Aanvullende handleiding. Centrering. voor VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 44967

Vergelijkbare documenten
Aanvullende handleiding. Staaf- en kabelcomponenten. voor VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 44968

Aanvullende handleiding VEGAPASS 81. Bypass voor continue niveaumeting van vloeistoffen. Document ID: 42749

Aanvullende handleiding. Beschermbuisadapter. voor VEGACAL 63, 64/VEGACAP 63 Staaf-ø 16 mm. Document ID: 34849

Montagehandleiding - scheepsbouw VEGAFLEX 81

Aanvullende handleiding. PA-/FF-adapterkit voor VE- GADIS 61 en 81. Aansluitkabel met stekker M12x1 als uitbreidingsset. Document ID: 33959

Aanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250

Montagehandleiding Beschermkap

Aanvullende handleiding. Bluetooth-USB-adapter. Verbinding van PC/notebook met VEGA-apparaten met Bluetooth-interface. Document ID: 52454

Aanvullende handleiding. Flenzen conform DIN - EN - ASME - JIS - GOST. Technische gegevens. Document ID: 31088

Aanvullende handleiding. Bluetooth-USB-adapter. Verbinding van PC/notebook met PLICS- COM met Bluetooth-interface. Document ID: 52454

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

Aanvullende handleiding. Kleminrichting KV31. Voor leidingen met ø mm Verticale sensormontage. Document ID: 49229

Aanvullende handleiding. Luchtkoeling - MINITRAC 31. Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische. Document ID: 50337

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. Voor continu metende sensoren. Document ID: 30377

Aanvullende handleiding. Kleminrichting KV31. Voor leidingen met ø mm Horizontale sensormontage. Document ID: 38481

Handleiding. Borgkoppeling ARV-WE63.1. Voor VEGAWAVE 63 - drukloos bedrijf. Document ID: 32359

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 34456

Aanvullende handleiding. Connector M12 x 1. voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30382

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

Aanvullende handleiding PLICSLED. Opsteekbare aanwijsmodule voor grenswaardeschakelaar. Document ID: 47885

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGACAP 63. Document ID: 31595

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGAVIB. Document ID: 31086

Product information. Procesdruk. Procesdrukmeetversterker VEGABAR 14 VEGABAR 17. Document ID: 37527

Aanvullende handleiding. Vlotter voor olie-/waterdetectie. voor VEGASWING 63 en EL 3. Document ID: 36676

Handleiding Reservebehuizing voor plics -instrumenten

Aanvullende handleiding. Externe behuizing VEGACAP, VEGACAL. Document ID: 31085

Aanvullende handleiding. Externe behuizing. Voor druksensor VEGABAR Serie 80. Document ID: 45081

Handleiding. Elektronica VEGASWING 66. Document ID: 44768

Handleiding. Extra elektronica. Voor 4 20 ma/hart en accupack. Document ID: 41033

Aanvullende handleiding. Externe behuizing. VEGAFLEX Serie 80. Document ID: 46802

Handleiding. Elektronica VEGADIS 82. Document ID: 50073

Handleiding. Extra elektronica. Voor Modbus. Document ID: 41864

Handleiding. Elektronica. VEGAPULS Serie 60. Document ID: 36801

Product information. Capacitief. Niveaudetectie in vloeistof VEGACAP 62 VEGACAP 63 VEGACAP 64 VEGACAP 66 VEGACAP 69. Document ID: 29983

Aanvullende handleiding. Montagetoebehoren drukmeettechniek. Document ID: 43478

Product information. Conductief. Niveaudetectie in vloeistof. VEGAKON 61 VEGAKON 66 Meetsonden EL 1, 3, 4, 6, 8. Document ID: 33064

Beknopte handleiding VEGAFLEX 82. TDR-sensor voor continue niveaumeting van stortgoederen. Profibus PA Staaf- en kabelmeetsonde. Document ID: 47594

Product information. Geleide Radar. Niveau- en scheidingslaagmeting in vloeistoffen VEGAFLEX 81 VEGAFLEX 83 VEGAFLEX 86. Document ID: 46597

Veerrol Alu-XL / Rolluikbox Alu XL

Handleiding. Kogelkraanarmatuur conform ZB Voor druksensor VEGABAR 82. Document ID: 50027

Product information. Capacitief. Niveaumeting in vloeistof VEGACAL 62 VEGACAL 63 VEGACAL 64 VEGACAL 66 VEGACAL 69. Document ID: 30138

Handleiding. Elektronica. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

SCHILTZ N0048 POSITIONEER- EN SPANSYSTEEM BALL LOCK JIC

Handleiding. Kogelkraanarmatuur PASVE. voor VEGABAR 54, 82. Document ID: 30177

Handleiding. Elektronicain. VEGABAR Serie 80. Document ID: 45054

Gebruikershandleiding. kolom

Beknopte handleiding VEGAFLEX 81. TDR-sensor voor continue niveau- en scheidingslaagmeting van vloeistoffen. HART en accupack Staaf- en kabelmeetsonde

Product information. Capacitief. Niveaudetectie in stortgoed VEGACAP 62 VEGACAP 65 VEGACAP 66 VEGACAP 67. Document ID: 29982

Geleide radar: VEGAFLEX Serie 80

Montage- en gebruiksaanwijzing

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor

Technische handleiding. Ferrietkernen HD. Uitgave 03/ / NL.

