Monitor Dure Geneesmiddelen 2004, 2005 en 2006 Kosten van dure- en weesgeneesmiddelen in het ziekenhuis



Vergelijkbare documenten
Stichting Farmaceutische Kengetallen 2

= = Monitor Dure Geneesmiddelen Kosten van dure- en weesgeneesmiddelen in het ziekenhuis. Stichting Farmaceutische Kengetallen

d. De geldigheidsduur van de onderstaande beleidsregel verandert van onbepaald in tot en met 31 december 2009 : Beleidsregel met kenmerk CI-1099.

d. De vastgestelde beleidsregel CI-1114 geldt tot en met 31 december 2009.

Verzekerde Toegang en Betaalbaarheid van nieuwe Hepatitis C Medicatie

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk. Inleiding

BELEIDSREGEL BR/CU-2017

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering / CI/17/10c

Formulier verstrekking advies aan NZa over Nederlandse Zorgautoriteit wijzigingsverzoek add-on geneesmiddelenlijst

Geneesmiddelen tegen kanker, duur(zaam)?

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

Notitie consultatiebijeenkomst 20 april 2011 honorarium medische specialisten DOT 2012

Verantwoording toetsing add-on geneesmiddelen. Bijlage bij beoordelingsrapport RZ14b

Dure geneesmiddelen. Nynke Dragt Adviseur farmaco-economie ZIN Team oncologie. Jong-NVTAG 7 april 2016

In dit reglement staat beschreven wat de opdracht van de adviescommissie is, hoe de commissie is samengesteld en welke werkwijze ze hanteert.

Vragen en antwoorden geneesmiddelenprijzen

Evaluatie aspecten verplicht eigen risico 2012 en 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ToendersdeGroot ONAFHANKELIJK ADVISEURS IS BUURMANS GRAS GROENER? Wil Toenders Den Haag, 13 april 2010

Educational Meeting on Biosimilar Monoclonal Antibodies. Persbijeenkomst Den Haag, 27 augustus 2015

De laatste jaren was de algemene tendens in de farmaceutische

Grondslagen van gebruikers in 2013 (met dubbeltellingen) N = 1 [90Y] Ibritumomab tiuxetan 100

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk CDIN/escs/TSZ CI/11/21c 11D

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

ZorgCijfers Monitor Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg 1 e kwartaal juli Van goede zorg verzekerd

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve

Bekostiging van dure geneesmiddelen (incl. off-label gebruik)

Biologicals COI. Biologicals. Vraag I. In mijn praktijk behandel ik. patiënten met een biological. GEEN APOTHEKER ZIJN IS LEUK!!!

Bekostiging geneesmiddelen medisch specialistische zorg in verandering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

Toegang tot weesgeneesmiddelen en zorg

JAARVERSLAGEN ANALYSE 2010 Intrakoop

Financiële Arrangementen Geneesmiddelen

B I J S O M M I G E V R A G E N I S H E T M O G E L I J K M E E R D E R E A N T W O O R D E N A A N T E K R U I S E N

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 maart 2008 GMT/VDG juni 2008

Transparantieregister Zorg 2018 de kengetallen 29 juli 2019

Formulier verstrekking advies aan NZa over Nederlandse wijzigingsverzoek add-on geneesmiddelenlijst

Toegang en prescriptie-autonomie. Mr. Drs. N.U.N. Kien

Memo: Concept beleid add-on geneesmiddelen 2017

Dure of waardevolle geneesmiddelen? Waar maken we ons druk over?

Samenwerken aan nieuwe inkoopmodellen voor dure geneesmiddelen samen staan we sterker!

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Oriëntatie van zorgverzekeraars op de geneesmiddelenmarkt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1: Tarieven en nadere voorwaarden

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Resultaten monitor overheveling TNFalfaremmers

Inkoop vanuit meerdere perspectieven. Mirjam de Bruin. Perspectief kosten

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 400, 2300 AK Leiden Tel. (071) Fax (071) /1101

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Evolutie statinegebruik in België

Variatie tussen instellingen in het geregistreerde gebruik van dure oncolytica

Consensus Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie: De behandeling van kanker met dure (intramurale) medicamenten. Versie 2, 25 februari 2008

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Van zes naar negen. Het effect van de voorgenomen btw-verhoging op inkoopkosten in de zorgsector. Augustus 2018 Intrakoop. i.s.m.

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Veranderingen in het geneesmiddelenbeleid per 2017

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008

Schadelast medisch specialistische zorg - Eindrapportage -

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Financiële Arrangementen Geneesmiddelen

Avastin wordt in combinatie met andere middelen tegen kanker gebruikt voor de behandeling van volwassenen met de volgende vormen van kanker:

Perspectief van de zorgverzekeraar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT ZIEKENHUIZEN

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Bijlagen bij advies. Effectieve nieuwe middelen tegen kanker, maar het financieringssysteem kraakt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat is de waarde van een geneesmiddel? Hoe kom je van statistiek tot een reële vergoeding?

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Behandeld door adres Kenmerk directie Zorgmarkten Cure JKUK/mbrd/CI/08/01c

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST INZAKE HET HEMOFILIEBEHANDELCENTRUM

Gebruik van (dure) add-on geneesmiddelen

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Regulering CI/16/28c

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

De behandeling van kanker met dure (intramurale) medicamenten

De visie van zorgverzekeraars op de geneesmiddelenmarkt

Geneesmiddelenmonitor

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering

NVMO-consensus De behandeling van kanker met dure medicamenten versie 6, augustus 2010

Transcriptie:

Monitor Dure Geneesmiddelen 24, 25 en 26 Kosten van dure- en weesgeneesmiddelen in het ziekenhuis Stichting Farmaceutische Kengetallen

Inhoud Samenvatting...4 1. Inleiding...8 1.1. Achtergrond en aanleiding...8 1.2. Doelstelling van de monitor...8 1.3. Indeling van het rapport...9 2. De onderzoeksopzet... 1 2.1. De onderzoekspopulatie... 1 2.2. Onderzoeksvariabelen... 1 2.3. Gegevensverzameling... 1 3. Respons en bruikbaarheid van de geleverde gegevens... 12 3.1. De gerealiseerde respons in aantallen... 12 3.2. Extrapolatie... 12 3.3. Bruikbaarheid van de geleverde gegevens... 14 4. Kosten dure- en weesgeneesmiddelen... 16 4.1. Dure- en weesgeneesmiddelen... 16 4.2. Alle intramurale geneesmiddelen... 18 4.3. Kostencriterium... 19 4.4. Budgetaandeel... 2 5. Individuele geneesmiddelen... 22 5.1. Immunomodulantia... 22 5.1.1. Infliximab... 22 5.1.2. Trastuzumab... 23 5.1.3. Rituximab... 24 5.1.4. Bevacizumab... 25 5.1.5. Omalizumab... 25 5.1.6. Alemtuzumab... 26 5.1.7. Natalizumab... 26 5.2. Cytostatica... 26 5.2.1. Oxaliplatin... 26 5.2.2. Docetaxel... 27 5.2.3. Gemcitabine... 28 5.2.4. Irinotecan... 29 5.2.5. Paclitaxel... 3 5.2.6. Pemetrexed... 31 5.2.7. Doxorubicine in gepegyleerde liposomen... 31 5.2.8. Bortezomib... 32 Stichting Farmaceutische Kengetallen 2

5.2.9. Vinorelbine... 33 5.3. Immunoglobulinen... 33 5.3.1. Immunoglobuline i.v.... 33 5.4. Spierrelaxantia... 34 5.4.1. Botulinetoxine... 34 5.5. Oogmiddelen... 35 5.5.1. Verteporfin... 35 5.5.2. Pegaptanib... 35 5.6. Drotrecogin alfa... 36 5.6.1. Drotrecogin alfa... 36 5.7. Radiofarmaca... 36 5.7.1. Ibritumomabtiuxetan... 36 5.8. Therapeutische hulpstoffen... 36 5.8.1. Palifermin... 36 5.9. Weesgeneesmiddelen... 37 5.9.1. Laronidase... 37 5.9.2. Alglucosidase alfa... 37 6. Aanbevelingen... 38 Bijlage 1: Begeleidingscommissie... 39 Bijlage 2: Lijst van stofnamen... 4 Stichting Farmaceutische Kengetallen 3

