Bijlagen behorende bij Besluit Dagelijks Bestuur van 28 februari 2018 nr

Vergelijkbare documenten
4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss;

Wijziging rechtspositieregeling van de gemeente Noordoostpolder. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Leidschendam-Voorburg

Wijzigingsbesluit CAR-UWO, vastgesteld 24 april Het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen;

Bekendmaking reparatie 3e ww jaren FLO overgansrecht gemeente Harlingen

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen, WML en IKB Cao. Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Gemeente Nijkerk - Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk, wijziging 14 november 2017

Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Sittard-Geleen. Het college van Burgemeester en Wethouders, d.d.

Wijziging van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling betreffende uitwerking nieuwe cao gemeenten , gemeente Lopik

Het tiende wijzigingsbesluit van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Hellevoetsluis 2007

GEMEENTEBLAD. Nr Nota BW 94ste wijziging CAR-LAR FLO en WW

wijzigingsregeling CAR/UWO gemeente Overbetuwe: wijzigingen salarisbedragen, WML en IKB Cao gemeenten

Vijftigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel 107e van de Gemeentewet;

Bijlage 1 Wijzigingen in Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant als

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CARUWO met als doel technische onvolkomenheden in de regeling te herstellen.

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging

Informatiebijeenkomst. December 2017

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CARUWO met als doel technische onvolkomenheden in de regeling te herstellen.

Gemeente Leidschendam-Voorburg - Wijziging ARLV

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 9 oktober 2017 U Lbr. 17/057 CvA/LOGA 17/10 (070)

besluiten vast te stellen de DERDE WIJZIGING CAR-UWO GEMEENTE MARUM 1. Bijlage I Salarisverhoging aan te vullen, waarna deze bijlage komt te luiden:

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE MIDDELBURG: WIJZIGINGEN SALARISBEDRAGEN, WML EN IKB CAO GEMEENTEN (deel 1)

Deze LOGA-brief gaat over de wijzigingen in de CAR-UWO die volgen uit het akkoord 1 mei januari 2019.

Wijziging CAR-UWO salarisbedragen Cao Gemeenten gemeente Krimpen aan den IJssel

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Adviesnota Bestuur datum:

Regeling tot wijziging van de CAR/UWO gemeente Veenendaal. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

VNG Ledenbrief Wijzigingen CAR-UWO artikelen per 1 januari oktober 2017

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 23 januari 2018 hebben besloten:

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland april Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 16 september 2019 U Lbr. 19/069 LOGA 19/068

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Onderwerp Wijzigingen in de arbeidsvoorwaardenregeling IJsselstein voor de medewerkers van de Griffie

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten;

Artikel I Salarismaatregelen (ECCVA/U van 29 juni 2012 en ECCVA/U van 4 juli 2012))

Gemeente Stadskanaal: Besluit tot wijziging CAR-UWO (per 1 januari 2017)

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 16/017 CvA/LOGA 16/08

Verordening reparatie-uitkering bij werkloosheid. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Gemeente Stadskanaal: Wijzigingsbesluit CAR/UWO 1 januari en 1 oktober

Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen (salarismaatregelen) HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN:

5 februari n.v.t. burgemeester A.G.J. Strien

Algemeen Bestuur (AB) (op grond van art. 19 lid 1 GR)

GEMEENTEBLAD. Nr Derde jaar WW CAR UWO gemeente Heerde

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 20 november 2017 U Lbr. 17/071 CvA/LOGA 17/15 (070)

Wijzigingen in de AGN: technische wijzigingen

ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

Onderdeel G bijlage 1: Wijzigingen behorende bij de circulaire ECWGO/U

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 2 CARUWO teksten

Onderwerp Wijzigingen Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Venray per ; ; en

Wijzigingen CAR UWO als gevolg van invoering IKB. Het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland heeft op 29 november 2016 besloten:

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

ons kenmerk ECCVA/U Lbr: 12/059 ECCvA/LOGA 12/09

B en W Adviesnota ADVIES. Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Venray

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCVA/U Bijlage 1 CAR teksten

Aanpassingen in de AGN: uitwerking gemeentelijke cao

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEURNE. Gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden:

Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging. Artikel periodiek loopbaanadvies

Wijzigingen in de Rechtspositieregeling Noordoostpolder (CAR-UWO) Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De toelichting op artikel 8:2, lid 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Regeling tot wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG) herdruk als gevolg van de invoering van het IKB

Negenenveertigste wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling

In artikel 3:16 lid 2 worden de woorden hoofdstuk 9a, 9b, 9d of 9e vervangen door: hoofdstuk 9a, 9b, 9e of 9f.

Met ingang van 15 juli 2014 wordt artikel 10d:33 lid 3 gewijzigd en komt als volgt te luiden:

66e wijziging CAR-LAR / Wijziging salarisbedragen Cao gemeenten

invoering van het IKB per 1 januari 2017 na bereikte overeenstemming met de commissie voor georganiseerd

In de afgelopen periode werden twee circulaires ontvangen van het LOGA die een wijziging van de CAR- UWO betreffen.

2. Het salaris en de toegekende salaristoelage(n), tezamen vermeerderd met 8%, worden uitgedrukt in een bedrag per uur

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Inhoud presentatie. Informatiebijeenkomst Uitwerking Akkoord Reparatie FLOovergangsrecht. Inzet Levenslooptegoed 2019 tot 2022

De zesde wijziging car-uwo 2016 gemeente Marum. gelet op de ledenbrieven van het LOGA nummer 16/083 en 16/089;

Wijzigingen de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) gemeente Zeist

Zesde wijziging CAR-UWO 2016 gemeente Leek. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

Diverse wijzigingen in de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

Gelet op de LOGA- circulaire van 29 juni 2016, U en 10 november 2016, U2016,

Uitwerking akkoord Reparatie FLO-overgangsrecht voor brandweerpersoneel gemeente Heerde

ECWGO/U Lbr. 16/083 CvA/LOGA: 16/19

Wijziging salarisbedragen Cao Gemeenten

In deze ledenbrief treft u informatie omtrent de vervallen functie Manschap B en de gevolgen daarvan voor o.a. de vergoedingentabel in de CAR-UWO.

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. College voor \rbemszaken/vng. Brief aan de leden T.a.v. het college.

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 december 2017 U Lbr. 17/081 CvA/LOGA 17/17 (070) Reparatie derde jaar WW(2)

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 125 van de Ambtenarenwet en op hoofdstuk 12 CAR-UWO; b e s l u i t e n

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR-UWO) Alphen aan den Rijn 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard:

VASTSTELLING 1e wijziging CAR/UWO gemeente Steenbergen

uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 16/083 CvA/LOGA: 16/19

(070) Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/ maart 2008

1.LOGA-circulaire d.d. 29 juni 2012, nr. ECCVA/U /09 met als onderwerp Uitwerking CAO salarismaatregelen

Besluitenlijst college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf

1/J1M1J1!0,11,1J!!!!!!Eli GPD

OVERGANGSRECHT AMBTENAREN IN EEN FUNCTIE DIE OP 31 DECEMBER 2005 RECHT GAF OP FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG

Transcriptie:

