WETGEVING OVER MESTSAMENSTELLINGEN WIJZIGT OP 1 JANUARI 2018 Versie

Vergelijkbare documenten
WETGEVING OVER MESTSAMENSTELLINGEN WIJZIGT OP 1 JANUARI 2018 Versie

Implementatie werken met correctere mestsamenstellingen. Toelichting intermediairs Brugge Hasselt

WINTERTOELICHTINGEN MESTBANK

FAQ MESTSAMENSTELLINGEN. Versie

Varkenshouderij: Wat zijn de nieuwe wettelijke kantlijnen? En de gevolgen? 24 november 2017 Ir Isabelle Vermander gsm 0497/

HANDLEIDING KEUZE MEST

N bemesting in granen: N-index Nieuwe forfaitaire mestinhouden Aanvraag nieuwe fosfaatklasse, SNapp

Toelichting vzw De Mestverwerkers

HANDLEIDING AANMAKEN OVEREENKOMST BURENREGELING

Handleiding melding vervoer in het kader van burenregeling

Handleiding aanmaken overeenkomst burenregeling

TOELICHTING GESELECTEERDE PERCELEN NITRAATRESIDU- BEPALING

HANDLEIDING MELDING VERVOER IN HET KADER VAN BURENREGELING

Toelichting: melding van vervoer in het kader van een burenregeling

TOELICHTING GESELECTEERDE PERCELEN NITRAATRESIDU- BEPALING

Resultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli juni Persconferentie 14 januari 2010

Informatievergadering VLM VCM

Gebruik van de mestuitscheidingsbalans van het subtype andere voeder- en/of exploitatietechniek voor de diergroep varkens

Nitraatresiducampagne Mestbank start op 1 oktober

TOELICHTING GESELECTEERDE PERCELEN NITRAATRESIDU- BEPALING

1. Convenant laag-fosforvoeders en laag-eiwitvoeders

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE ERKENDE MESTVOERDER

Handleiding MTIL voor grensboeren

Vlaanderen is open ruimte. Startersbrochure VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. VLM.be

Bemesten zonder kater

Deze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt.

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

nodigt u uit voor de studiedagen: Varkenshouderij Actueel

Toelichting Mestbankloket. 28 november 2013 REGIO WEST 2 december 2013 REGIO OOST

OVEREENKOMST BETREFFENDE LAAGFOSFORVOEDERS EN DE REDUCTIE VAN FOSFAAT IN DIERLIJKE MEST

Wintertoelichting 2018

Advies VLAREME II. Brussel, 27 oktober 2017

DLV Belgium. Multiprofessioneel. Gevolgen nieuwe cijfers mestdecreet op pluimveesector 29/02/2012. Studiebureau met als missie : 140-tal medewerkers

NITRAATRESIDUCAMPAGNE MESTBANK IN OPVOLGING VAN DE DEROGATIE

Transport van ruwe en verwerkte mest. Themadag Van stal tot akker, Brugge 29/11/2013

MOGELIJKHEDEN VOOR MONSTERNAME VAN VLOEIBARE MEST BIJ (DOOR) TRANSPORT. Siegfried Hofman jun 2017

Van stal tot akker: de link tussen intensieve veehouderij en akkerbouw

BDBnet. een mijlpaal in de communicatie met onze landbouwers. Mia Tits

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

Toelichting landbouwersaangifte en Mestbankloket 2013 voor Intermediairs. Brugge, 28/11/2013 Hasselt, 2/12/2013

Handleiding bij de digitale Mestbankaangifte voor landbouwers

HANDLEIDING AANMAKEN INSCHARING

Aanpassing Easymap: augustus (instructie aangepast op 14/8/2014)

Fosfaatklasse. Grondmonster

Project Amelia. Verspreiding: Vertrouwelijk. Eindrapport. Siegfried Hofman, Hilde Van den Broeck REE-16/126

Handleiding bij de digitale Mestbankaangifte voor landbouwers

HANDLEIDING GEBRUIK MESTBANKLOKET

WINTERTOELICHTINGEN MESTBANK

Op weg naar een efficiëntere bemesting

Historiek besluit - (B.S., 16 augustus 2011) - Gewijzigd bij BVR 25 januari 2013 (B.S., 19 februari 2013, I : 1 januari 2013)

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen

Toelichting: MVC administratie op het Mestbankloket

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen

Bemonstering bij continue productie van vaste mest

Belgisch Staatsblad dd

Handleiding aanmaken inscharingscontract

Deze notitie is besproken door en geaccordeerd in de CDM-werkgroep Diergebonden Forfaits op 23 mei 2014.