Samenvatting Om er voor te zorgen dat de behandeling met dure geneesmiddelen in ziekenhuizen om financiële redenen niet in het gedrang komt, is sinds 22 de beleidsregel dure geneesmiddelen van kracht. Via deze beleidsregel werd tot 26 maximaal 75 procent van de kosten van de in de lijst opgenomen geneesmiddelen vergoed. Dit vergoedingspercentage kon regionaal verschillen. Met ingang van 1 januari 26 is de beleidsregel aangepast en is daarmee een voor alle ziekenhuizen gelijk vergoedingspercentage van 8 procent geïntroduceerd. Daarnaast is de beleidsregel weesgeneesmiddelen van kracht geworden. Om meer zicht te krijgen op de groeiende kosten van dure en weesgeneesmiddelen heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overleg met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers (NVZA) besloten om een kostenmonitor voor dureen weesgeneesmiddelen op te zetten. De Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) voert deze monitor uit. Bijna 1 algemene, academische en categorale ziekenhuizen hebben zich voor de monitor aangemeld. Hierdoor kan een voldoende betrouwbaar landelijk beeld worden geschetst van de kosten van de in de beleidsregels opgenomen geneesmiddelen. Uitgaven in twee jaar verdubbeld De totale kosten ten laste van de regeling dure geneesmiddelen kwamen in 26 uit op een bedrag van 266, miljoen. Het gaat hierbij om de totale netto-inkoopkosten zoals gemaakt door algemene, academische en categorale instellingen. In 25 kwamen deze kosten uit op 185,7 miljoen. In 24 was dit nog een bedrag van 13,1 miljoen. Zowel in 26 als in 25 namen de uitgaven aan dure geneesmiddelen met 43 procent toe ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar. Dit betekent dat de uitgaven aan dure geneesmiddelen in twee jaar zijn verdubbeld. Ziekenhuizen extra gecompenseerd In 24 en 25 moesten ziekenhuizen 31 respectievelijk 32 procent van de kosten van dure geneesmiddelen uit hun budget dekken. Voor 24 kwam dat neer op een bedrag van 4 miljoen. Door stijging van de uitgaven aan dure geneesmiddelen namen de budgettaire lasten voor alle ziekenhuizen gezamenlijk in 25 toe tot bijna 6 miljoen. Verhoging van het vergoedingspercentage voor de dure geneesmiddelen heeft ertoe geleid dat de lasten in 26 ten opzichte van 25 - ondanks de uitgavenstijging - voor zowel de sector algemene ziekenhuizen als de sector academische ziekenhuizen per saldo zijn gedaald. De lasten voor de categorale instellingen zijn licht gestegen. Doordat het feitelijke vergoedingspercentage in 25 niet voor elk ziekenhuis gelijk was, verschilt ook het effect van de verhoging van het vergoedingspercentage. In combinatie met verschillen in kostontwikkeling van dure geneesmiddelen kan dit voor individuele instellingen tot positieve of negatieve effecten hebben geleid. De kosten die ziekenhuizen in 26 uit hun eigen budget moesten dekken, bedroegen bijna 5 miljoen. Daarmee was 25 het jaar met de hoogste lastendruk voor ziekenhuizen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 4

Weesgeneesmiddelen Per 1 januari 26 is een beleidsregel voor weesgeneesmiddelen geïntroduceerd. Weesgeneesmiddelen die op de lijst van deze beleidsregel komen te staan worden voor 1 procent vergoed door de overheid. Alleen academische ziekenhuizen kunnen van deze beleidsregel gebruik maken. In 26 bedroegen de kosten van deze weesgeneesmiddelen 8,6 miljoen. Meer geneesmiddelen, meer indicaties Er zijn steeds meer geneesmiddelen in de beleidsregels opgenomen. In 22 waren dit er 11. Eind 26 stonden er 25 geneesmiddelen op de lijst, inclusief 2 weesgeneesmiddelen. De meeste hiervan zijn in 26 aan de lijst toegevoegd. Naast de toevoeging van nieuwe geneesmiddelen, is de lijst met dure geneesmiddelen in de loop van de tijd uitgebreid met 7 nieuwe (sub)indicaties. Helft van de uitgaven bij drie geneesmiddelen Drie geneesmiddelen namen in 26 ruim de helft van de totale kosten van dure- en weesgeneesmiddelen voor hun rekening. Het gaat om infliximab ( 54,7 miljoen), trastuzumab ( 51,8 miljoen) en rituximab ( 37,1 miljoen). Alledrie de geneesmiddelen horen tot de groep immunomodulantia. Ook in de uitgavenstijging zijn deze drie geneesmiddelen dominant. Samen bepalen ze 6 procent van de toename van de uitgaven aan dure- en weesgeneesmiddelen in 26. Het geneesmiddel met de sterkste uitgaventoename is trastuzumab. De uitgaven aan dit middel namen in 26 toe met 33 miljoen. Dit is bijna 4 procent van de totale uitgavenstijging. Zowel infliximab, trastuzumab als rituximab staan vanaf 22 op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Wel zijn er aan alledrie de middelen nieuwe (sub)indicaties toegevoegd. Uitgavenstijging alle geneesmiddelen vooral door dure geneesmiddelen De SFK raamt de totale kosten van alle geneesmiddelen in alle academische en algemene ziekenhuizen in 26 op 69,8 miljoen. Dit is bijna 1 miljoen meer dan het bedrag dat in 25 werd uitgegeven. In 24 kwamen deze kosten nog uit op 444,9 miljoen. Dit komt neer op een kostenstijging in 25 en 26 van respectievelijk 15,8 en 18,3 procent. Deze uitgavenstijging wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door de dure- en weesgeneesmiddelen. De kosten van de geneesmiddelen die niet in de beleidsregels zijn opgenomen, namen in 25 en 26 toe met 5,3 respectievelijk 2,8 procent. Kostencriterium Voor opname op de beleidsregel dure geneesmiddelen dienen de verwachte totale kosten van een geneesmiddel op macroniveau tenminste,5% te bedragen van de totale geneesmiddelenkosten. Hierbij tellen de kosten van geneesmiddelen die in de beleidsregels dure- en weesgeneesmiddelen zijn opgenomen niet mee. Toepassing van het,5% kostencriterium betekent dat de totale netto-inkoopkosten van een geneesmiddel hoger moeten zijn dan 1,6 miljoen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 5

Budgetaandeel kan sterk verschillen Gemiddeld besteedden ziekenhuizen in 26 zo'n 5,5 procent van hun wettelijk budget voor aanvaardbare kosten aan geneesmiddelen. Ondanks dat de totale geneesmiddelenuitgaven sterk samenhangen met de hoogte van het budget, kan het budgetaandeel van de geneesmiddelenuitgaven tussen het ene en het andere ziekenhuis sterk verschillen. In 26 liep dit budgetaandeel uiteen van 2,4 procent tot 9,1 procent. Het budgetaandeel van de dure- en weesgeneesmiddelen liep op van 1,1 procent in 24 tot 2,5 procent in 26. Ook dit aandeel kan per ziekenhuis sterk verschillen. Extramuraal gebruik beperkt Een beperkt deel van de geneesmiddelen die in de beleidsregel dure geneesmiddelen zijn opgenomen, horen ook voor gebruik buiten het ziekenhuis tot het verzekerde pakket. In 26 bedroegen de kosten van deze middelen 7,1 miljoen. Het gaat hierbij vooral om immunoglobuline i.v., maar ook doxorubicine en botulinetoxine worden buiten het ziekenhuis vergoed vanuit de basisverzekering. Sinds 1 juni 27 is daar ook infliximab aan toegevoegd. Stichting Farmaceutische Kengetallen 6

