EUROPEES PARLEMENT C7-0051/2010. Standpunt van de Raad in eerste lezing. Zittingsdocument 2009/0026(COD) 11/03/2010

Vergelijkbare documenten
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

5307/10 VP/mm DG H 2 B

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 februari 2009 (24.02) (OR. en) 6700/09 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2009/0027 (COD) ASILE 5 CODEC 212

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

18475/11 las/gra/fb 1 DG H 2A

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

8194/18 JVS/sht DGC 2A. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 8194/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0102 (NLE)

14957/15 ADD 1 nuf/van/hw 1 DGD 1C

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2014 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

5933/4/15 REV 4 ADD 1 LAS/mt 1 DPG

VOORLOPIGE AGENDA Vergadering: 2309e vergadering van het COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel)

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

MOTIVERING VAN DE RAAD

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2013 (07.06) (OR. en) 14654/2/12 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0244 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 516 definitief

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC 9703/1/10 REV 1

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

15605/12 ADD 1 rts/pau/dm 1 DG D 1B

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en)

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

12513/17 ADD 1 1 DPG

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 februari 2013 (20.02) (OR en) 5826/13. Interinstitutioneel dossier: 2012/0284 (NLE) TRANS 30

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 mei 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

14708/16 eer/pau/sl 1 DGD 1B

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

13036/3/11 REV 3 ADD 1 gra/gra/rb 1 DQPG

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

5130/3/15 REV 3 ADD 1 sm 1 DPG

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 oktober 2015 (OR. en)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009 Zittingsdocument 2014 C7-0051/2010 2009/0026(COD) 11/03/2010 Standpunt van de Raad in eerste lezing Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft Doc. 16627/1/2009 COM(2010)0079

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 februari 2010 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0026 (COD) 16627/1/09 REV 1 ASILE 95 CADREFIN 72 CODEC 1368 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft - Vastgesteld door de Raad op 25 februari 2010 16627/1/09 REV 1 JVS/mm DG H 1 B

BESLUIT Nr. /2010/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 78, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 1, 1 Standpunt van het Europees Parlement van 7 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), standpunt van de Raad in eerste lezing van (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 1 DG H 1 B

Overwegende hetgeen volgt: (1) Het beleid van de Unie betreffende het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) heeft, zoals vastgesteld in het Haags Programma, als doel een gemeenschappelijke asielruimte tot stand te brengen door de ontwikkeling van een doeltreffende geharmoniseerde procedure op basis van de waarden en de humanitaire traditie van de Europese Unie. (2) De afgelopen jaren is er dankzij de invoering van gemeenschappelijke minimumnormen veel vooruitgang geboekt bij de invoering van het CEAS. Er blijven echter grote verschillen tussen lidstaten bestaan op het gebied van het verlenen van internationale bescherming en van de vormen die deze bescherming aanneemt. (3) De Commissie heeft in juni 2008 haar asielbeleidsplan goedgekeurd en daarin aangekondigd dat zij het CEAS verder wil ontwikkelen door wijzigingen in de bestaande regelgeving voor te stellen met het oog op verdere harmonisatie van de geldende normen, en de steun voor de praktische samenwerking tussen de lidstaten beter te ondersteunen, met name door een wetgevingsvoorstel tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (het ondersteuningsbureau), ter verbetering van de coördinatie van de operationele samenwerking tussen lidstaten om de gemeenschappelijke regels doeltreffend ten uitvoer te leggen. 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 2 DG H 1 B

(4) De Europese Raad heeft in het in september 2008 goedgekeurde Europees pact inzake immigratie en asiel er plechtig aan herinnerd dat iedere vervolgde vreemdeling het recht heeft op het grondgebied van de Europese Unie hulp en bescherming te krijgen op grond van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967, en andere gerelateerde verdragen. Voorts werd uitdrukkelijk overeengekomen dat in 2009 een Europees ondersteuningsbureau zou worden opgericht. (5) De praktische samenwerking op het gebied van asiel heeft als doel de lidstaten hun beleidsvorming op dat gebied beter te laten stroomlijnen en de kwaliteit ervan beter te garanderen binnen een Europese wetgevingskader. De afgelopen jaren zijn al een heel aantal maatregelen voor praktische samenwerking ontplooid, met name de vaststelling van een gemeenschappelijke aanpak voor de informatie over landen van herkomst en de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielcurriculum.om deze maatregelen voor samenwerking te versterken en te ontwikkelen, is het noodzakelijk het ondersteuningsbureau op te zetten. (6) Om de acties ter ondersteuning van de praktische samenwerking op het gebied van asiel te vereenvoudigen, en voor zover het ondersteuningsbureau belast dient te worden met sommige taken die momenteel gefinancierd worden uit het Europees Vluchtelingenfonds, is het noodzakelijk dat de verantwoordelijkheid voor sommige communautaire acties in de zin van artikel 4 van Beschikking nr. 573/2007/EG 1 wordt overgedragen van het Europees Vluchtelingenfonds aan het ondersteuningsbureau, teneinde de praktische samenwerking op het gebied van asiel optimaal te waarborgen. 1 PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1. 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 3 DG H 1 B

