"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Vergelijkbare documenten
Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

EU subsidies voor KRW opgaven

Preview. De vragenlijst kan uitsluitend online worden ingevuld.

EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

( ) (1999/C ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

SETIS VOOR EEN KOOLSTOFARME TOEKOMST

Consultatie Cohesiebeleid

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

Tweede Kamer der Staten-Generaal

uiterlijk op 5 november 2012

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Nederland. EUROBAROMETER 74 De publieke opinie in de Europese Unie. Najaar Nationaal Rapport

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Investeren in klimaatactie, investeren in LIFE

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Commissie industrie, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, onderzoek en energie

EUROPESE VERKIEZINGEN Eurobarometer Europees parlement (EB Standard 69.2) Voorjaar 2008 Samenvatting

De Commissie heeft op 22 september 2011 een mededeling over het stappenplan voor een efficiënt hulpbronnengebruik in Europa ingediend 1.

De vragenlijst van de openbare raadpleging

Infosessie Zorg 29 april 2014 Europese subsidieprogramma s

Commissie cultuur en onderwijs. van de Commissie cultuur en onderwijs. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Hernieuwbare energie in Brussel

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

( ) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 175, lid 1,

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

INTERREG NOORDWEST-EUROPA Overzichtstabel van de assen, doelstellingen en soorten acties

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A

TICC = Transforming Integrated Care in the Community. Emmaüs ouderenzorg Zorgbedrijf Antwerpen

ons bin zinnig feb 2019 made in zeeland

Het Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting. Samenvatting van de resultaten van een onderzoek door het Europa 2020-monitoringplatform

Informatie en raadpleging van de personeelsvertegenwoordiging over resource efficiency kwesties in de Europese staalindustrie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

COMITÉ VAN DE REGIO'S

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) van de Commissie vervoer en toerisme

Europese subsidie voor MKB-ers met slimme en duurzame ideeën. Tom Verhoef

MEMORANDUM OF UNDERSTANDING ENERGIE-EFFICIËNTIE IN DE GEBOUWDE OMGEVING IN DE BENELUX EN AANGRENZENDE GEBIEDEN

CREATIVE EUROPE ( )

Reactie op het Vlaams Hervormingsprogramma Europa 2020

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

gelet op het Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland besluiten

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Standaard Eurobarometer 86. Die publieke opinie in de Europese Unie

Tijdens de zitting van 18 mei 2009 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen de conclusies in bijlage dezes aangenomen.

WEBINAR 9 oktober Kennismaking INTERREG voor nieuwkomers INTERREG >> Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Optimaliseren slagingskans Zeeuwse innovatieve projecten. DOK 41 Vlissingen 14 oktober 2016

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

A8-0392/337. Dario Tamburrano, Piernicola Pedicini, Eleonora Evi, David Borrelli, Rosa D'Amato, Marco Zullo namens de EFDD-Fractie

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen

Wat hebben stad en land met en aan Europa?

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)

Factsheet 2. Het opzetten van een project: van. partnerexpertise naar projectidee

Hoe versnipperde ruimte duurzamer inrichten? Het Vlaams beleid

Subsidiekansen.. SLIMME FINANCIERING VAN INNOVATIES. Wim Kan zei ooit: Subsidie is kunstmest. Maar hoeveel kunstmest is er nog?

Datum 10 september 2014 Betreft Geannoteerde Agenda van de Raad voor Concurrentievermogen van 25 en 26 september 2014

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

6981/17 ASS/sl 1 DG C 1

EERSTE CONCURRENTIEVERMOGENCHECK-UP IN VOORBEREIDING

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Milieu- en klimaatuitdagingen voor de 21ste eeuw: van Europese visie naar lokale betekenis en actie. Hans Bruyninckx, Mortsel, 9 oktober 2105

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

Hoge Gezondheidsraad Algemene Vergadering 2013 (16 mei u15) Volksgezondheid en duurzame ontwikkeling

Loont kiezen voor Cleantech innovatie?