Netto-inkoopkosten dure geneesmiddelen per geneesmiddel, 24-26 (1 = 1 mln.) Geneesmiddel Merknaam Infliximab Remicade 33,5 4,1 54,2 Trastuzumab Herceptin 8,9 18, 51,1 Rituximab Mabthera 1,6 28,9 36,7 Oxaliplatin diverse preparaten 11,2 24,8 29,3 Docetaxel Taxotere 14,4 18,4 23,2 immunoglobuline i.v. diverse preparaten 12,2 14, 13,9 Gemcitabine Gemzar 11,3 12,5 13,1 Bevacizumab Avastin - 3,1 11,9 Irinotecan Campto 7,4 7,2 6,7 Paclitaxel (Taxol), paclitaxel 13,9 7,8 6,5 Pemetrexed Alimta - 1,9 5,1 Doxorubicine Caelyx, Myocet 2,1 3,2 3,7 Bortezomib Velcade - - 3,3 Botulinetoxine Botox, Dysport 2,9 3,2 3,1 Verteporfin Visudyne 1,7 1,8 1,5 Vinorelbine Navelbine, Navirel -,7,9 Drotrecogin alfa Xigris - -,7 Omalizumab Xolair - -,5 Alemtuzumab Mabcampath - -,5 Natalizumab Tysabri - -,1 Ibritumomab Zevalin - -, Palifermin Kepivance - -, Pegaptanib Macugen - -, totaal dure geneesmiddelen 13,1 185,7 266, +42,7% +43,2% Netto-inkoopkosten weesgeneesmiddelen per geneesmiddel, 24-26 (1 = 1 mln.) Geneesmiddel Toepassing Laronidase Aldurazyme - - 4,6 Alglucosidase alfa Myozyme - - 3,9 totaal weesgeneesmiddelen - - 8,6 Stichting Farmaceutische Kengetallen 7

1. Inleiding 1.1. Achtergrond en aanleiding De bekostiging van dure- en weesgeneesmiddelen is al jaren onderwerp van discussie. Zowel zorgverleners als patiëntenorganisaties maken zich zorgen over de verstrekking van dure geneesmiddelen aan patiënten in ziekenhuizen. In het verleden bekostigden ziekenhuizen de geneesmiddelenuitgaven via het budget en waren daardoor vrijwel volledig risicodragend voor kostenoverschrijdingen. Om er voor te zorgen dat de behandeling met dure geneesmiddelen om financiële redenen niet in het gedrang komt, heeft het toenmalige College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) in 22 een beleidsregel dure geneesmiddelen vastgesteld. Naar aanleiding van een onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar de problemen rond de verstrekking van dure geneesmiddelen, heeft de Minister aanwijzingen gegeven aan het CTG om de beleidsregel aan te passen. Deze aangepaste beleidsregel is op 1 januari 26 van kracht geworden. Belangrijke wijziging in deze beleidsregel is dat er voor alle ziekenhuizen een gelijk vergoedingspercentage is van 8 procent. Daarvóór waren regionale verschillen in vergoedingpercentages mogelijk, omdat deze tot stand kwamen in onderhandelingen tussen het ziekenhuis en de zorgverzekeraar. Hierbij gold een maximale vergoeding van 75 procent. Ziekenhuizen geven aan dat ook de huidige bekostigingsregeling niet toereikend is. Om meer zicht te krijgen op de groeiende kosten van dure en weesgeneesmiddelen heeft de minister van VWS in overleg met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers (NVZA) besloten om een kostenmonitor op te zetten. 1.2. Doelstelling van de monitor In opdracht van VWS voert de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) de monitor dure geneesmiddelen uit. Doelstelling van de monitor is inzicht te geven in het gebruik en de kosten van dure- en weesgeneesmiddelen in ziekenhuizen die toegelaten zijn tot de beleidsregel dure geneesmiddelen respectievelijk de beleidsregel weesgeneesmiddelen. Voor de monitor worden per ziekenhuis gegevens opgevraagd over het gebruik van en de uitgaven aan dure- en weesgeneesmiddelen per geneesmiddel. Daarnaast wordt gevraagd om een opgave te doen van de totale uitgaven aan alle intramurale geneesmiddelen. De SFK extrapoleert deze gegevens met een betrouwbare methode naar nationaal niveau en analyseert de resultaten. Deelnemende ziekenhuizen ontvangen benchmarkinformatie. Voor de begeleiding van de monitor heeft VWS een commissie ingesteld die bestaat uit afgevaardigden van NVZ, NFU, NVZA, VWS en SFK (zie bijlage 1). Deze begeleidingscommissie heeft onder meer de bevoegdheden om de voortgang van de opdracht te begeleiden, de ontwikkeling van de database te bespreken en daar waar nodig te adviseren over de aanpak en uitvoering van deze opdracht. Stichting Farmaceutische Kengetallen 8

1.3. Indeling van het rapport Hoofdstuk 2 van het rapport beschrijft de gehanteerde onderzoeksopzet. In hoofdstuk 3 staan de gerealiseerde respons en de bruikbaarheid van de geleverde gegevens centraal. De belangrijkste resultaten met betrekking tot de kosten van dure en weesgeneesmiddelen staan in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 worden de individuele geneesmiddelen die op de beleidsregels zijn opgenomen, beschouwd. Ten slotte zijn in hoofdstuk 6 de aanbevelingen opgenomen voor het vervolg van de monitor. Stichting Farmaceutische Kengetallen 9

2. De onderzoeksopzet 2.1. De onderzoekspopulatie Sinds 22 geldt de beleidsregel dure geneesmiddelen. Deze beleidsregel omschrijft de voorwaarden waaronder een ziekenhuis naast de reguliere budgetten een extra budget voor dure geneesmiddelen kan krijgen. Tot 26 werd tot 75 procent van de kosten vergoed. Dit was afhankelijk van de afspraken met verzekeraars. Vanaf 1 januari 26 ontvangt een ziekenhuis een budgetcompensatie van 8 procent van de netto-inkoopkosten voor de verstrekking van een geneesmiddel dat op de lijst is opgenomen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt de beleidsregel dure geneesmiddelen vast. De instellingen die voor budgetcompensatie in aanmerking komen zijn instellingen voor medisch specialistische zorg en instellingen voor niet-klinische revalidatie alsmede academische ziekenhuizen, ziekenhuizen en instellingen voor revalidatie. Deze instellingen vormen de onderzoekspopulatie. Op basis van de ledenlijsten van de NVZ en de NFU zijn de betreffende instellingen uitgenodigd voor deelname aan de monitor. 2.2. Onderzoeksvariabelen De beleidsregels dure- en weesgeneesmiddelen van de NZa zijn het uitgangpunt geweest voor de monitor. Aan elke deelnemer aan de monitor is verzocht om de kosten op te geven van de geneesmiddelen die in de beleidsregels zijn opgenomen. Het gaat hierbij om de uitgaven op basis van de netto-inkoopkosten die door de instelling ten laste van deze beleidsregels bij de zorgverzekeraar zijn gedeclareerd. Bij die geneesmiddelen in de beleidsregel waar specifiek onderscheid gemaakt wordt naar indicaties, wordt gevraagd om indien mogelijk de kosten uit te splitsen naar deze verschillende indicaties. Naast de kosten van de geneesmiddelen die in de beleidsregels zijn opgenomen, is gevraagd om de kosten van alle geneesmiddelen op te geven. Ook hierbij gaat het om totale uitgaven op basis van netto-inkoopkosten conform de Financiële statistiek ziekenhuizen Prismant, rubriek 46211. Alle gepresenteerde geneesmiddelenuitgaven zijn inclusief 6% BTW. 2.3. Gegevensverzameling Deelnemende instellingen konden gegevens aanleveren aan de SFK via een webformulier of een voorgedefinieerde spreadsheet. Naast deze gegevens zijn referentiegegevens over instellingskenmerken noodzakelijk voor de extrapolatie en presentatie van de gegevens. Gegevens over het aantal bedden per instelling zijn afkomstig van het RIVM. De overige referentiegegevens zijn afkomstig van de door Prof. Dr. A. Steenhoek (hoogleraar Maatschappelijke aspecten van het geneesmiddelenbeleid in het ziekenhuis bij het instituut Beleid&Management Gezondheidszorg van het ErasmusMC in Rotterdam) Stichting Farmaceutische Kengetallen 1

aangelegde databank Kengetallen ziekenhuizen. Deze databank is gebaseerd op gegevens uit de openbare resultatenrekeningen van ziekenhuizen. In hoofdstuk 4 is prijsinformatie opgenomen van de in de beleidsregels opgenomen geneesmiddelen. Het betreft de inkoopprijzen uit de G-Standaard van oktober 27 zoals vastgelegd door Z-Index. Deze prijzen worden exclusief BTW weergegeven. Voor het beroep op de beleidsregels gelden de netto inkoopkosten. Deze kunnen gebaseerd zijn op afwijkende prijzen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 11