Weerstandsthermometer Type TR55, met geveerde meetpunt

Rosemount golfgeleide radar

Handleiding. Borgkoppeling ARV-SG63.2. voor VEGASWING 63 - Drukbereik: bar. Document ID: 29751

6.0 BEVESTIGINGSCLIPS. Bevestigingsclips. Bevestigingsclips 6.0. WKK: producent van bevestigingsclips

Montagehandleiding. Uitlaatgassysteem CLV voor gasverbrandingstoestellen met gescheiden verbrandingstoevoer- en uitlaatgasleiding. Versie 1.

De RACI-Spacers voldoen ruimschoots aan deze eisen en bieden bovendien de volgende extra voordelen:

GESTRA. GESTRA Steam Systems NRG Montagehandleiding GESTRA Niveau-elektrode NRG 26-21

Montagehandleiding SF1 scharnierzijde deur. SF1 met E-T51S DIN links / DIN rechts spiegelbeeld. DIN rechts - spiegelbeeld

Handleiding Installatie

Product information. Capacitief. Niveaumeting in stortgoed VEGACAL 62 VEGACAL 65 VEGACAL 66 VEGACAL 67. Document ID: 30139

Geran deursluiter "FP4I/FP4Z"

Montagehandleiding Luxalon Plafond Type: 300L

Onderhoudsvrije zachtdichtende tussenklem afsluiter in DN-bouwlengte PN 6/10/16 DN (200)

Montage handleiding Draaideur Enjoy (tussen 2 muren )

Montage. handleiding. Maak de verpakking(en) per meubel open en sorteer de onderdelen. In de verpakking vindt u:

DICTATOR deursluiter "DIREKT"

Montagehandleiding voor Squarish Type: wandmontage voor een holle wand

ZONNEBOILER INSTALLATIE - INSTRUCTIE. voor een collector gemonteerd op panlatten.

DICTATOR deursluiter "DIREKT"

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Technische specificatie. WaveInjector. Flowmeting van vloeistoffen bij hoge temperaturen. Eigenschappen. Toepassingen

GESTRA. GESTRA Steam Systems ERL 16-1 LRG Gebruiksaanwijzing Geleidbaarheidselektroden ERL 16-1, LRG 16-4

Adapters en verloopmoeren van metaal

WALL HORIZONTALE PLAATSING Montage van het systeem Onderstructuur Uitzettingsregels Afwerking

NRG NRG NRG Montagehandleiding Niveau-elektrode NRG 16-12, NRG 17-12, NRG 19-12

Rosemount 415 Fire Pump

Standaard thermowells

PLAATSINGSINSTRUCTIES DUOFUSE POORTJE

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O) V

Product information. Radar. Niveausignalering VEGAMIP. Document ID: 37570

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een holle wand

Beknopte handleiding VEGAFLEX 82. TDR-sensor voor continue niveaumeting van stortgoederen ma/hart - tweedraads Staaf- en kabelmeetsonde

Handleiding Pendeldeur EnjoY² ( tussen 2 muren )

TRUSTED FIXINGS SINCE SORMAT S-KA DOORSTEEKANKER ETA OPTIE 1

Montagehandleiding voor betonnen wasbak Taludes Type: wandmontage voor een holle wand

HANDLEIDING SLOTKASTFREESMACHINE 171

Installatie & Onderhoudsinstructies

Cross-Lock systeem verdekt uitneembaar

Multiflex. Fig. 1 Fig. 2

LAH 500. Loudspeaker Mounting Hardware. Montagehandleiding Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung Montageanleitung

Montagehandleiding. Side-by-Side-combinatie SBS

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

NRG NRG Gebruiksaanwijzing Niveau-electrode NRG 16-36

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Schuine zittingafsluiter metalen uitvoering

Transcriptie:

Aanvullende handleiding Centrering voor VEGAFLEX Serie 80 Document ID: 44967

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Productbeschrijving 1.1 Overzicht... 3 1.2 Centreringen... 3 2 Montage 2.1 Algemene instructies... 10 2.2 Centreerster - kunststof (K1, K2, K3)... 11 2.3 Centreerster - kunststof (aan zijkant open) (K4, K5)... 12 2.4 Centreersterren - metaal (M1, M2, M3, M4)... 13 2.5 Centreergewichten (G1, G2, G3, G4, G5)... 14 2.6 Spangewichten (S1, S2)... 15 3 Bijlage 3.1 Technische gegevens... 17 3.2 Afmetingen... 19 2 Uitgave: 2013-10-16