Koolstofarme economie Link met andere EU- subsidieprogramma s. 25 april 2014

NL In verscheidenheid verenigd NL A7-0279/123. Amendement. Amalia Sartori namens de Commissie industrie, onderzoek en energie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Groot Composiet II Houtkoolschets

KLIMAATVERANDERING. Speciale Eurobarometer (EB 69) Voorjaar Onderzoek EP/EG Beknopte samenvatting

C 293 E/84 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Strategie inzake duurzame ontwikkeling met het oog op de top van Barcelona

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

NIVR Klanttevredenheidsonderzoek (2008)

d) EUR-Lex uri=celex:52016dc0860

Transcriptie:

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Deze conclusies zijn gebaseerd op het verslag: "Beoordeling van het vlaggenschipinitiatief Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa", geschreven door Zoran Rušnov, Umberto Pisano en Norma Schönherr van de Vienna University of Economics and Business, Research Institute for Managing Sustainability (RIMAS). De tekst weerspiegelt niet het officiële standpunt van het Comité van de Regio's. Meer informatie over de Europese Unie en het Comité van de Regio's kunt u vinden op internet: http://www.europa.eu en http://www.cor.europa.eu. Europese Unie, augustus 2013 Citeren uit de tekst is alleen toegestaan met uitdrukkelijke bronvermelding.

Basisinformatie In het tweede kwartaal van 2013 hield het Comité van de Regio's via zijn monitoringplatform Europa 2020 een enquête over het vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" 1 om vast te stellen hoe de lokale en regionale overheden over dit onderwerp denken. Deze enquête maakt deel uit van een breder onderzoek naar Europa 2020, dat het Comité van de Regio's (CvdR) in december 2012 is gestart, en dat tot november 2013 zal duren. De resultaten van de afzonderlijke evaluaties vormen de achtergrond voor zeven conferenties (één voor elke evaluatie van een vlaggenschipinitiatief) en worden hierna opgenomen in de bijdrage van het Comité van de Regio's aan de tussentijdse evaluatie door de Commissie van de Europa 2020-strategie, die in 2014 plaatsvindt. Het huidige overzichtsverslag is gebaseerd op 55 reacties uit 20 lidstaten en Turkije (zie figuur 1.1 hieronder). De resultaten zullen worden gepresenteerd tijdens de CvdR-conferentie op 2 en 3 september 2013 in Vilnius. Figuur 1 1: aantal reacties per lidstaat De reacties kwamen vooral van of namens steden (56%) en verder van regio's (27%), districten (4%), organisaties van steden en regio's (4%), Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (4%), provincies (3%) en overige (2%), zoals weergegeven in figuur 1.2. Zevenentwintig van de 55 overheden die hebben gereageerd zijn lid van het Europa 2020 monitoringplatform van het Comité van de Regio's. 1 De enquête werd gehouden tussen 30 april en 11 juli 2013. Voor de vragenlijst en achtergrondinformatie, zie http://portal.cor.europa.eu/europe2020/closedsurveys/pages/a-resource-efficient-europe.aspx 1

Figuur 2 2: reacties per type overheid Het verslag omvat vier delen, overeenkomend met de vier vragensets in de vragenlijst van de enquête. De verschillende delen zijn: Beleidsuitdagingen en -antwoorden op regionaal en lokaal niveau; Relevantie van "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" voor lokale overheden; Relevantie van nationaal beleid voor lokale overheden; Beheer en financiering. Elk deel geeft beknopt de belangrijkste trends in de reacties weer en benadrukt bijzondere invalshoeken en unieke standpunten. Aan de vier delen gaat een inleiding vooraf, die informatie bevat over het vlaggenschipinitiatief, alsook over actuele kwesties en uitdagingen op de betreffende beleidsgebieden. 2