3. Respons en bruikbaarheid van de geleverde gegevens 3.1. De gerealiseerde respons in aantallen Per 1 oktober hebben 96 deelnemers zich aangemeld voor de monitor. Bij academische ziekenhuizen is de respons 1 procent en bij de algemene ziekenhuizen komt deze uit op 83 procent. De respons ligt hiermee duidelijk boven de doelstelling van 8 procent zoals gedefinieerd door de begeleidingscommissie. De respons onder de categorale instellingen ligt op 34 procent. Dit is niet vreemd aangezien de beleidsregels dure- en weesgeneesmiddelen voor de meeste van deze instellingen niet van toepassing zijn. De NVZ ledenlijst telt 47 categorale instellingen met een sterk heterogeen karakter. Aan de hand van de indeling die het RIVM maakt in haar Zorgatlas zijn de categorale instellingen onderscheiden in zes typen ziekenhuizen: Revalidatiecentra (2), Astmacentra/longrevalidatiecentra (3), Epilepsiecentra (2), Dialysecentra (3), Audiologische centra (11) en Radiotherapeutische centra (5) en overige categorale instellingen (3). De overige categorale instellingen zijn het Antonie van Leeuwenhoek Ziekenhuis (Amsterdam), Sint Maartenskliniek (Nijmegen) en het Oogziekenhuis (Rotterdam). In 25 waren er volgens het RIVM 94 categorale instellingen, die georganiseerd zijn in 63 organisaties. Respons monitor dure geneesmiddelen Ledenlijst NVZ/NFU Aantal deelnemers In % Academische ziekenhuizen 8 8 1% Algemene ziekenhuizen 87 72 83% - Topklinische opleidingsziekenhuizen 22 21 95% - Overige algemene ziekenhuizen 65 51 78% Categorale ziekenhuizen 47 16 34% 3.2. Extrapolatie Aangezien de totale respons niet op 1 procent uitkomt, moeten de gegevens worden geëxtrapoleerd om tot een landelijk raming van de kosten van dure geneesmiddelen te komen. Hierbij gaan we uit van een populatieverdeling van ziekenhuizen in de strata academische, algemene en categorale ziekenhuizen. Alle academische ziekenhuizen hebben gegevens geleverd voor de monitor. Dit betekent dat gegevens van deze ziekenhuizen niet geëxtrapoleerd hoeven te worden. Bij de algemene ziekenhuizen ligt de respons op 72 van de 87 ziekenhuizen. De meest simpele extrapolatiemethode is om de gegevens op te hogen op basis van het aantal deelnemende algemene ziekenhuizen ten opzichte van het totaal aantal algemene ziekenhuizen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 12

Voorwaarde hierbij is dat de steekproef een representatieve afspiegeling vormt van de totale populatie. Op basis van een aantal kenmerken die wel voor de hele populatie beschikbaar zijn zoals het aantal bedden (26), het wettelijk budget aanvaardbare kosten (25), opbrengsten (25), lasten (25), aantal opnamen (25) en aantal verpleegdagen (25) blijken de grotere ziekenhuizen licht oververtegenwoordigd. Het is daarom nuttig om naar een extrapolatie op basis van de genoemde parameters te kijken. Als we op basis van de afzonderlijke parameters extrapolatiemethoden ontwikkelen om een schatting te maken van de totale kosten van de dure geneesmiddelen, blijken deze in 26 maximaal 14 procent van elkaar af te wijken. De betrouwbaarheidsmarges variëren hierbij vrij sterk. Bij een 95%-betrouwbaarheidsmarge is de relatieve betrouwbaarheidsmarge voor de totale kosten van dure geneesmiddelen zo'n 7 tot 14 procent. Extrapolatie op basis van het aantal deelnemers of de patiëntgebonden kosten hebben een duidelijk lagere betrouwbaarheid dan extrapolatie op basis van het aantal bedden, het wettelijk budget aanvaardbare kosten, het aantal opnamen of het aantal verpleegdagen. Deze laatste parameters hebben ook een zeer sterke samenhang met de kosten van de dure geneesmiddelen, hetgeen in mindere mate opgaat voor de patiëntgebonden kosten. Als extrapolatie op basis van het aantal deelnemers en op basis van de patiëntgebonden kosten buiten beschouwing worden gelaten, wijken de hoogte van de totale kosten van de resterende wegingsmethodes maximaal 4 procent af. De begeleidingscommissie heeft voorkeur uitgesproken voor een extrapolatie op basis van een dynamische productieparameter en niet op basis van een statische parameter zoals het aantal bedden. Omdat het aantal verpleegdagen de sterkste correlatie heeft met de uitgaven aan dure geneesmiddelen en de hoogste betrouwbaarheid geeft, is gekozen voor een extrapolatie op basis van het aantal verpleegdagen. Betrouwbaarheidsmarges van de verschillende extrapolatiemethodes bij algemene ziekenhuizen, 26 Deelnemers Bedden Budget Opnamen Patientgebonden Kosten Verpleegdagen Stichting Farmaceutische Kengetallen 13

Betrouwbaarheidsmarges van de verschillende extrapolatiemethodes bij algemene ziekenhuizen in procenten, 26 15,% 12,% 13,% 13,8% 9,% 6,% 3,%,% 6,9% 6,6% 6,9% 6,6% Deelnemers Bedden Budget Opnamen Patientgebonden Kosten Verpleegdagen Naast een opgave van de netto-inkoopkosten per geneesmiddel dat op de beleidsregel dure- of weesgeneesmiddelen staat vermeld, is aan de deelnemende ziekenhuizen gevraagd om de totale geneesmiddelenkosten op te geven. Bij 59 van de 87 algemene ziekenhuizen zijn de totale geneesmiddelenkosten bekend. Dit komt neer op een respons van 68 procent. Ook hierbij zijn de uitgaven geëxtrapoleerd op basis van het aantal verpleegdagen. De lagere respons leidt vanzelfsprekend tot een hogere extrapolatiefactor en een iets lagere betrouwbaarheid. Alle academische ziekenhuizen hebben hun totale geneesmiddelenkosten opgegeven, waardoor deze kosten niet hoeven te worden geëxtrapoleerd. De categorale instellingen zijn opgedeeld in revalidatiecentra, astmacentra/longrevalidatiecentra, epilepsiecentra, dialysecentra, audiologische centra en radiotherapeutische centra en overige categorale instellingen. Uitsluitend revalidatiecentra, astmacentra/longrevalidatiecentra en overige categorale instellingen doen een beroep doen op de beleidsregels. Gezien het ontbreken van andere extrapolatieparameters worden de gegevens van de revalidatiecentra opgehoogd op basis van het aantal deelnemers in de steekproef ten opzichte van het totale aantal revalidatiecentra. Hetzelfde principe is gehanteerd voor de astmacentra/longrevalidatiecentra. Twee van de drie overige instellingen hebben gegevens voor de monitor aangeleverd. De gegevens van de ontbrekende instelling zijn vanwege het verschillende karakter van deze instellingen niet opgehoogd en zijn daarmee impliciet op nul gesteld. 3.3. Bruikbaarheid van de geleverde gegevens Naast de gevensverzameling via het eerder genoemde webformulier of voorgedefinieerde spreadsheet, ging de oorspronkelijke onderzoeksopzet uit van een gegevensopvraag via een exportmodule in het softwaresysteem van de ziekenhuisapotheek. Via deze exportmodule worden gedetailleerde gegevens over de goederenstromen van geneesmiddelen binnen het ziekenhuis en de afgegeven medicatieopdrachten vastgelegd. Omdat de exportmodule niet voor ieder softwaresysteem beschikbaar is, gold een Stichting Farmaceutische Kengetallen 14

