Rijkswaterstaat T.a.v. de afdeling vergunningen 16 mei 2017

Vergelijkbare documenten
ECOFYS. Gemeente Woensdrecht T.a.v. Burgemeester en Wethouders Huijbergseweg GC Hoogerheide. Utrecht, Bram Konneman.

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Windpark Spuisluis watervergunning. Ingediend op

Informatie voor de welstandscommissie (Windpark Kabeljauwbeek-gemeente Woensdrecht)

Windpark Jaap Rodenburg II

ANALYSE MOGELIJKHEDEN WINDENERGIE LOCATIE N59 I.R.T EXTERNE VEILIGHEID

PR contouren voor windturbine Vestas V90-3.0

BIJLAGE 1 BIJ WIJZIGINGSAANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING INKOOPSTATIONS EN OPSTELPLAATSEN WINDPARK OOSTPOLDER. Waddenwind B.V.

Inleiding. Juridisch kader. Memo. memonummer datum 30 augustus 2017 Ton van Dortmont Els Joosten

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing meetmast ten behoeve van windpark Spuisluis

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

Beantwoording vragen t.a.v. Goede Ruimtelijke Onderbouwing (GRO) Windpark Nieuwe Waterweg

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Inleiding Het Windpark Tata Steel beoogt 2 tot 8 nieuwe turbines te plaatsen op het terrein van Tata Steel in IJmuiden.

Contactgegevens van de initiatiefnemer zijn:

Windpark Groene Delta

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Uw referentiecode Ingediend op

Trefkansberekeningen buisleiding en snelwegen bij Windpark Autena Frans de Jong

Geachte heer/mevrouw,

REGELS BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED HARDENBERG, WINDPARK DE VEENWIEKEN GEMEENTE HARDENBERG

PRINCIPE WERKPLAN project windpark Spuisluis

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

1. Inhoudelijke beoordeling

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Vragen van de heer D.J. van der Sluijs (PVV) over Windturbines, hogedruk gasleidingen en veiligheid

Addendum. memonummer datum 17 februari Christian van den Hoven Eneco

Aan Miriam Roseleur (HHvD), Jeroen Rietdijk (HHvD), Jorrit Bakker (HHvD) Kenmerk GEO Doorkiesnummer +31(0)

Beschouwing veiligheid rondom turbine locatie 5. Parkeerplaats, TNT-opslag bunker, Hoogspanningsinfrastructuur

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Spuisluis

Datum: 2 april 2019 Project: Windpark Goyerbrug Uw kenmerk: dhr. P. Lemmens d.d. Locatie: Houten

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

ANALYSE GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Ingediend op Gefaseerd. Gerelateerde aanvraag/melding:

Risicoanalyse windturbine en primaire waterkering Windpark Spui 22 december 2015 Drs. Ing. Jeroen Dooper

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord

Windpark Spuisluis ... Gebiedsatelier 28 september Anne Melchers Eneco Dick Spiering Windpark IJmond

EFFECT VAN WINDTURBINES OP SNELWEG A15 NABIJ WINDPARK PARK 15.

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Windturbinepark Kabeljauwbeek. 0. Inleiding. 1. Algemeen

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp

Uitvoering WT3 WT4 WT5

WINDPARK OOSTPOLDERDIJK MEMO WATERVEILIGHEID - SAMENVATTING RWE INNOGY WINDPOWER NETHERLANDS BV

SCAN EXTERNE VEILIGHEID WINDPARK WESTEINDE. Alisios BV. Definitief januari 2015

Notitie risicozonering windturbines

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan)

899824/ Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Groetpolder

ANALYSE PR CONTOUREN WINDPARK ELZENBURG DE GEER. Gemeente Oss V oktober 2018

Staat van wijzigingen bestemmingsplan Oostelijke insteekhaven

In de aanvullende informatie op de Ruimtelijke Onderbouwing van 31 oktober 2016 wordt specifiek gekeken naar turbine 3, 4 en 5 uit Tabel 1.

Windpark Nieuwegein. Slagschaduwstudie

5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone

De aanvraag is namens Waterbedrijf Groningen NV ingediend door HaskoningDHV Nederland BV te Amersfoort.

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering

Handreiking. Kraanopstelplaatsen

BIJLAGE 2. Voornemen

Berekening van het risico Windturbines: De komst van de online rekentool :

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

NVRB WINDTURBINEVEILIGHEID

Windpark Spui. Toelichting op aanvraag water- en omgevingsvergunning. Opdrachtgever. Klein-Piershil B.V.

BIJLAGE 14 RISICO'S VOOR SCHEEPVAART DOOR FALEN VAN WINDTURBINES

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

Titel Trefkansberekening Maeslantkering

Inpassingsplan. Windpark Westfrisia. IMRO-codering: NL.IMRO.0420.IPWINDPRKWESTFR-ON01

Titel Windenergie in Natuurnetwerk Brabant WP de Pals

Aanvraaggegevens. Aanvraagnummer Uw referentiecode Ingediend op Gefaseerd. Blokkerende onderdelen weglaten.