(7) Gelet op de inperking van het aantal communautaire acties, dient het in Beschikking nr. 573/2007/EG bedoelde maximum van de hiervoor beschikbare middelen van 10% van de voor het Fonds beschikbare middelen tot 4% worden verlaagd. (8) De financiële middelen voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG moeten worden verminderd, zodat financiële middelen beschikbaar worden voor de financiering van het ondersteuningsbureau. (9) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hebben, overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kennis gegeven van hun wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze beschikking. (10) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, dat derhalve niet bindend voor, noch van toepassing is op Denemarken, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 4 DG H 1 B

Artikel 1 Beschikking nr. 573/2007/EG wordt als volgt gewijzigd: 1) in artikel 4: a) wordt in lid 1 het cijfer "10%" vervangen door het cijfer "4%"; b) worden in lid 2 de punten a) en f) geschrapt; 2) in artikel 12 wordt lid 1 vervangen door: "1. De financiële middelen voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013 belopen 614 miljoen EUR.". Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 5 DG H 1 B

Artikel 3 Dit besluit is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen. Artikel 4 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Voor het Europees Parlement De voorzitter Voor de Raad De voorzitter 16627/1/09 REV 1 JVS/mm 6 DG H 1 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 februari 2010 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0026 (COD) 16627/1/09 REV 1 ADD 1 ASILE 95 CADREFIN 72 CODEC 1368 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Standpunt van de Raad in eerste lezing van 25 februari 2010 met het oog op de vaststelling van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft = Motivering van de Raad MOTIVERING VAN DE RAAD 16627/1/09 REV 1 ADD 1 van/jel/sv 1 DG H 1B

I. IEIDING Op 18 februari 2009 heeft de Commissie het voorstel tot wijziging van de beschikking over het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) 1 ingediend, dat samengaat met het voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) 2. Op 7 mei 2009 heeft het Europees Parlement advies in eerste lezing uitgebracht over respectievelijk de EVF-beschikking, zonder amendementen 3 en de EASO-verordening, met 40 amendementen op het Commissievoorstel 4. Op 25 februari 2010 heeft de Raad zijn standpunt in eerste lezing over beide voorstellen vastgesteld overeenkomstig artikel 294 van het Verdrag. Tijdens zijn zitting van 5-7 oktober 2009 heeft het Comité van de Regio's een advies over het toekomstige gemeenschappelijk Europees asielstelsel II 5, met diverse aanbevelingen inzake de EASO-verordening, aangenomen. II. DOEL VAN HET VOORSTEL De EVF-beschikking wordt gewijzigd om rekening te houden met de veranderingen ten gevolge van de oprichting van het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken en, met name, om dit bureau in staat te stellen verantwoordelijkheid te nemen voor bepaalde activiteiten die tot dusver door het vluchtelingenfonds werden gefinancierd. Met het Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken wordt beoogd de uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren, de praktische samenwerking tussen de lidstaten in asielzaken te versterken en operationele steun te verlenen en/of te coördineren ten behoeve van lidstaten waarvan de nationale asielstelsels onder specifieke en onevenredige druk staan. 1 2 3 4 5 Doc. 6702/09 ASILE 6 CADREFIN 7 CODEC 213. Doc. 6700/09 ASILE 5 CODEC 212 + ADD 1, 2. T6-0375/2009, 07.05.2009. T6-0379/2009, 07.05.2009. CdR 90/2009 def. 16627/1/09 REV 1 ADD 1 van/jel/sv 2 DG H 1B

