WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?



Vergelijkbare documenten
Lesboek bovenbouw havo/vwo

WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Lesboek onderbouw klas 1 & 2 WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Lesboek VMBO 3/4 & HAVO 3

WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Lesboek dierverzorging

Lesboek onderbouw klas 1 & 2

LESPAKKET GEDRAG. DIERENRIJK Lespakket Gedrag HAVO / VWO 1 Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET GEDRAG. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

11. o f e. d i. Apenrots Leeuwenterras Kleine-Zoogdierenhuis Uilenruïne Californische zeeleeuwen Insectarium

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo STARTOPDRACHT

SAFARIPARK BEEKSE BERGEN

Kijken! Kijken! Niet kopen!

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

startopdracht diergedrag 2 in Artis

Naam: DE GIRAFFE. Vraag 1b. Hoe zwaar kan een giraffe worden? Vraag 1a. Hoe lang kan een giraffe worden?

1 De tekst gaat over de modderman. Waar denk jij aan bij modder? Kleur die vakjes. 2 De modderman is een verhaal. Hoe weet je dat? Kruis aan.

SPEURTOCHT. Groep 3 en 4. Veel plezier! Welkom in Ouwehands Dierenpark! Kijk goed naar de bordjes en volg de wandelroute. Het wordt vast beregezellig!

Praktische Opdracht Safaripark Beekse Bergen Vmbo bbl-kbl

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

kort gras tot ±40 jaar mannetjes kg, vrouwtjes kg ±17 maanden 1 jong bijna bedreigd één per keer gevoelig

Kijken! Kijken! Niet kopen!

Auditieve oefeningen bij het thema de dierentuin

NIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE SEPTEMBER 13

b - 8. een dikke vetlaag hebben. een dunne vacht hebben. een middagdutje doen. een witte vacht hebben. hele grote oren hebben

Opa Vogel in het land van de neushoorns

Beestige Buren. Voorbereiding in de klas

Een basisschool project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2012

Werkstuk groep 7 Een dier

DIERGEDRAG IN ARTIS. Lespakket diergedrag voor bovenbouw vmbo VERWERKING

Wild Rhino s 13 en 14 jaar

DE ORANG OETAN. Bosmens

ZOO PLANCKENDAEL IN MECHELEN

Met vogels op trektocht

Ga je mee op watersafari?

DIERENPASPOORT GIRAFFE. Giraffa camelopardalis

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

SPEURTOCHT. Groep 5 en 6. Deze speurtocht bestaat uit twee delen.

Het beantwoorden van de vragen uit de checklist helpt je om twee manieren namelijk:

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

SPEURTOCHT THEMA APEN. voor onderbouw VO

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

dieren in de dierentuin

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

DE AFRIKAANSE OLIFANT

5. Hoe komt het dat de brulkikker niet meer in Nederland voorkomt?

1 Actief in de natuur. Bodemgespuis en kriebeldiertjes

MOEILIJKHEIDSGRAAD: -**- Een spreekbeurt geven, vraagt veel voorbereiding. Je moet immers vlot kunnen vertellen en je moet je luisteraars boeien.

DIERENPASPOORT GIRAFFE

De kleine beestjesclub

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

WOLF. Huilend roofdier

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Klaar, ik ben bruin en ik ben wit

SPEURTOCHT. Groep 5 en 6. Veel plezier!

Oefentoets 1 - Leesvaardigheid A1

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

Evolutie. Bovenbouw VO

RECHT OP ANDERS ZIJN DOELSTELLING

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Sumatran Rhino Sanctuary (Sumatra, Indonesië)

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Manenwolf. Manenwolf. Paspoort-gegevens

Camouflage is handig in het dierenrijk. Veel prooidieren vallen door hun kleur niet

Ethologie. De studie van het gedrag. Doel : Nauwkeurig leren bestuderen van een gedragssysteem van een dier en het leren verwerken van de observaties.

Koolwitjes in de klas!

Het Regent Zonnestralen

Volg de wandelroute, dan zie je alle dieren!

DE IJSBEER. Super speurneus

Inhoud. 1 Planten in allerlei soorten en maten 6. 2 Zorg voor planten Plagen en ziekten Voortplanting: een nieuw begin 90

Inhoud. Voorwoord 5. Gezocht: een... 6

Rondleidingen Planckendael

Aandacht voor schrijven? Dat hoort bij Nederlands. Schrijven?! Knippen en plakken van internet zul je bedoelen.