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Ingediend op Gefaseerd. Bijlagen die later komen

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

Uitwerking plan & Antwoorden windconsulta5e s (op hoofdlijnen) Woensdag 11 januari 2017 Maarten de Keijzer

RAPPORT. QRA Windpark Spuisluis. Kwantitatieve risicoanalyse. Eneco Wind B.V.

Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Havenwind

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Ferrum Tata Steel (scenario 3)

Voorwaardelijke verplichtingen bij planvorming Congres Windenergie op land, 11 oktober 2016

Procesbeschrijving milieuhygiënische bodemaspecten aanleg Windmolen Krabbegors te Dordrecht Inleiding

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID WINDTURBINE DE HOEF 14 TE LEUNEN. De heer G. van de Ligt. Definitief december 2015

BIJLAGE 1. Raedthuys Windenergie B.V. Definitief AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WINDPARK DE RIETVELDEN - 4 WINDTURBINES mei 2017

5.18a Bouwwerken in en op een primaire waterkering en bijbehorende beschermingszone

Notitie. Onderwerp: Watertoets Looiersplein Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Welkom bij de open inloopavond

ONTWERPBESCHIKKING. Aan Dierenkliniek Rotterdam BV t.a.v. de heer R. Bosch Ommoordseweg JP ROTTERDAM. Geachte heer Bosch,

Pondera Consult B.V. Postbus AN Hengelo (Ov.) Nederland Telefoon: +31 (0) Website:

Tegen het verlenen van de vergunning bestaat geen bezwaar, mits aan de algemene en bijzondere voorschriften wordt voldaan.

Op 24 februari 2017 hebben wij uw aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor

De aanvraag is namens xxxx ingediend door Combinatie Hoogwatermaatregelen te Grijpskerk.

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Zaarderheiken

Risicoanalyse. Windpark Battenoord. Windturbines en primaire waterkering VKA. Opdrachtgever

1. Aanhef. 2. Beoordeling aanvraag. 3. Besluit WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR

Auteurs Hans Kerkvliet MSc. Drs. Ing. Jeroen Dooper. Opdrachtgever Nuon. Risicoanalyse. Windturbines en waterkering WP Jaap Rodenburg

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG.

Joure, 25 april 2014 Ons kenmerk : OV / Verzonden: Uw kenmerk : In behandeling bij : de heer R. Kluiwstra Bijlage(n) : 0

PlanMER Gemeente Emmen

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Windpark Westeinde. Notitie ten behoeve van de Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Toelichting (ontwerp)bestemmingsplan Windpark Delfzijl Zuid uitbreiding. gemeente Delfzijl 16 mei 2017

Algemene regel: steigers, vlonders of afmeerpalen

BIJLAGE 1 BIJ WATERWET AANVRAAG KABELTRACE ZUIDKANT

Transcriptie:

Eneco Wind B.V. P O Box 19020 3001 BA Rotterdam Rijkswaterstaat T.a.v. de afdeling vergunningen 16 mei 2017 M +31 (0)6 11034845 E anne.melchers@eneco.com Uw kenmerk: 2016/1910 Onderwerp: aanvraag watervergunning windpark Spuisluis Geachte heer/mevrouw, Hierbij dient Eneco Wind BV, mede namens Windpark IJmond BV, de aanvraag watervergunning in voor de realisatie van windpark Spuisluis. Na jarenlang constructief overleg met diverse medewerkers van Rijkswaterstaat zijn we blij dat wij op dit punt beland zijn. Het windpark bestaat uit zes windturbines en is in de gemeente Velsen gelegen, parallel aan het Noordzeekanaal en grotendeels aan de Noordersluisweg. Er zijn drie typen windturbines meegenomen in de onderzoeken die de bandbreedte bepalen: de Vestas V117 op 116,5 meter ashoogte, de Nordex N117 op 120 meter ashoogte en de Senvion MM114 op 119 meter ashoogte. Eneco is wettelijk verplicht om de aanschaf van windturbines aan te besteden. Op dit moment is het dan ook niet mogelijk om een definitieve keuze te maken voor een bepaalde turbine van een bepaalde fabrikant. Eneco verzoekt daarom aan Rijkswaterstaat, hierna RWS, conform art. 2.7 van de Ministeriele Regeling Omgevingsrecht dat de gedetailleerde gegevens en bescheiden van de definitieve windturbine uiterlijk drie weken voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden worden verstrekt. Het gaat hierbij om bouw gerelateerde zaken zoals het bouwveiligheidsplan, het brandveiligheidsplan, bestekken, etc. De vergunning ingevolge de Waterwet artikel 6.5, onderdeel c, wordt aangevraagd in verband met het gebruik maken van een waterstaatswerk of de beschermingszone daarvan. De volgende werkzaamheden worden in het beheersgebied van RWS uitgevoerd: Plaatsen van zes turbines aan de noordzijde van het Noordzeekanaal ter hoogte van IJmuiden; bouwactiviteiten voor de fundatie, kraanopstelplaatsen; aanleg van parkbekabeling; plaatsing van een inkoopstation; aanpassen van wegen voor de aan- en afvoer van de bouwmaterialen. Deze werkzaamheden worden in het beheersgebied van RWS uitgevoerd waardoor het noodzakelijk is om een watervergunning aan te vragen. Als separate bijlage is een tekening bijgevoegd met daarop de werkzaamheden weergegeven (bijlage 1 b). Op deze tekening zijn ook de (tijdelijke) wegen aangegeven. Op dit moment is de exacte locatie van deze wegen en de locatie van de kabels, leidingen en inkoopstation nog niet zeker. Na het verkrijgen van de omgevings- en watervergunning zal een definitief ontwerp worden gemaakt. Overleg met RWS kan leiden tot aanpassingen in het voorlopige ontwerp.

