Postbus IBAN: 8203 (088) BTW info@ofgv.nl O M G EVI N G S D I E N ST FLEVOLAND & GOOlEN VECHTSTREEK Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk Postbus 77 8320 AB URK Verzenddatum Bijlagen Kenmerk 1 8 DEC 2015 Onderwerp: Gewijzigd ondermandaat- en machtingsbesluit Geacht college, Eerder zond ik u het "Ondermandaatbesluit Afdelingshoofd Vergunningen en Expertsie en Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek (OFGV)". Inmiddels heb ik een nieuw ondermandaat- en machtingsbesluit vastgesteld en tevens het oude ondermandaatbesluit ingetrokken. In het nieuwe besluit is een aantal bevoegdheden ten behoeve van de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving door de OFGV niet langer ondergemandateerd aan de afdelingshoofden, maar aan de teamleiders. Ik verzoek u dit besluit op de gebruikelijke wijze kenbaar te maken en ons hierover te informeren. Voor de volledigheid sluit ik uw besluit met bijbehorende bijlage bij. Hoogachtend,. s. P.M.R. Schuurmans Directeur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Bijlagen: - Ondertekend ondermandaat- en machtigingsbesluit; - Mandaatbesluit met bijlage Botter 14-15 2341 Bank Nederlandse Gemeenten 28.51.56.152 AH Lelystad 6333 000 NL62BNGH0285156152 www.ofgv.nl nr.: NL.85.17.98.615.B01 KvK: 55.64.18.57
De directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV), Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk van 22 maart 2013, Besluit vast te stellen het navolgende ondermandaat- en machtigingsbesluit: Artikel 1 (Mandaat en Ondermandaat) 1. De directeur verleent aan de teamleider Vergunningen, de teamleider Expertise, de teamleider Noord, de teamleider Zuid en de teamleider Bodem/Water/Natuur ondermandaat om, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk, de in het tweede lid van artikel 2 van het mandaatbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk van 22 maart 2013 genoemde bevoegdheden uit te oefenen, voor zover de uitvoering binnen de werkzaamheden van hun taakveld valt; 2. De bevoegdheden waarop het ondermandaat betrekking heeft, zijn ingedeeld naar categorie en voorzien van mandaatnummer, vermeld in de bij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk van 22 maart 2013 behorende bijlage, waarin ook de randvoorwaarden zijn opgenomen; 3. Het in het eerste lid verleende ondermandaat omvat zowel de bevoegdheid om besluiten te nemen, als de bevoegdheden om deze besluiten voor te bereiden en uit te voeren en met de voorbereiding en uitvoering samenhangende correspondentie te ondertekenen; 4. In afwijking van lid 1 wordt geen ondermandaat verleend voor categorie A1 tot en met A3 en C2 tot en met C7 van de bijlage behorend bij het Mandaatbesluit van 22 maart 2013; 5. De teamleiders genoemd in lid 1 nemen bij de aan hen in ondermandaat verleende bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 (Machtiging) 1. De directeur machtigt de teamleider Vergunningen, de teamleider Expertise, de teamleider Noord, de teamleider Zuid en de teamleider Bodem/Water/Natuur om namens en onder verantwoordelijkheid van de directeur feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtshandeling zijn; 2. Tot de handelingen als bedoeld in het eerste lid behoren in ieder geval het doorzenden van correspondentie, het versturen van ontvangstbevestigingen, het verstrekken van inlichtingen anders dan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, het aanvragen van informatie bij bedrijven en andere overheden anders dan uit hoofde van de uitoefening van een wettelijke taak of bevoegdheid, het versturen van uitnodigingen en het opschorten van beslistermijnen; 3. De teamleiders genoemd in lid 1 houden zich bij de uitoefening van de aan hen in ondermandaat toebedeelde bevoegdheden aan de relevante regelgeving, de door de gemeenteraad van de gemeente Urk vastgestelde kaders alsmede het door het