1 Productbeschrijving Centreersterren - kunststof 1 Productbeschrijving 1.1 Overzicht Wanneer VEGAFLEX-sensoren met staaf- of kabeluitvoering in standpijpen of bypasses worden toegepast, moet aanraken met de wand daarvan betrouwbaar worden verhinderd. Centreersterren of centreergewichten fixeren de meetsonde in het midden van de pijp. Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal één centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. Centreersterren - kunststof (K) Centreersterren van kunststof zijn geschikt voor toepassingen tot 250 C. Inkervingen op de vierarmige centreerster maken eenvoudig bijsnijden tot de normdiameter mogelijk. Daarmee kan de centreerster op de pijpdiameter worden aangepast. Centreersterren - metaal (M) De metalen centreersterren zijn geschikt voor toepassingen met hoge temperaturen. De verende armen van de ster fixeren de meetsonde in de pijp. Kies de centreerster afhankelijk van de pijpbinnendiameter. Centreergewichten (G) De metalen centreergewichten zijn geschikt voor toepassing van kabeluitvoeringen in standpijpen of bypasses. Kies het centreergewicht overeenkomstig de pijpbinnendiameter. Spangewichten (S) Spangewichten kunnen in combinatie met een centreerster van kunststof of metaal als centreergewicht worden gebruikt. Het spangewicht heeft daarom aan het onderste uiteinde een kleinere diameter (ø 16 mm), waarop u een passende centreerster van kunststof kunt plaatsen. 1.2 Centreringen Deze centreersterren zijn voor blanke, metalen meetsonden geschikt. Centreersterren van kunststof zijn geschikt voor toepassingen tot 250 C. Inkervingen op de vierarmige centreerster maken eenvoudig bijsnijden op de normdiameter mogelijk. Daardoor kan de centreerster op de pijpdiameter worden aangepast. Dit type centreersterren wordt op de meetsonde geschoven en moet met speciale borgringen op de gewenste positie worden gefixeerd. De passende borgringen zijn meegeleverd. Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal één centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. 3

1 Productbeschrijving Voor verschillende staaf- of kabelmeetsonden bestaan verschillende uitvoeringen. Welke centreerster voor welke meetsonde geschikt is, vindt u in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk. ø 75 mm (2.95") ø 75 mm (2.95") ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 95 mm (3.74") ø 95 mm (3.74") ø 95 mm (3.74") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0.20") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0.20") ø 30 mm (1.18") 10 mm (0.39") ø 5 mm (0.20") K1 ø 8 mm ø 12 mm K2 ø 16 mm K3 (0.32") (0.47") Fig. 1: Centreerster van kunststof K1 Centreerster van kunststof (PEEK of PTFE) voor staven met ø 8 mm (0.32 in) K2 Centreerster van kunststof (PEEK) voor staven met ø 12 mm (0.47 in) K3 Centreerster van kunststof (PEEK) voor staven en spangewichten met ø 16 mm (0.63 in) (0.63") Centreerster - kunststof (aan zijkant open) Deze centreersterren zijn speciaal geschikt voor meetsonden met kunststof bekleding. Centreersterren van kunststof zijn geschikt voor toepassingen tot 250 C. Inkervingen op de vierarmige centreerster maken eenvoudig bijsnijden mogelijk. Daardoor kan de centreerster op de pijpdiameter worden aangepast. Dit type centreersterren kan aan de zijkant op de meetsonde worden geplaatst waarbij geen extra bevestigingsmiddelen nodig zijn. Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal één centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. Voor verschillende staaf- of kabeldiameters bestaan verschillende uitvoeringen. Welke centreerster voor welke meetsonde geschikt is, vindt u in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk. 4

1 Productbeschrijving ø 75 mm (2.95") ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 95 mm (3.74") ø 95 mm (3.74") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0.20") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0.20") K4 K5 Fig. 2: Centreerster van kunststof (aan zijkant open) K4 Centreerster van kunststof (PEEK) voor PFA-gecoate kabel met ø 4 mm (0.16 in) K5 Centreerster van kunststof (PEEK) voor PFA-gecoate staven met ø 10 mm (0.39 in) Centreersterren - metaal De metalen centreersterren zijn geschikt voor toepassingen met hoge temperaturen. De verende armen van de ster fixeren de meetsonde in de pijp. Kies de centreerster passend bij de pijpbinnendiameter. Dit type centreersterren wordt op de staafmeetsonde geschoven en moet met speciale borgringen op de gewenste positie worden gefixeerd. De passende borgringen zijn meegeleverd. Onder de centreerster is geen meting mogelijk. Monteer de centreerster daarom zo dicht mogelijk bij het uiteinde van de meetsonde. Welke centreerster voor welke pijpbinnendiameter geschikt is, vindt u in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk. ø 16 mm (0.63") ø 16 mm (0.63") M1 Fig. 3: Centreerster van metaal voor staafuitvoeringen met ø 16 mm (0.63 in) M1 Centreerster van rvs (AISI 631) voor staven en spangewichten met ø 16 mm (0.63 in) - buiten-ø 49,2 tot 56,3 mm M2 Centreerster van rvs (AISI 631) voor staven en spangewichten met ø 16 mm (0.63 in) - buiten-ø 66,6 tot 84,9 mm M2 5