2 Graag maken wij de volgende opmerkingen bij het indien van deze aanvraag watervergunning: o Deze aanvraag is conform de Provinciale Ruimtelijke Verordening zoals op 2 maart 2015 vastgesteld door de Provinciale Staten van Noord-Holland en in werking getreden op 15 januari 2016. o De omgevingsvergunning voor het windpark is ingediend op 13 mei 2016 en is in behandeling genomen. Het is de verwachting dat de herroepelijke vergunning oktober 2017 verstrekt wordt. o Na het verkrijgen van de omgevings- en watervergunning zal een grondovereenkomst met het RVB gesloten worden. o Separaat aan deze aanvraag loopt momenteel een vergunningsaanvraag voor het plaatsen van een windmeetmast plaatsvinden. Bijgevoegd bij deze brief vindt u de inhoudsopgave van de aanvraag watervergunning, een toelichting op deze aanvraag en diverse studies, documenten en tekeningen in de bjilage ten behoeve van de beoordeling van deze aanvraag. Met vriendelijke groet, mede namens Windpark IJmond BV, Anne Melchers Projectontwikkelaar Wind op Land Eneco Wind Parallel aanvraag windturbines [omschrijving]. watervergunning aan watervergunning. deze onderdelen op De zal aanvraag taken een om grondovereenkomst die worden De wordt een RWS aanvraag oprit gedaan in ook dit en watergerelateerde gebied betreft enkele bij RWS. met heeft. wegen RVOB plaatsing Na Tevens het nabij gesloten activiteiten verkrijgen van het is het Spuigemaal windturbines worden noodzakelijk van aangevraagd de omgevings- en voor te de middels passen impact de aanvoer een van de van

3 Met vriendelinhoudsopg 1. Toelichting aanvraag watervergunning 1.1 Beschrijving bouwplan 1.2 Stabiliteit kering 1.3 Elektrische en civiele infrastructuur 1.4 Constructieve veiligheid 1.5 Invloed op helikopter luchthaven 1.6 Startdatum bouw en bouwperiode 1.7 Toelichting op afmetingen bouwwerk Bijlagen 1 Kaarten a) Overzichtskaart windpark Spuisluis b) Topografische kaart windpark Spuisluis c) Uitrit afmetingen gebruikte materialen obstakels 2 Bijlagen bouwen a) Onderzoek Deltares fase 1 b) Onderzoek Deltares fase 2 c) Onderzoek Royal HaskoningDHV Waterveiligheid fase 3 d) Onderzoek walradar, marifoon en scheepsradar e) Joint fact finding helikopter luchthaven f) Notitie veiligheidsrisico s g) Rapportage flora & fauna h) Kenmerken 3 voorbeeldturbines i) Voorlopig onderzoek funderingen incl tekeningen en sonderingen Bijlage 1: Toelichting nav toetsing RWS j) Historisch vooronderzoek explosieven windpark spuisluis k) Archeologisch onderzoek l) Inkoopstation m) Voorbeeld hekwerk n) Visualisaties o) Onderhouds- en verwijderingsplan p) Voorlopig onderzoek funderingsadvies Bijlage 1: Fundatie tekeningen Bijlage 2: Totaal sonderingen q) Werkplan Windpark Spuisluis 3 Kamer van Koophandel uittreksel a) Eneco Wind BV b) Windpark IJmond BV

4 1 Toelichting 1.1 Beschrijving bouwplan Het bouwplan bestaat uit zes windturbines (met toebehoren) in een parkopstelling. Het windpark heeft de volgende lay-out: Figuur 1 lay-out windpark Spuisluis inclusief coördinaten

5 De windturbines (met toebehoren) effect hebben op de onderstaande percelen in de gemeente Velsen: Percelen windpark Spuisluis Fundament Kadastrale gemeente Sectie Nummer Eigenaar Opmerking WTG1 IMD00 K 00588G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG2 IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG3 IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG4 IMD00 K 00551G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG5 IMD00 K 00551G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG6 IMD00 K 00575G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Overdraai WTG1 IMD00 K 00588G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG2 IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG3 IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG3 IMD00 K 00592G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG3 IMD00 K 00551G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG4 IMD00 K 00551G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG4 IMD00 K 00552G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG4 IMD00 K 00571G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG5 IMD00 K 00551G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG5 IMD00 K 00552G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als WTG 4 WTG5 IMD00 K 00571G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als WTG 4 WTG6 IMD00 K 00575G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Zelfde als fundament WTG6 IMD00 K 00698G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG6 IMD00 K 00601G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG6 IMD00 K 00571G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) WTG6 IMD00 K 00573G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) Wegen Tabel 1 percelen windpark Spuisluis IMD00 K 00588G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00589G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00551G0001 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00551G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00575G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00601G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) IMD00 K 00570G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 B 03179G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 B 03178G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 A 01275G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 B 04163G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 B 04165G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 A 01477G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VSN01 B 03907G0000 DE STAAT (INFRASTRUCTUUR EN MILIEU)