college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk vastgestelde beleid. Artikel 3 (Wijze van ondertekening bij beslissingsmandaat) Een krachtens beslissingsmandaat genomen besluit dient te worden ondertekend als volgt: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk, Namens deze de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV), Namens deze, [handtekening teamleider] [Naam en functie] Artikel 4 (Slotbepaling) 1. Dit besluit vervangt het besluit "Ondermandaatbesluit Afdelingshoofd Vergunningen en Expertise en Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV)" van 31 oktober 2013; 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking; 3. Dit besluit kan worden aangehaald als "Ondermandaatbesluit Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek 2015". Lelystad, 17 december 2015, De directeur van de Om gsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) r. drs. P.M.R. Schuurmans Aldus, gelet op het bepaalde in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht mee ingestemd door: De teamleider Vergun in en..p. Bouwhuis en
De teamleider Expertise drs. M.T. van den Berg en De teamleider Noord drsaí19. O.B. Deems en De tea leider uid M.J.C.M. R len en De teamleider Bodem/Water/Natuur drs. P am
MANDAAT/MACHTIGINGENBESLUlT OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOl EN VECHTSTREEK Burgemeester en wethouders van Urk gelet op: afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht; 2o13.onee7 de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid bestuur, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Woningwet, de Wet milieubeheer,de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Waterwet, de Gemeentewet, de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen, de A gemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Urk, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en fadnawet voor zover het gaat om toezicht en handhaving; de bij bovengenoemde wetten behorende Amvb's, circulaires en regelingen; artikel 4, vierde lid van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; de instemming van de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, op grond van artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, BESLUITEN: Vast te stellen het Mandaat/machtigingen besluit Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek 2013. Artikel 1. Begripsbepalingen in dit besluit wordt verstaan onder: a. mandaat: de bevoegdheid om in naam van Burgemeester en Wethouders besluiten te nemen; b1. Gedeputeerde Staten: het College van gedeputeerde staten van Flevoland; b2. Burgemeester en wethouders: het College van Urk; c1. Provinciale Staten: provinciale staten van Flevoland; c2. De Gemeenteraad: De Gemeenteraad van Urk; d. OFGV: Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek;.. e. directeur: de directeur van de OFGV bedoeld in artikel 20, derde lid van de Gemeenschappelijke Regeling OFGV; f. machtiging: de bevoegdheid om namens Burgemeester en Wethouders handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn; g. portefeuillehouder: het lid van het College dat zich bezighoudt met vergunningverlening, toezicht en handhaving; h. BRZO: Besluit risico's zware ongevallen; i. IPPC: Integrated Pollution Prevention and Control; j. VFL: Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland 2012. Artikel 2. Mandaatverlening 1. Burgemeester en wethouders verlenen aan de directeur mandaat om namens hen de in het tweede lid genoemde bevoegdheden uit te oefenen voor zover het taken betreft welke aan de OFGV zijn overgedragen. 2. De bevoegdheden waarop het mandaat betrekking heeft, zijn - ingedeeld naar categorie en voorzien van een mandaatnummer - vermeld in de bij dit besluit behorende bijlage, waarin ook de in acht te nemen randvoorwaarden zijn opgenomen. 3. Het in het eerste lid verleende mandaat omvat zowel de bevoegdheid om besluiten te nemen, als de bevoegdheid om deze besluiten voor te bereiden en uit te voeren en de met de voorbereiding en uitvoering samenhangende correspondentie te ondertekenen. 4. De directeur neemt bij de aan hem in mandaat verleende bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van burgemeester en wethouders in acht, als bedoeld in artikel 10.6 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.