1 Productbeschrijving ø 12 mm (0.47") ø 12 mm (0.47") M3 M4 Fig. 4: Centreerster van metaal voor staafuitvoeringen met ø 12 mm (0.47 in) M3 Centreerster van rvs (AISI 631) voor staven en spangewichten met ø 12 mm (0.47 in) - buiten-ø 49,2 tot 56,3 mm M4 Centreerster van rvs (AISI 631) voor staven en spangewichten met ø 12 mm (0.47 in) - buiten-ø 66,6 tot 84,9 mm Centreergewichten Centreergewichten worden aan het uiteinde van de kabelmeetsonde bevestigd en spannen met het eigengewicht de kabel van de meetsonde. De metalen centreergewichten zijn geschikt voor toepassing bij kabeluitvoeringen in standpijpen en bypasses. Kies het centreergewicht passend bij de pijpdiameter. Voor toepassing in bijzonder onrustige omgevingen en bij grotere hoek zijn de centreergewichten met ø 40 en 45 mm in plaats van 30 mm (1,18 ub) en ook in 90 mm (3,54 in) hoogte en overeenkomstig hoger gewicht leverbaar. Welk centreergewicht voor welke meetsonde geschikt is, vindt u in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk. 6

1 Productbeschrijving ø 70 mm (2.76") ø 40 mm (1.57") ø 45 mm (1.77") X ø 5,5 mm ø 5 mm (0.20") ø 5,5 mm G1 10 mm (0.39") ø 35 mm (1.38") 10 mm (0.39") G2 G3 ø 75 mm (2.95") ø 95 mm (3.74") 30 mm (1.18") 30 mm (1.18") X 60 mm (2.36") ø 16 mm (0.63") ø 5,5 mm ø 46 mm (1.81") 10 mm (0.39") ø 12 mm (0.47") ø 5,5 mm ø 12 mm (0.47") ø 5,5 mm G4 ø 50 mm (1.97") 10 mm (0.39") ø 50 mm (1.97") 10 mm (0.39") G5 Fig. 5: Centreergewichten van metaal G1 Centreergewicht ø 40 mm (1.57 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in)/ø 4 mm (0.16 in) - bij kabel-ø 2 mm (0.08 in) ook met hoogte 90 mm (3.54 in) leverbaar G2 Centreergewicht ø 45 mm (1.77 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in)/ø 4 mm (0.16 in) - bij kabel-ø 2 mm (0.08 in) ook met hoogte 90 mm (3.54 in) leverbaar G3 Centreergewicht ø 70 mm (2.76 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in)/ø 4 mm (0.16 in) G4 Centreergewicht ø 75 mm (2.95 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in)/ø 4 mm (0.16 in) G5 Centreergewicht ø 95 mm (3.74 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in)/ø 4 mm (0.16 in) x Hoogte: 30 mm (1.18 in) - bij kabel-ø 2 mm (0.08 in) ook met hoogte 90 mm (3.54 in) leverbaar Spangewichten Spangewichten worden aan het uiteinde van de kabelmeetsonde bevestigd en spannen met het eigengewicht de kabel van de meetsonde. De metalen spangewichten zijn geschikt voor toepassing bij kabeluitvoeringen in standpijpen en bypasses. 7

1 Productbeschrijving Daarvoor heeft u een extra centreerster nodig. Het spangewicht heeft om die reden aan het onderste uiteinde een kleinere diameter (ø 16 mm), waarop u de geschikte centreerster van kunststof kunt plaatsen. Kies de centreerster passend bij de pijpdiameter. Welke spangewicht-/centreerster-combinatie voor welke meetsonde geschikt is, vindt u in de tabel aan het einde van dit hoofdstuk. 100 mm (3.94") 10 mm (0.39") 50 mm (1.97") 10 mm (0.39") S1 ø 16 mm (0.63") ø 20 mm (0.79") ø 16 mm (0.63") ø 20 mm (0.79") S2 Fig. 6: Spangewichten van metaal S1 Spangewicht, lengte 100 mm (3.94 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 4 mm (0.16 in) S2 Spangewicht, lengte 50 mm (1.97 in) van rvs (316L) voor kabels met ø 2 mm (0.08 in) Combinatiemogelijkheden - centreringen 8 Meetsonde Uitvoering Centreerster - kunststof VEGAFLEX 81 VEGAFLEX 83 VEGAFLEX 86 Kabelmeetsonde ø 2 mm (0.08 in) Kabelmeetsonde ø 4 mm (0.16 in) Staafmeetsonde ø 8 mm (0.32 in) Staafmeetsonde ø 12 mm (0.47 in) Kabelmeetsonde ø 4 mm (0.16 in) + PFA Staafmeetsonde ø 10 mm (0.39 in) + PFA Staafmeetsonde ø 8 mm (0.32 in) - gepolijst Kabelmeetsonde ø 2 mm (0.08 in) Centreerster - metaal Centreergewicht - - G1, G2, G3, G4, G5 Spangewicht (centreerster) S2 (met K3) - - G1, G2, G4, G5 S1 (met K3) K1 - - - K2 M3, M4 - - K4 - - - K5 - - - - - - - - - G1, G2, G3, G4, G5 1) alleen van -60 +250 C (-76 +482 F) S2 (met M1, M2) of (K3) 1)

