Corporate governance en verantwoord beleggen bij SBZ Corporate Governance Het bestuur heeft begin 2004 beleid geformuleerd met betrekking tot Corporate Governance. Hiermee geeft het bestuur gehoor aan de maatschappelijke en politieke oproep om actiever om te gaan met de uitoefening van de aandeelhoudersrechten. Beginnend bij de Nederlandse fondsen in de portefeuille is, gebruikmakend van extern ingekocht stemadvies, via proxy-voting (stemmen op afstand) het stemrecht uitgeoefend. Financiële overwegingen waren hierbij leidend. Verantwoord beleggen / Engagement / Voting / Uitsluitingenbeleid / Impact Investing SBZ geeft met ingang van 2009 vorm aan verantwoord beleggen via een programma van actieve dialoog met ondernemingen ( engagement ) en door te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen van bedrijven waarin SBZ via de discretionair beheerde aandelenportefeuilles belegt. Sinds 1 januari 2009 voert Robeco het programma van actieve dialoog en stemmen uit voor SBZ. Door Robeco naast het engagement ook de voting te laten uitvoeren is geborgd dat gestemd wordt in lijn met het engagement. Vanaf 2011 voert SBZ ook een uitsluitingenbeleid. SBZ heeft in het vierde kwartaal van 2012 Robeco opdracht gegeven tot de uitbreiding van het engagement naar de beleggingen in credits. Credits zijn beursgenoteerde bedrijfsobligaties. Hierbij is er geen stemrecht zoals bij aandelen, maar kan wel een actieve dialoog met het bedrijf worden gevoerd zoals bij aandelen reeds het geval is. De toegevoegde waarde hiervan voor het engagement programma van SBZ is dat meer ondernemingen aangemoedigd kunnen worden tot goed ondernemingsbestuur en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. In 2014 heeft SBZ besloten vermogen te alloceren naar Impact Investing. Actieve dialoog Bij actieve dialoog wordt invulling gegeven aan verantwoord beleggen door een dialoog aan te gaan met ondernemingen waarin wordt belegd. Via deze dialoog wendt de aandeelhouder zijn invloed als verschaffer van ondernemingskapitaal aan om het bedrijf waarin hij belegt aan te sporen meer verantwoord te werken. In de dialoog worden onderwerpen aan de orde gesteld op het gebied van milieu, sociale onderwerpen en ondernemingsbestuur. Jaarlijks worden enkele thema s geselecteerd waarover een dialoog met een selectie van relevante ondernemingen wordt aangegaan. Het doel van de dialoog is het bewerkstelligen van een vooraf gedefinieerde gedragsverbetering bij een onderneming. Hiermee kan actief worden bijgedragen aan de verbetering van ondernemingen op voornoemde onderwerpen. Voor 2015 heeft SBZ aan Robeco gevraagd engagement te gaan voeren op het thema duurzame bedrijfsvoering in de farmaceutische industrie, waarin onder andere het verbeteren van de toegang tot medicijnen is begrepen. Vanaf het tweede kwartaal van 2015 wordt met betrekking tot dit thema verslag gedaan. Dit kwartaal wordt stilgestaan bij het onderwerp innovatiebeheer. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen klinisch relevante innovatie en commerciële innovatie. Er is sprake van klinisch relevante innovatie als het nieuwe geneesmiddel of de nieuwe behandeling een substantiële gezondheidsverbetering biedt ten opzichte van de bestaande praktijk. Commerciële innovatie daarentegen kan het beste worden uitgelegd als innovatie die de bescherming van intellectueel eigendom verlengt als het patent bijna afloopt. In de evaluaties en het engagement met biofarmaceutische ondernemingen zullen we een premie toekennen aan ondernemingen die op een betekenisvolle manier innoveren en een relevante bijdrage leveren aan de aanpak van andere problemen, zoals de toegang tot geneesmiddelen.
