Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming... 2 3.2 Bevoegdheid... 3 3.3 Vergunningplicht... 3 3.4 De beoordeling van projecten en andere handelingen... 3 4 INHOUDELIJKE BEOORDELING... 4 4.1 Afbakening... 4 4.2 Mogelijke effecten en mitigatie... 4 5 CONCLUSIE VERGUNNINGVERLENING... 7 Pagina 1 van 7
1 ONDERWERP AANVRAAG Petrogas E&P Netherlands B.V. (hierna Petrogas) is voornemens om 3D Seismisch onderzoek uit te voeren op het Nederlands Continentaal Plat (NCP). Het betreft onderzoek in de blokken A12a,b,c,d, A15a,b, B10a,b,c en B13a,b, gelegen in het noordelijk deel van het NCP. De aangevraagde activiteit kan tot effecten leiden op de beschermde natuurwaarden het Natura 2000-gebied Doggersbank. Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorgenomen activiteit wordt kortheidshalve verwezen naar de aanvraag. 2 PROCEDURE Op 6 februari 2017 (uw kenmerk GM17-005) ontving ik uw aanvraag. Bij e-mail van 8 februari 2017 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. Bij brief van 3 mei 2017 (kenmerk DGAN-NB/ 1706S367) heb ik besloten de besluitvormingstermijn voor uw aanvraag te verlengen met zeven weken. Op 8 mei 2017 heb ik van u nieuwe geluidsberekeningen ontvangen in verband met wijziging van een van de gebruikte parameters in de geluidsmodellering, alsmede een samenvatting van de aangevraagde activiteit ten behoeve van de afstemming met Duitsland (BfN) omdat de geluidseffecten van de voorgenomen activiteit reiken tot in het Duitse deel van het N2000-gebied Doggersbank. Op 22 mei 2017 heb ik van u de stikstofberekening uit Aerius Calculator (kenmerk RnNBYpbpiuA9 d.d. 17 mei 2017) ontvangen. Bij mail van 18 mei 2017 is instemming van het buurland Duitsland (BfN: Bundesamt für Naturschutz) ontvangen met betrekking tot de uitvoering van de voorgenomen activiteit. BfN heeft de activiteit getoetst ten aanzien van de soortenbescherming (besonderen Artenschutzes 44 ff. BNatSchG) en Vogel- en Habitatrichtlijn (FFH-Verträglichkeitsprüfung 34 BNatSchG). 3 WETTELIJK KADER 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming In relatie tot het betrokken Natura 2000-gebied zijn in deze relevant de artikelen 2.7, lid 2, en 2.8, lid 1 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder wet- en regelgeving. Pagina 2 van 7
3.2 Bevoegdheid De voorgenomen activiteit valt onder artikel 1.3, lid 1, onder b, sub 3, van het Besluit, luidend: het opsporen, winnen of opslaan van diepe delfstoffen, bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet. Op grond van artikel 1.3, lid 5, van de Wnb, artikelen 1.2 en 1.3 van het Besluit en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor EZ (Staatscourant 29 december 2014, nr. 36678) laatstelijk gewijzigd 14 december 2016 (Staatscourant nr. 68503) in samenhang met het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Agro en van het Ministerie van EZ (Staatscourant 3 februari 2015, nr. 2582), is de directeur of een MT-lid van de directie & Biodiversiteit van het Ministerie van EZ namens de Staatssecretaris van EZ, gemachtigd inzake besluitvorming over vergunningaanvragen op grond van artikel 2.7, lid 2, van de Wnb. 3.3 Vergunningplicht De aangevraagde activiteit kan mogelijk de kwaliteit doen verslechteren van of een significant verstorend effect hebben op de in hoofdstuk 4 genoemde beschermde natuurwaarden. 3.4 De beoordeling van projecten en andere handelingen 3.4.1. Andere handeling De door u voorgenomen activiteit is een andere handeling dan een project dat kan leiden tot significante gevolgen in de zin van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb. Dat wil zeggen een materiele ingreep in het natuurlijk milieu zonder mogelijk significante gevolgen of een andere handeling dan een fysieke ingreep in het natuurlijk milieu. 3.4.2 Verslechteringstoets Indien er wel een mogelijk negatief effect is, maar dit zeker geen significant negatief effect is, of indien er sprake is van significante gevolgen die worden veroorzaakt door een andere handeling dan een fysieke ingreep in het milieu, kan volstaan worden met een verslechteringsvergunning. Bij dit type vergunningverlening geldt een ruimer afwegingskader dan bij vergunningverlening aan projecten met significante gevolgen. Bij een Verslechteringstoets (hierna: V-toets) dient te worden nagegaan of een project of handeling een reële kans met zich meebrengt op verslechtering van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten. De gevraagde vergunning kan slechts verleend worden, indien ik mij ervan heb kunnen verzekeren dat de omschreven verslechtering wordt voorkomen. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de effectenanalyse zoals neergelegd in de V-toets. Pagina 3 van 7