2 Artikel 3. Vertegenwoordiging in rechte Burgemeester en wethouders machtigen de directeur om in voorkomende gevallen, voor zover het de in artikel 2, eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, medewerkers van de OFGV die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, aan te wijzen om burgemeester en wethouders in rechte te vertegenwoordigen. Artikel 4. Machtiging 1. Burgemeester en wethouders machtigen de directeur om namens en onder verantwoordelijkheid van hen feitelijke handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtshandelingen zijn. 2. Tot de handelingen als bedoeld in het eerste lid behoren in ieder geval het doorzenden van correspondentie, het versturen van ontvangstbevestigingen, het verstrekken van inlichtingen anders dan op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, het aanvragen van informatie bij bedrijven en andere overheden anders dan uit hoofde van de uitoefening van een wettelijke taak of bevoegdheid; het versturen van uitnodigingen voor bijeenkomsten en het opschorten van beslistermijnen. 3. De directeur kan medewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid vallen machtigen om de in de vorige leden genoemde handelingen te verrichten. Wanneer de directeur hiertoe besluit, stuurt hij een afschrift van zijn besluit aan burgemeester en wethouders. Dit besluit wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Artikel 5. Voorwaarden mandaat en machtiging 1. De directeur houdt zich bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden aan de relevante wet- en regelgeving, de door de gemeenteraad vastgestelde kaders alsmede het door burgemeester en wethouders vastgestelde beleid. 2. Burgemeester en wethouders zorgen ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid, kan beschikken. 3. Burgemeester en wethouders treden bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur over uitvoeringsaspecten. Artikel 6. Informatiepticht 1. De directeur informeert burgemeester en wethouders indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentle kan hebben dat de gemeente en/of burgemeester en wethouders aansprakelijk worden gesteld of anderszins aangesproken worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur tijdig alle benodigde informatie aan burgemeester en wethouders en voert hij overleg met burgemeester en wethouders. De directeur gaat pas over tot uitoefening van de bewuste bevoegdheid, mits burgemeester en wethouders daarvoor toestemming hebben gegeven. 2. De directeur en de portefeuillehouder overleggen regelmatig over de planning, de aantallen,de kwaliteit en de tijdigheid van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directeur. 3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing op de aan de directeur verleende machtiging. 4. Burgemeester en wethouders laten zich bij het in het eerste lid bedoelde overleg vertegenwoordigen door de portefeuillehouder. Artikel 7. Ondermandaat 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, in ondermandaat opdragen aan medewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, tenzij dat met zoveel woorden ten aanzien van een concreet mandaat in de bijlage die behoort bij dit mandaatbesluit, uitdrukkelijk is uitgesloten. Verder ondermandaat is niet geoorloofd. 2. De directeur is verplicht om het in het eerste ild genoemde ondermandaatbesluit toe te sturen aan burgemeester en wethouders. Het ondermandaatbesluit wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. 3. De artikelen 2, 5, 6 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.