Robeco sluit zich ten behoeve van de uitoefening van haar verantwoord beleggen programma voor SBZ aan bij internationaal geaccepteerde en erkende codes, zoals het Global Compact van de Verenigde Naties. Deze codes dienen als basis voor de beoordeling van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een bedrijf en voor de uitgangspunten bij een actieve dialoog. Jaarlijks zal met ongeveer 80 ondernemingen een constructieve dialoog worden gevoerd. Wanneer de gewenste gedragsverbetering achterwege blijft kan de dialoog worden geïntensiveerd. De doorlooptijd van een dialoog kan oplopen van enkele maanden tot enkele jaren. Mocht na een dergelijke periode duidelijk zijn geworden dat een onderneming niet welwillend is om de gevraagde gedragsverandering door te voeren, dan kan SBZ besluiten, afhankelijk van de zwaarte van het onderwerp van de dialoog, het betreffende aandeel te verkopen en uit te sluiten van haar beleggingsuniversum. In het derde kwartaal van 2015 is op deze gronden een tweede onderneming (Oil and Natural Gas Corporation (ONGC)) uitgesloten. Uitoefenen van stemrecht op aandelen SBZ streeft ernaar om het stemrecht uit te oefenen op alle aandelen die zij wereldwijd direct in bezit heeft. Door actief te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen kunnen aandeelhouders de kwaliteit van het ondernemingsbestuur bevorderen. Wij geloven dat goed ondernemingsbestuur op de langere termijn ten goede komt aan de aandeelhouderswaarde. Het actief uitoefenen van het stemrecht maakt onderdeel uit van het beleid ten aanzien van goed ondernemingsbestuur van SBZ en wordt uitgevoerd door Robeco. Het stembeleid dat Robeco namens SBZ uitvoert is gebaseerd op de internationale principes van het International Corporate Governance Network (ICGN). De ICGN-principes geven een breed kader waarbinnen ondernemingen naar lokale maatstaven beoordeeld kunnen worden. Daarbinnen geven de nationale wetgeving en gedragscodes voor ondernemingsbestuur, zoals in Nederland de Code Tabaksblat, een nader kader om tot een weloverwogen stemafweging te komen. Per jaar zal bij ongeveer 350 ondernemingen worden gestemd op de aandeelhoudersvergaderingen. Via de SBZ-website: https://viewpoint.glasslewis.net/webdisclosure/search.aspx?glpcustuserid=sbz kunt u deze stemrapportages online inzien. Per onderneming treft u onder andere een beschrijving van het agendapunt en de door SBZ middels onze engagementmanager (Robeco) uitgebrachte voor- of tegenstem. Uitsluitingenbeleid Naast engagement en voting voert de engagement manager, in opdracht van SBZ, met ingang van 2011 een uitsluitingenbeleid. Dit uitsluitingenbeleid staat naast de uitsluitingen die wettelijk zijn voorgeschreven, bijvoorbeeld waar het specifieke Russische beleggingen betreft. De engagement manager stelt een lijst op met een beperkt aantal landen en bedrijven waarin per definitie niet mag worden belegd: https://www.robeco.com/docm/docu-exclusion-policy-and-list.pdf In principe volgt SBZ dit beleid. Op deze bedrijven wordt dan ook geen engagement gevoerd. Met betrekking tot de door Robeco genoemde landen wordt gekeken naar specifieke uitsluitingen. Ook de door Robeco genoemde aandelen in de uitsluitingenlijst worden gemonitord. In beide gevallen (landen en aandelen) vindt de controle plaats in de discretionaire portefeuilles en diverse beleggingsfondsen.
De engagement manager heeft besloten de volgende landen op de uitsluitingenlijst te zetten: Landen 1. Wit-Rusland; 2. Centraal Afrikaanse Republiek; 3. Cuba; 4. Democratic Republic of Congo; 5. Eritrea; 6. Guinea; 7. Iran; 8. North Korea; 9. Russian Federation; 10. Somalia; 11. Sudan; 12. South Sudan; 13. Syria; 14. Yemen; 15. Zimbabwe. Clusterminutie Vanaf 1 januari 2013 geldt een wettelijk verbod op beleggingen in ondernemingen die actief zijn in de productie van en/of handel in clusterminutie. In het uitsluitingenbeleid wordt met dit verbod rekening gehouden. De engagement manager heeft besloten de volgende ondernemingen die betrokken zijn bij clusterminutie op de uitsluitingslijst te zetten: 1. General Dynamics; 2. Orbital ATK (voorheen Alliant Techsystems); 3. Hanwha Corp.; 4. Poongsan; 5. Aerojet; 6. Textron; 7. Motovilikhinskiye Zavody 8. S&T Dynamics 9. Walchandnagar 10. Premier Explosives 11. Larsen & Toubro UN Global Compact De engagement manager heeft besloten de volgende onderneming welke structurele schendingen vertoont van de UN Global Compact principes op de uitsluitingslijst te zetten: 1. Norilsk Nickel. 2. Oil and Natural Gas Corporation (ONGC)