1 Productbeschrijving Meetsonde Uitvoering Centreerster - kunststof Kabelmeetsonde ø 4 mm (0.16 in) Centreerster - metaal Centreergewicht Spangewicht (centreerster) - - G1, G2, G4, G5 S1 (met M1, M2) of (K3) 2) Staafmeetsonde ø 16 mm (0.63 in) K3 3) M1, M2 - - Tab. 1: Combinatiemogelijkheden van de meetsonden met centreringen 2) alleen van -60 +250 C (-76 +482 F) 3) alleen van -60 +250 C (-76 +482 F) 9

2 Montage 2 Montage Centreersterren Afzettingen Standpijp of bypass 2.1 Algemene instructies Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal een centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. Indien meerdere centreersterren nodig zijn, moet u deze met zo groot mogelijke onderlinge afstand monteren. Let erop, dat op de centreersterren onder bepaalde omstandigheden afzettingen kunnen ontstaan. Sterke aangroei kan de meting beïnvloeden. Wanneer meetsonden worden toegepast in standpijpen of bypasses, moet aanraking met de pijpwand worden voorkomen. Daarvoor adviseren wij gebruik te maken van meetsonden met een centrering. Bij staafmeetsonden is in de regel geen centreerster nodig. Indien het gevaar bestaat, dat binnenstromend product de staafsonde tegen de wand drukt, moet een centreerster aan het uiteinde van de meetsonde worden gemonteerd, om aanraking met de buiswand betrouwbaar te verhinderen. Bij kabelmeetsonden kan de kabel ook worden gespannen. De centrering moet aan het onderste uiteinde van de meetsondestaaf worden gemonteerd. Kies in bypasses de positie van de centrering zodanig, dat deze onder de onderste tankaansluitleiding en dus ook onder het minimale inregelpunt ligt. 1 2 3 10 Fig. 7: Voorbeelden voor de positie van de centreerster resp. het centreergewicht 1 Staafmeetsonde met centreerster (kunststof) 2 Kabelmeetsonde met centreergewicht 3 Centreerster (kunststof) op spangewicht van een kabelmeetsonde

2 Montage 2.2 Centreerster - kunststof (K1, K2, K3) 2 1 2 1 2 2 Fig. 8: Montage van de centreerster 1 Centreerster (K1, K2, K3) voor pijpdiameter 100 mm (4") 2 Borgring 1. Meet de diameter van de standpijp of bypass en pas de centreerster daarop aan. De inkervingen op de vierarmige centreerster maken eenvoudig aanpassen mogelijk op de pijpdiameter DN 50 (2") en DN 80 (3"). Gebruik voor het aanpassen een metaalzaag of een sterke nibbeltang of een zijsnijtang. 2. De centreerster moet aan het onderste uiteinde van de meetsondestaaf worden gemonteerd. Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal een centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. Indien meerdere centreersterren nodig zijn, moet u deze met zo groot mogelijke onderlinge afstand monteren. Bepaal, waar een centreerster moet worden geplaatst en markeer deze positie. 3. Schuif een borgring (2) op de staaf van de meetsonde. Tip: Draag bij het opschuiven van de onderdelen op de staaf handschoenen of gebruik daarvoor een dun stuk pijp. Gebruik bij meetsonden met een diameter van 12 mm het meegeleverde hulpgereedschap voor het opschuiven. Indien u de meetsonde heeft ingekort, wordt geadviseerd, het staafuiteinde iets af te schuinen. 11

2 Montage 4. Schuif een centreerster (1) en een volgende borgring (2) op de staaf van de meetsonde. De borgringen fixeren de ster op de gewenste positie. Een zekere speling is daarbij toegestaan. Opmerking: De borgringen kunnen slechts in één richting worden bewogen. Indien u een borgring over de gewenste positie heeft geschoven, knipt u deze met een zijsnijtang af. Gebruik een nieuwe borgring. 2.3 Centreerster - kunststof (aan zijkant open) (K4, K5) 1 Fig. 9: Montage van de centreerster (zijkant open) 1 Centreerster (K4, K5) voor pijpdiameter 100 mm (4") 12 1. Meet de diameter van de standpijp of bypass en pas de centreerster daarop aan. De inkervingen op de vierarmige centreerster maken eenvoudig aanpassen mogelijk op de pijpdiameter DN 50 (2") en DN 80 (3"). Gebruik voor het aanpassen een metaalzaag of een sterke nibbeltang of een zijsnijtang. 2. Bij de staafuitvoering van de meetsonde moet de centreerster moet aan het onderste uiteinde van de meetsondestaaf worden gemonteerd. Gebruik zo weinig mogelijk centreersterren. Bij staafmeetsonden is meestal een centreerster aan het uiteinde van de meetsonde voldoende. Indien meerdere centreersterren nodig zijn, moet u deze met zo groot mogelijke onderlinge afstand

