\ u. A 1 v 78. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE

Vergelijkbare documenten
ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas, Naaldwijk

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

Naaldwijk, juni Intern rapport nr. 24.

c\? Z o SZ PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS De boriumvoorziening van trosanjers in steenwol bij verschillende ph niveau's

April 1990 Intern verslag nr 27

Specifieke ioneffecten bij tuinbouwgewassen (teeltjaar 1973)

Proef met druppelbevloeing bij btfefstsla,blokkas I 1956.

Naaldwijk, oktober 1977 Intern verslag no. 65 <i

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

)EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

'0 PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS DE INVLOED VAN BEKALKING EN STOMEN VAN EEN VENIGE KLEIGROND OP DE MANGAANOPNAME VAN SLA.

A 2. B 7$ Proefstation voor de Tuinbouw onder Glas te Naaldwijk

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

u DATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

c\) O / / Hn-Ufr. / lo' / O

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Het optreden van rand bij andijvie in een herfstteelt onder glas.

EC IN RELATIE TOT HET TYPE SUBSTRAAT BIJ DE TEELT VAN SLA IN EEN GESLOTEN TEELTSYSTEEM. Proef Intern verslag 4. z.2<*m^7

'.OEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDEROGLAS, TE NAALDWIJK. Grondontsmetting met Methylbromide in gasvorm,

1 E 38 3efstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

PROEFSTATION UOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, NAALDWI3K CONSULENTSCHAP VOOR DE TUINBOUW AALSMEER -

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Verslag zaaitijdenproef bij enkele herfstslarassen,1960

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

FSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

2 K PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

K (S3. civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^

E 38 GRONDBEDEKKINGSPROEF BIJ IJSSLA (VOORJAAR 1976) door : H.G.A. veen Esch. Naaldwijk, oktober 1976 No. 743/11/ J2-1 no?

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS te NAALDWIJK. EC-trappen bij komkommer. Y.W. Aalbersberg. januari

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

»EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Waterbehoefte en bemesting bij gietsystemen

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

Proefstation. voor de Groenten- en Fruitteelt. onder glas. te Naaldwijk

D 98. Narijpingsproef bij tomaat,1958. door: T.Dijkhuizen. Naaldwijk,1963. TATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK.

& 63 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK PRAKTIJKONDERZOEK NAAR DE OORZAKEN VAN BRUIN BLAD IN ASTER ERICOÏDES "HONTE CASSINO"

kooi r> ^ 1s?6) u v '^Oe, <?e **o. e*t eii. ejj & $3 EMBUL'l HfchK ejj PROEFSTATiC. >r de GRoENTEN- en FRUITTEELT on-oi 3LAS te NAALDWIJK s e "a M -q

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

"2,-72. QZ. 67 A 05 H 40. Invloed zaadzetting op houdbaarheid. door:f.v.d.helm K.Buitelaar H.van Esch int.verslag 7

STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Verslag van de proef met de teelt van tomaten in grindkultuur,1957

A 05 CPSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, R 22 FAALDWIJK. Gibberella ter vervroeging van de violieren-oogst 1961

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

^z:z 3'Z-o3. çv? os K OJL. De invloed van de ph-waarde op het gebruik van Ethrel op tomaten ter versnelling van de rijping. W.

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, te NAALDWIJK. A 1 R 84. Proef met zaadhoeveelheden bij radijs. door: D.de Ruiter.

Mangaan bladbemesting en boldompeling in lelie

w 73 ^ -2. \ STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT, ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Verslag spinazierassenproef, door: W.P.

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

>n L. De invloed van stomen op de stikstofhuishouding van de grond. C. Sonneveld, Proefstation voor de Groente- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

Niet voor publikatie Intern rapport No 315

Voortgang veldproefen Klei naar de Veenkoloniën

Paddestoelen in biologische glasgroenten

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943

(PAV Bulletin Vollegrondsgroenteteelt December e jg.) Besparen op kali-bemesting bij

ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

2 3 T BJBLIOTHEEK. A ï. Prssfstêïion voor de Groenten- en Fruitteelt onder 6las te Naaldwijk.

Teelthandleiding wettelijke regels

Het effect van het toepassen van ORGAplus Sierteelt of Hi-Cal op de opbrengst en maatsortering van tulpen op kalkrijke zavelgrond in 2008

Schatting van het gebruik aan meststoffen bij gebruik van oppervlaktewater en van regenwater bij kasteelten in grond.