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID

Toelichting: werken met het MVC loket

van mest en mestproducten: TOELICHTING TRACES

VCM ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

HANDLEIDING AANMELDEN OP HET MESTBANKLOKET

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij

Hoe gaat RVO.nl om met de nauwkeurigheid van hoeveelheden aan- en afgevoerde mineralen? 21 december 2018

HANDLEIDING SNapp.

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juni 2011;

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

WINTERTOELICHTINGEN MESTBANK

Handleiding gebruik van Mestbankloket

BBT-conclusies intensieve pluimvee- of varkenshouderij

PAS en landbouwbedrijven: stand van zaken. Geert Rogiers Vlaamse Landmaatschappij

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

6/06/2013. Ringtest staalname van mest in varkensstallen. Analyseresultaten, meetonzekerheid, ver- en gevolg. Siegfried Hofman 06/06/2013

Handleiding bij BASsistent Mestverwerking - versie 1.0

Additionele regels ten behoeve van een verantwoorde groei van de melkveehouderij (Wet grondgebonden groei melkveehouderij)

Boer&Tuinder. copyright Boerenbond. Nr november 2017 jaargang 123 P UITKIJKEN NAAR AGRIBEX NIEUWE MEST- SAMENSTELLING

Handleiding gebruik van Mestbankloket

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

NITRAATRESIDURAPPORT 2014

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2012;

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN RUIMTELIJKE ORDENING

Vervoeren van dierlijke mest

Handleiding voor het indienen van een massaprotocol van een mestverwerkingsinstallatie

Nieuwigheden Mestbank VA 2018

Handleiding bij BASsistent Mestproductie 2009 versie 1.3

controles door monsteromwisselingen controles op de protocollen

Voortgangsrapport Mestbank 2012

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 86

Controle van mesttransporten in Vlaanderen. Emilie Snauwaert Adviseur VCM

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)?

Jaarverslag. Commissie dierlijke bijproducten (CoABP) Deel VLM

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

VOORTGANGSRAPPPORT MESTBANK 2013 OVER DE MESTPROBLEMATIEK IN VLAANDEREN

2 de uitwerking en uitvoering van de in artikel 8 bedoelde openbare dienstverplichtingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

WETGEVING OVER MESTSAMENSTELLINGEN WIJZIGT OP 1 JANUARI 2018 Versie 07.12.2017 Op 1 januari 2018 gaat nieuwe wetgeving in voege over het gebruik van mestsamenstellingen. Die aanpassing komt er omdat uit recent onderzoek van de VLM blijkt dat de mestsamenstelling van varkensmest vrij stabiel is op bedrijfsniveau, de huidige forfaitaire samenstellingen te hoog zijn en vrachtstalen betrouwbaarder zijn dan putstalen. De meeste wijzigingen hebben betrekking op varkensmest, maar er zijn ook enkele wijzigingen voor andere mestsoorten. NIEUWE REGELS VOOR ALLE MESTSOORTEN, INCLUSIEF VARKENSMEST JAARLIJKSE KEUZE TUSSEN ANALYSES OF FORFAIT Om de mestsamenstellingen van de geproduceerde mest te bepalen, moet u voortaan kiezen tussen een: - forfaitaire mestsamenstelling - mestsamenstelling op basis van regelmatige analyses Per mestcode (dus voor elke mestsoort) en voor elke exploitatie, moet u tussen een van die twee systemen kiezen. Het gekozen systeem geldt voor een heel jaar. Het jaar nadien kunt u voor het andere systeem kiezen. Welk systeem kiezen? Kies voor het systeem dat voor uw bedrijf de meest realistische benadering is van de mestsamenstelling per soort dierlijke mest. Als de mestsamenstelling op uw bedrijf de forfaitaire samenstelling niet benadert kiest u dus voor analyses. Het analysesysteem is verplicht als u: - mest wilt afzetten bij derogatielandbouwers. De derogatielandbouwers moeten immers voor alle mest die ze ontvangen een analyse hebben. - wenst te werken met een bedrijfsspecifieke mestsamenstelling (BSM) voor varkensmest De waarden van de forfaitaire of gemeten mestsamenstellingen, gebruikt u onder meer voor uw mestafzet, uw stock, in bemestingsregisters en om te bepalen hoeveel meststoffen u op uw eigen gronden kunt gebruiken. Hoe en wanneer melden? U moet, voordat u uw eerste vracht mest afvoert en ten laatste op 15 februari, via het Mestbankloket (vanaf 1 januari 2018) laten weten met welk systeem u wilt werken. U kunt uw keuze jaarlijks herzien. Als u het gekozen systeem van het voorgaande jaar wilt behouden, hoeft u daarvoor niets te doen. Zodra voor een systeem is gekozen, blijft dat doorlopen totdat u het wijzigt. Als u niets laat weten in 2018, gaat de Mestbank ervan uit dat u kiest voor het systeem van de algemene forfait. www.vlm.be