Bijlage VMBO-GL en TL

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Wereldschool Zomerdeal Freeks wilde wereld (groep 4 t/m 8)

Voor de ouders en verzorgers,

!!! "# $ %!!!!! ( " %!!+!! " # +

Een overtuigende tekst schrijven

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken Een wereldberoemde tekening. 2 / 5

Werkbladen Groep 7 & 8

eten en verteren proefexemplaar bovenbouw primair onderwijs

Zintuigen. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Transcriptie:

Lesboek bovenbouw havo/vwo WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN? WIE DURFT MIJ BETER TE LEREN KENNEN?

Werkbladen bovenbouw havo/vwo E xscaufarrsipiaerk Beekse Bergen Docent: Klas: ep) Naam (of naam gro 2

Welkom in safaripark Beekse Bergen Om ervoor te zorgen dat jullie een leuke en leerzame excursie hebben, volgen hier enkele tips en huisregels. Lees die goed en aandachtig door! Zes tips voor een geslaagd bezoek Het safaripark is zeer uitgestrekt. Gebruik de plattegrond die je hebt ontvangen om de weg te vinden en om op de juiste tijd op de afgesproken verzamelplek te komen. In het park staan ook diverse informatieborden met een plattegrond waar je de verschillende diersoorten kunt vinden. De wandelsafari, van de entree tot het midden van het park, is ongeveer drie kilometer lang. Dat is ongeveer drie kwartier wandelen. Gebruik voor de opdrachten je gezond verstand, de informatieborden langs de route, de plattegrond, de informatie van de gidsen, je schoolboek en eventueel ook informatie die je op internet kunt vinden. Toiletten kun je vinden bij de horecapunten. Houd je aan de huisregels. Doe je dit niet, dan kun je uit het park worden verwijderd en verdere toegang worden ontzegd! Vier huisregels 1. Voer de dieren niet. 2. Neem waarschuwingsborden in acht. 3. Deponeer afval in de daarvoor bestemde bakken. 4. Gun de dieren rust, niet naar ze schreeuwen of plagen. Veel plezier en succes bij het maken van je opdrachten! 3

Opdrachten tijdens de wandelsafari (algemeen) 1 Dieren hebben zich aangepast aan de omgeving waarin zij leven. Zo leven kamelen in woestijngebieden waar de winters koud zijn en de temperatuur in de zomer overdag tot boven de 40 C. kan oplopen. Noem vier aanpassingen van de kameel aan zijn leefomgeving. Aanpassing 1: Aanpassing 2: Aanpassing 3: Aanpassing 4: 2 De stand van de ogen bij dieren zegt iets over hun leefwijze. Waar zitten bij carnivoren de ogen in hun kop? Waar zitten bij de grotere hoefdieren de ogen in hun kop? Verklaar deze verschillen. Ik heb oog voor groene blaadjes! 4

3 De mens heeft dieren gefokt door een selectie te maken op basis van gewilde eigenschappen (domesticatie). Noem vier van deze eigenschappen. Eigenschap 1: Eigenschap 2: Eigenschap 3: Eigenschap 4: 4 Soms worden mutanten doorgefokt op kleur, hangoren, dwergvormen et cetera. Leg uit waardoor deze dieren zich vaak niet in de natuur kunnen handhaven? 5 In het safaripark leeft de Afrikaanse olifant. Wat is zijn wetenschappelijke naam (geslachtsnaam en soortaanduiding)? Waardoor wordt de Aziatische olifant (Elephas maximus) niet tot dezelfde soort gerekend, wat wel het geval is bij bijvoorbeeld konijnenrassen? Welke functie hebben de grote oren (met veel bloedvaten) bij de Afrikaanse olifant? 5

6 Het stamboek van de dieren in het safaripark wordt nauwgezet bijgehouden. Ook wisselt safaripark Beekse Bergen vanwege fokprogramma s regelmatig dieren uit met andere dierentuinen. Waarom? 7 Homologe organen hebben een overeenkomst in bouw en duiden op een nauwe verwantschap. Analoge organen vertonen een overeenkomst in functie en zijn ontstaan bij minder verwante organismen door aanpassing aan hetzelfde milieu. Deel de volgende onderdelen in bij de analoge of homologe organen. Horens van de breedlip neushoorn Horens van de blauwe gnoe Vleugel van de struisvogel Vleugel van de zwartvoetpinguïn Voorpoot van de Rothchild giraffe Arm van de mens Gewei van het Japanse sikahert Horens van de springbok Horens van de Rothchild giraffe Horens van de elandantilope [*streep door wat niet van toepassing is] 6

