Voortgangsrapportage realisatie windenergie Zuid- Holland 2015 Gedeputeerde Staten 17 november 2015 Provincie Zuid-Holland Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 1
Voortgangsrapportage Windenergie Vastgesteld Gedeputeerde Staten, 17 november 2015 Conclusies: algemeen beeld van de voortgang, knelpunten en dilemma s. De provinciale opgave van 735,5 MW dient eind 2020 gerealiseerd te zijn (windmolens operationeel). Op dit moment (peildatum 1-11-2015) is ruim 40% (320 MW) van de opgave gerealiseerd. In totaal zijn thans projecten in voorbereiding die optellen tot een realisatie van 811 MW in 2020 en 833 MW in 2023. Hiervan bevinden zich relatief veel projecten nog in het voortraject (vooroverleg gemeente en initiatiefnemers, planvorming). Om te voldoen aan de afgesproken taakstelling is het noodzakelijk dat voor alle projecten medio 2016 de bestemmingsplanprocedure is gestart. In de laatste maanden van 2015 wordt de bouw van een aantal windparken afgerond (zoals Battenoert, Landtong Rozenburg, Heineken, Hellegatsplein) waardoor de prognose voor begin 2016 uitkomt rond de 350 MW. Hoewel een groot deel van de projecten goed vordert, is duidelijk dat een deel van de opgave zich op een kritisch pad bevindt en het risico loopt van vertraging. Concreet: van de 811 MW in prognose is ruim 600 MW te realiseren in 2020 conform de huidige planning. Voor de rest van de opgave (ruim 200 MW) is het om diverse redenen onzeker of realisatie in 2020 haalbaar is, zonder extra inspanningen. Oorzaak hiervan is onder meer maatschappelijke weerstand, waardoor ook het bestuurlijk draagvlak bij sommige gemeenten onder druk staat. Daarnaast is in een drukbevolkte provincie als de onze sprake van veel fysieke beperkingen, zoals buisleidingen, verkeers- en waterwegen, defensieradar, binnenvaartradar en huiver bij RWS en waterschappen voor het bouwen op en nabij waterkeringen. De provincie is hierbij sterk afhankelijk van de medewerking van andere partijen, zoals waterbeheerders en het Rijk. De voorbereiding van de realisatie van windenergie op de Maasvlakte vordert langzaam door het intensieve overleg tussen partijen (zoals Havenbedrijf, RVB en Rijkswaterstaat) over de risicoverdeling. Het zoeken en aanwijzen van geschikte alternatieve locaties in de stadsregio Rotterdam zal extra tijd kosten, mede als gevolg van de wens van de provincie om actief te investeren in maatschappelijke acceptatie. Weerstand tegen windenergie heeft te maken met begrijpelijke zorgen over waardedaling van woningen, schade en overlast, aantasting van het landschap, twijfel aan het belang van windenergie ten opzichte van andere energiebronnen en het gevoel de lasten van windenergie te moeten dragen terwijl de lusten terecht komen bij slechts enkele personen en/of bedrijven, die vaak geen deel uitmaken van de lokale gemeenschap. De maatschappelijke inbedding van windenergie, als onderdeel van een breder duurzaamheidsbelang, zal dan ook veel meer aandacht moeten krijgen. Tot slot constateren wij dat er diverse lokale initiatieven in ontwikkeling zijn in de provincie om windturbines te realiseren op plekken die niet gelegen zijn in de in de Verordening Ruimte aangewezen gebieden. Vaak betreft het projecten met lokaal draagvlak bij bedrijven en gemeenten. Gedeputeerde Staten zijn voornemens om op basis van een meer gedegen analyse van de genoemde problematiek in 2016 een voorstel voor te leggen aan PS voor maatregelen die de realisatie kunnen versnellen en het draagvlak voor windenergie kunnen vergroten. Dit kan gaan om versnelling van ruimtelijke- en vergunningprocedures, het beter afstemmen van windenergie op lokale sociale- en duurzaamheidsinitiatieven ( burgerwindmolens ), het vergroten van de mogelijkheden voor participatie (zodat ook de lusten eerlijk worden verdeeld). Daarnaast zijn wij in gesprek met Rijk, RVO en waterbeheerders over het wegnemen van belemmeringen die binnen hun competentie vallen. Tot slot zal dit voorstel ook aandacht besteden aan de vraag in hoeverre de bestaande ruimtelijke kaders in voldoende mate inspelen op de ontwikkeling van nieuwe Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 2