Samenvatting en conclusies De enquête bestond uit 18 vragen, onderverdeeld in vier delen. De belangrijkste resultaten worden samengevat, gevolgd door de conclusies die uit de reacties kunnen worden getrokken: 71% van de LRO (lokale en regionale overheden) zien energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen als het belangrijkste vraagstuk van hun regio/stad, terwijl dit voor 58% een efficiënter gebruik van de hulpbronnen is. Dit wordt gevolgd door vragen in verband met de overgang naar een koolstofarme economie en de modernisering van de vervoerssector, vermeld door 44%. 67% van de respondenten zien het schetsen en scheppen van nieuwe mogelijkheden op lokaal niveau voor economische groei en meer innovatie en het stimuleren van het concurrentievermogen van de EU als de meest relevante doelstelling in verband met de uitdagingen waarmee hun regio thans te maken heeft. 58% wijst op de bestrijding van de klimaatverandering en de beperking van de milieu-impact van het gebruik van hulpbronnen als belangrijkste doelstelling, terwijl 56% van de deelnemers stimulering van de economische prestaties met beperkter gebruik van hulpbronnen als doelstelling noemt. 53% van de deelnemers aan de enquête voert een beleid voor efficiënt gebruik van hulpmiddelen op het gebied van koolstofarme, zuinige energiesystemen. 44% van de respondenten voert beleid voor zowel duurzame consumptie en productie als voor zuinig vervoer met een lage koolstofuitstoot. Voorts voert 35% beleid voor efficiënt gebruik van grondstoffen (mineralen, hout en biomassa) op regionaal niveau, terwijl 29% beleid heeft voor een afvalloze economie en biodiversiteit, ecosysteemdiensten en het bodemgebruik. 65% van de LRO antwoordt dat zij onderling gerelateerd beleid voert dat deel uitmaakt van geïntegreerd kader, terwijl slechts 15% geen geïntegreerd beleid voert; 20% heeft deze vraag niet beantwoord. 44% van de deelnemers antwoordt dat een reductie van 20% van de uitstoot van broeikasgassen onder het niveau van 1999 tamelijk realistisch is. 35% meent dat deze doelstelling zeer passend is. Het doel om een aandeel van 20% hernieuwbare energie te bereiken, is volgens 56% van de deelnemers tamelijk realistisch, terwijl dit voor 33% zeer waarschijnlijk is. Verder is het doel om een verbetering van 20% in de 3

energie-efficiëntie te bereiken, volgens 56% van de deelnemers tamelijk realistisch, terwijl dit voor 31% zeer waarschijnlijk is. 65% van de respondenten wil het kader van het Burgemeestersconvenant uitbreiden tot het gebied van afvalbeheer. 55% zou ook waterbeheer hierin opnemen, terwijl 53% van de deelnemers wijst op biodiversiteit en landgebruik. Voorts wil 51% van de respondenten luchtverontreiniging in het Burgemeestersconvenant opnemen. Bijna 46% van de deelnemers meent dat een reductie van 20% van het gebruik van hulpbronnen voor de voedselketen tamelijk realistisch is, terwijl dit streven volgens 27% niet haalbaar is. Wat betreft het streven om alle nieuwe gebouwen vrijwel geen energie te laten gebruiken, en met een hoge mate van materiaalefficiëntie, meent 45% dat dit tamelijk realistisch is; volgens 42% is het heel waarschijnlijk dat dit wordt bereikt. Mobiliteit: 44% van de respondenten meent dat het heel goed mogelijk is om de uitstoot van broeikasgassen in het vervoer jaarlijks met 1% terug te dringen, terwijl 36% deze doelstelling als tamelijk realistisch beschouwt. 64% van de LRO vermelden dat beter waterbeheer het meest relevante beleid is voor hun regio/stad. 55% wijst op bevordering van duurzame consumptie en productie, terwijl 53% de verwerking van afval tot hulpbronnen noemt. 45% wijst op het belang van meer onderzoek en innovatie. 51% van de respondenten vindt innovatie en investeringen binnen het vlaggenschipinitiatief efficiënt gebruik van hulpbronnen de moeilijkst uit te voeren actie. 47% betreurt het dat subsidies ook moeilijk te verkrijgen zijn. Wat betreft de sterke en zwakke punten van het vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa", uit regionaal/lokaal oogpunt, geven LRO zeer uiteenlopende antwoorden. Er zijn twee positieve punten: LRO waarderen het dat het vlaggenschipinitiatief doelstellingen bevat en dat het milieubeleid in Europa meer gewicht in de schaal legt. Zwakke punten in het initiatief zijn volgens de LRO de gebrekkige afstemming op de economische crisis, waardoor het efficiënt gebruik van hulpmiddelen op regionaal niveau vertraging oploopt. Andere opmerkingen betreffen de ontoereikende inbreng van lokale partijen en de incoherente richtsnoeren voor doelstellingen. 4

