Omgevingsvergunning Schothorsterlaan 94

Vergelijkbare documenten
Omgevingsvergunning Everard Meysterweg 12 (Gelegen Achter De Percelen Everard Meysterweg 14 T/M 20)

Ruimtelijke onderbouwing. Projectgebied Bestemmingsplan 'Kattenbroek 2006' Huidige situatie Nieuwe situatie

Omgevingsvergunning Bunschoterstraat 23 - Turnhal NIKA

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Omgevingsvergunning Coelhorsterweg 44

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Duinkampen 23 te Paterswolde

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Toelichting. Wijzigingsplan Sander-Banken, Sander 30

Ruimtelijke onderbouwing

Violenstraat 76/78. Ruimtelijke onderbouwing. April # v1 - VIOLENSTRAAT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing "het herbouwen van een woning op het perceel Egypte 24 te Buitenpost"

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 30A te Leerbroek

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Ruimtelijke onderbouwing opbaarhuisje Noorderbegraafplaats

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Wijzigingsplan Torenvalk 58a Surhuisterveen

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Flora- en Fauna onderzoeken - Baerdijk Oisterwijk. Flora en Fauna Onderzoek (2005)

Wijzigingsplan Spierdijkerweg 89/89a Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bestemming agrarisch naar wonen.

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

Ruimtelijke onderbouwing

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Ruimtelijke onderbouwing

* *

Ruimtelijke onderbouwing

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING met uitgebreide procedure

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1. Vastgesteld 26 februari 2013

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

Ontwerp omgevingsvergunning

Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk Datum V2014/ november 2015

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4

Besluit Wij zijn voornemens de omgevingsvergunning te verlenen. Voor de motivering verwijzen wij naar het hiervoor vermelde onderdeel.

Notitie flora en fauna

Saskia Jansma van 8

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Ontwerp omgevingsvergunning

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing definitief

Nieuwe bedrijfslocaties

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Bijlage 1 Wettelijk kader

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Toelichting op het wijzigingsplan Wielwijk, artikel 11 WR)-wijziging Zuidendijk 331a.

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

2. Toepassing wijzigingsbevoegdheid.

Transcriptie:

Omgevingsvergunning Schothorsterlaan 94 Ontwerp, Augustus 2014

Schothorsterlaan 94

2 Inhoudsopgave Ruimtelijke onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Planligging 1.3 Bestemmingsplan 'Park Schothorst e.o.' 1.4 Doelstelling 4 4 4 5 6 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Huidige situatie 2.2 Nieuwe situatie 2.3 Procedure 7 7 8 9 Hoofdstuk 3 Omgevinsgsaspecten 3.1 Inleiding 3.2 Bodem 3.3 Flora en fauna 3.4 Geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid 3.5 Water 3.6 Archeologie 10 10 10 10 11 12 12 Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid 4.1 Financiële uitvoerbaarheid 4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 14 14 14

3 Ruimtelijke onderbouwing

4 Hoofdstuk 1 1.1 Inleiding Aanleiding Bij burgemeester en wethouders van Amersfoort is op 10 januari 2014 een aanvraag omgevingsvergunning binnengekomen voor het verbouwen van een bijgebouw (schuur) tot vrijstaande woning (kadastraal bekend gemeente Amersfoort, sectie K, nr. 05176 en nr. 05175). De aanvraag is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Park Schothorst e.o.'. Middels een Wabo projectbesluit (omgevingsvergunning met uitgebreide voorbereidingsprocedure) kan voor deze aanvraag worden afgeweken van de regels van het geldende bestemmingsplan. Locatie projectgebied 1.2 Planligging Het projectbesluit betreft een perceel aan de zuidrand het park Schorhorst, grenzend aan de woonwijk Schothorst. Schothorst bevindt zich ten noorden van het centrum van Amersfoort. De al bestaande woning op het perceel is een beeldbepalend pand.

5 Ligging projectgebied 1.3 Bestemmingsplan 'Park Schothorst e.o.' Het bestemmingsplan waarmee dit project in strijd is, is het bestemmingsplan 'Park Schothorst e.o.'. Uitsnede verbeelding bestemmingsplan 'Park Schothorst e.o.'