alternatieve procedure waarmee geaggregeerde gegevens op geneesmiddelenniveau konden worden geleverd. Deze alternatieve procedure bleek voor de meeste ziekenhuizen die hierop aangewezen waren, tijdrovender dan verwacht. Hierdoor nam het draagvlak van de monitor af. Daarnaast zorgden problemen van communicatieve en inhoudelijke aard aanvankelijk voor een te laag aantal deelnemers. Op aanwijzingen van de begeleidingscommissie is daarom de gegevensopvraag beperkt tot het webformulier of de voorgedefinieerde spreadsheet. Hierin worden uitsluitend de totale kosten per jaar opgevraagd per geneesmiddel dat in de beleidsregels is opgenomen. Gezien het ontbreken van kengetallen als de afgeleverde hoeveelheid of aantal gebruikers geeft de monitor op dit moment geen inzicht in onderliggende factoren die ten grondslag liggen aan de kostenontwikkeling van dure geneesmiddelen, zoals nieuwe gebruikers, gebruiksduur, verminderd gebruik, door gemiddeld lagere doseringen of kortere gebruiksduur. Dit vergt aanvullend onderzoek. In het webformulier en de voorgedefinieerde spreadsheet werd, conform de door de NZa opgestelde beleidsregels, gevraagd om bij een aantal geneesmiddelen een uitsplitsing te maken naar de indicatie. Dit geldt voor rituximab, infliximab en trastuzumab. De respons op deze uitsplitsingen is te laag om op dit punt betrouwbare uitspraken te doen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 15

4. Kosten dure- en weesgeneesmiddelen 4.1. Dure- en weesgeneesmiddelen De totale kosten van de dure- en weesgeneesmiddelen in ziekenhuizen kwamen in 26 uit op een bedrag van 274,5 miljoen. Het gaat hierbij om de netto-inkoopkosten van de in de beleidsregels opgenomen geneesmiddelen voor zover de ziekenhuizen hiervoor een budgettaire compensatie hebben aangevraagd. Drie kwart van de kosten slaan neer bij de algemene ziekenhuizen, 2 procent bij academische ziekenhuizen en de resterende 3 procent bij categorale ziekenhuizen. Ten opzichte van 25 zijn de kosten van deze geneesmiddelen met 48 procent gestegen. Toen kwamen de kosten uit op 185,7 miljoen. Inmiddels zijn de kosten van de dure- en weesgeneesmiddelen ten opzichte van 24 meer dan verdubbeld. Netto-inkoopkosten dure- en weesgeneesmiddelen (1 = 1 mln.) Academische Ziekenhuizen 28,6 37,5 31% 56,8 51% Algemene ziekenhuizen 98, 142,5 45% 28,3 46% Categorale ziekenhuizen 3,5 5,6 62% 9,4 68% Totaal 13,1 185,7 43% 274,5 48% Een deel van de kostenstijging ten laste van de beleidsregels kan worden verklaard, doordat er steeds meer geneesmiddelen op de lijst zijn opgenomen (zie bijlage 2). In 22 waren er 11 geneesmiddelen op de lijst opgenomen. Eind 26 waren dat er 25, inclusief 2 weesgeneesmiddelen. Een groot deel hiervan staat relatief kort op de lijst. In 26 zijn er namelijk 1 geneesmiddelen aan de beleidsregels toegevoegd, inclusief 2 weesgeneesmiddelen. Deze nieuw opgenomen geneesmiddelen hadden een relatief beperkte invloed op de kostenstijging. De kosten stegen vooral bij de geneesmiddelen die al vanaf 1 januari 22 in de beleidsregels zijn opgenomen. In 25 en 26 bedroeg deze kostenstijging respectievelijk 38 en 35 procent. Bij de toename van het beroep op de beleidsregel speelt de verbreding van de indicatie een belangrijke rol. Aan de geneesmiddelen die vanaf 22 in de beleidsregel zijn opgenomen, zijn in de loop van de tijd zeven nieuwe indicaties toegevoegd. In academische ziekenhuizen zijn de kosten van de dure- en weesgeneesmiddelen in 26 sterker gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Dit komt doordat vanaf 1 januari 26 een beleidsregel voor weesgeneesmiddelen is geïntroduceerd. Weesgeneesmiddelen die op de lijst van deze beleidsregel staan worden voor 1 procent budgettair gecompenseerd door de overheid. Aanvankelijk werd 95 procent van de netto-inkoopkosten vergoed, maar in december 26 is de budgettaire compensatie verhoogd tot 1 procent. Alleen academische ziekenhuizen kunnen een beroep doen op deze beleidsregel. In 26 bedroegen de kosten van deze weesgeneesmiddelen 8,6 miljoen. Voor 26 werden deze weesgeneesmiddelen overigens via een subsidieregeling bekostigd. Zonder deze weesgeneesmiddelen zouden de kosten van de dure geneesmiddelen in academische ziekenhuizen met 28 procent zijn toegenomen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 16

UItgaven dure- en weesgeneesmiddelen per jaar van opname van het betreffende geneesmiddel in de beleidsregel (1 = 1 mln) 3 25 2 15 1 5 Jaar van opname in beleidsregel 22 In 24 en 25 kwam het gemiddelde vergoedingspercentage van de toen geldende beleidsregel dure geneesmiddelen op 69 respectievelijk 68 procent uit (Bron: VWS/NZa). Dit betekent dat ziekenhuizen in dat jaar circa 3 procent van de kosten van dure geneesmiddelen uit hun budget moesten dekken. Voor 24 kwam dat neer op een bedrag van 4 miljoen. Door stijging van de uitgaven aan dure geneesmiddelen namen de budgettaire lasten voor ziekenhuizen in 25 toe tot bijna 6 miljoen. Met ingang van 26 wordt op basis van de beleidsregel dure geneesmiddelen 8 procent van deze kosten budgettair gecompenseerd. Ziekenhuizen moeten dus vanaf 26 voor twintig procent van deze kosten dekking vinden in hun reguliere budget. Behandelingen van patiënten met infliximab die vóór 1 mei 24 zijn gestart, worden voor 1 procent vergoed. Hierdoor ligt het vergoedingspercentage in werkelijkheid iets hoger. De kosten die ziekenhuizen in 26 uit hun eigen budget moesten dekken bedroegen bijna 5 miljoen. Verhoging van het vergoedingspercentage voor de dure geneesmiddelen heeft ertoe geleid dat de lasten in 26 ten opzichte van 25 - ondanks de uitgavenstijging - per saldo met ruim 9 miljoen zijn gedaald voor alle ziekenhuizen gezamenlijk,. Doordat het feitelijke vergoedingspercentage in 25 niet voor elk ziekenhuis gelijk was, verschilt ook het effect van de verhoging van het vergoedingspercentage. In combinatie met verschillen in kostontwikkeling van dure geneesmiddelen kan dit voor individuele instellingen tot positieve of negatieve effecten hebben geleid. Bij de sector algemene ziekenhuizen daalden de lasten in 26 voor alle ziekenhuizen tezamen minder dan bij de sector academische ziekenhuizen. Dit komt vooral doordat de gemiddelde vergoedingspercentages in 24 en 25 bij algemene ziekenhuizen hoger waren dan bij de academische ziekenhuizen. Daarnaast zorgt ook de relatief sterkere uitgavenstijging aan dure geneesmiddelen bij algemene ziekenhuizen voor een minder hoge lastendaling. De lasten voor de categorale instellingen zijn licht toegenomen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 17