6 Omdat Eneco wettelijk verplicht is de turbines aan te besteden is het op dit moment niet mogelijk een definitieve keuze te maken voor een bepaalde turbine van een bepaalde fabrikant. Eneco Wind verzoekt daarom RWS conform art. 2.7 van de Ministeriele Regeling Omgevingsrecht dat de gedetailleerde gegevens en bescheiden van de definitieve windturbine eerst uiterlijk drie weken voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden worden verstrekt. Het gaat hierbij om bouwgerelateerde zaken zoals het bouwveiligheidsplan, brandveiligheid, bestekken, IEC certificaten etc. Het windpark zal na de aanbestedingsprocedure bestaan uit een zestal windturbines van dezelfde fabrikant met hetzelfde uiterlijk, dezelfde ashoogte en rotordiameters. Het uiteindelijke vermogen van het windpark is nog niet te voorspellen. Bij start aanbesteding (eind 2017 of begin 2018) kunnen genoemde turbines niet meer leverbaar zijn. De beweging in de markt is momenteel dat turbines dezelfde afmetingen zullen hebben, maar over een groter nominaal vermogen beschikken. Deze turbines moeten nog gecertificeerd worden, waardoor ze nu niet worden meegenomen in de vergunningsaanvraag. In bijlage 2 h zijn de afmetingen van de drie windturbines weergegeven welke wij als voorbeeld hanteren. Dit betreft de Vestas V117 op 116,5 meter ashoogte, de Nordex N117 op 120 meter ashoogte en de Senvion MM114 op 119 meter ashoogte. In onderzoeken is uitgegaan van de windtubine met de grootste impact op het betreffende gebied. Nabij turbine 3 is een inkoopstation beoogd. In dit inkoopstation vindt de feitelijke overdracht van de opgewekte windenergie naar het landelijk hoogspanningsnet plaats. Het inkoopstation heeft een oppervlakte van circa 31,5 m 2 en een hoogte van circa 3,5 meter. Concept ontwerptekeningen en voorbeelden van het inkoopstation zijn weergegeven in bijlage 2 l. Uitgangspunt voor de kleurstelling en vormgeving van het te plaatsen station is om aan te sluiten bij het Esthetisch Programma van Eisen welke door de commissie Stedelijk Schoon van de gemeente Velsen is opgesteld in het kader van de nieuwe zeesluis. Omwille van de veiligheid kan een permanent hekwerk rond de turbines 1 tot en met 5 geplaatst worden. Een voorbeeld van hekwerken is opgenomen onder bijlage 2 m. Op verzoek van de commissie Stedelijk Schoon van de gemeente Velsen zullen wij een gelijksoortig hekwerk te gebruiken als OpenIJ gebruikt bij haar bouwwerken. 1.2 Stabiliteit kering De waterkering rondom windpark Spuisluis is een primaire waterkering in de zin van de Waterwet. De stabiliteit van de dijk mag uiteraard niet in het geding komen tijdens de realisatie en gebruik van de nieuwe turbines. Door Delatares en Royal HaskoningDHV is een onderzoek uitgevoerd (zie bijlagen 2 a t/m c ) naar de geotechnische effecten op de waterkering door het installeren van de windturbinefundatie, in het bijzonder de aan te brengen funderingspalen en de geotechnische effecten van het in gebruik zijn van de windturbine. Daartoe zijn de voor het windpark al de beschikbare grondonderzoeken beoordeeld alsmede grondmonsters gebruikt. Voor alle windparkonderdelen die deels of geheel zijn gelegen binnen de kern- en beschermingszone van de primaire waterkering, dient te worden aangetoond dat tijdens de bouw, gebruik en verwijderen van de windparkonderdelen de standzekerheid van de primaire waterkering blijft voldoen aan de geldende toetsingscriteria, waarmee de waterveiligheid gewaarborgd blijft. Om te beoordelen of er sprake kan zijn van mogelijke negatieve effecten op de waterkerende functie van de primaire waterkering is door Royal HaskoningDHV een veiligheidstoetsing (ook wel genoemd toets primaire waterkering ) uitgevoerd. Dit onderzoeksrapport is in de aanvraag opgenomen als