3 Artikel 8. Ondertekening Uit de ondertekening van de in mandaat danwel ondermandaat genomen besluiten moet blijken dat het namens burgemeester en wethouders is genomen. Artikel 9. Vervanging in geval van afwezigheid van de directeur, kan het mandaat c.q. de machtiging worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger. De vervanging is van overeenkomstige toepassing op het ondermandaat en het in artikel 4, derde lid genoemde besluit. Artikel 10. Verantwoording aan Gedeputeerde Staten/Burgemeester en Wethouders De directeur brengt per kwartaal schriftelijk verslag uit aan burgemeester en wethouders over het door hem uitgeoefende mandaat c.q. machtiging en het door hem verleende ondermandaat, waarbij aandacht wordt besteed aan aantallen, (financiële) risico's en rechtmatigheid. Ten aanzien van opgelegde sanctiebeschikkingen wordt kort omschreven de soort overtreding en de hoogte van de opgelegde dwangsom(men). Artikel 11. Evaluatie Dit besluit wordt een jaar na inwerkingtreding geëvalueerd. Artikel 12. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Artikel 13. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Manda m tigings luit gemeente Urk aan de OFGV Urk, 2 2 M I 2( Burgemees we houders van Urk, secr ris, burgem, door; - gelet o het repaalde in 'kel 10:4, rste lid van de Algemene wet bestuursrecht mee ingestemd de directeur van de dfgv,
4 BlJLAGE BEHORENDE BlJ MANDAAT/MACHTIGINGENBESLUIT OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK 2013 De in de bijlage genoemde bevoegdheden hebben betrekking op de in de aanhof bij het mandaat/machtigingenbesluit genoemde wetten en daarbij behorende regelingen, Amvb's en circulaires, te weten: - de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid bestuur, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Waterwet, de gemeentewet, de Woningwet, de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Urk; - de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet voor zover het gaat om toezicht en handhaving; - de bij bovengenoemde wetten behorende circulaires en regelingen. CATEGORIE A. ALGEMEEN Nummer Bevoegdheden voorwaarden bevoegdheid A 1 Vaststellen van verweerschriften en het voeren van correspondentie in het kader van bezwaarprocedures bij de provincie/gemeente en beroepsprocedures bij rechtbank, Raad van State A 2! Instellen van bezwaar en beroep Na overleg met burgemeester en wethouders door de gemeente en voeren rechtsgedingen waarbij de gemeente optreedt als elsende A 3 partij Nemen van besluiten op bezwaar Conform advies van de Commissie inhoudende ongegrondverklaring of bezwaarschriften van de gemeente Urk A 4 A 5 niet-ontvankelijkheidverklaring Digitaal aanleveren aan het kadaster van besluiten waaruit publiekrechtelijke beperkingen in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen voortvloeien Aanwijzen ambtenaren belast met het onttrekken van persoonsgegevens uit de basisregistratie personen zoals die zijn opgenomen in de Gemeentelijke basisadministratie A 6 Het beslissen op verzoeken om Algemeen mandaat informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur Grondslag: Wet openbaarheid van bestuur aangaande het werkterrein van het A 7 samenwerkingsverband raadplegen van registers A 8 (algemene registers en justitieel documentatieregisters) Het geven van wettelijke en Grondslag: diverse wetten vrijwillige adviezen, inspraakreacties en/of commentaar op beleidsplannen, regelgeving van en vergunningverlening door andere overheden of externe partijen.
5 CATEGORIE B VERGUNNINGEN/ONTHEFFINGEN, Nummer Bevoegdheden Voorwaarden bevoegdheid B 1 Procedurele correspondentie Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het sturen van een ontvangstbevestiging van een aanvraag, besluit om aanvraag niet in behandeling te nemen omdat aanvraag onvolledig Is, verzoek om aanvulling van de aanvraag, opschorten/verlengen van de beslistermijn op de aanvraag,vaststellen ontwerpbesluit en inwinnen en beoordelen van advies over de aanvraag (ziet ook op Bibobadvies) en inwinnen van zienswijzen n.a.v. ontwerpbesluit B 2 Beslissen op aanvragen om (het Met uitzondering van ontheffingen: wijzigen van een) ontheffing. - in het kader van de Flora- en faunawet; op grond van hoofdstuk 5 VFL 2012; - op grond van hoofdstuk 7 VFL 2012, die niet B 3 Beslissen op aanvragen om (het opgaan in de omgevingsvergunning. Met uitzondering van vergunningverlening in het B 4 wijzigen van) een vergunning Het afdoen van aanvragen om een kader van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998; Met uitzondering van het weigeren van een vergunning op grond van de Wet Bibob Grondslag: WABO en Bouwbesluit enkelvoudige omgevingsvergunning