energielandschappen die gaande is, door energie uit wind, zon, biomassa en warmte. Genoemde analyse en voorstel zullen dan ook onderdeel uitmaken van de opstelling in 2016 van de provinciale Energieagenda en mogelijk de aanpassing van het Programma Ruimte. De relatie tussen energietransitie en ruimtelijke kwaliteit beschouwen wij als een belangrijk thema, ook voor het gesprek met de Staten. Aanleiding rapportage In 2013 heeft ons college toegezegd de Staten jaarlijks te zullen informeren over de stand van zaken van de ontwikkeling van windenergie in de provincie Zuid-Holland. Op 28 oktober 2014 is voor de eerste maal een voortgangsrapportage vastgesteld door GS en ter informatie voorgelegd aan de statencommissie Ruimte en Leefomgeving. Thans ligt de tweede voortgangsrapportage voor. De informatie in deze rapportage vormt tevens input voor de landelijke Monitor Wind op Land die door de Minister van Economische Zaken in het voorjaar van 2016 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer. De rapportage beoogt inzicht te geven in de voortgang van de realisatie van de provinciale taakstelling voor windenergie per deelgebied. Uit de rapportage wordt onder meer inzichtelijk welk deel van de opgave zich op een kritisch pad bevindt en wat hiervan de mogelijke oorzaken zijn. Tot slot worden contouren geschetst voor de uitvoering van de windopgave voor de komende periode. Afspraken Windenergie op land De gezamenlijke provincies hebben in 2013 afspraken gemaakt met het Rijk over de verdeling per provincie van de Rijksdoelstelling van 6000 MW windenergie op land. De opgave voor de provincie Zuid-Holland is hiermee op 735,5 MW gesteld. De afspraak van 6000 MW windenergie op land is tevens inzet van de gezamenlijke provincies in het kader van het door de SER gefaciliteerde Nationaal Energieakkoord. De opgave van 735,5 MW is opgenomen in de Visie Ruimte en Mobiliteit; de locaties windenergie zijn in 2014 vastgelegd in de Verordening Ruimte. De Minister van economische zaken brengt ieder voorjaar een landelijke Monitor Wind op Land uit. NB: vooruitlopend op de opstelling van de Monitor Wind op Land is op 6 oktober 2015 in bestuurlijk overleg tussen Minister EZ en IPO afgesproken om per provincie de voortgang in kaart te brengen en, voor projecten die te weinig voortgang hebben, versnellingsmaatregelen te inventariseren. Dit betekent ook dat de monitoring van de voortgang van de individuele windlocaties wordt versterkt. Kaderstelling PS. ln de Verordening ruimte 2014 en het Programma ruimte, onderdeel van de Visie ruimte en mobiliteit (VRM) en vastgesteld door PS in juli 2014, zijn door de provincie locaties voor windenergie aangewezen. In de Visie en het Programma zijn de criteria opgenomen die ten grondslag hebben gelegen aan de keuze van de locaties en is de realisatiestrategie beschreven. De provincie geeft hiermee invulling aan haar afspraken met het Rijk om in 2020 te voorzien in 735,5 MW windvermogen op land. De locaties zijn opgenomen op kaart 10 van de Verordening ruimte. Het Programma ruimte heeft net als de Visie ruimte en mobiliteit de status van provinciale structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening. De provinciale doelstelling voor windenergie is beschreven in de Nota intensivering energiebeleid, vastgesteld door PS in 2014. Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 3