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK. Praktijkproef met bloedmeel bij sla in koude warenhuizen,195^»

Resultaten KringloopWijzers 2016

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Toepassing van wit plasticfolie bij de vroege stookteelt

D. Klapwijk. Vergelijking groei- en ontwikkelingssnelheid van tomaat, komkommer, paprika en chrysant,

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB

Bolontsmetting lelie

06 Verslag van proeven met Fusariumresistente tomaterassen. in de herfstteelt door

SLARASSENPROEVEN- 2e BEOORDELING OUDER GLAS IN DE VOORJAARSTEELT 1S75. . Koopmans Instituut voor de Veredeling van Tuinbouvgewassen - l/ageningen

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK. A 2 M 83. Bespuiting van tomaten met voedingsoplossingen,1955. door: M.Mostert.

223^^" ^STATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Verslag over de bestrijding van Botrytis Cinerea (smeul) in sla,

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

c)0 OEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Snoeiproef bij komkommers,1959« door: W.P.v.Winden. Naaldwijk,i960.

Optimalisatie van de bemesting en plantkwaliteit van Buxus sempervirens

Pythiumbestrijding broeierij tulp

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

'Z^XIOW. Naaldwijk,1969- FSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

tion voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk Invloed van dagtemperatuur in herfst en winter op groei en kwaliteit van sla.

Inleiding. Grond is uw kaptitaal. Waarmee kunnen we de ondernemer helpen zo nauwkeurig mogelijk te sturen?

Fosfaat- en kalibemesting van bladspinazie en stamslabonen op landbouwgronden

Plaagbestrijding in sla

ÙJ : )EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, , NAALDWIJK. Bespuiting van tomaten met opgeloste kunstmest; door: ir.j.v.d.

Optimalisatie van de bemesting en plantkwaliteit van Magnolia soulangeana

Met compost groeit de prei als kool

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK.

Transcriptie:

\ u Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 v 78 Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas 3 Naaldwijk DE INVLOED VAN DE METEODE VAN STOMEN OP DE ONTWIKKELING VAN SLA (1971-1972), door : S. J, Voogt

Proefstation voor de Groenten en fruitteelt onder te Naaldwijk. DE INVLOED VAN DE METHODE VAN STOMEN OF DE ONTWIKKELING VAN SLA (1971-1872). door : S. J. Voogt Naaldwijk, augustus 1973 No. 610/1973.

INHOUD Doel Proefopzet Verloop van de proef Resultaten Grondonderzoek Gewasonderzoek Conclusies Bijlagen.

~3~ DOEL Het vaststellen van de invloed van de methode van stomen op de chemische toestand van de grond en de ontwikkeling van sla op enkele diluviale zandgronden. PROEFOPZET Twee diluviale zandgronden en een zeekleigrond worden bij 70 C gepasteuriseerd of gestoomd. In deze gronden wordt twee maal sla geteeld. De opbrengst wordt vergeleken met de opbrengst op ongestoomde grond. In de proef worden de volgende faktoren opgenomen : faktor a faktor b Grondsoort A - klei B - diluviaal zand C - diluviaal zand Stomen 0 - niet 1-1 0 u u r 7 0 C 2-1 0 u u r 1 0 0 C De proef wordt in viervoud aangelegd. Elk proefvak omvat 2 emmers van ongeveer 10 liter inhoud, met elk 2 planten. De vakken zijn ingedeeld volgens het schema dat in bijlage 1 is weergegeven. Direkt na het stomen en aan het eind wordt de grond onderzocht. Het gewas wordt aan het einde van de teelt bemonsterd en onderzocht. 4.