o.g.v. art 2.1 lid 1, sub d en e B 5 Besluit tot het ambtshalve wijzigen Met uitzondering van vergunningverlening in het van een vergunning/ontheffing. kader van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998; Met uitzondering van ontheffingen: - in het kader van de Flora- en faunawet; - op grond van hoofdstuk 5 VFL 2012; - op grond van hoofdstuk 7 VFL 2012, die niet opgaan in de omgevingsvergunning. B 5 Het nemen van Grondslag: artikelen 3.9, lid 2 en 3.12, lid 8 verlengingsbesluiten voor de WABO enkelvoudige aanvragen om een omgevingsvergunning o.g.v. artikel 2.1 lid 1, sub d en e B 6 Het afdoen van meldingen op Grondslag: Artikel 8.40 Wm en BARIM grond van artikel 8:40 Wm en het BARIM B 7 Het afdoen van aanvragen om Grondslag:WABO ontheffing op grond van artikel 3 Milieuregelgeving van het Lozingenbesluit Bouwbesluit B 8 bodembescherming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verstrekken van wettelijk advies aan BenW B 9 In het kader van de Wet algemene Uitgezonderd Flora- en faunawet/ bepalingen omgevingsrecht Natuurbeschermingswet 1998. beslissen omtrent het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen aan BenW
6 B 10 Intrekken ontheffing/vergunning op Met uitzondering van vergunningverlening in het verzoek houder kader van artikel 19d van de ontheffing/vergunning Natuurbeschermingswet 1998; Met uitzondering van ontheffingen: - in het kader van de Fiora- en faunawet; - op grond van hoofdstuk 5 VFL 2012; - op grond van hoofdstuk 7 VFL 2012, die niet B 11 Ambtshalve intrekken van een opgaan in de omgevingsvergunning. Met uitzondering van het intrekken van een vergunning op grond van de Wet Bibob. Met uitzondering van vergunningverlening in het ontheffing/vergunning kader van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998; Met uitzondering van ontheffingen: in het kader van de Flora- en faunawet; op grond van hoofdstuk 5 VFL 2012; - op grond van hoofdstuk 7 VFL 2012, die niet opgaan in de omgevingsvergunning. Met uitzondering van het intrekken van een vergunning op grond van de Wet Bibob B 12 Beslissen naar aanleiding van meldingen op grond van het Besluit Uniforme Saneringen B 13 Het afdoen van meldingen op Grondslag:Artikelen 32 en 42 Besluit grond van het Besluit bodemkwaliteit bodemkwaliteit B 14 Beslissen op aanvragen om ontbrandingstoestemming voor het ontbranden van professioneel vuurwerk tijdens vuurwerkevenementen
7 CATEGORIE C TOEZlCHT/HANDHAVING Nummer Bevoegdheden Voorwaarden bevoegdheid C 1 C 2 C 3 C 4 Procedurele correspondentie Besluit tot het uitoefenen van bestuursdwang Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom/ bestuursdwang Besluit tot beëindiging van een dwangsomprocedure/bestuursdwang C 5 Het nemen van een besluit op een Grondslag: artikelen 5:22 en 5:23 Algemene wet aanvraag om handhaving (positief bestuursrecht, WABO, Bouwbesluit en dan wel negatief) milieuregelgeving C 6 Het in rekening brengen van Grondslag :Algemene Wet bestuursrecht verbeurde dwangsommen B en W ontvangen een afschrift t.b.v. de invordering Het uitgeven en tekenen van Grondslag: artikel 5:12 Algemene wet C 7 legitimatiebewijzen voor bestuursrecht toezichthouders voor de gemeente Urk
8 CATEGORlE D OVERIG Nummer Bevoegdheden Voorwaarden bevoegdheid D 1 D 2 D 3 D 4 D 5 Procedurele correspondentie Vaststellen hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder. Beslissen krachtens artikel 7.8b lid 1 Wet milieubeheer omtrent de vraag of een milieueffectrapportage moet worden opgemaakt Goedkeuren (nazorg)plannen Kennisname bereikt seneringsresultaat en besluit instemming nazorgplan als bedoeld in de Wet bodembescherming. D 6 Het laten uitvoeren van Grondslag: Wet milieubeheer geluidsmetingen o.g,v. de Wm en Algemene plaatselijke verordening de Algemene plaatselijke D 7 D 8 D9 verordening Het afdoen van klachten, niet zijnde klachten als bedoeld in hoofdstuk g van de Algemene Wet bestuursrecht, die het werkveld van het samenwerkingsverband betreffen n.v.t opvoeren en bijhouden van RRGS (Risico Register Gevaartijke Stoffen) Grondslag:diverse wetten, o.a. WABO, bouwbesluit en milieuregelgeving