III. ANALYSE VAN HET STANDPUNT VAN DE RAAD IN EERSTE LEZING Algemeen De onderhandelingen vonden plaats in een beleidskader dat is gecreëerd door het Haags programma, waarin de doelstellingen en de instrumenten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken voor de periode 2005-2010 zijn vervat. De Europese Raad heeft zich ertoe geëngageerd het gemeenschappelijk Europees asielstelsel verder te ontwikkelen door het wetgevingskader te wijzigen en de praktische en constructieve samenwerking te versterken, onder meer door de oprichting van een Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken. Nadien is de Europese Raad in het Europees pact inzake immigratie en asiel van oktober 2008 overeengekomen in 2009 een dergelijk bureau op te zetten. Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland kennis gegeven van hun wens deel te nemen aan de aanneming en de toepassing van deze beschikking. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van de EVF-beschikking, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken. Conform de bepalingen van de gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de medebeslissingsprocedure 1 zijn er tussen vertegenwoordigers van de Raad, het Parlement en de Commissie contacten geweest om in het stadium van het standpunt van de Raad in eerste lezing tot een akkoord te komen. Die contacten hebben tot een akkoord geleid over de tekst van de EASO-verordening en van de EVF-beschikking. 1 PB C 148 van 28.5.1999, blz. 1. 16627/1/09 REV 1 ADD 1 van/jel/sv 3 DG H 1B

IV. CONCLUSIE Het standpunt van de Raad in eerste lezing geeft het compromis weer dat is bereikt tijdens de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement, welke door de Commissie werden gefaciliteerd. Het Coreper heeft dit compromis op 20 november 2009 bekrachtigd door middel van een politiek akkoord over de EVF-beschikking en de EASO-verordening. De voorzitter van de Commissie LIBE van het Europees Parlement heeft inmiddels in een brief aan de voorzitter van het Coreper meegedeeld dat, indien de compromisteksten als standpunten van de Raad in eerste lezing naar het Parlement worden gezonden, hij de leden van de Commissie LIBE, en vervolgens de plenaire vergadering, zal aanbevelen de standpunten van de Raad in de tweede lezing van het Parlement zonder amendementen aan te nemen, na toetsing door de juristen/vertalers van beide instellingen. Zodra de EVF-beschikking en de EASO-verordening zijn vastgesteld, kan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, dat van cruciaal belang zal zijn voor de verdere versterking van de praktische samenwerking op asielgebied, spoedig worden opgericht. 16627/1/09 REV 1 ADD 1 van/jel/sv 4 DG H 1B

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2010 COM(2010)79 definitief 2009/0027 (COD) 2009/0026 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betreffende het standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft

2009/0027 (COD) 2009/0026 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betreffende het standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en een voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft 1. CHRONOLOGISCH OVERZICHT Toezending van het voorstel voor een verordening tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2009)66 definitief 2009/0027(COD): Toezending van het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft, aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2009)67-2009/0026(COD): Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 19 februari 2009 18 februari 2009 n.v.t. Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 7 mei 2009 Indiening van het gewijzigde voorstel: n.v.t. Goedkeuring van het standpunt van de Raad: 25 februari 2010 2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE Het voorstel voor een verordening betreffende de oprichting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en het voorstel tot wijziging van de beschikking tot oprichting van het EVF 2008-2013 maken deel uit van de initiatieven van de Europese Unie om een algemeen asielbeleid te ontwikkelen. Met deze voorstellen, die een onderdeel vormen van de activiteiten die zijn aangekondigd in het door de Commissie in juni 2008 goedgekeurde asielbeleidsplan, wordt gevolg gegeven aan de verzoeken van de Raad en de Europese Raad om een ondersteunende structuur op het gebied van asiel op te zetten. De 2