Planning realisatie locaties 2014-2023. Op basis van deze monitor en de uitvoeringsstrategie is een prognose gemaakt van de uitvoering. Ten grondslag aan deze prognose liggen: 1. Voortgang Havenconvenant conform opgave Havenbedrijf 2. Voortgang (voormalige) stadsregio Rotterdam conform startnotitie planmer/partiële wijziging VRM (PS, september 2015) 3. Stand van zaken PIP-procedure Korendijk 4. Voortgangsrapportages juli 2015 van de gemeenten waarmee de provincie een overeenkomst tot het niet toepassen van haar bevoegdheden windenergie heeft gesloten (Goeree-Overflakkee, Dordrecht, Zwijndrecht, Strijen, Cromstrijen, Katwijk, Gorinchem, Binnenmaas). 5. Realisatiestrategie uit Programma Ruimte (VRM) en aangewezen locaties windenergie in Verordening Ruimte (2014). 6. Gemiddelde van minimale en maximale prognose per jaar 7. Uitgegaan wordt van een gemiddelde capaciteit per windturbine van 3 MW Hieronder is de planning samengevat in een tabel en een grafiek: Datum Prognose realisatie (MW) 1-1-2014 268 1-5-2014 292 1-1-2015 307 1-11-2015 320 1-1-2016 350 1-1-2017 370 1-1-2018 371 1-1-2019 374 1-1-2020 434 1-1-2021 811 1-1-2023 833 Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 4
NB: Bovenstaande inschattingen zullen continu worden gemonitord en bijgesteld. NB2: conform prognose zullen in 2019 en 2020 veel MW worden gerealiseerd. Dit betreft o.m. de extra turbines op Goeree-Overflakkee, Maasvlakte en in de stadregio Rotterdam Stand van zaken locaties Windenergie per realisatiefase. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveel MW aan windenergie op land op dit moment in de provincie Zuid-Holland gerealiseerd is. Daarnaast is aangegeven hoeveel MW in voorbereiding is en in welke fase. Dit telt op tot een maximale realisatie van 811 MW in 2020 en 833 MW in 2023. Hierbij is uitgegaan van een realisatie van 225 MW op Goeree-Overflakkee. Nog niet meegenomen zijn mogelijk aanvullende locaties in de stadsregio Rotterdam die op grond van het convenant op dit moment worden onderzocht. Duidelijk is dat nog relatief veel projecten in het voortraject zitten. Op Goeree is in 2015 voor drie deelgebieden de ruimtelijke procedure gestart. Gelet op de trajecten die nu lopen is deze overprogrammering noodzakelijk om de opgave in 2020 te realiseren. Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 5
Gemeente/regio/gebied Convenant Havengebied Rotterdam (300 MW) Convenant Stadsregio Rotterdam (150 MW) Structuurvisie Goeree-Overflakkee (225 MW) Overig provincie Zuid-Holland Totaal Megawatts in voorbereiding* 267,7 122,1*** 225 196,2 811 MW** gereliseerd bouw in voorbereiding vergunningenprocedure ruimtelijke procedure Voortraject Te verwijderen voor 2020 Te verwijderen na 2020 199,7 6 42 0 90 70 15 3,6 9,6 0 36 0 76,5 0 0 54 24 0 70 77 0 56,7 28,8 0 57 66 12,3 320 58,8 78 127 309,5 82,3 18,6 * allle VRM-locaties waar sprake is van een voornemen tot realisatie van windcapaciteit in 2020 ** waarvan ca. 200 MW onzeker voor realisatie 2020 (op basis van ambtelijke weging voortgang projecten) ***de prognose is dat van deze voor de Stadsregio in de VRM gereserveerde ruimte ca. 80 MW gerealiseerd kan worden; van de 76,5 MW in het voortraject blijkt een aantal locaties lastig te realiseren bijv. door belemmeringen t.a.v. waterveiligheid en landschappelijke inpassing. Stand van zaken uitvoering per regio Aan de realisatie van de windenergie opgave wordt conform de uitvoeringsstrategie, opgenomen in