7 bijlage 2 c. Voor meer inhoudelijke details, resultaten en conclusies wordt dan ook verwezen naar het onderzoeksrapport. Rapportage Beoordeling effecten op waterveiligheid door Royal HaskoningDHV Het rapport Beoordeling effecten op de waterveiligheid - Fase 3 betreft de derde fase van een haalbaarheidsonderzoek. In fase 1 en 2 is door Deltares het risico op zettingsvloeiing als gevolg van de plaatsing, aanwezigheid en verwijdering van windturbines beschouwd. In fase 3 wordt naast het risico op zettingsvloeiing, ook een kwantitatieve analyse uitgevoerd voor alle overige relevante faalincidenten van de waterkering en de windturbines. Onderscheid is gemaakt tussen: Ondergrondse effecten op de waterveiligheid van de dijk bij de bouw, gebruik en verwijderen van de windturbines en bijbehorende werken. Bovengrondse effecten op de waterveiligheid ten gevolge van het mogelijk falen van een windturbine of een onderdeel hiervan tijdens de gebruiksfase. Ondergrondse effecten op de waterveiligheid en waterbeheer Ten aanzien van de ondergrondse effecten is per potentieel faalmechanisme het volgende geconcludeerd: Het faalmechanisme piping is niet relevant voor de zandige dijk en daarom niet nader onderzocht. Het mechanisme microstabiliteit wordt niet nadelig beïnvloed. De windturbines en bijbehorende civiele werken hebben geen invloed op de grondwaterstroming door de dijk. Ook blijft de opbouw en sterkte van de waterkering op het niveau van uitstromen ongewijzigd. De faalmechanismen stabiliteit bekleding, overloop en overslag kunnen negatief worden beïnvloed door de aanleg van parkbekabeling en aanpassing van de weg op de waterkering tussen WTG1 en het Gemaal. Tijdens de bouw- en verwijderingsfase dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen: o De sleuf voor parkbekabeling mag niet worden ontgraven tijdens een periode met hoogwaterstand. o De profielopbouw en de grasmat dienen zoveel mogelijk in de oorspronkelijke sterkte te worden teruggebracht. Tijdens de uitvoering van de graaf- en aanvulwerkzaamheden moet ervoor worden gezorgd dat de grond goed wordt verdicht en dat goed aanvulmateriaal wordt gebruikt. De bekleding dient te bestaan uit minimaal 0,9 m klei. Bij beschadiging van de grasmat dient een vernagelde 3D structuurmat te worden toegepast. De mat dient voorzien te worden van 0,05 m bovengrond en te worden ingezaaid. De mat dient om de erosiebestendigheid te garanderen, totdat de grasmat volledig is ontwikkeld. o In verband met een geplande dijkverbetering is afstemming met RWS nodig voor inpassing van het ontwerp in de versterkingsopgave. De binnenwaartse stabiliteit blijft in alle beschouwde situaties en projectfasen gewaarborgd. Op basis van de berekeningen worden de volgende afnamen van de binnenwaartse macrostabiliteit verwacht: o Bij WTG2 neemt de stabiliteit van de binnenberm af met maximaal 17% ten opzichte van de huidige situatie (bij een maatgevende hoogwaterstand). Deze afname treedt op tijdens de bouw- en sloopfase met maximale kraanbelasting op de kraanopstelplaats. Dit betreft een zeer tijdelijke situatie. Bij uitvoering onder normale hydraulische omstandigheden zal de stabiliteit hoger zijn. o Tijdens de bouwfase neemt de binnenwaartse stabiliteit van de weg tussen het gemaal en WTG2 af met circa 4% tijdens zwaar transport over de weg (volledig geladen SPMT). o Tijdens de gebruiksfase neemt de binnenwaartse stabiliteit van het grondlichaam direct naast het fundament van WTG2 af met maximaal 7%. Deze afname is ten gevolg van trillingen en ophoging voor de kraanopstelplaats.