Tabak Na een fundamentele discussie heeft het bestuur van SBZ besloten tot uitsluiting van ondernemingen in de tabaksindustrie. SBZ participeert ook in een aantal beleggingspools. Het is niet mogelijk het SBZ-beleid in deze pools te effectueren. Daarom heeft het bestuur besloten te accepteren, dat een zeer beperkt deel van het vermogen in deze pools niet voldoet aan het door SBZ gehanteerde uitsluitingenbeleid. Indien de blootstelling naar deze beleggingen meer bedraagt dan beschreven, dan besluit het bestuur omtrent hoe te handelen. Eind 2016 is SBZ er in geslaagd het uitsluiten van tabak door te voeren in haar fonds-belegging in wereldwijde bedrijfsobligaties (op ons verzoek aangepaste fondsvoorwaarden). Daarnaast is er doelbewust voor gekozen de defensieve aandelenportefeuille niet langer middels een fondsbelegging in te vullen maar middels een discretionair mandaat. Waarna tabak ook in deze belegging is uitgesloten. Na deze successen zijn eind 2016 de materialiteitsregels verscherpt, ze laten zich nu als volgt omschrijven; - tabaksbeleggingen bedragen niet meer dan 1,00% van het betreffende gepoolde vermogen; - tabaksbeleggingen bedragen niet meer dan 0,50% van het totaal gepoolde vermogen in aandelen en obligaties; - tabaksbeleggingen bedragen niet meer dan 0,25% van het totaal vermogen (gepoold en niet gepoold) in aandelen en obligaties. SBZ voert actief engagement met Russell Investments om deze uitvoerder te motiveren om bij het uitvoeren van haar managerselectie opdracht zoveel mogelijk rekening te houden met de opvattingen van SBZ in deze, opdat het uiteindelijke belang in tabak zo beperkt mogelijk is. Voor SBZ is deze problematiek alleen nog voor Emerging Markets van belang, elders in de portefeuille wordt tabak uitgesloten. Het resterende belang is uiterst gering (circa 0,01% van het totaal belegd vermogen). Recentelijk heeft het bestuur zich uitgesproken voor een zero-tolerance op tabaksbeleggingen. In het beleggingsplan 2018 zal dit verder worden uitgewerkt. Voor de overige uitsluitingsgronden geldt een materialiteitsgrens van 1% van het totale gepoolde vermogen. Impact Investing In 2013 heeft SBZ een mission statement inzake beleggingen in Impact Investments opgesteld. In 2016 is dit statement opnieuw geformuleerd: https://www.sbzpensioen.nl/images/sbz-mission-statement-impact-investments.pdf In dit mission statement is onder andere opgenomen, dat de impact beleggingen van SBZ zich richten op een verbetering van de doelmatigheid en kwaliteit van en/of toegang tot de gezondheidszorg of financiële zekerheid voor individuen. Daarnaast zullen in deze portefeuille beleggingen worden opgenomen die bijdragen aan klimaatbeheersing als uitgewerkt in het Klimaatverdrag van Parijs (COP21). In de eerste helft van 2015 is middels het Gilde Health Care Services Fund II geïnvesteerd in een onderneming welke is gespecialiseerd in zorgsystemen en communicatie oplossingen voor ziekenhuizen en de langdurige zorg. Eind 2016 is een volgende belegging gedaan in het kader van impact investing. Het betreft een investering in een fonds van Abraaj. Middels investeringen worden ziekenhuizen en klinieken voor een breder deel van de bevolking in ontwikkelingslanden bereikbaar.
VBDO-benchmark Eind september 2017 is de VBDO-benchmark 2017 beschikbaar gekomen. In 2014 daalde SBZ nog van plaats 6 (in 2013) naar plaats 16 in de enquête 2014, maar in de VBDO-enquête 2015 behaalde SBZ met een ten opzichte van 2013 en 2014 onveranderde overall-score van 3,3 een fraaie 10e plaats. SBZ is in 2016 in staat geweest de overall-score te verbeteren naar ruim 3,4. Desondanks daalde SBZ op de ranglijst naar een 15e plaats. In de VBDO-monitor over 2017 heeft SBZ een verbeterde overall score van 3,7 behaald. Deze wederom verbeterde scorescore heeft, in tegenstelling tot vorig jaar, ook geleid tot een verbetering van de ranking, SBZ staat nu gedeeld 11e. De uitkomst over 2017 zegt vrij weinig over de uitkomst in 2018 (wellicht met uitzondering van de topscorers) omdat de VBDO de beoordelingscriteria jaarlijks aanpast en omdat SBZ, voor wat betreft de uiteindelijke klassering, afhankelijk is van de (relatieve) prestaties van andere fondsen. In overleg met het bestuur van SBZ worden verbeteracties doorgevoerd om daarmee mogelijk wederom een goede klassering te bewerkstelligen. Bij de discussie over het te voeren ESG beleid is ook uitdrukkelijk gekeken naar de ambitie van SBZ op dit gebied. Mocht u aanvullende informatie willen hebben op dit specifieke gebied, dan kunt u dit kenbaar maken middels een email aan info@sbz.nl. Zeist, 27 februari 2018