27% van de respondenten beveelt wijzigingen aan voor het vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa". Volgens 36% van de deelnemers voldoet hun nationaal hervormingsprogramma (NHP) aan de lokale/regionale behoeften voor de beleidsgebieden die onder dit vlaggenschipinitiatief vallen. Omgekeerd meent 20% van de deelnemers dat hun NHP niet voldoet aan de lokale/regionale behoeften voor de beleidsgebieden voor energieefficiëntie. Gevraagd of zij veranderingen zouden voorstellen in het NHP van hun land, op het gebied van energie-efficiëntie antwoordt slechts 25% van de respondenten positief. Aangezien 71% van de respondenten de financiering betrouwbaar acht, lijkt het EFRO de meest gebruikte bron van financiering voor acties voor efficiënt gebruik van hulpbronnen. De LRO maken echter ook gebruik van het Cohesiefonds (47%), gevolgd door het ESF (40%) en LIFE (35%). 49% van de deelnemers heeft acties voor efficiënt gebruik van hulpbronnen samen met andere bestuurslagen uitgevoerd. 40% van de respondenten vermeldt dat het verband tussen het EUbeleidskader en het lokale niveau te zwak is. 73% van de LRO past een strategie toe om verschillende actoren bij de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van "Efficiënt gebruik van hulpbronnen" te betrekken. Van deze 73% gebruikt één vijfde informatiecampagnes om het publiek te bereiken en te betrekken. Slechts 10% betrekt het mkb actief bij de multisectorale aanpak. Over het algemeen lijken de LRO op weg om de doelstellingen van het vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" waar te maken. Er moeten echter nog problemen opgelost worden om bepaalde doelstellingen gestalte te geven. Zoals hiervoor beschreven zijn energieefficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen voor de LRO de grootste uitdagingen. De verklaring hiervoor is dat de overgang van gebruikelijke naar hernieuwbare energiesystemen bij de uitvoering problemen met zich meebrengt, zij het vanwege financiële dan wel technologische beperkingen. Bovendien blijkt de behoefte aan innovatieve energiesystemen die kosten besparen en de economie stimuleren uit het belang dat de LRO hechten aan het 5

in kaart brengen en scheppen van nieuwe mogelijkheden voor economische groei en meer innovatie. Een door de LRO vermelde ontwikkeling in verband met het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen met 20% is de bevordering en uitbreiding van openbaar vervoer, bedoeld om de uitstoot van het verkeer terug te dringen. Door het gebrek aan richtsnoeren van de nationale regeringen achten de LRO het ook moeilijk om de input van hulpbronnen voor de voedselketen terug te dringen. Kwesties die voorts aan bod komen, betreffen het verkrijgen van investeringen voor projecten voor energie-efficiëntie, hetzij via EU- of particuliere financiering. Voor wijzigingen van het vlaggenschipinitiatief noemen de LRO soortgelijke argumenten, met name de behoefte aan een ruimer budget en duidelijke, bindende doelstellingen. Voorts wordt er gepleit voor een beter verband tussen de LRO en het Europese beleidskader, gezien de geringe betrokkenheid van LRO bij dit aspect. 6