8 Als voorwaarden dient te worden gesteld: o Funderingspalen dienen trillingsvrij te worden aangebracht. o Bij WTG2 dient een drainageconstructie te worden aangebracht tussen het fundament en het talud; o De palen worden niet verwijderd en het funderingsblok dient trillingsarm te worden gesloopt. Voor de sloop dient een verwijderingsplan te worden opgesteld. De buitenwaartse macrostabiliteit blijft in alle beschouwde situaties en projectfasen gewaarborgd. Op basis van de berekeningen worden de volgende afnamen van de macrostabiliteit verwacht: o Bij WTG2 neemt de stabiliteit van de binnenberm af met maximaal 17% ten opzichte van de huidige situatie. Deze afname treedt op tijdens de bouw- en sloopfase met maximale kraanbelasting op de kraanopstelplaats, in combinatie met een maatgevende hoogwaterstand. Dit betreft een zeer tijdelijke situatie. Bij uitvoering onder normale omstandigheden zal de stabiliteit hoger zijn. o Tijdens de bouwfase neemt de binnenwaartse stabiliteit van de weg tussen het gemaal en WTG2 af met circa 4% tijdens zwaar transport over de weg (volledig geladen SPMT). o Tijdens de gebruiksfase neemt de binnenwaartse stabiliteit van het grondlichaam direct naast het fundament van WTG2 af met maximaal 7%. Deze afname is ten gevolge van trillingen en ophoging voor de kraanopstelplaats. o Tijdens de realisatie en sloop van WTG1 (onder maatgevende omstandigheden) neemt de stabiliteit van het buitentalud aan de kant van het Hoogovenkanaal af met maximaal 14% ten opzichte van de huidige situatie. Maatgevend is situatie met maximale kraanbelasting op de kraanopstelplaats. Aan de zijde van het Buitenspuikanaal blijft de buitenwaartse macrostabiliteit tijdens de bouwfase onveranderd. o Zwaar transport (volledig geladen SPMT) over de weg tussen het gemaal en WTG1 tijdens de bouwfase heeft geen negatieve gevolgen voor de buitenwaartse stabiliteit. o Tijdens de gebruiksfase neemt de buitenwaartse stabiliteit af met maximaal 3% voor het grondlichaam (buitenberm) direct naast het fundament van WTG1. Als voorwaarden dient te worden gesteld: o Funderingspalen dienen trillingsvrij te worden aangebracht. o Bij WTG2 dient een drainageconstructie te worden aangebracht tussen het fundament en het talud; o De palen worden niet verwijderd en het funderingsblok dient trillingsarm te worden gesloopt. Voor de sloop dient een verwijderingsplan worden opgesteld. De kans op het optreden van zettingsvloeiing en schade door zettingsvloeiing aan de landtong en verondieping van de geul is aanzienlijk, ook zonder de aanwezigheid van windturbines. De invloed van trillingen door de windturbines in de gebruiksfase op deze kans zijn beperkt, maar onzeker. Op basis van het verwachte inscharingsprofiel na zettingsvloeiing is bepaald dat de dijk de waterkerende functie zal kunnen blijven vervullen. Wel kan bij de locaties WTG1, WTG2 en WTG4 de verwachte inscharingslengte na zettingsvloeiing reiken tot aan het fundament. Dit is onwenselijk in verband met mogelijk falen van de windturbine. Voor deze locaties zijn verbetermaatregelen voorgesteld, zoals: o Het aanbrengen van taludbestorting, of; o Het aanbrengen van een damwand in het talud. In verband met de onzekerheid in het gedrag van de ondergrond op lange termijn onder invloed van trillingen zal een monitoringprogramma worden opgesteld. Gedurende de gebruiksperiode zullen de trillingen van het fundament en de relatieve dichtheid van de grondlagen worden gemeten. Voor de trillingen zullen trillingssensoren worden aangebracht op het fundament en op diepte. Sonderingen

9 zullen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld eens per 2 jaar) om de relatieve dichtheid af te leiden. De relatieve dichtheid is een maat voor de verwekingsgevoeligheid van de grondlagen. Het onderzoek zal zich vooral richten op de Spisulalaag. Het aantal sonderingen per locatie, de afstand tot het fundament en de meetfrequentie zal met RWS nader worden afgestemd in de fase detail planning en ontwerp. Bovengrondse effecten op de waterveiligheid Risico s ten gevolge van falen van de windturbine zijn gekwantificeerd conform het Handboek Risicozonering Windturbines van 2014 [HRW2014]. Onderscheid is gemaakt in risico s voor de waterkering en de waterkerende kunstwerken (Gemaal en Spuisluis). Voor de waterkering is het volgende geconcludeerd: De aanwezigheid van de windturbines WTG1, WTG2 en WTG3 leidt tot circa 0,3% toename van de autonome faalkans. Maatgevend is het scenario van mastomval van de windturbines WTG1 en WTG2, waarbij schade aan de buitenzijde van de waterkering kan optreden. Voor de overige faalscenario s van de windturbine is de faalkanstoename verwaarloosbaar. De toename van de faalkans is voor alle scenario s minder dan het aangehouden criterium van maximaal 1%. Voor de kunstwerken is het volgende geconcludeerd: Voor het Gemaal, Spuisluis en Noordersluis is alleen het faalscenario bladbreuk bij overtoeren relevant. Voor de overige faalscenario s reikt de trefafstand niet tot de kunstwerken. De aanwezigheid van de windturbines hebben een verwaarloosbaar effect (0-0,01% faalkanstoename) op de functie waterkeren (hoogte). Ten aanzien van de functie waterbeheer geldt dat de effecten op de Spuisluis en de Noordersluis zeer gering zijn; de faalkanstoename is minder dan 1%. Voor het Gemaal is bepaald dat de additionele faalkans 2,8% bedraagt. Hierbij is er conservatief van uitgegaan dat het raken van een rotorblad samenvalt met een situatie, waarbij volledige capaciteit van het gemaal benodigd is. Hierbij wordt het volgende opgemerkt: De berekening is gebaseerd op faalfrequenties overeenkomstig HRW2014. Deze waarden zijn conservatief en representatief voor oudere windturbinetypes. De incidenten waarop de faalkansen zijn gebaseerd gaan tot 2007, waardoor de veiligheidsverbeteringen van de afgelopen 10 jaar niet zijn meegenomen in deze berekeningen. Door verbeteringen van het veiligheidssysteem en verbeterde technologie en kwaliteitscontrole zijn de huidige generatie windturbines veel veiliger geworden. Ter indicatie heeft Nordex recent nieuwe faalkansen afgegeven, welke zijn bepaald volgens standaard ISO 13849-1. De kans op falen van een rotorblad door overtoeren bedraagt 2,2 10-7 per jaar, dit is een factor 20 lager dan de faalkans 5,0 10-6 per jaar volgens het HRW2014. Op basis van deze meer recente faalkansen is de faalkanstoename ruim lager dan de acceptabele 1%. 1.3 Elektrische en civiele infrastructuur Parkbekabeling De opgewekte elektrische energie in het windturbinepark wordt geleverd aan het openbare elektriciteitsnet. Hiertoe worden de windturbines onderling middels een ondergrondse elektriciteitskabel verbonden en moet het windturbinepark aangesloten worden op het openbare elektriciteitsnet via een inkoopstation. Het park zal vanaf het inkoopstation van het windpark worden aangesloten. Er zullen bij de aanleg werkzaamheden worden uitgevoerd ter aansluiting van het park op het inkoopstation (graven sleuf en kabellegging). Vanaf het inkoopstation wordt er een kabelsleuf naar de windturbines gegraven en/of geboord, parallel aan de onderhoudswegen.