Bijlagen behorende bij Besluit Dagelijks Bestuur van 28 februari 2018 nr 180109-008 Bijlage 1 FLO-overgangsrecht: wijziging leeftijdsafhankelijke factoren ledenbrief 10 maart 2017 ECWGO/U201700191 Lbr. 17/015 CvA/LOGA 17/04 A Artikel 9b:22a, tweede lid, wordt vervangen door 2 De leeftijdsafhankelijke factor bedraagt leeftijd factor leeftijd factor leeftijd factor 18 0,282 33 0,440 48 0,686 19 0,291 34 0,453 49 0,706 20 0,300 35 0,467 50 0,727 21 0,309 36 0,481 51 0,749 22 0,318 37 0,495 52 0,772 23 0,327 38 0,510 53 0,795 24 0,337 39 0,526 54 0,819 25 0,347 40 0,541 55 0,843 26 0,358 41 0,558 56 0,869 27 0,369 42 0,574 57 0,895 28 0,380 43 0,591 58 0,922 29 0,391 44 0,609 59 0,949 30 0,403 45 0,627 60 0,978 31 0,415 46 0,646 61 1,007 32 0,427 47 0,666 62 1,037 In de toelichting wordt de passage Stel dat op leeftijd. 10.000 is. vervangen door Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van 7.950 gestort worden ( 10.000 x 0,795). Als er op een later moment dan op 53- jarige leeftijd wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger. B Artikel 9b:45a, tweede lid, wordt vervangen door

2 De leeftijdsafhankelijke factor bedraagt leeftijd factor leeftijd factor leeftijd factor 18 0,282 33 0,440 48 0,686 19 0,291 34 0,453 49 0,706 20 0,300 35 0,467 50 0,727 21 0,309 36 0,481 51 0,749 22 0,318 37 0,495 52 0,772 23 0,327 38 0,510 53 0,795 24 0,337 39 0,526 54 0,819 25 0,347 40 0,541 55 0,843 26 0,358 41 0,558 56 0,869 27 0,369 42 0,574 57 0,895 28 0,380 43 0,591 58 0,922 29 0,391 44 0,609 59 0,949 30 0,403 45 0,627 60 0,978 31 0,415 46 0,646 61 1,007 32 0,427 47 0,666 62 1,037 In de toelichting wordt de passage Stel dat op leeftijd. 10.000 is. vervangen door Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van 7.950 gestort worden ( 10.000 x 0,795). Als er op een later moment dan op 53- jarige wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger.

Bijlage 2 Technische wijzigingen Car-UWO ledenbrief 7 juni 2017 ECWGO/U201700464 Lbr: 17/033 CvA/LOGA 17/06 A. In artikel 1:1 lid 1, sub rr wordt de laatste volzin geschrapt. B. In artikel 1:2 lid 1, sub c worden de haakjes geschrapt. C. In artikel 2:7 lid 1 worden de woorden volledige betrekking vervangen door: volledig dienstverband. D. Artikel 2:7a lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden: 1. - de verruiming van de arbeidsduur plaatsvindt gedurende een vooraf te bepalen periode; 2. - het salaris evenredig wordt verhoogd; 3. - de vakantieduur evenredig wordt verhoogd; 4. - de pensioenopbouw evenredig wordt verhoogd 5. - het minimale IKB, bedoeld in artikel 3:28 lid 2, sub a evenredig wordt verhoogd; 6. - het minimale IKB, bedoeld in artikel 3:28 lid 2, sub b evenredig wordt verhoogd; 7. - instemming van de ambtenaar is vereist; 8. - de koop van vakantieuren op grond van artikel 3:29 lid 1, sub a voor de duur van de verruiming niet is toegestaan. De toelichting op artikel 2:7a lid 2 wordt geschrapt. E. In artikel 3:3 lid 1 worden tussen de woorden zijn functieschaal en, op grond van de woorden zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa toegevoegd. F. In artikel 3:25 lid 1, 2 en 3 wordt het woord ziektekosten vervangen door: kosten van de zorgverzekering. G. In artikel 3:26 lid 1, 2 en 3 wordt het woord ziektekosten vervangen door: kosten van de zorgverzekering. In de toelichting op artikel 3:26 wordt het woord ziektekosten twee maal vervangen door: kosten van de zorgverzekering. H. In de toelichting op artikel 3:37 punt 3 wordt de afkorting ORT vervangen door: toelage onregelmatige dienst. In de toelichting op artikel 3:37 punt 4 wordt de afkorting ORT vervangen door: toelage onregelmatige dienst. In de toelichting op artikel 3:37 punt 5 wordt de afkorting ORT vervangen door: toelage onregelmatige dienst. I. In artikel 4:4 lid 4, sub b wordt de afkorting ORT vervangen door: toelage onregelmatige dienst. J. In artikel 6:2 lid 1 en 2 worden de woorden volledige betrekking vervangen door: volledig dienstverband. K. In de toelichting op artikel 6:2:1 wordt het getal 158,4 op twee plaatsen gewijzigd in: 144 en het getal 105,6 wordt gewijzigd in: 96.

L. In artikel 6:4:2 lid 3 en 5 worden de woorden volledige betrekking vervangen door: volledig dienstverband. M. Artikel 6:4:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden: 1. De ambtenaar met een volledig dienstverband kan voor maximaal 72 uur in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden aanspraak maken op het kortdurend zorgverlof op grond van de Wazo. In artikel 6:4:3 lid 2 wordt het woord betrekkingsomvang vervangen door: arbeidsduur. De toelichting op artikel 6:4:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden: Lid 1 Dit betekent dat ook de ambtenaar van wie de aanstelling verruimd is op grond van artikel 2:7a is in elke periode van 12 achtereenvolgende maanden voor maximaal 72 uur aanspraak kan maken op het kortdurend zorgverlof. N. In artikel 6:5:2 lid 2 worden de artikelen: 6:5:1, 6:5:3, geschrapt. De laatste zin van de toelichting op artikel 6:5:2 wordt gewijzigd en komt te luiden: Voor ouderschapsverlof van de overige kinderen zijn de bepalingen uit artikel 6:5:4 en 6:5:7 van overeenkomstige toepassing. O. In artikel 6:10 lid 3 wordt het artikel 7:24a gewijzigd in: 3:26. P. In artikel 6:11 lid 1 wordt het woord betrekking vervangen door: dienstverband. Q. In artikel 6a:10 worden de woorden 9 en geschrapt. In de toelichting op artikel 6a:10 wordt de eerste alinea gewijzigd en komt te luiden: Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de ambtenaren die vallen onder hoofdstuk 9b, met uitzondering van de ambtenaren die vallen onder paragraaf 5 van hoofdstuk 9b. R. In artikel 7:1 lid 1, sub b wordt het woord toonvormende vervangen door: loonvormende. S. In artikel 7:8:1 worden de woorden toelage..prestatiebeloning vervangen door: toegekende salaristoelage(n). In de toelichting op artikel 7:8:1 worden de woorden toelage..prestatiebeloning vervangen door: toegekende salaristoelage(n). T. In artikel 7:20 worden de woorden de dienstbetrekking vervangen door: het dienstverband. U. In artikel 7:21 lid 2 wordt het woord dienstbetrekkingen vervangen door: dienstverbanden en het woord dienstbetrekking wordt vervangen door: dienstverband. V. De titel boven artikel 7:24 wordt gewijzigd en komt te luiden: 6. Tegemoetkoming kosten zorgverzekering W. De toelichting op artikel 7:24a vervalt, inclusief titel en inclusief 6. Ziektekosten X. De toelichting op artikel 7:25b vervalt, inclusief titel.