Commissie stelt voor een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken op te richten, met als opdracht de praktische samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van asiel te vergemakkelijken en te versterken en bij te dragen tot de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk asielstelsel. Het bureau wordt een regelgevend agentschap en een orgaan in de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement. Het wordt gefinancierd uit een begrotingsonderdeel van de algemene begroting van de Europese Unie. Om het gebruik van de beschikbare middelen te vereenvoudigen en om ervoor te zorgen dat de praktische samenwerking op het gebied van asiel zo goed mogelijk wordt gefinancierd, wordt een deel van de thans aan het EVF toegewezen begrotingsmiddelen aan het bureau overgedragen, aangezien het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken zal worden belast met bepaalde taken die thans uit hoofde van het EVF worden gefinancierd. 3. OPMERKINGEN OVER HET STANDPUNT VAN DE RAAD 3.1 Algemene opmerking over het standpunt van de Raad De tekst van het standpunt strookt in essentie en grotendeels met de voorstellen van de Commissie en kan daarom ten volle worden ondersteund. 3.2 Overeenstemming in het stadium van het standpunt van de Raad Het standpunt van de Raad is het resultaat van intensieve interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel van de Commissie van 18 februari 2009, alsook van de aanneming van het advies van het Europees Parlement in eerste lezing op 6 mei 2009. Tijdens informele en technische vergaderingen is voor een aantal onopgeloste problemen een compromis gevonden. Op het voorstel betreffende de financiering van het bureau is geen enkel amendement gekomen, noch van het Europees Parlement, noch van de Raad. Op basis van de onderhandelingen is in het Coreper op 11 november 2009 overeenstemming bereikt over de tekst. Op 16 november heeft de voorzitter van de LIBE-commissie, de heer Juan Fernando López Aguilar, het voorzitterschap schriftelijk laten weten dat de rapporteurs en de rapporteurs voor advies instemden met de door het Coreper goedgekeurde tekst en met de daaraan gehechte interinstitutionele verklaring, waarbij hij aangaf dat hij, als deze teksten formeel bij het Europees Parlement zouden worden ingediend als standpunt van de Raad, de LIBE-commissie en vervolgens de plenaire vergadering zou aanbevelen de teksten ongewijzigd goed te keuren. Op basis hiervan heeft het Coreper een politiek akkoord bereikt op 20 november 2009. Hieronder wordt ingegaan op de voornaamste onderhandelingspunten waarover een akkoord is bereikt. Ten aanzien van de solidariteitsmechanismen die het bureau moet ondersteunen (intracommunautaire hervestiging en hervestiging in de Unie) is een compromis gevonden over een neutrale formulering, zodat het bureau alle bestaande en toekomstige mechanismen doeltreffend kan ondersteunen. Het compromis over de benoeming van de uitvoerend directeur van het bureau zorgt voor een grote betrokkenheid van het Europees Parlement, dat een advies kan uitbrengen na de kandidaat te hebben gehoord; de raad van bestuur moet het Europees Parlement laten weten op welke wijze met dit advies rekening is gehouden bij de definitieve benoeming van de uitvoerend directeur. Het Parlement wenste deze horizontale institutionele bepaling te 3

koppelen aan de lopende werkzaamheden van de interinstitutionele werkgroep voor regelgevende agentschappen. Daarom is onderstaande interinstitutionele verklaring opgesteld: "Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie hebben een interinstitutionele werkgroep opgericht, die de coherentie, de effectiviteit, de controleerbaarheid en de transparantie van de regelgevende agentschappen zal evalueren, en overeenstemming tot stand moet brengen over de wijze waarop hun werkzaamheden kunnen worden verbeterd. In de werkgroep worden momenteel enkele belangrijke thema's behandeld, zoals de rol en de positie van de regelgevende agentschappen in het institutionele bestel van de EU, de oprichting, de structuur en werking ervan, en aangelegenheden in verband met financiering, begroting, controle en beheer. Voor de benoeming van de directeur van het toekomstige Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (artikel 28 van de basisverordening) zal de volgende formule gelden: "het Europees Parlement (kan) een advies aannemen waarin het zijn mening over de geselecteerde kandidaat geeft. De raad van bestuur laat het Europees Parlement weten op welke wijze met dit advies rekening is gehouden." Dit moet worden beschouwd in de context van het interinstitutionele streven de agentschappen beter bestuurd en controleerbaarder te maken." De Raad en het Europees Parlement hebben overeenstemming bereikt over de samenwerking met het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR), zodat het bureau bij de komende werkzaamheden ten volle kan profiteren van de expertise van het UNHCR. Op verzoek van het Parlement is een compromis gevonden om het maatschappelijk middenveld zo veel mogelijk bij de werkzaamheden van het bureau te betrekken, door middel van het adviesforum waarvan de werking in de tekst wordt beschreven. 4. CONCLUSIE Het standpunt van de Raad en de interinstitutionele verklaring beantwoorden aan de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. De Commissie stemt dan ook in met de tekst. 4