10 Onderhoudswegen Elke afzonderlijke windturbine moet tijdens de bouw bereikbaar zijn voor zwaar verkeer. Tijdens de exploitatiefase moeten de windturbines bereikbaar zijn met een servicewagen (circa twee tot vier maal per jaar) en incidenteel met zwaar bouwverkeer. Dit betekent dat er een permanente ontsluiting nodig is van het windturbinepark. De huidige wegen voldoen niet volledig. De wegen zullen op punten aangepast moeten worden zodat er een ontsluitingspad van 5 meter breed ontstaat. Afhankelijk van de in de aanbestedingsfase te selecteren windturbine zal deze weg geheel of gedeeltelijk worden geasfalteerd en/of worden verhard middels beton, gebroken stenen, grind of soortgelijk materiaal. Afhankelijk van de ondergrond/sonderingen zal de dikte van de weg worden bepaald. Op een aantal punten, bij kruisingen met greppels en sloten, zullen enkele duikers worden aangelegd. Voor de aanvoer van windturbine onderdelen zal de oprit van de Noordersluisweg naar turbinepositie 1 moeten worden aangepast zodat deze geschikt is voor groot vervoer. In bijlage 1 b staat de kaarten van de situatie nu vs de situatie na de bouw van het windpark ingetekend. Kraanopstelplaatsen Voor de bouw van het windpark is bij elke windturbine een verhard en onderheid kraanopstelvak nodig. Op dit vlak zal de kraan worden opgesteld die de verschillende onderdelen (mastdelen, gondel, bladen) omhoog hijst. De opbouw van de kraan vereist tevens ruimte. Hiervoor zijn tijdelijke kraanopbouwvakken nodig. Een eventuele hulpkraan kan hier de hoofdkraan opbouwen. 1.4 Constructieve veiligheid De te plaatsen windturbines binnen windpark Spuisluis zullen voldoen aan de geldende Europese normen (NEN-EN-IEC 61400). Het type windturbine dat initiatiefnemers na aanbesteding gaan plaatsen zal zijn gecertificeerd volgens deze normen. De van toepassing zijnde certificaten zullen, samen met het bouwveiligheidsplan, brandveiligheids- en calamiteitenplan en de definitieve bestekken uiterlijk 3 weken voor de start van de bouwwerkzaamheden aan de gemeente worden toegezonden. Voor ingebruikname van het windpark zullen de windturbines tevens een afname test ondergaan. Funderingen Op basis van de maatgevende belastingen op de fundatie van de definitief te plaatsen windturbine gecombineerd met sonderingen zal een detailontwerp voor de fundering worden gemaakt dat, net als de turbine-informatie, uiterlijk 3 weken voor de start van de bouwwerkzaamheden aan de gemeente zal worden toegezonden. Een concept funderingsontwerp met constructieberekeningen en palenplan is te vinden in bijlage 2 i. Dit ontwerp dient definitief gemaakt te worden na de keuze voor de windturbine.

11 Externe veiligheid In dit onderzoek zijn de risico s van zes windturbines op de Spuisluis onderzocht. De risico s zijn opgedeeld in directe risico s, waarbij het falen van een windturbine direct tot slachtoffers kan leiden en indirecte risico s waarbij het risico wordt veroorzaakt door een domino-effect. Figuur 2: veiligheidscontouren windpark Spuisluis In bijlage 2 f is de volledige veiligheidsnotitie te vinden welke is gebruikt voor het aanvragen van de omgevingsvergunning. Binnen de 10-5 per jaar PR-contour zijn geen kwetsbare en binnen de 10-6 per jaar PR-contour geen beperkt kwetsbare objecten aangetroffen. Op het gebied van ijsdetectie hebben wij met onze interne experts een risicoanalyse gemaakt. Wij zullen minimaal voldoen aan de wet- en regelgeving op dit onderwerp zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit. In 1.2 is de veiligheid van de waterkering beschreven. 1.5 Invloed op helikopter luchthaven Nabij positie 1 is een helikopter luchthaven aanwezig, zie figuur 3. Het Loodswezen heeft deze in gebruik. Tijdens de gesprekken met de omgeving is ook met hen gesproken. Het Loodswezen is verantwoordelijk voor het veilig gebruiken van de luchthaven en heeft haar zorg voor met name turbulentie effecten kenbaar gemaakt.