IJ. In artikel 7:27 lid 3 worden de woorden de dienstbetrekking vervangen door: het dienstverband. Z. In artikel 8:2a lid 1 worden de woorden, derde lid, vervangen door: lid 2. In de toelichting op 8:2a lid 1 worden de woorden, lid 3, vervangen door: lid 2. AA. AB. In de toelichting op artikel 8:4 worden de woorden artikel 30 SUWI vervangen door: artikel 32 SUWI. De toelichting op artikel 8:5a komt te luiden: Lid 1 Artikel 8:5a betekent dat een ambtenaar, die wegens ziekte ongeschikt is zijn functie te vervullen, ook binnen 24 maanden na de eerste ziektedag kan worden ontslagen, wanneer hij niet meewerkt aan zijn re-integratie. Concreet uitgewerkt gaat het erom dat zowel binnen als na 24 maanden ontslag gegeven kan worden, indien de ambtenaar: zich zonder goede reden niet houdt aan redelijke voorschriften en maatregelen (zoals het verrichten van werkzaamheden in het kader van de re-integratie en het volgen van scholing in het kader van de re-integratie als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel b en c) die hem in het kader van zijn re-integratie worden opgedragen; zonder goede reden passende arbeid bij de eigen werkgever dan wel een andere werkgever weigert te aanvaarden; zonder goede reden niet meewerkt aan de opstelling, evaluatie en bijstelling van het plan van aanpak; zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient. Deze - ultieme - sanctie is gelijk aan de sanctie die sinds de inwerkingtreding van de Wet verbetering poortwachter in artikel 670b, boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek is opgenomen. Als de ambtenaar zonder goede reden geen aanvraag op grond van de WIA indient, kan de claimbeoordeling voor de WIA niet plaatsvinden en kan de werkgever het resultaat van deze claimbeoordeling niet bij het ontslagbesluit betrekken, terwijl dit verplicht is op grond van lid 2 van artikel 8:5. Als dit de reden is dat geen ontslag op grond van artikel 8:5 kan plaatsvinden, mag het college de ambtenaar ontslag verlenen op grond van artikel 8:5a. Lid 2 Alvorens tot ontslag over te gaan, moet het UWV toetsen of van de situatie als hiervoor bedoeld sprake is. AC. AD. AE. AF. AG. In artikel 8:7 moeten de subonderdelen worden aangeduid in letters. In de toelichting op artikel 8:7 moeten de subonderdelen worden aangeduid in sub a, sub b, sub c, sub d, sub e en sub f. In artikel 8:15:3 lid 1 wordt het woord betrekking vervangen door: functie. Artikel 17:3 vervalt. De toelichting op artikel 17:3 vervalt. In artikel 18:1:5 lid 3 wordt het woord deeltijdbetrekking op twee plaatsen vervangen door: deeltijddienstverband en wordt het woord voltijdbetrekking vervangen door: voltijddienstverband. In de titel van hoofdstuk 20 worden de woorden hoofdstuk 3 geschrapt.

AH. Het artikelnummer 21:1 in hoofdstuk 20 wordt gewijzigd in: 20:2.

Bijlage 3 Wijzigingen salarisbedragen, WML en IKB Cao Gemeenten 2017-2019 Ledenbrief 9 oktober 2017 Lbr. 17/057 CvA/LOGA 17/10 In de bijlagen vindt u achtereenvolgens de volgende CAR-teksten en salaristabellen: Sub 1 CAR-tekst met toelichting per 1 augustus 2017 Sub 2 CAR-tekst met toelichting per 1 december 2017 Sub 3 CAR-tekst met toelichting per 1 januari 2018 Sub 4 CAR-tekst met toelichting per 1 juli 2018 Sub 5 Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur Sub 6 Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 januari 2018, nieuwe structuur Sub 7 Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 augustus 2017 Sub 8 Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 januari 2018 Sub 9 Salarisschalen kunsteducatie per 1 augustus 2017 Sub 10 Salarisschalen kunsteducatie per 1 januari 2018 Sub 11 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de brandweer VGGM per 1 augustus 2017 Sub 12 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de brandweer VGGM per 1 januari 2018 Sub 13 Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 augustus 2017 Sub 14 Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018

Sub 1 CAR-tekst met toelichting per 1 augustus 2017 A. Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld: Met ingang van 1 augustus 2017 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%. B. Bijlage IIA, salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur, wordt de toelichting onder de salaristabel * vervangen door de volgende tekst: Als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, heeft de medewerker per 1 augustus 2017 recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 heeft de medewerker tenminste recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder. Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 1:2c, eerste lid geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon. De salarisbedragen voor schaal A worden geindexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari vastgesteld door het LOGA en gepubliceerd op www.car-uwo.nl. Sub 2 CAR-tekst met toelichting per 1 december 2017 A. In artikel 3:28, tweede lid, onder b wordt het percentage 6% vervangen door: 6,5%. Sub 3 CAR-tekst met toelichting per 1 januari 2018 A. Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld: Met ingang van 1 januari 2018 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,5% Sub 4 CAR-tekst met toelichting per 1 juli 2018 A. In artikel 3:28, tweede lid, onder b wordt het percentage 6,5% vervangen door: 6,75%

Sub 5 CAR: bijlage IIa Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 augustus 2017, nieuwe structuur Schaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1513 1548 1587 1632 1680 1791 2010 2300 2553 2753 1 1548 1600 1653 1705 1760 1873 2094 2393 2661 2882 2 1586 1652 1718 1778 1840 1954 2179 2487 2770 3009 3 1624 1704 1784 1850 1920 2036 2264 2580 2879 3137 4 1661 1756 1849 1923 2000 2118 2349 2673 2988 3266 5 1699 1808 1915 1996 2080 2200 2433 2766 3096 3394 6 1737 1859 1980 2069 2160 2281 2518 2860 3206 3522 7 1775 1911 2046 2142 2240 2362 2603 2953 3314 3650 8 1813 1963 2111 2215 2320 2444 2688 3046 3423 3778 9 1850 2015 2177 2287 2401 2526 2772 3139 3532 3907 10 1888 2067 2242 2360 2480 2607 2857 3233 3641 4034 11 1926 2119 2308 2433 2561 2689 2942 3326 3749 4162 periodiek periodiek Schaal 10A 11 11A 12 13 14 15 16 17 18 0 3035 3298 3630 3963 4424 4700 5054 5412 5988 6637 1 3166 3435 3767 4099 4558 4861 5241 5629 6223 6890 2 3297 3571 3903 4234 4692 5023 5427 5846 6457 7142 3 3429 3707 4039 4368 4825 5184 5614 6064 6692 7394 4 3560 3844 4175 4502 4959 5346 5800 6282 6926 7646 5 3692 3980 4309 4636 5093 5508 5987 6499 7161 7898 6 3823 4117 4443 4769 5227 5669 6174 6716 7396 8150 7 3955 4252 4577 4903 5360 5831 6361 6934 7630 8403 8 4086 4386 4710 5036 5494 5993 6548 7151 7865 8655 9 4216 4520 4844 5170 5628 6154 6734 7369 8099 8907 10 4345 4653 4977 5304 5761 6315 6921 7586 8334 9159 11 4474 4787 5111 5438 5895 6477 7108 7804 8568 9411