VERLOOP VAN DE PROEF Op 7 september werd de grond behandeld. De tijdsduur van het stomen en pasteuriseren was 10 uur. De diverse grondsoorten waren van de volgende bedrijven afkomstig : A - klei : Brengum, Hoefweg, Bleiswijk B - zand : Proeftuin Breda C - zand : Tuinbouwbedrijf in Brabant De gronden werden na behandeling bemonsterd en volledig onderzocht. In tabel 1 zijn de resultaten opgenomen. Behandeling Organische stof CaC0 3 ph Fe Al NaCl Gloeirest N P K Mg Mn A 0 12,7 1,9 7,1 1,7 0,2 66,6 0,38 8,0 4,0 30,8 13,2 8 A 1 13,1 2,0 7,4 1,8 0,1 60,7 0,34 6,6 4,2 29,6 10,8 17 A 2 12,8 2,0 7,4 2,0 0,1 57,8 0,37 6,8 3,4 34,8 13,4 66 B 0 5,0 0,2 6,6 2,0 6,7 :6,6 0,16 7,6 1,4 14,8 4,0 4 B 1 4,7 0,1 6,6 1,8 6,9 8,4 0,11 7,6 1,4 14,5 2,8 4 B 2 5,0 0,1 6,4 2,7 6,5 9,3 0,11 7,8 1,6 13,9 3,4 22 C 0 6,5 0,1 7,5 1,6 2,8 9,7 0,11 2,8 6,3 9,4 2,5 3 C 1 6,5 0,2 7,0 1,5 2,7 11,7 0,11 1,7 5,9.10,-2 2,6 12 C 2 6,4. 0,2 6,8 2,1 3,1 12,3 0,11 2,3 5,4 10,6 3,8 22 Tabel 1. De resultaten van het volledig grondonderzoek in de diverse behandelde gronden. Uit de mangaancijfers blijkt duidelijk de invloed van het stomen. Op 17 september werd de sla gepootf ras Deciso. Voorts werd naar aanleiding van de analyseresultaten bijgemest. De mest werd in opgeloste vorm bij de planten gegoten; in tabel 2 zijn de hoeveelheden per emmer weergegeven. 5.

-5- Grondsoort Hoeveelheid toegediende mest per emmer Klei A 1 gram NH H PC) y 4 2 4 3 gram Na NO^ Zand B 1 gram KNO 2 gram Mg(N0 )^ 6 H^O 1 gram Na NO^ 10 gram dubbelsuper Zand C Tabel 2. 2 gram K$jO 2 gram Mg 3 gram Na N0_ 3 De hoeveelheid bijgemeste meststoffen per emmer. Op 1 november werd de sla geoogst. Tijdens het oogsten werd het gewas beoordeeld en bemonsterd. Op 15 november werden er grondmonsters genomen uit de onbehandeld gronden. In deze monsters vond een uitgebreid bijmestonderzoek plaats, waarvan de resultaten zijn opgenomen in tabel 3. Behandeling NaCl Gloeirest N P K AO 62 0,33 3,4 5,0 18,5 B 0 22 0,11 3,1 1,7 6,0 C 0 25 0,11 2,7 3,8 5,6 Tabel 3. De resultaten van het bijmestonderzoek. Op 9 november werd voor de tweede maal sla gepoot; ra :s Rapide. Voorts werd op 26 november bijgemest. De hoeveelheden toegediende mest zijn opgenomen in ta^el 4. 6.

Grondsoort Toegediende mest per emmer A 0,5 gram NH^ po^ 1 gram KNO^ 4 gram Na N0^ B 2 gram NH P0 y 4 2 4 3 gram KNO^ 1,5 gram MgCNO^^ 6 H^O C 0,5 gram NH^ H 2 p0 4 3 gram KNO^ 1,5 gram Mg 2 ^ 1,5 gram Na N0^ Tabel 4. De hoeveelheid toegediende meststoffen per emmer bij de tweede teelt Op 16 februari werd de sla geoogst. Bij het oogsten werd het gewas bemonsterd. RESULTATEN Tijdens de eerste teelt trad nogal wat toprand en normaal rand op. Beide verschijnselen werden op 27 oktober en 1 november beoordeeld. Bij het beoordelen werd per vak een cijfer gegeven. De cijfers lagen in een traject van 0-10; naarmate het verschijnsel erger was, werd een hoger cijfer gegeven. Bij het oogsten werd de sla per vak gewogen. Tijdens de tweede teelt trad geen rand op, zodat niet beoordeeld behoefde te worden. In de bijlagen 2 en 3 is een volledig overzicht van de resultaten opgenomen. KROPGEWICHT In tabel 5 zijn de gemiddelde kropgewichten opgenomen. Het gemiddeld kropgewicht is berekend door het totaalgewicht te delen door het aantal geoogste kroppen.