de VRM, gewerkt. Concreet betekent dit per regio het volgende: Regio Goeree- Overflakkee Havengebied Stand van zaken uitvoering Locaties windenergie zijn op basis van de planmer in de VRM en in de structuurvisie van de gemeente opgenomen. Totale opgave 225 MW. Op 30 oktober 2014 is een overeenkomst gesloten voor het niet van toepassing verklaren van de provinciale bevoegdheid voor de vergunningverleningen. Medio 2015 is voor de plaatsingsgebieden Polder van Pallandt (windpark Haringvliet), Battenoert en Anna Wilhelminapolder de Notitie reikwijdte en detailniveau MER (NRD) ter inzage gelegd, de 1 e stap in het traject naar nieuwe bestemmingsplannen. Voor deelgebied de Noordrand is het overleg met grondeigenaren en ontwikkelaars over omvang en locatie van de windenergieopgave vergevorderd. RO-procedure Noordrand start uiterlijk medio 2016. De bouw van windpark Hellegatsplein (12 MW, Qurrent) zal eind 2015 voltooid worden. Havenconvenant (totale opgave 150 MW) is in uitvoering. Maasvlakte 2, harde zeewering, gaat naar verwachting begin 2016 in tendering. Voor de zachte zeewering van Maasvlakte 2 worden de technische consequenties onderzocht. Eind 2015 wordt naar verwachting de uitbreiding van de locatie Landtong Rozenburg gerealiseerd (6MW). Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 6
Stadsregio Rotterdam Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden Drechtsteden Haaglanden Algemeen: de in 2013 in het convenant afgesproken MW-opgave (150 MW) kan niet worden gehaald met de in het convenant opgenomen locaties. Op basis van overleg met de gemeenten, een technisch belemmeringenonderzoek en een consultatie van de branche (NWEA) zijn mogelijke alternatieve plaatsingsgebieden geïnventariseerd. Op 16 september 2015 hebben PS ingestemd met het uitvoeren van een planmer voor het onderzoeken van alternatieve locaties voor windenergie die zullen worden opgenomen in een partiële wijziging van de Verordening Ruimte. Het startdocument ligt van 3 november tot en met 14 december 2015 ter inzage voor inspraak. In deze periode zijn voor omwonenden spreekuren gehouden en is een klankbordgroep van start gegaan. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt om op bestuurlijk niveau in gesprek te blijven over het te doorlopen proces. Met gemeenten voeren we parallel overleg om middels een overeenkomst afspraken te maken over de realisatie van haalbare geachte locaties uit het convenant. Conform de planning zullen PS in Q2 van 2017 de definitieve VRMwijziging vaststellen, met de alternatieve locaties. NB: de vraag is of realisatie van deze projecten dan nog haalbaar is in 2020. Voorne-Putten: voor een aantal locaties vindt overleg plaats met waterbeheerders over de technische haalbaarheid van de voorgenomen plaatsing van windturbines bij dijklichamen (Haringvlietdam, Hartel-Oost). Met de gemeente Westvoorne wordt gesproken over een initiatief voor de invulling van de locatie Noordzeeboulevard met 2 of 3 windturbines. Voor de locatie Barendrecht-Heinenoord ligt een negatief landschappelijk advies (Vista) op tafel. Dit ondersteunt de weerstand op lokaal niveau tegen windenergie op deze locatie. Definitieve besluitvorming over haalbaarheid volgt in 2016. Met de gemeente Gorinchem is op 30 oktober 2014 een overeenkomst gesloten voor het niet van toepassing verklaren van de provinciale bevoegdheid voor de vergunningverlening voor de locatie windenergie Bedrijventerrein Gorinchem- Noord. Met de gemeente wordt gesproken over opzet van maatschappelijk proces waarbij realisatie windenergie wordt ingebed in bredere duurzaamheidsaanpak. Met de gemeente Dordrecht en Zwijndrecht zijn in oktober 2014 