Sub 6 CAR: bijlage IIa Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 januari 2018, nieuwe structuur Schaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 0 1535 1571 1611 1657 1705 1818 2040 2335 2591 2795 1 1571 1624 1677 1731 1786 1901 2126 2429 2701 2925 2 1610 1677 1744 1805 1867 1984 2212 2524 2812 3054 3 1648 1729 1810 1878 1949 2067 2298 2618 2922 3185 4 1686 1782 1877 1952 2030 2150 2384 2713 3032 3315 5 1725 1835 1943 2026 2111 2233 2470 2808 3143 3445 6 1763 1887 2010 2100 2193 2315 2556 2903 3254 3575 7 1801 1940 2076 2174 2274 2398 2642 2997 3364 3705 8 1840 1993 2143 2248 2355 2481 2728 3092 3474 3835 9 1878 2045 2209 2322 2437 2564 2814 3187 3585 3965 10 1917 2098 2276 2396 2518 2646 2900 3281 3695 4095 11 1955 2151 2342 2470 2599 2729 2986 3376 3805 4225 periodiek periodiek Schaal 10A 11 11A 12 13 14 15 16 17 18 0 3080 3348 3685 4022 4490 4770 5129 5493 6078 6737 1 3214 3486 3823 4161 4626 4934 5319 5713 6316 6993 2 3347 3625 3962 4297 4762 5099 5509 5934 6554 7249 3 3481 3763 4100 4433 4897 5262 5698 6155 6792 7505 4 3614 3901 4238 4569 5033 5426 5887 6376 7030 7761 5 3747 4040 4373 4705 5169 5590 6077 6596 7268 8017 6 3880 4179 4509 4840 5305 5754 6267 6817 7506 8273 7 4014 4316 4645 4976 5441 5918 6457 7038 7745 8529 8 4147 4451 4781 5112 5577 6083 6646 7258 7983 8784 9 4279 4587 4916 5248 5712 6246 6835 7480 8221 9041 10 4410 4723 5052 5384 5848 6410 7025 7700 8459 9296 11 4541 4859 5188 5520 5984 6574 7215 7921 8697 9553

Sub 7 CAR: bijlage II Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 augustus 2017 Regelnummer 33 3425 35 3550 37 3673 39 3785 41 3903 43 4025 45 4155 47 4281 49 4402 51 4524 53 4640 57 4886 59 5002 61 5124 63 5261 67 5564 69 5717 73 6019 75 6172 77 6346 79 6517 81 6688 83 6875 85 7075 87 7276 89 7479 91 7680 93 7881 95 8086 Garantieschalen

Sub 8 CAR: bijlage II Inpassingtabel betreffende de gemeentelijke garantiesalarissen per 1 januari 2018 Regelnummer 33 3476 35 3603 37 3729 39 3842 41 3961 43 4086 45 4217 47 4345 49 4468 51 4592 53 4710 57 4959 59 5077 61 5201 63 5340 67 5648 69 5802 73 6109 75 6264 77 6441 79 6615 81 6788 83 6978 85 7182 87 7386 89 7591 91 7795 93 8000 95 8207 Garantieschalen

Sub 9 CAR: bijlage IVa1 Salarisschalen kunstzinnige vorming per 1 augustus 2017 ervaringsjaar/ periodiek 5 6 7 8 9 10 aanloopbedrag 1 1818 1856 1895 1945 2204 2577 aanloopbedrag 2 0 1945 2003 2072 2330 2698 aanloopbedrag 3 0 0 0 2204 2454 2826 0 1895 2072 2139 2330 2577 2894 1 1945 2139 2204 2393 2639 2970 2 2003 2204 2269 2454 2698 3041 3 2072 2269 2330 2514 2762 3101 4 2139 2330 2393 2577 2826 3168 5 2204 2393 2454 2639 2894 3235 6 2269 2454 2514 2698 2970 3299 7 2330 2514 2577 2762 3041 3357 8 2393 2577 2639 2826 3101 3416 9 2454 2639 2698 2894 3168 3476 10 2514 2698 2762 2970 3235 3536 11 0 2762 2826 3041 3299 3602 12 0 0 2894 3101 3357 3668 13 0 0 2970 3168 3416 3728 14 0 0 3041 3235 3476 3785 15 0 0 3101 3299 3536 3842 uitloopbedrag 1 2639 2894 3235 3476 3668 3961 uitloopbedrag 2 0 3041 3357 3668 3785 4085 uitloopbedrag 3 0 0 0 3785 3903 4217

Sub 10 CAR: bijlage IVa1 Salarisschalen kunstzinnige vorming per 1 januari 2018 ervaringsjaar/ periodiek 5 6 7 8 9 10 aanloopbedrag 1 1846 1884 1923 1974 2237 2616 aanloopbedrag 2 0 1974 2033 2103 2365 2738 aanloopbedrag 3 0 0 0 2237 2490 2869 0 1923 2103 2171 2365 2616 2937 1 1974 2171 2237 2428 2678 3015 2 2033 2237 2303 2490 2738 3086 3 2103 2303 2365 2551 2803 3148 4 2171 2365 2428 2616 2869 3215 5 2237 2428 2490 2678 2937 3284 6 2303 2490 2551 2738 3015 3349 7 2365 2551 2616 2803 3086 3408 8 2428 2616 2678 2869 3148 3467 9 2490 2678 2738 2937 3215 3528 10 2551 2738 2803 3015 3284 3589 11 0 2803 2869 3086 3349 3656 12 0 0 2937 3148 3408 3723 13 0 0 3015 3215 3467 3784 14 0 0 3086 3284 3528 3842 15 0 0 3148 3349 3589 3899 uitloopbedrag 1 2678 2937 3284 3528 3723 4020 uitloopbedrag 2 0 3086 3408 3723 3842 4146 uitloopbedrag 3 0 0 0 3842 3962 4280

Sub 11 CAR: bijlage IIb en artikel 19:13:0:2 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de brandweer VGGM met ingang van 1 augustus 2017 oefentarief Piket 10% Piket 16% jaarvergoeding uitruk-tarief Lang oefentarief 1. Aspirant manschap a 344,00 10,66 1,07 1,71 19,92 13,27 2. Manschap Manschap A, Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, 344,00 12,24 1,22 1,96 23,01 15,33 Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen 3. Manschap Manschap A, Duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A, 344,00 13,57 1,36 2,17 25,46 16,98 manschap A en ten minste twee specialisaties uit categorie 2 4. Bevelvoerder 517,00 17,01 1,70 2,72 31,98 21,31 5. Officier van dienst 823,15 21,68 2,17 3,47 40,75 27,17 6. HOvD / AGS 1.182,10 31,13 3,11 4,98 58,52 39,01 7. Commandant van dienst 1.756,02 34,74 3,47 5,56 65,31 43,54 136 van de jaarvergoeding wordt onbelast vergoed In de uurvergoeding is een netto-onkostenvergoeding opgenomen van 2 per activiteit. Regeling ploegcommandant: oefentarief bevelvoerder x 1,13 = 19,22

Sub 12. CAR: bijlage IIb en artikel 19:13:0:2 Vergoedingentabel vrijwilligers bij de brandweer VGGM per 1 januari 2018 oefentarief Piket 10% Piket 16% jaarvergoeding uitruk-tarief Lang oefentarief 1. Aspirant manschap a 349,00 10,82 1,08 1,73 20,22 13,47 2. Manschap Manschap A, Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, 349,00 12,42 1,24 1,99 23,36 15,56 Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen 3. Manschap Manschap A, Duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A, manschap A en ten minste 349,00 13,77 1,38 2,20 25,84 17,23 twee specialisaties uit categorie 2 4. Bevelvoerder 525,00 17,27 1,73 2,76 32,46 21,63 5. Officier van dienst 835,47 22,00 2,20 3,52 41,36 27,57 6. HOvD / AGS 1.199,88 31,60 3,16 5,06 59,40 39,60 7. Commandant van dienst 1.782,74 35,27 3,53 5,64 66,29 44,19 136 van de jaarvergoeding wordt onbelast vergoed In de uurvergoeding is een netto-onkostenvergoeding opgenomen van 2 per activiteit. Regeling ploegcommandant: oefentarief bevelvoerder x 1,13 = 19,52 Berekeningswijze tabel VGGM: oefentarief is 53,2% van uitruktarief langdurig oefentarief is uitruktarief/150*100 jaarvergoeding OvD/HOvD/AGS is: hoge oorspronkelijke vergoeding min 150*oefentarief jaarvergoeding CvD is: hoge oorspronkelijke vergoeding min 200*oefentarief