MESTANALYSES: ALGEMENE AANMELDINGS- EN RAPPORTAGEPLICHT VIA SMIL De voormeldingsplicht en het registreren van resultaten aan de VLM, bestond al voor mest die naar een verwerkingsinstallatie wordt vervoerd en voor mest die wordt geëxporteerd. Die plicht wordt nu uitgebreid tot een algemene aanmeldingsplicht voor alle mestsoorten, ongeacht de bestemming. Alle meststalen die u als landbouwer wilt gebruiken voor de VLM, moet de staalnemer of het erkende laboratorium invoeren in het SMIL-loket, voordat het staal wordt geanalyseerd. Het laboratorium moet de analyseresultaten van alle aangemelde stalen in SMIL, via datzelfde loket rapporteren aan de Mestbank. Bij vaststelling van onregelmatigheden, kan de Mestbank de voormeldingsplicht invoeren op het niveau van de staalnemer of op het niveau van de landbouwer. Belangrijk: vanaf 2018 zal de Mestbank alleen rekening houden met de dataset van SMIL. Analyseresultaten die niet werden aangemeld en bezorgd aan de VLM via het loket, kunt u niet meer gebruiken voor de Mestbank. PERIODE DAT MESTANALYSES GELDIG ZIJN Het analyseresultaat van een meststaal (putstaal of vrachtstaal met het gemiddelde van minstens 2 vrachten), is 3 maanden geldig. In vergelijking met de huidige werkwijze is een meststaal geen jaar meer geldig voor de afzet op gronden van derden. 3 maanden geldigheid wordt vanaf 2018 de algemene regel. Bij vaststelling van oneigenlijk gebruik van analyses, kan de Mestbank de geldigheidstermijn beperken. GEEN ANALYSEPLICHT MEER VOOR VERWERKING OF EXPORT Omdat u voortaan jaarlijks moet kiezen voor een forfaitaire mestsamenstelling of analyses, wordt de analyseplicht voor mest bestemd voor verwerking of export afgeschaft. pagina 2 van 6 7.12.2017

NIEUWE REGELS, SPECIFIEK VOOR VARKENSMEST NIEUWE FORFAITAIRE MESTSAMENSTELLING EN NIEUWE MESTSOORTEN De forfaitaire mestsamenstellingen voor varkens worden aangepast. Die wijzigingen gebeuren op basis van de dataset aan vrachtstalen die de VLM heeft opgebouwd tijdens een pilootproject en op basis van de jarenlange staalnames door de dienst Handhaving Verder wijzigen de mestsoorten: - De mestsoort zeugen + biggen wordt opgesplitst in zeugen kraamstal en zeugen dekstal. Omdat nog te weinig gegevens ter beschikking zijn, worden nog geen forfaitaire mestsamenstellingen voorzien. De opsplitsing is dus alleen relevant voor de landbouwers die werken met analyses. De landbouwers die werken met het forfait, kunnen de algemene zeugen en biggen mestcode blijven gebruiken. - Het onderscheid bij de vleesvarkens tussen laag fosfor, brijbakken en mestvarkens mest is niet meer van toepassing. Voortaan worden die categorieën samengebracht in de mestsoort vleesvarkens. ALLEEN NOG VRACHTSTALEN VOOR VLOEIBARE VARKENSMEST Geen putstalen en opslagstalen meer Putstalen en opslagstalen worden eind 2017 afgeschaft voor vloeibare varkensmest. Uit het onderzoek dat we deden, kwam namelijk naar voren dat de praktische uitvoering van putstalen volgens het compendium in de praktijk bijna niet mogelijk is. Ook werd duidelijk dat de afwijking bij putstalen groter is dan bij vrachtstalen. Putstalen en opslagstalen kunnen wel nog gebruikt worden voor rundveemest en eindproducten. Vrachtstalen Vanaf 1 januari 2018 zijn vrachtstalen de enige geldige stalen voor vloeibare varkensmest. Voor het bepalen van de mestsamenstelling, moeten minstens 2 vrachtstaalnames worden uitgevoerd. De tijd tussen die vrachten mag maximaal 7 dagen bedragen. Eenmaal de mestsamenstelling is bepaald, kan 3 maanden met die samenstelling worden gereden. Vrachtstalen kunnen ook voor rundveemest, als ze genomen zijn volgens de onderstaande regels. Alle vrachtstalen moeten voldoen aan de onderstaande voorwaarden: De stalen moeten genomen worden: door een bemonsteringsapparaat aan de laadplaats bij het laden van de mest Het gemiddelde van verschillende vrachtanalyses, is de waarde die 3 maanden mag worden gebruikt. Het resultaat van één vrachtanalyse kan alleen gebruikt worden voor die vracht. De resultaten van vrachtstalen komen steeds in aanmerking voor de bepaling van de bedrijfsspecifieke mestsamenstelling. 7.12.2017 pagina 3 van 6