4 INHOUDELIJKE BEOORDELING 4.1 Afbakening Gebied De uit te voeren seismische survey vindt plaats in en nabij het Natura 2000- gebied Doggersbank en heeft tevens invloed op het Duitse deel van het Natura 2000-gebied Doggersbank Gevolgen Ten behoeve van de beoordeling van de gevolgen is geïnventariseerd welke in redelijkheid denkbare typen gevolgen onderzocht moeten worden. Dit betreft: Verstoring en beschadiging van organismen door onderwatergeluid Stikstofdepositie waarden De natuurwaarden die door de genoemde gevolgen beïnvloed kunnen worden zijn: Habitatrichtlijnsoorten: Bruinvis, Gewone zeehond, Grijze zeehond. Habitattypen: stikstofgevoelige habitattypen en kwaliteitsvermindering door beschadiging van typische soorten. De diverse beschermde waarden en de relevante instandhoudingsdoelstellingen van het betrokken Natura 2000-gebied staan vermeld op www.rijksoverheid.nl ( Onderwerpen > Landbouw, natuur en voedsel > en Biodiversiteit > Natura 2000 ). Conclusie afbakening Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied, gevolgen en natuurwaarden dat door de aangevraagde activiteit beïnvloed zou kunnen worden in de PB op een juiste wijze heeft plaatsgevonden. 4.2 Mogelijke effecten en mitigatie 4.2.1 Habitattypen Seismisch onderzoek heeft geen effect op de anorganische kwaliteit van het habitattype permanent overstroomde zandbanken (H1110C), maar kan wel tijdelijk effect hebben op het bodemleven ter plaatse, en daarmee op de kwaliteit van het habitattype. Op basis van literatuuronderzoek wordt geconcludeerd dat deze effecten naar verwachting niet groot zullen zijn. Indien er effecten optreden zijn deze beperkt van omvang en zullen deze zich door de tijdelijkheid van de activiteit binnen korte tijd herstellen. Eventueel optredende effecten zijn derhalve niet significant. Ik ben het eens met deze conclusie uit de V-toets. Een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen is uit te sluiten. Er is geen sprake van verslechtering van het habitattype permanent overstroomde zandbanken (H1110C). Pagina 4 van 7
4.2.2 Habitatrichtlijnsoorten Door hoge niveaus van onderwatergeluid zijn er effecten mogelijk op gewone en grijze zeehond en bruinvis. De bruinvis is van deze soorten het meest gevoelig voor onderwatergeluid, komt in het gebied het meest voor, en is daarmee de maatgevende soort. De activiteit voorziet in een aantal mitigerende maatregelen waarmee (gehoor)beschadiging (PTS en TTS) van de dieren wordt voorkomen en directe effecten kunnen worden uitgesloten. Deze maatregelen worden geborgd door ze op te nemen als vergunningvoorschrift. De voorgenomen activiteit heeft geen effect op het a-biotisch leefgebied van de zeezoogdieren. Eventuele beïnvloeding van de kwaliteit van het leefgebied door effecten op vissen en bodemleven is gering, tijdelijk en zal zich snel herstellen. Vissen zullen, net als de zeezoogdieren, vrijwel direct na beëindiging van de activiteit naar het leefgebied terugkeren. Er is derhalve geen sprake van een langdurige of permanente verslechtering van het leefgebied. De voorgenomen activiteit leidt tot een verstoring van zeezoogdieren in en nabij het Natura 2000-gebied Doggersbank. Voor de beide zeehondensoorten leidt dit door het ter plaatse geringe voorkomen van de soorten in de periode van het jaar waarin de activiteit is gepland, de actuele staat van instandhouding van de soorten en de tijdelijkheid van het project, niet tot een significant negatief effect. Omdat de bruinvis ter plaatse in hogere dichtheden voorkomt, veel gevoeliger is voor geluid, en de populatie als kwetsbaar is gekwalificeerd, is deze soort in de V-toets nader beschouwd. Overwegende dat: Het instandhoudingsdoel voor de bruinvis in het Natura 2000-gebied Doggersbank is behoud van de populatie ; De beleidsdoelstelling van het bruinvisbeschermingsplan is toename van de populatie; De gemiddelde populatie bruinvissen binnen de Nederlandse EEZ lijkt over een langere periode stabiel; In het bruinvisbeschermingsplan het beperken van de totale hoeveelheid onderwatergeluid, waaronder seismische surveys, noodzakelijk wordt geacht om die doelstelling te bereiken; De