Sub 13 CAR: bijlage IIc Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 augustus 2017 cur- en sussen e.d. jaarvergoeding uurbedrag oefeningen uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening uurbedrag voor langdurige aanwezigheid 1. Aspirant manschap A 348 10,80 20,26 13,49 2. Manschap A, Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen 3. Manschap B, duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A, manschap A en ten minste twee specialisaties uit categorie 2 348 12,47 23,47 15,64 348 13,82 25,87 17,26 4. Bevelvoerder 525 17,30 32,46 21,64 5. Officier van dienst 4153 0,00 41,53 0,00 6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen 5958 0,00 59,58 0,00

Sub 14 CAR: bijlage IIc Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018 jaarvergoeding uurbedrag oefeningen en cursussen e.d. uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening uurbedrag voor langdurige aanwezigheid 1. Aspirant manschap A 353 10,96 20,56 13,69 2. Manschap A, Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen 3. Manschap B, duikploegleider, langer dan 5 jaar manschap A, manschap A en ten minste twee specialisaties uit categorie 2 353 12,66 23,82 15,87 353 14,03 26,26 17,52 4. Bevelvoerder 533 17,56 32,95 21,96 5. Officier van dienst 4215 0,00 42,15 0,00 6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen 6047 0,00 60,47 0,00 7. Commandant van dienst 9002 0,00 67,47 0,00

Bijlage 4 Wijzigingen CAR-UWO per 1 januari 2018 Ledenbrief van 9 oktober 2017 Lbr. 17/058 CvA/LOGA 17/11 A. Artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden: Artikel 1:2c Aanstellingen op grond van de banenafspraak 1. In afwijking van artikel 3:1 kan het college voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt en onvoldoende arbeidsvermogen heeft om een reguliere functie te bekleden, een samenstel van taken vaststellen. 2. Het college kan voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen, in afwijking van artikel 3:3, een salaris vaststellen met toepassing van salarisschaal A. 3. Het college kan voor de ambtenaar die onder de Wajong doelgroep valt en voldoende arbeidsvermogen heeft om zelfstandig een reguliere functie te bekleden of niet in aanmerking komt voor loondispensatie, op grond van artikel 3:3 een salaris vaststellen aan de hand van zijn functieschaal zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa. 4. Indien loondispensatie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde conform de loondispensatie verminderen. Het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar vermeerderd met de Wajongaanvullingsuitkering is gelijk aan het wettelijk minimumloon. 5. Indien loonkostensubsidie wordt toegekend, kan het college het salaris en de salaristoelagen van de ambtenaar naar rato van de loonwaarde niet verminderen. Het salaris van de ambtenaar is gelijk aan het wettelijk minimumloon. De loonkostensubsidie vergoedt aan het college het verschil tussen het naar loonwaarde bepaalde salaris van de ambtenaar en het wettelijk minimumloon. 6. Voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt, gelden niet de in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a, b en c genoemde minimumbedragen. 7. Voor de ambtenaar die onder de Wajong doelgroep valt en voldoende arbeidsvermogen heeft om zelfstandig een reguliere functie te bekleden, gelden als minimumbedragen de bedragen genoemd in artikel 3:28 lid 2, onderdelen a, b en c naar rato van de loonwaarde en de deeltijdfactor. De toelichting op artikel 1:2c wordt gewijzigd en komt te luiden: Gemeenten kunnen ambtenaren aanstellen vanwege de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. Om de instroom van deze doelgroepen te bevorderen, maakt de CARUWO het mogelijk om het salaris af te stemmen op de verdiencapaciteit of de loonwaarde. De doelgroepen van de Wet Banenafspraak zijn gedefinieerd in artikel 38b Wet financiering sociale verzekeringen. In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in

plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl. Lid 1 De omschrijving van deze doelgroep staat in de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 38b lid 1 sub a. In salarisschaal A is het salaris bij periodiek 0 het wettelijk minimumloon en is het salaris bij periodiek 11 120% van het wettelijk minimumloon. De bedragen in schaal A worden, in plaats van op de salarisontwikkeling in de Cao Gemeenten, geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari bijgesteld. De actuele schaalbedragen worden na goedkeuring door het LOGA gepubliceerd op www.car-uwo.nl. B. Artikel 2:2 wordt, inclusief titel, gewijzigd en komt te luiden: Onderzoek naar bekwaamheid en geschiktheid Artikel 2:2 1. Voor aanstelling kan slechts in aanmerking komen hij van wie - na een daartoe door of vanwege het tot aanstelling bevoegd bestuursorgaan gehouden onderzoek - kan worden aangenomen, dat hij in voldoende mate beschikt over de hoedanigheden tot het verrichten van de hem op te dragen werkzaamheden. 2. Het college treft maatregelen, waardoor de vertrouwelijkheid van de gegevens, ontvangen op grond van het in het eerste lid bedoelde onderzoek, te allen tijde wordt gegarandeerd. 3. Voor aanstelling kan als vereiste worden gesteld dat betrokkene een recente verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens overlegt. 4. Bij een functiewijziging, tewerkstelling of overplaatsing kan als vereiste worden gesteld dat de ambtenaar een recente verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in lid 3 overlegt. 5. De vreemdeling, zoals omschreven in de Vreemdelingenwet 2000 kan slechts voor een aanstelling in aanmerking komen indien hij beschikt over een tewerkstellingsvergunning tenzij hij van deze verplichting is uitgesloten krachtens artikel 3 van de Wet arbeid vreemdelingen. C. In artikel 10d:24 worden de leden 2 en 3 gewijzigd en komen te luiden: 2. Zowel de ambtenaar als het college kan een geschil over de uitvoering van het Van werk naar werk-contract als bedoeld in artikel 10d:23 lid 5 voorleggen aan deze commissie. 3. De commissie brengt een zwaarwegend advies uit over het geschil, bedoeld in lid 2. Aan de toelichting op artikel 10d:24 wordt een toelichting op lid 3 toegevoegd: Lid 3

Het college kan slechts afwijken van het advies als het op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen en/of het advies zodanig ernstig in gebreke is dat van het college in redelijkheid niet gevergd kan worden overeenkomstig het advies te besluiten. Na inwerkingtreding van de WNRA is het advies weer bindend van aard vanwege de toepasselijkheid van het Burgerlijk Wetboek.