Wie mag vrachtstalen nemen? Vrachtstalen mogen genomen worden door de staalnemers van erkende laboratoria, op voorwaarde dat ze over een bemonsteringsapparaat voor vrachtstalen beschikken. Ook de transporteurs die uitgerust zijn met een bemonsteringsapparaat en bevoegd worden verklaard, mogen vrachtstalen van drijfmest nemen. Het analyseresultaat van een meststaal, met uitzondering van 1 individuele vrachtanalyse, is 3 maanden geldig. Bij vaststelling van oneigenlijk gebruik van analyses, kan de Mestbank de geldigheidstermijn beperken. Overgangsmaatregel 2018 Putstalen die eind 2017 worden genomen, mogen nog gedurende 3 maanden vanaf de staalnamedatum gebruikt worden door landbouwers die gebruik willen maken van het analysesysteem. Die stalen komen niet in aanmerking voor het bepalen van een eventuele bedrijfsspecifieke mestsamenstelling (BSM). BEDRIJFSSPECIFIEKE MESTSAMENSTELLING (BSM) VOOR VARKENSMEST Varkenshouders die gebruikmaken van analyses om hun mestsamenstelling te bepalen, kunnen gebruikmaken van een bedrijfsspecifieke mestsamenstelling (BSM), op voorwaarde dat uit de analyses van hetzelfde soort varkensmest blijkt, dat de mestsamenstelling vrij stabiel is. De Mestbank beslist hierover. Wie gebruikmaakt van BSM, moet slechts jaarlijks één opvolgstaal laten nemen. De 3-maandelijkse analyseplicht verdwijnt dus voor mestsoorten met BSM. Het al dan niet instappen in het systeem van BSM, is de vrije keuze van de landbouwer. BSM is onbeperkt geldig. BSM in de praktijk: - BSM is geldig voor één specifieke soort vloeibare varkensmest van het bedrijf. - Een landbouwer die een BSM wil aanvragen, moet vrachtstalen aan de laadplaats (analoog aan analysesysteem) laten nemen. Er zijn minstens 4 vrachtanalyses nodig om een onderlinge variatietoets uit te voeren. BSM is immers alleen mogelijk, als uit de analyseresultaten van hetzelfde soort varkensmest, blijkt dat de mestsamenstelling vrij stabiel is. - De VLM ontvangt de analyseresultaten van de vrachtstalen via het internetloket SMIL. Ze verwerkt die analyseresultaten en bekijkt of BSM mogelijk is voor het bedrijf. BSM wordt bepaald per exploitatie en soort dierlijke mest. BSM is het gemiddelde van alle analyseresultaten die nodig waren om te voldoen aan de variatietoets. - Als de Mestbank een BSM toekent, werkt de landbouwer vanaf dan met de BSM voor alles. Om de BSM op te volgen, moet de landbouwer opvolgstalen nemen. In het eerste kalenderjaar na het overschakelen op BSM moet hij 2 vrachtmonsters laten nemen. Nadien, als de resultaten oké zijn, moet hij nog 1 vrachtmonster per jaar nemen. BSM is onbeperkt geldig tot zolang de opvolgstalen aantonen dat de initieel bepaalde waarde correct is. pagina 4 van 6 7.12.2017