12 H Figuur 3: Ligging turbines (rood) en hoogtevlakken/vliegroutes (in oranje-bruin). In de figuur zijn de 5RD-cirkels rond de turbines opgenomen (groen) en een hulplijn die de verlengde begrenzing van het hoogtevlak voor naderingen vanuit en starts naar het oosten. H is de helikopter luchthaven Op het terrein van turbulentie ten gevolge van windturbines zijn er nationaal en internationaal geen regels opgesteld waaraan luchthavens en vliegroutes moeten voldoen. Instanties houden soms een afstand aan van 5x de rotordiameter (5RD) van de vliegroute tot de turbines, maar dit is niet een officiële regel. Samen met Het Loodswezen, NHV (piloten welke vliegen op de luchthaven), ILT, de provincie Noord-Holland en Adecs (onderzoeksbureau) is gekeken naar de veiligheidsrisico s van turbulentie veroorzaakt door de windturbines. Er heeft een analyse plaatsgevonden op basis van de Nordex turbines; hier is gekeken naar het verschil in windsnelheid voor en na de windturbine. Zodra dit verschil groter dan 3 m/s is, treedt een gevaarlijke turbulentie op. Vervolgens is dit gecombineerd met de windgegevens op deze locatie en de vluchten welke de afgelopen twee jaar zijn gemaakt. Er blijft dan een klein deel van het jaar een risico over (de rode lijn in figuur 4), waarvoor mitigerende maatregelen bedacht zijn. De oplossing is om een softwaretool in de turbines te implementeren waarin gemeten wordt wanneer er qua turbulentie en windrichting een gevaarlijke situatie ontstaat en welke is gekoppeld aan een stopknop. Het Loodswezen en eventueel de piloten kunnen in de rode (risicovolle turbulentie) en oranje (veiligheidsmarge) situatie de stopknop indrukken, waardoor de betreffende windturbine binnen twee minuten stil staat en men veilig kan vertrekken of landen. De volledige analyse en het protocol van de mitigerende maatregel is te vinden in bijlage 2 e. Het Bevoegd gezag zal deze input meenemen in het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor de omgevingsvergunning.

13 Figuur 4: Snelheidsverschil (windspeed deficit) op as-hoogte achter een 3MW-windturbine als functie van de afstand en windsnelheid (=windkracht) (Bron: Nordex) 1.6 Startdatum bouw en bouwperiode De startdatum van de bouw is niet op voorhand te bepalen; deze is onder andere afhankelijk van het verkrijgen van een onherroepelijke watervergunning, de onherroepelijke omgevingsvergunning en de SDE+ beschikking. Tevens wordt nabij de locatie van windpark Spuisluis de nieuwe zeesluis gebouwd. De bouw van dit kunstwerk is rond najaar 2018 afgerond. Met RWS hebben we de afspraak gemaakt dat wij na de bouw van de nieuwe zeesluis pas kunnen starten met de bouw van het windpark. In onderstaand overzicht staan de mijlpalen benoemd. Indieningstermijn omgevingsvergunning: 15 januari 15 mei 2016 Beoordeling omgevingsvergunning: oktober 2016 oktober 2017 Indiening watervergunning Mei 2017 Wijzigen bestemmingsplan: Herfst 2017 Beoordeling watervergunning Mei september 2017 Aanvragen SDE+: Oktober 2017/Maart 2018 Contracten sluiten: H2 2018/H1 2019 Start bouw: Najaar 2018/Voorjaar 2019 Park operationeel: Najaar 2019/Voorjaar 2020 Tabel 2: planning

14 1.7 Toelichting op de afmetingen van het bouwwerk Zoals in hoofdstuk 1 is vermeld is het nog niet mogelijk een definitieve keuze te maken voor een bepaalde turbine. De afmetingen zijn hieronder gebaseerd op de Nordex N117. Het bebouwde oppervlak van het terrein en het bruto vloeroppervlak van het bouwwerk verandert na de werkzaamheden met: Afmetingen Windturbinetype (totaal m 2 ) 6 * Funderingen ca 2.150 Inkoopstation ca 31,5 Toegangspaden windturbines ca 9.000 Kraanopstelplaatsen ca 6.875 ca 18.056,5 De bruto inhoud van het bouwwerk na werkzaamheden veranderd met: Windturbinetype Afmetingen (totaal m 3 ) Toelichting 6 * Funderingen ca 5.375 Oppervlakte 190 m 2 per fundering Hoogte ca 2,5 m Inkoopstation ca 110 Oppervlakte 31,5 m 2 Hoogte ca 3,5 m Mast ca 16.950 ca 120*(6/2) A 2*pi = ca 3.392 m 3 per turbine Gondel ca 1.090 Lengte 12,7 m Hoogte 4,0 m Breedte 4,3 m Inhoud per gondel ca 218 m 3 ca 23.525