Bijlage 5 Wijzigingen CAR-UWO per 1 januari 2018 Ledenbrief van 20 november 2017 Lbr. 17/071 CvA/LOGA 17/15 A. Na hoofdstuk 10a wordt hoofdstuk 10c met titel: "Reparatie-uitkering bij werkloosheid" toegevoegd en dit hoofdstuk komt te luiden: Artikel 10c:1 Werkingssfeer reparatie-uitkering Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad. Artikel 10c:2 Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. arbeidsverleden: arbeidsverleden als bedoeld in de Werkloosheidswet; b. gemeentelijke sector: de gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, die de CAR van toepassing hebben verklaard; c. herleving: herleving overeenkomstig de Werkloosheidswet; d. indexatie: de reparatie-uitkering wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector; e. reparatie-uitkering: uitkering die de toegekende WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015; f. sv-maandloon: sv-maandloon als bedoeld in de Werkloosheidswet met het maximum, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen. g. werkloos: werkloos als bedoeld in de Werkloosheidswet; h. werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen; i. WW-uitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet; j. WW: Werkloosheidswet. Artikel 10c:3 Recht reparatie-uitkering 1. De ambtenaar heeft recht op een reparatie-uitkering indien: a. de werkloosheid aansluitend op de WW-uitkering voortduurt; en b. de WW-opbouw lager is bij een arbeidsverleden vanaf 10 jaar op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015; of c. een WW-uitkering met een kortere duur is toegekend op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015. 2. De ambtenaar legt de benodigde gegevens en informatie van het UWV aan de gemeente over die van invloed kunnen zijn op het recht, de hoogte en de duur van de reparatie-uitkering. Artikel 10c:4 Opbouw en duur reparatie-uitkering 1. De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 10 jaar arbeidsverleden, bedraagt een halve maand per dienstjaar. 2. De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 24 jaar arbeidsverleden, bedraagt een maand per verstreken kalenderkwartaal. 3. De duur van de reparatie-uitkering is gelijk aan het verschil tussen de duur van de WWuitkering op 31 december 2015 en de duur van de WW-uitkering op of na 1 januari 2016 inclusief de opschuiving van de einddatum door herleving.

Artikel 10c:5 Hoogte reparatie-uitkering 1. De reparatie-uitkering heeft dezelfde hoogte als de WW-uitkering als deze niet zou zijn geëindigd. 2. De volledige reparatie-uitkering is gebaseerd op 36 uur per week werkloosheid. Als sprake is van minder dan 36 uur per week werkloosheid, wordt het bedrag van de reparatie-uitkering berekend naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is. Artikel 10c:6 Sancties reparatie-uitkering 1. Het college maakt een sanctieregeling op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het college te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de reparatie- uitkering. Artikel 10c:7 Premie reparatie-uitkering 1. Het college heft vanaf 1 januari 2018 maandelijks een werknemerspremie op het bruto salaris van de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. 2. De hoogte van de premie is vastgesteld 0,1% van het bruto salaris en de toegekende salaristoelage(n). De hoogte van de premie kan jaarlijks worden bijgesteld. 3. De heffingsgrondslag is gemaximeerd tot het maximum-premieloon bedoeld in artikel van de Wet financiering sociale verzekeringen. Artikel 10c:8 Einde reparatie-uitkering 1. De reparatie-uitkering eindigt na het verstrijken van de uitkeringsduur. 2. De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de werkloosheid eindigt. 3. De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. 4. De reparatie-uitkering eindigt na een periode van 13 weken van voortdurende arbeidsongeschiktheid door ziekte. Artikel 10c:9 Herleving reparatie-uitkering 1. Als het recht op een reparatie-uitkering gedeeltelijk of geheel is geëindigd en vervolgens de (ex)-ambtenaar na aanvaarding van een nieuw dienstverband wederom werkloos is geworden, herleeft op verzoek het recht op een reparatie-uitkering voor zover bij de beëindiging van het nieuwe dienstverband geen nieuw recht op een WW-uitkering op grond van de WW is ontstaan. 2. De duur en de hoogte van de herleefde reparatie- uitkering zijn gelijk aan de duur en hoogte van de reparatie-uitkering waarop de (ex) ambtenaar nog recht zou hebben gehad indien hij onafgebroken werkloos zou zijn geweest. 3. De reparatie-uitkering kan niet meer herleven als de maximale uitkeringsduur van de reparatie-uitkering is volgemaakt. Artikel 10c:10 Afkoop reparatie-uitkering 1. Het college kan eenmalig, aan het begin van de uitkeringsperiode, op verzoek van de ambtenaar, toestemming geven voor afkoop van de reparatie-uitkering. 2. Het college bepaalt de hoogte van het afkoopbedrag en de voorwaarden waaronder de afkoop verstrekt wordt. B. In artikel 10d:2 wordt sub g gewijzigd en sub h en sub i worden toegevoegd. Ze komen te luiden:

g. reparatie-uitkering: uitkering die de WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015; h. werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen; i. WW-uitkering: uitkering op grond van Werkloosheidswet. C. In artikel 10d:25 lid 1 wordt sub c gewijzigd en komt te luiden: c. recht heeft op een werkloosheidsuitkering en deze werkloosheidsuitkering ontvangt.

Bijlage 6 Wijzigingen CAR-UWO per 1 januari 2018 Ledenbrief van 20 november 2017 Lbr. 17/070 CvA/LOGA 17/14 A. In artikel 17:5 wordt het woord vijf vervangen door: drie.

Bijlage 7 Reparatie derde jaar WW (2) per 1 januari 2018 Ledenbrief van 18 december 2017 Lbr. 17/081 CvA/LOGA 17/17 A. Artikel 10c:1 wordt gewijzigd en komt te luiden: 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad. 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel, is artikel 10c:7 van toepassing op de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1, onderdeel a. B. Artikel 10c:7 wordt gewijzigd en komt te luiden: 1. Het college heft vanaf 1 januari 2018 maandelijks een werknemerspremie op het bruto salaris van de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. 2. De hoogte van de premie is vastgesteld 0,1% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n). De hoogte van de premie kan jaarlijks worden bijgesteld. 3. De heffingsgrondslag is gemaximeerd tot het maximum-premieloon bedoeld in artikel 17 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Bijlage 8 Uitwerking akkoord Reparatie FLO-overgangsrecht voor brandweerpersoneel per 1 januari 2018 Ledenbrief van 18 december 2017 Lbr. 17/080 CvA/LOGA 17/16 A. Aan artikel 9b:1 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd: 4. Dit hoofdstuk is alleen van toepassing indien en voor zover er geen afwijkende bepaling uit hoofdstuk 9f van toepassing is. B. Aan artikel 9b:2 wordt een nieuw onderdeel h. toegevoegd: h. AOW-hiaat: de periode waarin de ambtenaar van 65 jaar of ouder geen recht had op een AOW-uitkering met een maximum van 24 maanden. C. Aan hoofdstuk 9b worden drie nieuwe paragrafen toegevoegd: 8 De ambtenaar die voor 1 januari 2013 gebruik is gaan maken van het FLO-overgangsrecht en inactief is op 29 oktober 2016 Artikel 9b:76 Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar of de gewezen ambtenaar die vóór 1 januari 2013 gebruik is gaan maken van het bepaalde a. in artikel 9b:4 lid 1 of artikel 9b:26, of b. in artikel 9b:11 lid 2 of 9b:35 lid 2 en op 29 oktober 2016 met volledig buitengewoon verlof of onbezoldigd volledig verlof als bedoeld in dit hoofdstuk was. Artikel 9b:77 1. De ambtenaar heeft gedurende zijn AOW-hiaat recht op een maandelijkse compensatie AOW. 2. De compensatie AOW is gelijk aan de bruto AOW-uitkering die voor de ambtenaar in de betreffende maand zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld. Een korting op grond van artikel 13 AOW wordt hierbij buiten beschouwing gelaten. Artikel 9b:78 De compensatie bedoeld in artikel 9b:77 wordt verlaagd met a. de door de ambtenaar ontvangen overbruggingsuitkering van de Sociale Verzekeringsbank. b. de hoogte van het bedrag dat de ambtenaar heeft ontvangen op grond van door de werkgever vanaf 2013 beschikbaar gestelde regelingen met als aantoonbaar doel de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd voor de ambtenaar te compenseren. 9 De ambtenaar die vanaf 1 januari 2013 gebruik is gaan maken van het FLO-overgangsrecht en inactief is op 29 oktober 2016 Artikel 9b:79 Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar of de gewezen ambtenaar die vanaf 1 januari 2013 gebruik is gaan maken van het bepaalde a. in artikel 9b:4 lid 1 of artikel 9b:26, of b. In artikel 9b:11 lid 2 of artikel 9b:35 lid 2 en op 29 oktober 2016 met volledig buitengewoon verlof of onbezoldigd volledig verlof als bedoeld in dit hoofdstuk was. Artikel 9b:80 1. De ambtenaar heeft recht op compensatie AOW over de periode dat a. hij op grond van door de werkgever vastgesteld beleid niet langer kon doorwerken bedoeld in artikel 9b:4 lid 5 juncto artikel 9b:26 lid 5, of b. hij medisch niet geschikt was om langer door te werken bedoeld onder a, of