verstoring die de voorgenomen activiteit bij Bruinvissen veroorzaakt kan leiden tot (tijdelijk) conditieverlies van individuen en op die manier indirect kan doorwerken in de populatieomvang; In de passende beoordeling met het model ipcod, bedoeld om het effect van nieuwe activiteiten door te rekenen, op basis van het aantal bruinvisverstoringsdagen is bepaald dat de afname van de populatie op termijn uiteindelijk 0,42% kan bedragen; In het ipcod-model voor de populatiedynamica van bruinvissen een aantal regulier voorkomende verstorende effecten, waaronder ook een bepaalde mate van seismische surveys, al is verdisconteerd; Er de laatste jaren relatief weinig seismische surveys in de Nederlandse EEZ zijn uitgevoerd, waardoor het als nieuwe activiteit beschouwen van de Pagina 5 van 7
aangevraagde activiteit als absolute, en derhalve waarschijnlijk niet optredende, worst case kan worden gezien; Tellingen van bruinvispopulaties met relatief grote tussenpozen plaatsvinden en een relatief hoge mate van onzekerheid kennen; Er eigenlijk niet kan worden gesproken van een Nederlandse populatie bruinvissen, maar van een Noordzeepopulatie die zich gedeeltelijk en in wisselende aantallen binnen de Nederlandse EEZ bevindt; De aangevraagde activiteit wordt uitgevoerd op een moment in het jaar (najaar) dat er relatief weinig bruinvissen aanwezig zijn in het noordelijk deel van de Nederlandse EEZ; Seismische surveys tijdelijke activiteiten zijn die uitsluitend een verstorend effect kunnen hebben en niet leiden tot blijvende (al dan niet fysieke) effecten op het leefgebied van bruinvissen; Vrijwel direct na het beëindigen van de activiteit het leefgebied van de bruinvissen weer in de oorspronkelijke kwaliteit beschikbaar is; ben ik van oordeel dat een mogelijke afname op termijn van de bruinvispopulatie met 0,42%, zelfstandig beschouwd, niet als significant is aan te merken. Uitvoering van de activiteit staat het behalen van het instandhoudingsdoel voor de bruinvis in het Natura 2000-gebied Doggersbank niet in de weg. Ik deel de conclusie van de V-toets dat een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen voor gewone en grijze zeehond en bruinvis is uit te sluiten. 4.2.3 Stikstofdepositie Op 17 mei 2017 heeft een berekening (kenmerk RnNBYpbpiuA9) plaatsgevonden met AERIUS Calculator. Hieruit is gebleken dat de voorgenomen activiteit niet leidt tot meetbare depositie op enig Natura 2000-gebied. Een significant negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen is uit te sluiten. Er is geen sprake van verslechtering van een habitattype of het leefgebied van een beschermde soort in enig Natura 2000-gebied. Voor dit project is daarom met betrekking tot stikstof geen vergunningplicht aan de orde en wordt er geen beroep gedaan op ontwikkelruimte in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). 4.2.3 Gevolgen voor buitenlandse N2000-gebieden Duitsland De geluidscontour van 160 db re µpa2s SEL van de voorgenomen activiteit reikt niet tot in Duits gebied, maar de geluidscontour van140 db re µpa2s SEL reikt wel tot enkele kilometers in het Duitse deel van Natura 2000-gebied Doggersbank. Dit is op effecten getoetst door het Bundesamt für Naturschutz (BfN), met als conclusie dat wordt voldaan aan de vereisten ten aanzien van onderwatergeluid in de Noordzee (Schallschutzconzept, BMUB), de soortenbescherming (besonderen Artenschutzes 44 ff. BNatSchG) en de Vogel- en Habitatrichtlijn (FFH- Pagina 6 van 7
Verträglichkeitsprüfung 34 BNatSchG). De mogelijke effecten zijn niet significant. Het BfN heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de uitvoering van de voorgenomen activiteit. Verenigd Koninkrijk De geluidscontour van 140 db re µpa2s SEL reikt niet tot in het Engelse deel van N2000-gebied Doggersbank. Afstemming met Engeland is derhalve niet noodzakelijk. (Mededeling Defra/JNCC uit vooroverleg per mail december 2015.) 5 CONCLUSIE VERGUNNINGVERLENING Met de door u uitgevoerde V-toets, en de daarbij behorende rapportages en documenten, is de zekerheid verkregen dat met het uitvoeren van de aangevraagde activiteit, rekening houdend met de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de in de vergunning opgenomen voorschriften, waaronder mitigerende maatregelen, geen aantasting zal optreden van de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Doggersbank. Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend. Pagina 7 van 7