Eerste teelt ; Stomen Grond^\^^ 0 1 2 Gem. soort Tweede teelt Stomen Grond-\ soort Vvv \ 0 1 2 Gem. A 20,3 21,0 20,8 20,7 A 10,9 10,6 10,7 10,7 B 18,5 21,0 20,5 20,0 B 10,8 12,4 9,9 11,0 C 23,6 24,2 23,0 23,6 C 11,7 9,5 9,2 10,1 Gemiddeld 20,8 22,1 21,5 21,5 Gemiddeld 11,1 10,8 9,9 10,6 Tabel 5. De gemiddelde kropgewichten van de eerste en tweede teelt in kg per 100 stuks. De resultaten van de wiskundige verwerking waren als volgt : Faktor Overschrijdingskans Tweede_tee.lt a b -7- a - < 0,01 > 0,20 0,06 0,03 0,02 Bij de eerste teelt was het kropgfcwicht bij grondsoort C duidelijk hoger dan op de andere grondsoorten; bij de tweede teelt was dit juist niet het geval. Het steriliseren had bij de eerste teelt geen duidelijke invloed op het kropgewicht. Bij de tweede teelt waren de effecten afhankelijk van de grondsoort. Bij de kleigrond geen effect; bij grondsoort B een gunstig effect van het pasteuriseren en bij grondsoort C een ongunstig effect van zowel pasteuriseren als stomen. T0PRAND In tabel 6 zijn de gemiddelde toprandcijfers opgenomen. De cijfers zijn per behandeling gesommeerd en daarna gemiddeld. Daar de beoordelingscijfers van 1 november het duidelijkste beeld geven zijn alleen in deze in de tabel opgenomen.

Grondsoort A Stomen r 0 1 2 Gemiddeld o c O 2,0 2,5 1,8 B 5,0 6,5 9,2 6,9 C 3,2 Gemiddeld 3,0 n i O C co 8,2 5,8 6,7 4,8 Tabel 6. De gemiddelde toprandcijfers over de eerste teelt. De wiskundige verwerking gaf de volgende resultaten Faktor Overschrijdingskans a < 0,01 b < 0,01 ab Uit de resultaten blijkt dat zowel het pasteuriseren als het stomen het optreden van toprand heeft bevorderd. Bij de grondsoorten B en C heeft het stomen het optreden van toprand in grotere mate bevorderd, dan pasteuriseren. Het optreden van toprand op de kleigrond was bij het stomen en pasteuriseren ongeveer gelijk. NORMAAL RAND fn tabel 7 zijn de gemiddelde cijfers voor normaalrand opgenomen. De cijfers zijn per behandeling gesommeerd en gemiddeld. Grondsoort Stomen 0 1 2 Gemiddeld 1 A 2,2 4,8 5,8. 4,2 B 1,0 2,8 7,5 3,8 C 2,2 2,2 9,0 4,5 Gemiddeld 1,8 3,2 7,4 4,2 " "" ' Tabel 7. De gemiddelde randcijfers over de eerste teelt.

-9T De wiskundige verwerking gaf de volgende resultaten : _Fakt r_ Overschrijdingskans a b < 0,01 ab 0,13 Uit tabel 7 blijkt dat zowel het pasteuriseren als het stomen het optreden van normaal-rand heeft bevorderd. Het stomen bevorderde het rand in grotere mate dan het pasteuriseren. GRONDONDERZOEK Na de eerste teelt werd de grond onderzocht op uitwisselbaar mangaan en actief mangaan. De resultaten zijn in tabel 8 opgenomen. Behandeling Mn-uitwisselbaar Mn-actief A 0 10 130 - " A 1 14 > 130 A 2 72 125 B 0 4 18 B 1 4 21 B 2 19 29 C 0 5 32 C 1 11 30 C 2 20 28 Tabel 8. De resultaten van het grondonderzoek na de eerste teelt. De mangaangehalten zijn uitgedrukt in d.p.m. van het extract. Vergelijken we de mangaancijfers uit tabel 1 met de uitwisselbaar mangaancijfers uit tabel 8 dan blijkt, dat er weinig aan de cijfers is veranderd tijdens de eerste teelt. De gehalten aan uitwisselbaar mangaan liggen duidelijk het hoogst bij de gestoomde behandelingen. Voorts zijn de uitwisselbaar-mangaangehalten bij de grondsoorten B en C aanmerkelijk lager dan bij grondsoort A. Dit is te wijten aan de duidelijk lagere gehalten aan actief-mangaan van deze gronden. 10