c. zijn verzoek om langer door te werken bedoeld onder a is afgewezen. 2. De periode bedoeld in lid 1 is niet langer dan zijn AOW-hiaat. 3. Artikel 9b:77 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 9b:81 1. De ambtenaar die geen recht heeft op compensatie AOW als bedoeld in deze paragraaf kan b ij de Landelijke Commissie Compensatieregeling AOW een verzoek indienen om alsnog in aanmerking te komen voor compensatie AOW. 2. Het verzoek bedoeld in lid 1 kan de ambtenaar indienen als hij meent dat: a. medische ongeschiktheid de reden was om geen verzoek te doen om langer door te werken, of b. zijn verzoek om langer door te werken zou worden geweigerd op grond van disfunctioneren en hij om deze reden heeft afgezien van een verzoek om langer door te werken. 3. Het verzoek bedoeld in lid 1, wordt niet in behandeling genomen als de ambtenaar een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht heeft ingediend. 4. Het college neemt een besluit op grond van het zwaarwegende advies van de Landelijke Commissie Compensatieregeling AOW. 10 Slotbepaling Artikel 9b:82 De bruto compensatie AOW wordt vanaf het moment waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald. D. Aan hoofdstuk 9 wordt een nieuw hoofdstuk 9F toegevoegd: 9f Nieuw overgangsrecht Functioneel leeftijdsontslag per 1 januari 2018 1 Algemene bepalingen Artikel 9f:1 Werkingssfeer I. Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar bedoeld in artikel 9b:1 die op 29 oktober 2016 geen gebruik maakt van i. buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 9b:4 lid 1 eerste volzin juncto artikel 9b:28, of ii. onbezoldigd volledig verlof als bedoeld in de artikelen 9b:11 juncto 9b:35. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 is dit hoofdstuk niet van toepassing op de ambtenaar bedoeld in artikel 9b:1 die de volledige periodes buitengewoon verlof of levensloop op grond van hoofdstuk 9b heeft genoten. 3. Hoofdstuk 9b is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, bedoeld in lid 1, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Artikel 9f:2 Berekeningsgrondslag 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder berekeningsgrondslag de optelsom van a. het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 1:1 onder qq en rr, b. de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder a en b, c. de TOR, bedoeld in artikel 3:37, d. de toelagen bedoeld in artikel 20:2 lid 3 en 4 en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover die aan de ambtenaar zijn toegekend, met uitzondering van de levensloopbijdrage, bedoeld in de artikelen 9e:8 en 9e:9, berekend over de maand onmiddellijk voorafgaande aan de ingangsdatum van de geheel of gedeeltelijke periode van buitengewoon verlof. 2. Als sprake is van toegekende toelagen die in hoogte variëren dan wordt het gemiddelde berekend over de periode van de voorgaande 12 maanden. 3. De berekeningsgrondslag wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, waaronder begrepen de stijging van de IKB-onderdelen, bedoeld in lid 1 onder b, zoals deze in de gemeentelijke sector wordt overeengekomen. Dit geldt niet voor artikel 9b:20 en 9b:25.

4. Als verlofopname door de ambtenaar in de voorgaande 12 maanden heeft geleid tot een wijziging van de feitelijke uitbetaling van de berekeningsgrondslag dan werkt die wijziging door in de berekeningsgrondslag. 2 Aanspraken Artikel 9f:3 1. De ambtenaar wordt vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd, bedoeld in lid 2, bereikt volledig buitengewoon verlof verleend tegen doorbetaling van 75% netto van de voor de ambtenaar geldende berekeningsgrondslag volgens de fiscale regels zoals die gelden op de datum van uitbetaling als ware hij in actieve dienst met toepassing van de arbeidskorting. 2. De uittredeleeftijd is afhankelijk van het aantal dienstjaren in een bezwarende functie bedoeld in artikel 9b:2 onder c op 1 januari 2006 en bedraagt bij: a. 20 dienstjaren of meer : 56 jaar; b. 15 tot 20 dienstjaren : 57 jaar; c. 10 tot 15 dienstjaren : 58 jaar; d. 5 tot 10 dienstjaren : 59 jaar; e. 0 tot 5 dienstjaren : 59 jaar, tenzij de ambtenaar gebruik maakt van de mogelijkheid bedoeld in artikel 9f:5 of artikel 9f:6. 3. De duur van het toegekende volledig buitengewoon verlof voor de ambtenaar van de uittredeleeftijd, bedoeld in lid 1, bedraagt bij: a. 20 dienstjaren of meer :8 jaar; b. 15 tot 20 dienstjaren :7 jaar; c. 10 tot 15 dienstjaren :6 jaar; d. 5 tot 10 dienstjaren :5 jaar; e. 0 tot 5 dienstjaren :5 jaar. 4. De ambtenaar, bedoeld in lid 2 onder d, gaat met ingang van de eerste dag volgend op de maand waarin hij de leeftijd van 58 jaar bereikt 50% van de voor hem geldende formele arbeidsduur werken. Hij heeft dan aanspraak op doorbetaling van 90% bruto van de voor hem geldende berekeningsgrondslag tot de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd van 59 jaar bereikt. 5. De ambtenaar, bedoeld in lid 4, moet medisch geschikt zijn om 50% in zijn bezwarende functie door te werken. Is hij dat niet dan wordt hij ziek gemeld op de leeftijd van 58 jaar en hersteld gemeld op de leeftijd van 59 jaar. Artikel 9f:4 Afwijkende FLO-leeftijden 1. Artikel 9f:3 is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 9h:4 lid 3 en 9b:26 lid 2, maar niet op een ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar. 2. De levensloopaanspraken van de ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar en die vóór 1 januari 2022 zijn gehele levensloop kan opnemen, blijven ongewijzigd. 3. Kunnen de levensloopaanspraken niet geheel of in het geheel niet vóór 1 januari 2022 worden opgenomen dan worden deze aanspraken in de maand december 2021 afgekocht als bedoeld in artikel 9e:11 over de maanden die gelegen zijn vanaf 1 januari 2022. Voor de berekening van de afkoopsom wordt uitgegaan van het aantal dienstjaren dat de ambtenaar zou hebben gehad bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar. 4. Vindt vanaf 1 januari 2022 vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw plaats door middel van voortzetting deelnemerschap op grond van het ABP-pensioenreglement en wordt gedurende deze periode het afgekochte tegoed als genoemd in lid 3 ingezet om te voorzien in het inkomen, dan betaalt de werkgever de vigerende werkgeverspremie. De in dit lid genoemde periode van voortzetting deelnemerschap bedraagt maximaal twee jaar. 5. Uitgezonderd de aanspraken, bedoeld in de Overgangsregeling compensatie AOW opgenomen in de artikelen 9b:76 tot en met 9b:82, heeft de ambtenaar bedoeld in lid 2, geen andere rechten voortvloeiende uit dit hoofdstuk of hoofdstuk 9b. Artikel 9f:5 Doorwerken in repressieve functie