2 Montage monteren. Bepaal, waar een centreerster moet worden geplaatst en markeer deze positie. Bij de kabeluitvoering moet u de sterren op een minimale afstand van ca. 1,50 m (5 ft) monteren. 3. Plaats een centreerster (1) vanaf de zijkant op de staaf resp. de kabel van de meetsonde. Opmerking: De ster mag niet in axiale richting worden verschoven. De isolatie van de kabel resp. staaf kan daarbij beschadigd raken. U kunt de ster naar de zijkant toe lostrekken en op een andere plaats weer opsteken. 2.4 Centreersterren - metaal (M1, M2, M3, M4) 2 1 2 Fig. 10: Montage van de centreerster 1 Centreerster (M1, M2, M3, M4) M1, M3 - buiten-ø 49,2 t/m 56,3 mm (1.9 t/m 2.2 in) M2, M4 - buiten-ø 66,6 t/m 84,9 mm (2.6 t/m 3.3 in) 2 Borgring 1. De centreerster moet aan het onderste uiteinde van de meetsondestaaf worden gemonteerd. 2. Schuif een borgring (2) op de staaf van de meetsonde. Tip: Gebruik bij het opschuiven van de delen op de staaf het meegeleverde montagegereedschap. Draag daarvoor werkhandschoenen. 13

2 Montage Indien u de meetsonde heeft ingekort, wordt geadviseerd, het staafuiteinde iets af te schuinen. 3. Schuif de centreerster (1) met de open veerarmen naar boven en een volgende borgring (2) op de staaf van de meetsonde. De borgringen fixeren de ster op de gewenste positie. Opmerking: De borgringen kunnen slechts in één richting worden bewogen. Indien u een borgring over de gewenste positie heeft geschoven, knipt u deze met een zijsnijtang af. Gebruik een nieuwe borgring. 2.5 Centreergewichten (G1, G2, G3, G4, G5) 5 1 4 3 2 14 Fig. 11: Montage van het centreergewicht (G1, G2, G3, G4, G5) 1 Tapeinden 2 Centreergewicht 3 Fixeerschroef - centreergewicht 4 Borgring (Nordlock ) 5 Inwendig element 1. Kies het centreergewicht (2) passend bij de pijpbinnendiameter. 2. Maak de fixeerschroef (3) los en neem het inwendige element (5) uit het centreergewicht (2). 3. Plaats de kabel van de meetsonde door het inwendige element (5), tot deze vlak tegen de onderzijde van het inwendige element (5) afsluit. 4. Fixeer de kabel van de meetsonde met de beide tapeinden (1). Trek de tapeinden (1) vast met een draaimoment van 7 Nm. 5. Plaats het centreergewicht (2) van onderen af op het inwendige element (5). 6. Steek de fixeerschroef (3) en de beide borgringen (4) in het centreergewicht (2). 7. Bevestig het inwendige element (1) met de fixeerschroef (2) op het centreergewicht (3). 8. Trek de fixeerschroef (3) vast met een draaimoment van 7 Nm. 9. Wanneer u naderhand een centreergewicht monteert, moet u op het instrument het correcte meetsondetype kiezen (bijv. kabel ø 4 mm met centreergewicht). Indien de lengte van de meetsonde is veranderd, voert u de nieuwe meetsondelengte in het instrument in en voert u daarna opnieuw een inregeling uit (zie daarvoor "Inbedrijfnamestappen, min.-inregeling uitvoeren - max.-inregeling uitvoeren").

2 Montage Montage van het spangewicht 2.6 Spangewichten (S1, S2) De volgende procedure beschrijft de montage van het spangewicht aan de kabel van de meetsonde. 1 100 mm (3.94") 50 mm (1.97") 45 mm (1.77") 25 mm (0.98") 1 A B 2 2 Fig. 12: Montage van het spangewicht (S1, S2) A Spangewicht - kabel-ø 4 mm (0.16 in) B Spangewicht - kabel-ø 2 mm (0.08 in) 1 Tapeinden 2 Schroefdraad M8, bijv. voor oogbout 1. Schuif de kabel conform de tekening tot aan de aanslag in het spangewicht (A, B) 2. Fixeer de kabel met de tapeinden, aandraaimoment 7 Nm 3. Wanneer u naderhand een spangewicht monteert, moet u op het instrument het correcte meetsondetype kiezen (bijv. kabel ø 4 mm met spangewicht). Indien de lengte van de meetsonde is veranderd, voert u de nieuwe meetsondelengte in het instrument in en voert u daarna opnieuw een inregeling uit (zie daarvoor "Inbedrijfnamestappen, min.-inregeling uitvoeren - max.-inregeling uitvoeren"). Montage van de centreerster De volgende procedure beschrijft het monteren van de centreerster op het spangewicht. 15