8 In Afrika leven twee neushoornsoorten: de witte of breedlipneushoorn en de zwarte of puntlipneushoorn. Eén soort leeft van gras en het andere van bladeren en twijgen van struiken. Welke soort leeft in het safaripark? Geef de Nederlandse en de wetenschappelijke naam. Soort: Nederlandse naam: Wetenschappelijke naam: Wat eten de witte neushorens en hoe is de vorm van hun lippen hierop aangepast? 9 In Afrika zie je vaak vogels (ossepikkers en koereigers) op het lichaam van olifanten en neushorens. Er is hier sprake van mutualisme, want beide soorten hebben voordeel van elkaar. In het safaripark wordt deze rol overgenomen door eksters. Welk voordeel heeft de neushoorn van deze vogels? Welk voordeel hebben deze vogels? Hé, waar blijft mijn hulpje? 7

10 Herkauwers hebben vier magen: de lebmaag, de boekmaag, de netmaag en de pens. In de pens en de netmaag leven bacteriën die het moeilijk afbreekbare cellulose voor 90% kunnen verteren. Is hier ook sprake van mutualisme tussen de bacteriën en de herkauwers? Ik laat lekker veel boeren! Licht je antwoord nader toe. Herkauwers boeren veel, want bij de afbraak van de cellulose komen veel gassen vrij. Tel eens bij de giraffen, blauwe gnoes en andere herkauwers hoe vaak ze (her)kauwen voordat de voedselbrei wordt doorgeslikt. Diersoort: Diersoort: Diersoort: Diersoort: Aantal keer: Aantal keer: Aantal keer: Aantal keer: 11 Hoe kun je aan de ontlasting van de witte neushoorn zien dat hij geen herkauwer is? Is slapen gedrag? Licht je antwoord toe. Is herkauwen gedrag? Licht je antwoord toe. 8

Observatieopdrachten (groepsopdracht) Van je docent krijg je twee diersoorten toegewezen. Van elk soort observeer je één dier. Voor deze opdracht heb je één uur de tijd, dus dertig minuten per dier. Let daarom op de tijd! Zoek de diersoorten m.b.v. de plattegrond. Beantwoord voor iedere diersoort vraag 1 t/m 6. Maak over één van de twee diersoorten een verslag en verwerk daarin de antwoorden van vraag 7 t/m 10. Gebruik de volgende pagina s om aantekeningen te maken en de vragen te beantwoorden. Bekijk de volgende twee diersoorten: 1 2 Kijk voor de antwoorden naar de informatie op de borden in het safaripark. Kijk op school ook in dierenboeken en op internet. En verwerk in je verslag ook datgene wat je tijdens je observatie ziet. Wanneer je iets te weten wilt komen over het gedrag van dieren moet je heel goed naar ze kijken. Dieren zijn niet altijd even actief en doen niet altijd hetzelfde. Het is van te voren niet precies te bepalen welk gedrag je kunt waarnemen. Wanneer je natuurfilms bekijkt, zie je in korte tijd veel verschillende gedragingen. Dat komt doordat de filmer veel geduld heeft, gedurende een lange tijd veel opnames maakt en de leukste stukjes film achter elkaar monteert. Als je in een dierentuin dieren bestudeert, moet je daar rekening mee houden. Soms zijn dieren ook minder goed te zien. Ga dan naar de andere diersoort. Hé, heb ik wat van je aan of zo? 9

Verwerk deze vragen in je verslag 1 2 Wat zijn de Latijnse namen van de diersoorten? Waar komen de dieren voor en wat is daar hun leefgebied? 3 4 Leven de dieren alleen of in groepen? Als zij in groepen leven, wat is dan meestal de samenstelling van de groep? Wat eten de dieren? 5 6 Zoek op hoe hun voortplanting verloopt? Denk aan voortplantingsgedrag, draagtijd, aantal jongen, nestplaats enzovoorts. Worden de dieren bedreigd en zijn ze zeldzaam? Waarom? Kies nu één van de twee dieren uit en observeer het vijf tot tien minuten. 7 8 9 Noteer eventuele bijzonderheden en wat je opvalt. Welk gedrag vertoont het dier? Hoe heet dit kenmerkende gedrag van het dier? Denk aan voedingsgedrag, voortplantingsgedrag, sociaal gedrag enzovoorts. 10 Kun je iets zeggen over de rangorde binnen de groep? En hoe is dat ten opzichte van andere soorten in het verblijf? Waaraan kun je dat zien? Observeer en leg uit. 10

Notities/antwoorden 11

Notities/antwoorden 12