1. De ambtenaar kan de ingangsdatum van het buitengewoon verlof later laten ingaan, telkens met een periode van één jaar. Voorwaarde is dat de ambtenaar geschikt is om door te werken in de bezwarende functie volgens een PPMO als bedoeld in artikel 19a:3. 2. De ambtenaar die van lid 1 gebruik wil maken, doet de aanvraag een jaar voorafgaand aan het bereiken van zijn uittredeleeftijd. De werkgever wijst de ambtenaar tijdig op de mogelijkheid om de uittredeleeftijd te verschuiven. 3. Indien de ambtenaar arbeidsongeschikt is voor aanvang van de periode van langer doorwerken of herhaald langer doorwerken en de bedrijfsarts herstel niet binnen zes maanden verwacht, wordt het verzoek om langer door te werken geweigerd. 4. De ambtenaar stopt met werken in een bezwarende functie met ingang van de dag volgend op de maand waarin hij 59 jaar wordt. 5. De ambtenaar die van de mogelijkheid om langer door te werken gebruik maakt, kan geen gebruik maken van de inkomensaanvulling bedoeld in artikel 9f:7. 6. Lid 5 geldt vanaf het moment dat de werkgever de mogelijkheid van de inkomensaanvulling, bedoeld in artikel 9f:7, aanbiedt. Artikel 9f:6 Uittreden op oude uittredeleeftijd 1. De ambtenaar kan verzoeken om uit te treden op de leeftijd, bedoeld in artikel 9b:4 of artikel 9b:28. 2. De ambtenaar die van lid 1 gebruik wil maken, doet de aanvraag een jaar voorafgaand aan het bereiken van zijn oude uittredeleeftijd. De werkgever wijst de ambtenaar tijdig op de mogelijkheid om op de oude uittredeleeftijd uit te treden. Artikel 9f:7 Inkomensaanvulling in een niet-repressieve functie bij de werkgever 1. Tijdens de periode van buitengewoon verlof als bedoeld in 9f:3 mag de ambtenaar zijn inkomen bij de werkgever aanvullen tot bruto 100% van de berekeningsgrondslag op jaarbasis door niet-repressieve werkzaamheden te verrichten. 2. De ambtenaar dient jaarlijks een aanvraag in om van de mogelijkheid, bedoeld in lid 1, gebruik te maken. 3. De vergoeding van deze werkzaamheden wordt bepaald aan de hand van de zwaarte en de waardering van de beschikbare werkzaamheden. 4. De werkgever bepaalt in overleg met de OR welke mogelijkheden de formatie biedt en welke werkzaamheden beschikbaar zijn. 5. In een nader vast te stellen rechtspositionele regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden deze werkzaamheden worden verricht. Artikel 9f:8 Arbeidsongeschiktheid 1. De inkomenskorting als gevolg van ziekte, bedoeld in artikel 7:3, stopt uiterlijk twee maanden na dagtekening van de UWV-beschikking indien: a. sprake is van gedeeltelijke of volledige maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid volgens een beschikking van het UVVV, en b. de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt. 2. In afwijking van artikel 7:16 lid 1 vindt herplaatsing van de ambtenaar in een passende functie plaats door middel van detachering met behoud van de arbeidsvoorwaarden uit de bezwarende functie. Artikel 9f:9 Overgangsvergoeding 1. De ambtenaar die van een regeling uit dit hoofdstuk, gebruik gaat maken, heeft recht op een overgangsvergoeding van: a. 3.500,00 bruto als het om een ambtenaar gaat met 10 tot 20 dienstjaren op 1 januari 2006 als bedoeld in artikel 9f:3 lid 2, mits en voor zover de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie volgens de lokale uitvoering van het FLO-overgangsrecht 2006 in de levensloopperiode werd doorbetaald door de werkgever onder toepassing van de groene loonheffingstabel; b. 1.500,00 bruto als niet voldaan wordt aan de voorwaarden onder a gesteld. 2. De overgangsvergoeding bedoeld in lid 1, wordt betaalbaar gesteld in de laatste maand in actieve dienst. Artikel 9f:10 Levensloop

1. De artikelen 9b:21 en 9b:44 blijven van toepassing op de ambtenaar die vóór 2022 gebruik maakt van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in dit hoofdstuk. 2. Het opgebouwde levenslooptegoed van de ambtenaar die het LOGA-pad, bedoeld in artikel 9e:2, volgt, wordt ingezet ter financiering van de netto uitkeringsaanspraken. 3. De hoogte van de door de werkgever te verstrekken netto-uitkering, bedoeld in dit hoofdstuk, wordt op een lager percentage dan 75% bepaald of over een kortere periode betaald als de ambtenaar het LOGA-pad, bedoeld in artikel 9e:2, verlaat of heeft verlaten. 4. Lid 2 en 3 gelden pas vanaf het moment dat hoofdstuk 9e is herzien. Artikel 9f:11 Verrekening inkomsten tijdens non-actieve periode Voor de toepassing van de artikelen 9b:10 en 9b:34 wordt uitgegaan van het bruto uitkeringsbedrag. Artikel 9f:12 Inkoop pensioen De artikelen 9b:22 en 9b:45 zijn niet van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in dit hoofdstuk. Artikel 9f:13 Opschorten tweede loopbaan 1. De artikelen 9b:24 en 9b:25 gelden niet in 2018, tenzij met de ambtenaar vóór 1 januari 2018 reeds loopbaanafspraken zijn overeengekomen. 2. Lid 1 is niet van toepassing op de ambtenaar die om medische redenen aan een tweede loopbaan gaat werken. 3 Transitie Artikel 9f:14 1. Op de ambtenaar die na 29 oktober 2016 en voor 1 januari 2018 gebruik is gaan maken van artikel 9b:4 lid 1 eerste volzin of artikel 29b:28 is vanaf 1 januari 2018 artikel 9f:3 van toepassing. 2. De duur van het buitengewoon verlof wordt gekort met de periode dat de ambtenaar vóór 1 januari 2018 gebruik heeft gemaakt van het hem toegekende volledig buitengewoon verlof. Artikel 9f:15 1. Op de ambtenaar die a. op 29 oktober 2016 gebruik maakte of is gaan maken van artikel 9b:4 lid 1 onder a en b, of b. op 29 oktober 2016 gebruik maakte of is gaan maken van artikel 9b:26, is vanaf 1 januari 2018 artikel 9f:3 van toepassing. 2. Heeft de ambtenaar op 1 januari 2018 nog niet zijn uittredeleeftijd als bedoeld in artikel 9f:3 bereikt, dan hervat de ambtenaar voor 100% zijn werkzaamheden, tenzij de ambtenaar gebruik maakt van de mogelijkheid om uit te treden op de oude uittredeleeftijd, bedoeld in artikel 9f:6. 4 Eervol ontslag aan het einde van de non-actieve periode Artikel 9f:16 1. De ambtenaar wordt eervol ontslag verleend na afloop van de voor hem geldende periode van non-activiteit, bedoeld in artikel 9f:3. 2. Het ontslag gaat in op de dag die volgt op de laatste dag van de non-actieve periode. 3. Het college neemt een opzegtermijn van drie maanden in acht. 4. Als de opzegtermijn, bedoeld in lid 3, niet in acht wordt genomen dan gaat de ontslagdatum later in zonder dat dit gevolgen heeft voor de einddatum van de non-actieve periode, bedoeld in artikel 9f:3 lid 3.