6 Hierin heeft het betreffende perceel de bestemming 'Wonen-3'. Binnen deze bestemming zijn vrijstaande woningen met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen zoals tuinen en erven, groen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water toegestaan. Hoofdgebouwen (woningen) moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Omdat de betreffende schuur een bijgebouw betreft, ligt het niet binnen een bouwvlak. Daarom is het verzoek in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en is een projectbesluit nodig om af te wijken van het geldende bestemmingsplan. 1.4 Doelstelling In deze ruimtelijke onderbouwing wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gemotiveerd met een ruimtelijke onderbouwing. Dit is vereist op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a., onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

7 Hoofdstuk 2 2.1 Planbeschrijving Huidige situatie Op het perceel is één woonhuis, dat huisnummer 94 heeft. Daarachter staat een groot bijgebouw. Het bijgebouw heeft een oppervlakte van ongeveer 280 m². Het perceel grenst aan de westzijde aan het woonperceel Schothorsterlaan 92. Aan de zuidzijde ligt de woonwijk Schothorst, en aan de noordzijde ligt het park Schothorst. Huidige situatie perceel

8 Huidige situatie vanaf de zuidzijde Luchtfoto 2.2 Nieuwe situatie Gevraagd wordt om het bijgebouw (schuur) in gebruik te mogen nemen als tweede vrijstaande woning op het perceel. Het gaat daarbij uitsluitend om de wijziging van het gebruik van het bijgebouw, er zal geen nieuwe bebouwing worden gerealiseerd. Normaal gesproken mogen bij een

9 hoofdgebouw ook aan- en bijgebouwen worden gerealiseerd. De omzetting van het huidige bijgebouw naar een hoofdgebouw (een volwaardige woning) biedt in theorie de ruimte voor nieuwe aan- en bijgebouwen, nu zelfs bij twee hoofdgebouwen. Een verdere verstening van het perceel wordt echter niet wenselijk geacht, die zou leiden tot forse aantasting van de huidige (landelijke) karakteristiek. Voorwaarde voor de omzetting van het bijgebouw naar een hoofdgebouw (de tweede woning) is daarom dat er geen verdere toename van de bebouwing op het perceel mogelijk is. Dat kan door de standaard aanen bijgebouwenregeling niet op dit gebied van toepassing te laten zijn. Aan- en bijbouwen blijft dan beperkt tot datgene wat onder de vergunningvrije regeling mag worden gerealiseerd. Plattegrond nieuwe situatie De nieuwe woning wordt ontsloten via de bestaande uitrit. Het gebruik van het perceel wijzigt niet ten opzichte van het huidige gebruik: het blijft een tuin bij een woonbestemming. 2.3 Procedure Voor het afwijken van het bestemmingsplan is een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad nodig (artikel 2.12, lid 1 onder a.3 Wabo). Hiervoor moet het plan voorzien zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat plan voldoet aan een goede ruimtelijke ordening ten aanzien van deze aspecten.

10 Hoofdstuk 3 3.1 Omgevinsgsaspecten Inleiding Om te kunnen bepalen of het project in de omgeving past zijn verschillende aspecten beoordeeld. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de verschillende omgevingsaspecten bekeken of de ontwikkeling op deze locatie in te passen is. 3.2 Bodem Volgens het Bro zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het projectgebied. Voor de bouw van nieuwe hoofdgebouwen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende nieuwbouw. In dit geval is er geen sprake van nieuwbouw. Het gaat enkel om de wijziging van het gebruik van bestaande bebouwing. Er vindt geen verstoring van de bodem plaats. Een bodemonderzoek kan om die reden achterwege blijven. 3.3 Flora en fauna Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is het noodzakelijk te onderzoeken in hoeverre de plannen ten koste gaan van de (aanwezige) flora en fauna. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de 'toets in het kader van gebiedsbescherming' en de 'toets in het kader van soortenbescherming'. EU-Vogelrichtlijn / 1979 en EU-Habitatrichtlijn / 1992 De bescherming van de natuur is in Europees verband vastgelegd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Beide richtlijnen dragen zorg voor zowel gebiedsbescherming als soortenbescherming. Nederland heeft de richtlijnen geïmplementeerd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet van 1968 en 1998 (gebiedsbescherming) en de Flora- en faunawet (soortenbescherming). De gebiedsbescherming heeft betrekking op de Vogelrichtlijngebieden die het rijk heeft vastgesteld, de Habitatrichtlijngebieden die het rijk bij de Europese Commissie heeft aangemeld, de beschermde natuurmonumenten en de staatsnatuurmonumenten. Ruimtelijke ingrepen die in deze gebieden plaatsvinden dan wel in de nabijheid van beschermde natuurgebieden, moeten worden getoetst op hun effecten op deze gebieden. Toets in het kader van soortenbescherming De toets in het kader van soortenbescherming staat in artikel 75 van de Flora- en faunawet. Bij elk plan dat ingrijpt op standplaatsen van planten of verblijfplaatsen van dieren, dient getoetst te worden wat het effect is op beschermde soorten, die met name genoemd zijn in de Flora- en faunawet. Flora- en Faunawet De soortenbescherming heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, (trek)vogels, reptielen en amfibieën, op een aantal vissen, libellen en vlinders, op enkele bijzondere en min of meer zeldzame ongewervelde diersoorten (uit de groepen kevers, mieren, schelp- en schaaldieren) en op een honderdtal vaatplanten. Welke soorten planten en dieren wettelijke bescherming genieten, is vastgelegd in een aantal bij de Flora en faunawet behorende besluiten. Dat houdt in dat bij planvorming uitdrukkelijk rekening gehouden moet worden met de gevolgen die ruimtelijke ingrepen hebben voor de instandhouding van de beschermde soort. Sinds 22 februari 2008 is een nieuwe AmvB in werking getreden die voorziet in een wijziging van het "Besluit beschermde dier- en plantensoorten". Deze AMvB, betekent dat het ontheffingsregime is aangepast. Met de inwerkingtreding van dit besluit zal