Overzicht kosten en budgetcompensatie* dure geneesmiddelen 24-26 ( 1 = 1 mln) Algemene ziekenhuizen Netto inkoopkosten 98, 142,5 28,3 Budgetvergoeding NZa 67,8 1,3 169,5 Eigen bijdrage ziekenhuizen 3,2 42,2 38,8 Academische ziekenhuizen Netto inkoopkosten 28,6 37,5 48,3 Budgetvergoeding NZa 19,3 22,9 39,7 Eigen bijdrage ziekenhuizen 9,3 14,6 8,6 Categorale instellingen Netto inkoopkosten 3,5 5,6 9,4 Budgetvergoeding NZa 2,3 3,8 7,5 Eigen bijdrage ziekenhuizen 1,2 1,8 1,9 Totaal alle instellingen Netto inkoopkosten 13,1 185,6 266, Budgetvergoeding NZa 89,4 127, 216,7 Eigen bijdrage ziekenhuizen 4,7 58,6 49,3 / VWS / NZa *) inclusief behandelingen met infliximab die voor 1% zijn vergoed Gemiddelde vergoedingspercentages* dure geneesmiddelen 24-26 Algemene ziekenhuizen 62,8 66,2 8, Academische ziekenhuizen 56,9 52,4 8, Categorale instellingen 64,7 67,3 8, Totaal alle instellingen 61,6 63,6 8, / VWS / NZa *) exclusief behandelingen met infliximab die voor 1% zijn vergoed 4.2. Alle intramurale geneesmiddelen De SFK raamt de totale kosten van alle geneesmiddelen in alle academische en algemene ziekenhuizen in 26 op 69,8 miljoen. Dit is bijna 1 miljoen meer dan het bedrag dat in 25 werd uitgegeven. In 24 kwamen deze kosten nog uit op 444,9 miljoen. Over de hoogte van de totale geneesmiddelenkosten in categorale ziekenhuizen kunnen geen betrouwbare uitspraken worden gedaan. Stichting Farmaceutische Kengetallen 18

Netto-inkoopkosten alle geneesmiddelen (1 = 1 mln.) Academische Ziekenhuizen 131,3 139,5 6% 16, 15% Algemene ziekenhuizen 313,5 375,8 2% 449,7 2% Totaal 444,9 515,3 16% 69,7 18% De totale kosten van alle geneesmiddelen namen in 25 en 26 met 16 respectievelijk 18 procent toe. Deze toename wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door de dure- en weesgeneesmiddelen. De kosten van de geneesmiddelen die niet in de beleidsregels zijn opgenomen, namen in de periode 24 tot en met 26 veel minder sterk toe. Ze liepen op van 318,3 miljoen in 24 tot 344,6 miljoen in 26. Dit komt neer op een gemiddelde jaarlijkse stijging van 4,1 procent. Deze stijging komt vrijwel geheel op het conto van de algemene ziekenhuizen. In academische ziekenhuizen namen de kosten van de niet-dure geneesmiddelen nauwelijks toe. Kosten dure- en weesgeneesmiddelen vs. kosten van overige geneesmiddelen in algemene en academische ziekenhuizen (1 = 1 mln.) 7 6 5 4 3 2 1 Overige geneesmiddelen Dure- en weesgeneesmiddelen 4.3. Kostencriterium Voor opname op de beleidsregel dure geneesmiddelen dienen de (verwachte) totale kosten van een geneesmiddel op macroniveau tenminste,5% te bedragen van de totale geneesmiddelenkosten. Bij het vaststellen van de macro geneesmiddelkosten tellen de kosten van geneesmiddelen, zoals opgenomen in de beleidsregels dure geneesmiddelen en weesgeneesmiddelen, niet mee in het totaalbedrag. De kosten van de niet dure- en weesgeneesmiddelen liepen in de periode 24 tot en met 26 uiteen van 318,3 miljoen tot 344,6 miljoen. Toepassing van het,5% kostencriterium betekent dus dat de totale netto-inkoopkosten van een geneesmiddel in ieder geval hoger moeten zijn dan 1,6 miljoen (,5% x 318,3). In 26 waren de uitgaven aan 9 geneesmiddelen op de lijst lager dan dit bedrag. Vrijwel al deze 9 geneesmiddelen zijn in de loop van 26 in de beleidsregel opgenomen, waarvan een aantal met terugwerkende kracht per 1 januari 26. Stichting Farmaceutische Kengetallen 19

4.4. Budgetaandeel Alhoewel de totale geneesmiddelenuitgaven - inclusief de dure- en weesgeneesmiddelensterk correleren met de hoogte van het budget, kan het budgetaandeel van de geneesmiddelenuitgaven tussen het ene en het andere ziekenhuis sterk verschillen. In 26 liep dit budgetaandeel uiteen tussen de 2,4 en de 9,1 procent. Gemiddeld besteedden zowel academische als algemene ziekenhuizen zo'n 5,5 procent van hun wettelijk budget voor aanvaardbare kosten aan geneesmiddelen. Dit percentage is inclusief dure geneesmiddelen. In 24 lag deze verhouding anders. Toen gaven academische ziekenhuizen 4,6 procent van hun budget uit aan geneesmiddelen, terwijl dit percentage bij algemene ziekenhuizen nog 3,8 procent was. Het budgetaandeel van de totale geneesmiddelenuitgaven is in algemene ziekenhuizen relatief iets sterker gestegen dan in academische ziekenhuizen. De totale geneesmiddelenkosten in procenten van het wettelijk budget aanvaardbare kosten per budgetklasse 1% 8% 6% 4% 2% % < 6 mln. 6-12 > 12 mln. > 12 mln. Algemeen ziekenhuis Algemeen ziekenhuis Algemeen ziekenhuis Academisch ziekenhuis Het budgetaandeel van de dure- en weesgeneesmiddelen bij academische ziekenhuizen liep op van 1, procent in 24 tot 1,9 procent in 26. Bij algemene ziekenhuizen kwamen deze percentages uit op 1,2 respectievelijk 2,4. Ook de grotere algemene ziekenhuizen lijken voor wat betreft het budgetaandeel van de dure geneesmiddelen iets meer op academische ziekenhuizen. Algemene ziekenhuizen met een budget van meer dan 12 miljoen gaven in 26 relatief minder uit aan dure geneesmiddelen dan ziekenhuizen met een budget onder de 12 miljoen. Evenals het budgetaandeel van alle geneesmiddelen kan het budgetaandeel van de dure- en weesgeneesmiddelen per ziekenhuis sterk verschillen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 2

De totale geneesmiddelenkosten in procenten van het wettelijk budget aanvaardbare kosten per budgetklasse 5% 4% 3% 2% 1% % < 6 mln. 6-12 > 12 mln. > 12 mln. Algemeen ziekenhuis Algemeen ziekenhuis Algemeen ziekenhuis Academisch ziekenhuis Stichting Farmaceutische Kengetallen 21