overeenkomsten getekend voor het niet van toepassing verklaren van de provinciale bevoegdheid voor de vergunningverlening. De gemeente Dordrecht heeft een planmer uitgevoerd naar de geschiktheid van de in de overeenkomst opgenomen locaties windenergie. Hieruit blijkt dat een aantal locaties niet en een aantal locaties wel geschikt zijn waardoor het verwachte opgestelde vermogen lager zal worden. Met de gemeente voeren we overleg over de realisatiemogelijkheden. De gemeente Zwijndrecht heeft een haalbaarheidsonderzoek laten uitvoeren naar locatie Groote Lindt. De locatie blijkt technisch lastig maar niet geheel onmogelijk te zijn. De gemeente heeft een eigen toetsingskader opgesteld dat tot en met 4 november 2015 ter inzage lag voor inspraak. De gemeente Westland heeft de provincie formeel meegedeeld niet mee te werken aan de ontwikkeling van locaties windenergie in de gemeente. Voor de VRM-locatie langs de A20 (Honderdland) heeft de provincie eerder besloten in dat geval een inpassingsplan op te stellen (Koepelstartnotitie Inpassingsplannen locaties windenergie Zuid-Holland, PS 2013). Op dit moment zijn er echter geen concrete initiatiefnemers die voornemens zijn de locatie te ontwikkelen. De locaties ABC Westland, Technopolis Delft en Pijnacker Nootdorp (Balij/A12) worden nader onderzocht in het planmer-onderzoek voor de partiële aanpassing van de VRM. Deze locaties zijn via zienswijzen op de VRM (2014) aangedragen Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 7
Midden-Holland Hoeksche Waard Holland-Rijnland door concrete initiatiefnemers die deze locaties willen ontwikkelen. Met de gemeente Waddinxveen en Zuidplas wordt (bestuurlijk) verkend op welke wijze de locatie windenergie Distripark Doelwijk kan worden ontwikkeld. Het betreft de plaatsing van één extra turbine in lijn met de bestaande 4 turbines. Overeenkomsten tot overdracht van bevoegdheden windenergie zijn gesloten met de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen en Strijen. In Binnenmaas wordt naar verwachting eind 2015 het ontwerp-bestemmingsplan vastgesteld. In Cromstrijen is begin oktober voor de locatie Hogezandse polder het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage gelegd. Naar verwachting zal ditzelfde begin 2016 gebeuren voor de locatie Westerse polder. PIP-Korendijk: eind 2015 worden de resultaten uit het combi-mer locatie Spui- Korendijk verwacht. Er wordt naar gestreefd in maart besluitvorming in PS te laten plaatsvinden over het inpassingsplan inclusief (herroepelijke) omgevingsvergunning. Vooruitlopend op deze besluitvorming wordt met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten met daarin afspraken over realisatie van het windpark en over (financiële) participatie. Met de gemeente Katwijk is op 30 oktober 2014 een overeenkomst gesloten voor het niet van toepassing verklaren van de provinciale bevoegdheid voor de vergunningverlening voor de locatie windenergie Valkenburgse Meer. Provincie en gemeente hebben in 2015 afspraken gemaakt over de grondoverdracht t.b.v. de geplande windlocatie. De ontwikkeling van de locatie AkzoNobel Teylingen wacht nog op concrete planuitwerking door het bedrijf. Voor de locatie Heineken Zoeterwoude is de vergunning verleend en de aanlegfase gestart. Samenvattend wordt in 2015 de volgende extra capaciteit windenergie gerealiseerd: Locatie Zuidwal 5 x 3MW (Havenconvenant) 15 MW Locatie hartelkanaal (Greenchoice) 3 MW Verwachte oplevering dit jaar in Q4: Windpark Battenoert Goeree upgrade : Heineken: Uitbreiding Landtong Rozenburg : 12 MW (stond 4,5 MW die zijn al verwijderd dit jaar) 12 MW 6 MW Voortgangsrapportage Windenergie november 2015 8