alleen maar voor dagprijzen in een groep apart van de veteranen en honden die om medische redenen in de funklasse lopen. Merk je nou na een paar wedstrijden dat het goed gaat in de starters, dan mag je altijd tussentijds besluiten om naar de novice te promoveren (daar heb je dus niet 9 Q s voor nodig). Let wel op dat je daarna niet meer terug mag naar de starters of naar de fun klasse. Om tussentijds te promoveren, stuur dan een mailtje naar nadachoopersnederland@gmail.com zodat je licentie aangepast kan worden. Wat niet mag, is na een paar wedstrijden zonder dat de hond qua leeftijd veteraan is of zonder een medische verklaring naar de fun klasse. Als je 9 Q s hebt behaald en je wilt als starter naar de funklasse, stuur dan ook een mailtje naar nadachoopersnederland@gmail.com Voorbeeld promotie vanuit de startersklasse Combinatie A: eerste wedstrijd, loopt heel erg goed in de starters en merkt dat de hond moeilijkere parcoursen ook aan kan. Vraagt promotie aan naar de novice. Combinatie B: behaalt 9 Q s in de startersklasse en besluit om het te proberen in de novice. Promoveert automatisch naar de novice klasse. Combinatie C: behaalt 9 Q s en ziet dat de hond de langere afstanden op de novice nooit gaat redden. Vraag promotie aan naar de fun klasse. Combinatie D: behaalt 9Q s maar de hond is pas 17 maanden. Mag BM nog uitkomen in de starters en promoveert als de hond 18 maanden is automatisch naar de novice of op aanvraag naar de fun klasse. Combinatie E: behaalt 9 Q s, promoveert automatisch naar de novice maar merkt dat het niet gaat en heeft nog geen Q s behaalt in de novice. Mag alsnog naar de fun klasse. Combinatie F: is automatisch gepromoveerd naar de novice (of heeft nooit starters gelopen). Behaald 2 Q s op de novice en merkt dan dat het niet gaat. Deze combinatie zal moeten wachten tot de hond veteraan is voordat ze mee mogen doen in de funklasse.
6.2 Novice In de novice kan je lopen voor titels. De precieze eisen voor de NHN-Novice titel zijn te vinden in hoofdstuk 6 van het reglement (Titels en certificaten). Promotie van de novice naar de advanced kan op basis van Q s. Promotie vindt aan het eind van het jaar plaats. Eventueel behaalde Q s in 2016 worden meegenomen naar 2017. Mits er in 2017 een advanced klasse is, mag er tussentijds gepromoveerd worden van novice naar advanced. Om organisatorische redenen, is dit in 2016 nog niet mogelijk. De eisen voor promotie van novice naar advanced: Je MAG promoveren op het moment dat je 5 Q s hebt behaald. Promotie is dan een keuze. Let wel dat je eenmaal gepromoveerd niet meer terug mag naar de novice. Je MOET promoveren op het moment dat je 9 Q s hebt behaald. Ook in dit geval vindt promotie plaats aan het eind van 2016. 6.3 Eindwedstrijd 2016 Tevens gaan we in de novice over alle wedstrijden van 2016 een jaarklassement bijhouden. In dit klassement worden de gelopen punten van het vast parcours en het numbered parcours opgeteld. In één wedstrijd kan je dus maximaal 200 punten halen. Na de laatste wedstrijd worden de beste combinaties van 2016 uitgenodigd voor de eindwedstrijd om onderling te strijden om de titel NHN Novice Kampioen 2016. Novice combinaties die niet uitgenodigd zijn en alle starters combinaties die willen mogen zich ook inschrijven voor de eindwedstrijd. In deze wedstrijd kan er gelopen worden voor Q s en T s (novice). Echter kunnen niet uitgenodigde combinaties niet meedingen naar de titel NHN Novice Kampioen 2016"
7. Tot slot Wij hopen dat jullie nu een beter beeld hebben van hoe een wedstrijd in zijn werk gaat en wat je tegen kan komen. Deze gids is een eerste opzet. Mocht er informatie ontbreken, laat het ons dan weten. Wij kunnen dit dan eventueel toevoegen. Wij hopen jullie terug te zien op één van onze wedstrijden! Namens het team van Nadac Hoopers Nederland, Hanneke Oskam Corrie Jansen