5. Individuele geneesmiddelen In 26 nemen drie geneesmiddelen ruim de helft van de totale kosten van dure- en weesgeneesmiddelen voor hun rekening. Het gaat om infliximab ( 54,7 miljoen), trastuzumab ( 51,8 miljoen) en rituximab ( 37,1 miljoen). Alledrie de geneesmiddelen horen tot de groep immunomodulantia. Ook in de uitgavenstijging zijn deze drie geneesmiddelen dominant. Samen bepalen ze 6 procent van de toename van de uitgaven aan dure- en weesgeneesmiddelen in 26. Het geneesmiddel met de sterkste uitgaventoename is trastuzumab. De uitgaven aan dit middel namen in 26 toe met 33 miljoen. Dit is bijna 4 procent van de totale uitgavenstijging. Zowel infliximab, trastuzumab als rituximab staan vanaf 22 op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Opvallend is dat in de periode 24 tot en met 26 aan alledrie de middelen nieuwe (sub)indicaties zijn toegevoegd. 5.1. Immunomodulantia Immunomodulantia zijn middelen die het functioneren van het immunologisch systeem beïnvloeden. Ze hebben binnen het cellulaire en/of het humorale immunologisch systeem veelal verschillende aangrijpingspunten. In klinisch opzicht wordt door de toepassing van immunomodulantia een toestand van immunosuppressie of immunostimulatie beoogd. De uitgaven aan de immunomodulatia die in de beleidsregels zijn opgenomen kwamen in 26 uit op 154,9 miljoen. Deze uitgaven zijn drie keer zo hoog als in 24. Binnen de totale uitgaven voor dure- en weesgeneesmiddelen vormen ze daarmee de grootste en snelst stijgende groep. 5.1.1. Infliximab Infliximab (Remicade) onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het behoort tot de groep van TNF-alfa remmers. Infliximab is vanaf 1 januari 22 opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Behandelingen van patiënten met infliximab die vóór 1 mei 24 zijn gestart, worden voor 1 procent vergoed. Voor de overige behandelingen geldt een budgetcompensatie van 8 procent. Sinds 1 juni 27 wordt infliximab onder voorwaarde ook buiten het ziekenhuis vergoed voor de behandeling van reumatoïde artritis, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, spondylitis ankylopoetica, artritis psoriatica en chronische plaques psoriasis. Tot nu toe wordt dit middel vanwege de toedieningsvorm en de mogelijke ernstige infusie gerelateerde bijwerkingen uitsluitend klinisch toegepast. Een flacon van 1 mg poeder als concentraat voor infusie-oplossing kost 654,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Per standaarddagdosering (3-5 mg/kg) komt dat neer op een bedrag van bijna 25. In 26 bedroegen de kosten van dit geneesmiddel ten laste van de beleidsregel 54,2 miljoen. Daarmee is infliximab het geneesmiddel op de beleidsregels met de hoogste uitgaven. Ten opzichte van 25 zijn de uitgaven voor infliximab met 14 miljoen toegenomen. Procentueel komt dat uit op een stijging van bijna 35 procent. Het aandeel dat infliximab heeft in het totale ziekenhuisbudget verschilt relatief sterk per ziekenhuis. Stichting Farmaceutische Kengetallen 22

Uitgaven infliximab, alle instellingen, 24-26 6 1 = 1 mln. 5 54,2 4 4,1 3 33,5 2 1 Uitgaven infliximab in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln Extramurale uitgaven Voor de vergoeding buiten het ziekenhuis is infliximab per 1 juni 27 opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Daar is het geclusterd met etanercept (Enbrel) en adalimumab (Humira). Deze middelen hadden in 26 buiten het ziekenhuis een omzet van 66 miljoen respectievelijk 62 miljoen en waren bovendien de twee geneesmiddelen met de hoogste extramurale uitgaventoename (Bron: SFK). Ten opzichte van 25 namen de kosten van adalimumab met 19 miljoen toe en die van etanercept met 18 miljoen. Op dit moment zijn er nog geen gegevens over het extramurale gebruik van infliximab beschikbaar. 5.1.2. Trastuzumab Trastuzumab (Herceptin) is een monoclonaal antilichaam dat wordt gebruikt bij patiënten met HER2 positieve borstkanker. Een flacon met 15 mg infusiepoeder kost 673,-.(Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index), Trastuzumab is vanaf 1 januari 22 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Buiten het ziekenhuis wordt het niet vergoed. In 26 kwamen de kosten van trastuzumab die ten laste van de beleidsregel werden gebracht uit op een bedrag van 51,1 miljoen. In 25 was dit nog 18 miljoen en in 24 was dit 8,9 miljoen. Daarmee is trastuzumab het geneesmiddel met de sterkste uitgaventoename. Stichting Farmaceutische Kengetallen 23

Uitgaven trastuzumab, alle instellingen, 24-26 6 1 = 1 mln. 5 51,1 4 3 2 18, 1 8,9 Uitgaven trastuzumab in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.1.3. Rituximab Rituximab (Mabthera ) is een monoklonaal antilichaam dat wordt gebruikt bij de behandeling van B-cel-non-Hodgkinlymfoom, B-celleukemie en reumatoide artritis. Per 1 januari 22 is rituximab opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Gebruik buiten het ziekenhuis wordt niet vergoed. Uitgaande van een dosering van 375 milligram per m² lichaamsoppervlak bij de indicatie non-hodgkin-lymfoom bedragen de kosten van één behandeling gemiddeld 2.74,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). De dosering bij de behandeling van reuma is 1 milligram, na 2 weken wordt deze dosering nog een keer herhaald. De uitgaven aan rituximab ten laste van de beleidsregel bedroegen in 26 36,7 miljoen. Ten opzichte van 24 zijn deze uitgaven met 26 miljoen toegenomen. Vooral in 25 stegen de uitgaven aan dit middel aanzienlijk. Uitgaven rituximab, alle instellingen, 24-26 6 5 1 = 1 mln. 4 3 36,7 28,9 2 1 1,6 Uitgaven rituximab in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln Stichting Farmaceutische Kengetallen 24

5.1.4. Bevacizumab Bevacizumab (Avastin) werd in 25 geregistreerd voor de behandeling van gemetastaseerde colorectaalkanker en in maart 26 voor de behandeling van gemetastaseerde borstkanker. In augustus 27 werd de behandeling van vergevorderde longkanker aan de indicatie toegevoegd. Naast deze geregistreerde indicaties is bekend dat oogartsen bevacizumab off-label toepassen bij maculadegeneratie in plaats van het daarvoor geregistreerde ranibizumab (Lucentis) of pegaptanib (Macugen). Bevacizumab is vanaf 1 januari 25 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Een flacon van 4 mg poeder als concentraat voor infusie-oplossing kost 1.35,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Buiten het ziekenhuis wordt het niet vergoed. In 26 bedroegen de uitgaven aan bevacizumab 11,9 miljoen. Uitgaven bevacizumab, alle instellingen, 24-26 3 25 1 = 1 mln. 2 15 1 11,9 5 3,1 Uitgaven bevacizumab in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.1.5. Omalizumab Omalizumab (Xolair) wordt ingezet bij de behandeling van ernstig allergisch astma. Per 1 januari 26 is het middel toegevoegd aan de beleidsregel dure geneesmiddelen. Een flacon met 15 milligram omalizumab en oplosmiddel voor injectie heeft een apotheekinkoopprijs van 48,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Per standaarddagdosering bedragen de geneesmiddelenkosten 43,-. Buiten het ziekenhuis wordt omalizumab niet vergoed. In het eerste jaar dat omalizumab in de beleidsregel dure geneesmiddelen was opgenomen kwam de omzet uit op,5 miljoen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 25