11 sprake zijn van een drietal categorieën beschermingsniveaus: Niveau 1: een algemene vrijstelling van in Nederland algemeen voorkomende soorten; Niveau 2: een algemene vrijstelling met gedragscode voor een aantal beschermde soorten; Niveau 3: streng beschermde soorten. Tegen deze wettelijke achtergrond worden de nieuwe ontwikkelingen beoordeeld in relatie tot wettelijk beschermde planten en dieren en hun natuurlijke omgeving. Indien het voortbestaan op locatie van beschermde soorten planten of dieren uit categorie 2 en 3 door een ingreep negatief beïnvloed worden, is het daarnaast nodig ontheffing aan te vragen van verboden handelingen op grond van de Flora- en faunawet. Het bevoegd gezag hierin is het Ministerie van LNV. De afweging van het belang van rode lijstsoorten vindt plaats in het spoor van de ruimtelijke ordening. Flora- en Faunawet in relatie tot het projectgebied Als er sloopwerkzaamheden plaatsvinden of bomen worden gekapt, moet voor uitvoering gecontroleerd worden of er wettelijk beschermde soorten aanwezig zijn. Op dit moment is er geen sprake van sloop of kap, een onderzoek op dit gebied kan daarom achterwege blijven. In de stedelijke stenige omgeving zijn een aantal soorten te verwachten die bij bouw en/of verbouw in het geding kunnen zijn. Het gaat daarbij om: Vleermuizen die een gebouw of spouwmuur gebruiken als verblijfplaats. Vogels met een nest dat jaarrond is beschermd. Dit zijn oa huismus en gierzwaluw. Aanwezigheid van beschermde planten en dieren is geen belemmering voor het realiseren van een bestemming. Wel dient er door compenserende en/of mitigerende maatregelen rekening te worden gehouden met de soort. Als voorbeeld het inmetselen van neststenen in de nieuwbouw. 3.4 Geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid Geluid Het perceel ligt niet in zone van een weg. Op de Schothorsterlaan geldt een maximunsnelheid van 30 km/uur. Er is geen aanwijzing dat de voorkeursgrenswaarde overschreden wordt. Ook ligt het perceel niet in een zone van het spoor of een industrieterrein. Daarom is het niet nodig de geluidsbelasting van wegen, spoorwegen of industrieterreinen te toetsen. Luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit noemt 'gevoelige bestemmingen' en maakt een onderscheid tussen projecten die 'in betekenende mate' en 'niet in betekenende mate (NIBM)' leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Projecten die 'niet in betekenende mate' leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven volgens de Wet luchtkwaliteit niet langer afzonderlijk te worden getoetst op de grenswaarde, tenzij een dreigende overschrijding van één of meerdere grenswaarden te verwachten is. Daarnaast zal uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening afgewogen moeten worden of het aanvaardbaar is om een bepaald project op een bepaalde plaats te realiseren. Hierbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging een rol. Van belang voor deze ontwikkeling zijn het Besluit niet in betekenende mate (Besluit