2 Montage 1 1 2 2 4 4 Fig. 13: Montage van de centreerster (K3 of M1, M2) aan spangewicht (S1, S2) 1 Spangewicht (S1, S2) 2 Centreerster - kunststof (K3) voor pijpbinnendiameter 100 mm (4") 3 Centreerster - metaal (M1, M2) 4 Borgring 1. Meet de diameter van de standpijp of bypass en pas de centreerster (2) daarop aan. De inkervingen op de vierarmige centreerster (2) maken eenvoudig aanpassen mogelijk op de pijpdiameter DN 50 (2") en DN 80 (3"). Gebruik voor het aanpassen een metaalzaag of een sterke nibbeltang of een zijsnijtang. Bij de centreersterren van metaal (3) moet u een passende centreerster gebruiken. 2. Plaats de centreerster (2 of 3) op de korte kant van het spangewicht (1) 3. Schuif een borgring (4) over de korte kant van het spangewicht (1) 16

3 Bijlage 3 Bijlage 3.1 Technische gegevens Centreerster - kunststof (K1, K2, K3, K4, K5) 316L komt overeen met 1.4404 of 1.4435 Materiaal Ʋ Centreerster (4-armig) PEEK of PTFE 4) Ʋ Borgringen RVS PH 15-7 Mo (UNS S 15700) Buitendiameter ø 95 mm (3.74 in), inkervingen bij ø 75 mm en ø 48 mm (3 in en 1.9 in) Mediumtemperatuur -60 +250 C (-76 +482 F) Gewicht ca. 10 g (0.4 oz) Centreerster - metaal (M1, M2, M3, M4) Materiaal Ʋ Centreerster (6-armig) AISI 631 (1.4568) Ʋ Borgringen RVS PH 15-7 Mo (UNS S 15700) Buitendiameter ø 49,2 t/m 56,3 mm (1.9 t/m 2.2 in) ø 66,6 t/m 84,9 mm (2.6 t/m 3.3 in) Staafdiameter ø 16 mm (0.63 in) - M1, M2 ø 12 mm (0.47 in) - M3, M4 Mediumtemperatuur -196 +450 C (-321 +842 F) Gewicht ca. 15 g (0.5 oz) Centreergewicht (G1, G2, G3, G4, G5) Materiaal Ʋ Centreergewicht 316L Ʋ Tapeinden 316L Ʋ Borgring (Nordlock ) 316L Ʋ Fixeerschroef 316L Buitendiameter ø 40 mm (1.57 in) ø 45 mm (1.77 in) ø 70 mm (2.76 in) ø 75 mm (2.95 in) ø 95 mm (3.74 in) Hoogte 30 mm (1.17 in) Centreergewichten met ø 40 mm (1.57 in) en ø 45 mm (1.77 in), bij kabel-ø 2 mm (0.08 in) als optie ook met 90 mm (3.54 in) hoogte leverbaar Centreergewicht met ø 70 mm (1.57 in) met 60 mm (2.36 in) hoogte 4) PTFE alleen bij staaf-ø8 mm (0.32 in) 17

3 Bijlage Mediumtemperatuur Gewicht Ʋ Centreergewichten met hoogte 30 mm (1.17 in) Ʋ Centreergewichten met hoogte 90 mm (3.54 in) -196 +450 C (-321 +842 F) ca. 280 1540 g (10 54 oz) ca. 410 600 g (14.5 21.2 oz) Spangewicht (S1, S2) Materiaal Ʋ Spangewicht 316L Ʋ Tapeinden 316L Diameter Ʋ Spangewicht ø 20 mm (0.79 in) Ʋ met kunststof centreerster ø 95 mm (3.74 in), inkervingen bij ø 75 mm en ø 48 mm (3 in en 1.9 in) Lengte 50 mm/100 mm (1.97 in/3.94 in) Mediumtemperatuur -196 +450 C (-321 +842 F) 5) Gewicht ca. 100 200 g (3.5 7 oz) 5) met kunststof centreerster slechts tot +250 C (+482 F) 18

3 Bijlage 3.2 Afmetingen Centreerster (K1) voor staaf-ø 8 mm (0.32 in) ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") ø 30 mm (1.18") ø 8 mm (0.32") ø 95 mm (3.74") X 5,5 mm Fig. 14: Centreerster van kunststof (PEEK of PTFE) voor VEGAFLEX 81 in staafuitvoering met ø 8 mm (0.32 in) x PEEK = 5 mm (0.2 in) x PTFE = 8 mm (0.32 in) 19

3 Bijlage Centreerster (K2) voor staaf ø 12 mm (0.47 in) ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 95 mm (3.74") ø 21 mm (0.83") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0,2") ø 5 mm (0.2") ø 12,1 mm (0.48") Fig. 15: Centreerster van kunststof (PEEK) voor VEGAFLEX 81 in staafuitvoering met ø 12 mm (0.47 in) 20

3 Bijlage Centreerster (K3) voor staaf ø 16 mm (0.63 in) ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") ø 16,1 mm (0.63") 5,5 mm ø 95 mm (3.74") ø 30 mm (1.18") 10 mm (0.39") Fig. 16: Centreerster van kunststof (PEEK) voor VEGAFLEX 82, 86 in staafuitvoering met ø 16 mm en voor de combinatie met spangewichten 21