5.1.6. Alemtuzumab Alemtuzumab (Mabcampath) is een monoklonaal antilichaam dat wordt gebruikt voor het behandelen van patiënten met chronische lymfatische leukemie wanneer andere eerdere behandelingen geen succes hebben gehad. Het geneesmiddel is per 1 januari 26 op de beleidsregel dure geneesmiddelen opgenomen en wordt buiten het ziekenhuis niet vergoed. De uitgaven aan alemtuzumab bedroegen bijna,5 miljoen. 5.1.7. Natalizumab Natalizumab (Tysabri) is per 1 juli 26 opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Het is een monoklonaal antilichaam, dat de afweer onderdrukt. Artsen schrijven natalizumab voor bij de behandeling van relapsing remitting multiple sclerose aan patiënten die niet hebben gereageerd op een interferonbèta. De uitgaven aan alemtuzumab bedroegen net iets meer dan,1 miljoen. 5.2. Cytostatica Cytostatica worden gebruikt bij de behandeling van kanker. Een cytostaticum beoogt de deling van cellen te stoppen. De werking berust over het algemeen op het ingrijpen op de chemische reacties in de cel die nodig zijn voor de celdeling. Hierbij worden vooral snelgroeiende cellen beschadigd. In 26 bedroegen de uitgaven voor de cytostatica die in de beleidsregels opgenomen zijn 91,8 miljoen. Deze uitgaven zijn 15 miljoen hoger dan in 25. Van 24 op 25 stegen de uitgaven met ongeveer hetzelfde bedrag. Oxaliplatin en docetaxel zijn de cytostatica met de hoogste uitgaven. 5.2.1. Oxaliplatin Oxaliplatine is een platinaverbinding die inmiddels onder diverse namen in de handel wordt gebracht. Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van darmkanker. Een flacon met 1 milligram oxaliplatine als infusiepoeder heeft een apotheekinkoopprijs van bijna 7(Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index ). Oxaliplatine is vanaf 1 januari 22 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Buiten het ziekenhuis wordt oxaliplatine niet vergoed. In 26 kwamen de kosten van oxaliplatin die ten laste van de beleidsregel werden gebracht uit op een bedrag van 29,3 miljoen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 26

Uitgaven oxaliplatin, alle instellingen, 24-26 1 = 1 mln. 3 29,3 25 24,8 2 15 1 11,2 5 Uitgaven oxaliplatin in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.2.2. Docetaxel Docetaxel (Taxotere) hoort samen met het eveneens in de beleidsregel opgenomen paclitaxel tot de taxanen. Het wordt ingezet bij de behandeling van borstkanker en bij nietkleincellig longkanker, prostaatkanker, maagdarmkanker of hoofdhalskanker. Docetaxel als concentraat voor infusievloeistof van 4 milligram per milliliter heeft per milliliter een apotheekinkoopprijs van 44,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Docetaxel is vanaf 1 januari 22 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Buiten het ziekenhuis wordt docetaxel niet vergoed. In 26 kwamen de kosten van docetaxel die ten laste van de beleidsregel werden gebracht uit op een bedrag van 23,2 miljoen. De kosten zijn in de afgelopen drie jaar gelijkmatig gestegen. In 26 namen de kosten met 27 procent ten opzichte van het jaar daarvoor en in 25 kwam de kostengroei uit op 28 procent. Stichting Farmaceutische Kengetallen 27

Uitgaven docetaxel, alle instellingen, 24-26 3 25 1 = 1 mln. 2 23,2 18,4 15 14,4 1 5 Uitgaven docetaxel in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.2.3. Gemcitabine Gemcitabine (Gemzar ) wordt onder meer ingezet bij de behandeling van niet-kleincellig longkanker, alvleesklierkanker, blaaskanker of borstkanker. Gemcitabine als concentraat voor infusievloeistof van 2 milligram per flacon kost 49,-. Een flacon van 1 milligram kost 213,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Gemcitabine is vanaf 1 januari 22 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Buiten het ziekenhuis wordt gemcitabine niet vergoed. In 26 kwamen de uitgaven aan gemcitabine ten laste van de beleidsregel uit op een bedrag van 13,3 miljoen. In vergelijking met 24 en 25 is er bij dit middel sprake van een relatief beperkt toename van de uitgaven. In deze eerdere jaren namen de uitgaven toe met 1 respectievelijk 5 procent. Stichting Farmaceutische Kengetallen 28

Kosten gemcitabine, alle instellingen, 24-26 3 25 1 = 1 mln. 2 15 1 11,3 12,5 13,1 5 Uitgaven gemcitabine in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.2.4. Irinotecan Irinotecan (Campto) hoort tot de topo-isomerase-i-remmers en wordt ingezet bij uitgezaaide vormen van darmkanker. Irinotecan als concentraat voor infusievloeistof van 2 milligram per milliliter heeft per flacon van 4 milligram een apotheekinkoopprijs van 47,- (Bron: G- Standaard Oktober 27 / Z-Index). Irinotecan is vanaf 1 januari 22 opgenomen in de beleidsregel dure geneesmiddelen. Buiten het ziekenhuis wordt irinotecan niet vergoed. In 26 kwamen de uitgaven aan irinotecan ten laste van de beleidsregel uit op 6,7 miljoen. Dit bedrag is iets lager dan de uitgaven in 25 en 24. Deze lagere uitgaven zijn niet het gevolg van lagere taxe-prijzen zoals door Z-Index geregistreerd in de G-Standaard. De monitor geeft op dit moment geen inzicht op de vraag of dit komt door lagere nettoinkoopkosten, een verminderd gebruik, gemiddeld lagere doseringen of door een kortere gebruiksduur. Uitgaven irinotecan, alle instellingen, 24-26 3 25 1 = 1 mln. 2 15 1 5 7,4 7,2 6,7 Uitgaven irinotecan in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln Stichting Farmaceutische Kengetallen 29

5.2.5. Paclitaxel Paclitaxel (Taxol) was het eerste dure geneesmiddel waarvoor al in 1995 een bijzondere financiële regeling werd getroffen. Het wordt onder andere toegepast bij gemetatasteerde borstkanker, eierstokkanker en niet-kleincellige longkanker. Het geneesmiddel is sinds 1 januari 22 opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen. Extramuraal gebruik wordt niet vergoed. Paclitaxel wordt door verschillende generieke leveranciers op de markt gebracht. Het merkgeneesmiddel is inmiddels uit de handel. Een flacon met 3 mg paclitaxel concentraat voor infusievloeistof kent een apotheekinkoopsprijs van 1.8,- (Bron: G-Standaard Oktober 27 / Z-Index). Paclitaxel is het enige geneesmiddel van de beleidsregel waarbij de omzet in de loop van de tijd sterk is afgenomen. De uitgaven daalden van 13,9 miljoen in 24 tot 6,5 miljoen in 26. Uitgaven paclitaxel, alle instellingen, 24-26 3 25 1 = 1 mln. 2 15 1 13,9 5 7,8 6,5 UItgaven paclitaxel in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 < 6 mln. 6-12 > 12 mln Stichting Farmaceutische Kengetallen 3

5.2.6. Pemetrexed Pemetexed wordt toegepast bij borstvlieskanker. Het middel is sinds 1 januari 25 opgenomen op de beleidsregel dure geneesmiddelen. In 26 bedroegen de uitgaven aan dit middel 5,1 miljoen. Uitgaven pemetrexed, alle instellingen, 24-26 1 8 1 = 1 mln. 6 4 5,1 2 1,9 Uitgaven pemetrexed in promille van budget aanvaardbare kosten per budgetklasse (academische en algemene ziekenhuizen) 2, 1,8 1,6 1,4 1,2 1,,8,6,4,2, < 6 mln. 6-12 > 12 mln 5.2.7. Doxorubicine in gepegyleerde liposomen Doxorubicine kan worden toegediend als standaard doxorubicine, als doxorubicine in niet gepegyleerde liposomen (Myocet) en als doxorubicine in gepegyleerde liposomen (Caelyx). Deze laatste vorm wordt toegepast als chemotherapie bij vrouwen met uitgezaaide borstkanker en een verhoogd risico op hartproblemen. Daarnaast wordt het ook voorgeschreven bij vrouwen met uitgezaaide eierstokkanker bij wie de ziekte voortschrijdt na de standaardbehandeling of die vanwege overgevoeligheid niet met een platinaverbinding kunnen behandeld. Standaard doxorubicine is generiek beschikbaar en wordt ook buiten het ziekenhuis vergoed vanuit de basisverzekering. Het gebruik buiten het ziekenhuis is echter beperkt tot enkele tientallen verstrekkingen. Zowel doxorubicine in niet gepegyleerde liposomen (Myocet) als doxorubicine in gepegyleerde liposomen (Caelyx) worden buiten het ziekenhuis niet vergoed. Zowel Caelyx als Myocet zijn per 1 januari 24 in de beleidsregel dure geneesmiddelen opgenomen. Stichting Farmaceutische Kengetallen 31