12 nibm), de onderliggende Regeling niet in betekenende mate en de Regeling beoordeling luchtkwaliteit. Het Besluit nibm bepaalt dat een ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratieluchtvervuiling als deze minder dan 1% van de grenswaarde, ofwel 0,4 microgram per m3, bijdraagt aan de concentraties luchtvervuiling. Omdat vanaf 1 augustus 2009 het NSL (Nationaal Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit) in werking is getreden wordt echter de als niet in betekenende mate grens de '3%-grens' aangehouden, ofwel 1,2 microgram per m3. Wanneer een ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt kan de toetsing aan de grenswaarden achterwege blijven. Een hulpmiddel voor de toepassing hiervan is de Regeling niet in betekenende mate, Reling nibm. In deze regeling is de bovengenoemde 3%-grens uitgewerkt in concrete getallen. Zo ligt voor woningbouwplannen de grens van 3% bij 1500 woningen bij één ontsluitingsweg. Gezien de beperkte omvang van het project draagt de ontwikkeling niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit en kan een toetsing aan de grenswaarde achterwege blijven. Externe Veiligheid Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid te worden gekeken naar twee aspecten: bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid en vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door leidingen. Deze aspecten zijn voor het voorliggende plan niet aan de orde. Voor het aspect externe veiligheid zijn er dan ook geen belemmeringen voor het wijzigen van het gebruik van de schuur tot woning. 3.5 Water Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld. Een wateradvies is vereist wanneer er sprake is van een toename van verharding van 1000 m² of meer. In dit geval neemt de oppervlakte van verharding niet toe. Een formeel advies van de waterbeheerder is daarom niet nodig. Er mogen verder geen uitlogende stoffen worden gebruikt bij het bouwen zoals: koper, zink en geimpregneerd hout. Het element water vormt geen belemmering voor het wijzigen van het gebruik van de schuur tot woning. 3.6 Archeologie Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (als onderdeel van de Monumentenwet 1988) in werking getreden. Hiermee zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) in de Nederlandse wetgeving opgenomen. Archeologische beleidskaart In lijn met de archeologiewetgeving is de Amersfoortse ABP-kaart omgezet in een archeologische beleidskaart waar per gebied wordt aangegeven hoe moet worden omgegaan met de archeologie bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen/ bodemverstorende projecten (28 september 2010 vastgesteld door de gemeenteraad). De beleidskaart kent een onderverdeling in gebieden met verschillende kleuren. Per gebied is een beleidsadvies geformuleerd. Zo zijn er gebieden die daadwerkelijk waardevol zijn en daardoor een hoge archeologische verwachting hebben en andere

13 gebieden hebben een middelmatige of zelfs lage archeologische verwachting. Archeologie in relatie tot het projectgebied Het perceel Schothorsterlaan 94 ligt (daar waar de schuur staat) in een gebied dat volgens de Archeologische Beleidskaart Gemeente Amersfoort is aangeduid als een gebied met een lage archeologische verwachting. Hiervoor geldt dat voor bodemingrepen met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² en dieper dan 30 cm, vooraf een archelogisch onderzoek noodzakelijk is. In dit geval vinden er geen bodemingrepen plaats. Archeologisch onderzoek kan voor dit plan daarom achterwege blijven.

14 Hoofdstuk 4 4.1 Uitvoerbaarheid Financiële uitvoerbaarheid Gemeenten zijn op grond van de Wro verplicht om de kosten van de grondexploitatie te verhalen. Ingeval de gemeente de uitgeefbare gronden in eigendom heeft, vindt verhaal van de kosten van de grondexploitatie plaats door verkoop van bouwrijpe grond. Ingeval de gemeente niet over de gronden beschikt, kan de gemeente een overeenkomst over grondexploitatie aangaan waarbij de grondeigenaar zich verbindt de kosten van grondexploitatie aan de gemeente te voldoen. Indien het niet mogelijk is het kostenverhaal bij overeenkomst te verzekeren dient er, gelijktijdig met het bestemmingsplan, een exploitatieplan vastgesteld te worden. In dat laatste geval worden de kosten van de grondexploitatie verhaald door een financiële voorwaarde aan de omgevingsvergunning te verbinden. Kostenverhaal met behulp van een exploitatieplan wordt het verplichte kostenverhaal genoemd, in tegenstelling tot het vrijwillige kostenverhaal bij overeenkomst. Overeenkomsten die tot stand komen voorafgaand aan de vaststelling van een exploitatieplan worden anterieure overeenkomsten genoemd. Ook na vaststelling van een exploitatieplan is het mogelijk een overeenkomst over grondexploitatie aan te gaan. Laatstbedoelde overeenkomsten worden posterieure overeenkomsten genoemd. Met de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst kan worden aangemerkt als een anterieure overeenkomst. Op grond van deze overeenkomst komt de ontwikkeling en realisatie van het project in beginsel voor rekening en risico van de ontwikkelaar. De door de gemeente gemaakte en te maken plan- en apparaatskosten evenals de mogelijk uit te keren tegemoetkomingen in schade (planschade) worden door de ontwikkelaar aan de gemeente vergoed. Het project is vanuit gemeentelijk perspectief financieel en economisch uitvoerbaar. 4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het Wabo projectbesluit heeft vanaf... voor een ieder voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen, zoals dit is voorgeschreven in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene wet bestuursrecht. Er zijn gedurende deze termijn wel/geen zienswijzen ingediend. PM

Gemeente Amersfoort Sector Stedelijke ontwikkeling en Beheer Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Postadres Bezoekadres Postbus 4000 Stadhuisplein 1 t 14 033 3800 EA Amersfoort 3811 LM Amersfoort i www.amersfoort.nl