3 Bijlage Centreerster (K4) voor kabel ø 4 mm (0.16 in) - aan de zijkant open ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 4 mm (0.16") ø 95 mm (3.74") ø 30 mm (1.18") 5 mm (0,2") 5 mm (0,2") Fig. 17: Centreerster van kunststof (PEEK) voor VEGAFLEX 83 in kabeluitvoering met ø 4 mm (0.16 in) 22

3 Bijlage Centreerster (K5) voor kabel ø 10 mm (0.39 in) - aan de zijkant open ø 75 mm (2.95") ø 48 mm (1.89") 5,5 mm ø 95 mm (3.74") ø 30 mm (1.18") ø10 mm (0.39") 5 mm (0.2") 11 mm (0.43") Fig. 18: Centreerster van kunststof (PEEK) voor VEGAFLEX 83 in staafuitvoering met ø 10 mm (0.39 in) Centreerster metaal (M1, M2) ø 16 mm (0.63 in) - 2"-/3"-pijp ø 16 mm (0.63") ø 16 mm (0.63") M1 M2 Fig. 19: Centreerster van metaal voor VEGAFLEX 82, 86 in staafuitvoering met ø 16 mm en voor de combinatie met spangewichten A Centreerster van rvs (316L) voor staven en spangewichten met ø 16 mm (0.63 in) - buiten-ø 49,2 tot 56,3 mm B Centreerster van rvs (316L) voor staven en spangewichten met ø 16 mm (0.63 in) - buiten-ø 66,6 tot 84,9 mm 23

3 Bijlage Centreerster metaal (M3, M4) ø 12 mm (0.47 in) - 2"-/3"-pijp ø 12 mm (0.47") ø 12 mm (0.47") M3 M4 Fig. 20: Centreerster van metaal voor VEGAFLEX 81 in staafuitvoering met ø 12 mm (0.47 in) A Centreerster van rvs (316L) voor staven en spangewichten met ø 12 mm (0.47 in) - buiten-ø 49,2 tot 56,3 mm B Centreerster van rvs (316L) voor staven en spangewichten met ø 12 mm (0.47 in) - buiten-ø 66,6 tot 84,9 mm 24

Centreergewicht (G1, G2, G3, G4, G5) voor kabel ø 2 mm/ø 4 mm (0.08/0.16 in) 3 Bijlage SW 36 (1.42") (G¾, ¾ NPT) SW 41 (1.61") (G1, 1 NPT) SW 46 (1.81") (G1½, 1½ NPT) G¾, ¾ NPT, G1, 1 NPT, G1½, 1½ NPT 46 mm (1.81") 22 mm (0.87") ø 4 mm (0.16") L ø 2 mm (0.08") Y Y X X 1 2 Fig. 21: Centreergewicht van metaal, ø 40, 45, 70, 75, 95 mm (1.57, 1.77, 2.76, 2.95, 3.74 in) voor VEGAFLEX 81, 82, 86 in kabeluitvoering L Sensorlengte x ø 40 mm (1.57 in) ø 45 mm (1.77 in) ø 70 mm (2.76 in) ø 75 mm (2.95 in) ø 95 mm (3.74 in) y 30 mm (1.17 oz) 60 mm (2.36 oz) - alleen bij centreergewicht met ø 70 mm (2.76 in) 90 mm (3.54 oz) - alleen bij centreergewichten met ø 40 en 45 mm (1.57, 1.77 in) en met kabel-ø 2 mm (0.08 in) 1 Kabeluitvoering ø 2 mm (0.08 in) met centreergewicht 2 Kabeluitvoering ø 4 mm (0.16 in) met centreergewicht 25

3 Bijlage Spangewicht (S1, S2) voor kabel ø 2 mm/ø 4 mm (0.08/0.16 in) SW 36 (1.42") (G¾, ¾ NPT) SW 41 (1.61") (G1, 1 NPT) SW 46 (1.81") (G1½, 1½ NPT) G¾, ¾ NPT, G1, 1 NPT, G1½, 1½ NPT 46 mm (1.81") L 22 mm (0.87") 96 mm (3.78") ø 4 mm (0.16") ø 4 mm (0.16") 50 mm (1.97") 100 mm (3.94") 100 mm (3.94") L 22 mm (0.87") ø 2 mm (0.08") ø 16 mm (0.63") ø 20 mm (0.79") ø 16 mm (0.63") ø 20 mm (0.79") ø 16 mm (0.63") ø 20 mm (0.79") 26 1 2 3 Fig. 22: Spangewicht van metaal, lengte: 50/100 mm (1.97/3.94 in) voor VEGAFLEX 81, 86 in kabeluitvoering met ø 2 mm/ø 4 mm (0.08/0.16 in)

3 Bijlage L Sensorlengte 1 Kabeluitvoering ø 2 mm (0.08 in) met spangewicht 2 Kabeluitvoering ø 4 mm (0.16 in) met spangewicht 3 Kabeluitvoering met temperatuurtussenstuk 27

Printing date: De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het moment van drukken. Wijzigingen voorbehouden VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2014 VEGA Grieshaber KG Am Hohenstein 113 77761 Schiltach Germany Phone +49 7836 50-0 Fax +49 7836 50-201 E-mail: info.de@vega.com www.vega.com