-10- CONCLUSIES In een pottenproef werd de invloed van pasteuriseren van de grond (70 C) en stomen (100 C) op de ontwikkeling van sla nagegaan. In de proef werd tweemaal achtereenvolgens sla geteeld. Het steriliseren had bij de eerste teelt geen duidelijke invloed op het kropgewicht. Bij de tweede teelt had het pasteuriseren bij grondsoort B een gunstig effect. Op grondsoort C bij de tweede teelt, had het pasteuriseren en het stomen een duidelijk negatief effect op het kropgewicht. Het optreden van toprand werd door het pasteuriseren, maar vooral door het stomen bevoderd. Het verschijnsel "normaal-rand" nam eveneens door het pasteuriseren en stomen van de grond toe. Het uitwisselbaar mangaangehalte nam door het stomen sterk toe; in het bijzonder op grondsoort A. Het pasteuriseren van de grond had slechts een geringe toename van het uitwisselbaar mangaangehalte in de grond tot gevolg. Het mangaangehalte van het gewas, bleek over het algemeen goed in overeenstemming met de gehalten uitwisselbaar-mangaan in de grond. In andere proeven werd bij herfstsla veelal een zeer gunstig resultaat bereikt met pasteurisatie ten opzichte van stomen. In deze proef is de invloed op het kropgewicht slechts gering. Waarschijnlijk is dit te wijten aan de zeer zonnige herfit van 1971. Ervaring leerde namelijk, dat het verschil tussen pasteuriseren en stomen vooral tot uiting komt onder ongunstige omstandigheden.

Bijlage PLATTEGROND 9 1 8 27 3 6 A 1 A 0 C 0 B 1 8 1 7 26 ' 3 5 A 0 B 1 C 2 B 0 7 1 6 2 5 34 C 0 A 2 B 1 A 1 6 1 5 2k 3 3 C 2 C 0 B 0 C 1 5 1 4 2 3 32 B 0 B 2 A 0 A 2 it 1 3 22 31 A 2 B 0 C 1 C 0 3 1 2 2 1 3 0 C 1 C 1 A 1 B 2 2 11 20 29 B 1 A 1 B 2 C 2 1 1 0 19 2 8 B 2 C 2 A 2 A 0

Bijlage 2 RESULTATEN EERSTE TEELT Behandeling A 0 8-18-23-28 0-0 - 0-0 0 1-1 - 2-0 4 A 1 9-11-21-34 0-3 - 1-0 4 6-3 - 1-0 10 A 2 4-16-19-32 0-1 - 1-1 3 4-2 - 5-0 11 B 0 5-13-24-35 1-2 - 4-1 8 0-3 - 0-0 3 B 1 2-17-25-36 4-5 - 5-1 15 0-0 - 5-4 9 B 2 1-14-20-30 3-5 - 8-6 22 2-2 - 1-1 6 C 0 7-15 - 27-31 1-2 - 1-0 4 0-0 - 0-2 2 C 1 3-12-22-33 1-4 - 3-2 10 0-2 - 2-2 6 C 2 6-10-26-29 4-2 - 5-2 13 4-7 - 5-5 21 Vakken Toprand 27 oktober Normaal rand 27 oktober Behandeling Vakken Toprand 1 november Normaalrand 1 november A0 8-18-23-28 1-1 - 1-0 3 3-2 - 4-0 9 A 1 9-11-21-34 0-5 - 3-0 8 8-3 - 5-3 19 A 2 4-16 - 19-32 2-2 - 5-1 10 7-4 - 9-3 23 B 0 5-13 - 24 -"35 3-6 - 7-4 20 0-4 - 0-0 4. B 1 2-17-25-36 7-8 - 6-5 26 2-0 - 5-4 11 B 2 1-14-20-30 8-9 -10-10 37 5-7-10-8 30 CO 7-15 - 27-31 3-3 - 4-3 13 2-1 - 3-3 9 C 1 3-12-22-33 5-7 - 6-5 23 1-1 - 3-4 9 C 2 6-10-26-29 8-7-10-8 33 8-9-9-10 36