Variatietoets Er zijn minstens 4 vrachtanalyses nodig om een onderlinge variatietoets uit te voeren. De variatietoets bestaat erin dat verschil tussen de hoogste en de laagste waarde van een set van monsters, zowel voor N al P 2 0 5, moet vallen binnen een vastgelegde marge. De tabel hieronder geeft die marges weer. Aantal monsters Kg N/ton Kg P 2 O 5 /ton 4 0,80 1,60 5 0,80 1,60 6 1,20 2,00 7 1,60 2,40 8 2,00 3,00 9 2,40 3,60 >=10 3,00 4,40 Aandachtspunten bij het overschakelen naar BSM. De Mestbank stelt geen eisen naar spreiding of frequentie van de monsternames. Ze legt ook geen minimale tijdspanne vast waarbinnen de stalen moeten worden genomen. Er moet wel over gewaakt worden dat de monsternames gebeuren op momenten die relevant zijn voor de bedrijfsvoering. De resultaten van de monsters moeten immers representatief zijn voor de mest die tijdens het hele jaar aanwezig is op het bedrijf. Uiteraard mag men zo snel mogelijk vier stalen nemen en overschakelen naar BSM. De kans bestaat dan wel dat de samenstelling voor het bedrijf dan niet correct is bepaald. Verdere tips om de BSM zo correct mogelijk te bepalen vindt u op onze website. Opvolgstalen BSM Zodra u overschakelt naar BSM voor 1 of meerdere soorten mest op uw bedrijf, vervalt de verplichting om te werken met analyseresultaten die maximaal 3 maanden oud zijn. U valt dan in een systeem van opvolgstalen waarbij de vrachtanalyse wordt vergeleken met uw BSM. Die moet binnen een marge vallen van 0,75 kg N en 1 kg P 2 O 5. Aantal te nemen opvolgstalen: - Eerste kalenderjaar na overschakelen op BSM: 2 vrachtmonsters - Nadien, als de resultaten oké zijn: 1 vrachtmonster/jaar Als de Mestbank vaststelt dat de afwijkingen groter zijn dan vastgelegde normen van 0,75 kg N en/of 1kg P 2 O 5, kunnen afhankelijk van de afwijking meerdere opvolgstalen verplicht worden. Of u kunt verplicht worden om opnieuw te werken met het analysesysteem. 7.12.2017 pagina 5 van 6

Controlestalen De VLM kan controlestalen nemen van mesttransporten die worden gevoerd op basis van het algemene forfait, de analyse of BSM. Zo controleren we of de samenstelling van de mest die u gebruikt aanvaardbaar is voor de mest die u vervoert. Als te grote afwijkingen tussen het controlestaal en de gebruikte samenstelling worden vastgesteld, kan dat leiden tot verschillende maatregelen: - opleggen van een nutriëntenopvolgsysteem via analyses - aantal te nemen opvolgstalen bijsturen - geldigheidstermijn van mestanalyses op bedrijfsniveau beperken - voormeldingsplicht van staalname invoeren Evaluatiesysteem en bijsturen BSM Op lange termijn kunnen er veranderingen zijn op een bedrijf die een invloed hebben op de mestsamenstelling. Dat kunnen invloeden zijn die alleen op langere termijn zichtbaar zijn. Bv. genetica van de dieren, voedersamenstellingen, verouderen van installaties, De initieel bepaalde BSM zal daarom jaarlijks vergeleken worden met het voortschrijdend gemiddelde van alle bekende resultaten bij de VLM voor diezelfde soort mest. Dat kan dan aanleiding geven tot een bijsturing van de BSM. NER-MVW VARKENS De berekening van de te verwerken hoeveelheid N van de toegekende NER-MVW wijzigt voor de diersoort varkens, met uitzondering van biggen. Het aantal NER-MVW blijft behouden, maar de hoeveelheid te verwerken N wijzigt. Als u NER-MVW hebt, kunt u de herrekende hoeveelheid te verwerken N begin 2018 raadplegen op het Mestbankloket. Voor meer info kunt u terecht op onze website www.vlm.be. Kies daar voor: Mestbank > Dierlijke productie > Mestsamenstellingen vanaf 2018. U kunt ook contact opnemen met de VLM in uw regio: - Regio Oost (Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg): vervoer.oost@vlm.be - 011 29 88 35 - Regio West (West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen): analyse.west@vlm.be - 050 45 90 22 pagina 6 van 6 7.12.2017