Informatiebijeenkomst. December 2017

Transcriptie

1 Informatiebijeenkomst Akkoord Reparatie FLOovergangsrecht brandweerpersoneel December 2017

2 Inhoud presentatie Terugblik proces Inhoud akkoord Transitie Invoering nieuw hoofdstuk 9f CAR per 1 januari 2018 Procesafspraak

3 Terugblik proces 9 mei 2016 Financieel mandaat van de Brandweerkamer voor de groep medewerkers met minder dan 20 dienstjaren 9 oktober 2016 Aanvullend mandaat van de Brandweerkamer; groep medewerkers met meer dan 20 dienstjaren is toegevoegd 29 oktober 2016 Principeakkoord op hoofdlijnen November 2016/ Maart 2017 Technische uitwerking Principeakkoord op hoofdlijnen 25 maart 2017: Principeakkoord Reparatie FLO-overgangsrecht brandweerpersoneel Zomer 2017: Ledenraadpleging November 2017: Ondertekening Akkoord

4 Inhoud akkoord 1. Afspraken over langer doorwerken en uittredeleeftijd. 2. Afspraken over de non-actieve periode met een nettoinkomensgarantie. 3. Afspraken over de transitie: overgang van de huidige naar de nieuwe regeling. 4. Afspraken over langer doorwerken en eerder uittreden. 5. Afspraken over inkomensaanvulling in een niet-repressieve functie bij de werkgever. 6. Afspraken over de levensloopregeling en de levenslooptegoeden. 7. Afspraken voor medewerkers met een afwijkende FLO-leeftijd. 8. Inkomensvangnet bij ziekte. 9. Procesafspraak (2018) verdere verhoging AOW- en pensioenleeftijd.

5 Hoofdlijnen nieuwe afspraken

6 Netto-inkomensgarantie van 75% Berekening De hoogte van de netto-inkomensgarantie bedraagt 75% van de berekeningsgrondslag volgens het fiscale kader dat geldt voor een actieve medewerker. Achtergrond berekeningswijze De medewerker wordt door deze berekeningswijze niet geraakt door fiscale maatregelen die inactiviteit extra belasten. Krijgen actieve medewerkers te maken met fiscale maatregelen dan gelden die ook voor de medewerkers in de non-actieve periode.

7 Netto-inkomensgarantie van 75% Berekeningsgrondslag: de optelsom van: het salaris en de toegekende salaristoelage(n) bedoeld in artikel 1:1 qq en rr,; de IKB-onderdelen bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder a en b; de TOR bedoeld in artikel 3:37; de in de artikel 20:2 leden 3 en 4 opgenomen regelingen, voor zover die aan de ambtenaar zijn toegekend, met uitzondering van de levensloopbijdrage, bedoeld in de artikelen 9e:8 en 9e:9, berekend over de maand onmiddellijk voorafgaande aan de ingangsdatum van de geheel of gedeeltelijke periode van buitengewoon verlof. De berekeningsgrondslag wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging, waaronder ook begrepen de stijging van de IKB-onderdelen

8 Eervol ontslag aan het einde van de non-actieve periode De ambtenaar wordt eervol ontslag verleend na afloop van de periode van non-activiteit Het ontslag gaat in op de dag die volgt op de laatste dag van de nonactieve periode. Het college neemt een opzegtermijn van drie maanden in acht. Als de opzegtermijn niet in acht wordt genomen, gaat de ontslagdatum later in zonder dat dit gevolgen heeft voor de einddatum van de nonactieve periode.

9 Langer werken in een repressieve functie Medewerker heeft de keuze om de uittredeleeftijd naar een later moment te verschuiven. Voorwaarden: Positieve uitslag PPMO-keuring (G1 of G2). Toestemming geldt telkens voor een jaar. Opschuiven mogelijk tot leeftijd 59. Opschuiven tijdens periode dat werkgever een inkomensaanvulling in een niet-repressieve functie aanbiedt, betekent dat de medewerker daar geen gebruik van kan maken.

10 Uittreden op de oude staffelleeftijd De medewerker kan ervoor kiezen om uit te treden op de oude uittredeleeftijd; de oude staffelleeftijd. Aandachtspunten: Het eventuele financiële gat dat hierdoor ontstaat is voor eigen rekening. Gebruikmaking van de oude staffelleeftijd mag niet leiden tot substantiële meerkosten. De medewerkers in het cohort 0-5 dienstjaren heeft geen keuze; de uittredeleeftijd was en blijft 59 jaar. Voor de medewerkers in het cohort 5-10 dienstjaren zou het jaar 50/90 werken ook mee verschuiven. 50/90 werken op 57-jarige leeftijd is per 1 januari 2018 echter niet langer mogelijk.

11 Inkomensaanvulling in een nietrepressieve functie Medewerker kan in de non-actieve periode bij eigen werkgever Niet-repressieve werkzaamheden verrichten en zo voorzien in een inkomensaanvulling. Voorwaarden: Er is formatieve en/of budgettaire ruimte -> overleg op OR-tafel Vergoeding wordt bepaald aan de hand van de zwaarte van de werkzaamheden. Aanvullen tot maximaal 100% bruto van zijn berekeningsgrondslag op jaarbasis. CAR-UWO is niet van toepassing; medewerker ontvangt alleen een vergoeding voor daadwerkelijk verrichtte werkzaamheden. Geen samenloop met opschuiven uittredeleeftijd repressieve dienst Rechtspositionele (on) mogelijkheden worden nog nader onderzocht.

12 Inkomensvangnet bij ziekte Vanaf de leeftijd van 55 jaar een inkomensvangnet bij gedeeltelijke of volledige, maar niet duurzame, arbeidsongeschiktheid voor de bezwarende functie. Geldt naast de huidige werkgarantie vanaf 50 jaar Gaat uit twee aanspraken bestaan vanaf de leeftijd van 55 jaar, t.w Vervallen van de inkomenskortingsregeling 2 maanden na dagtekening UWV-beschikking Geen formele herplaatsing maar detachering met behoud van alle aanspraken uit repressieve functie

13 Overgangsvergoeding De ambtenaar met recht op nieuw FLO-overgangsrecht heeft aanspraak op een overgangsvergoeding van: a ,00 bruto als het om een ambtenaar gaat met 10 tot 20 dienstjaren op 1 januari 2006 indien de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie volgens de lokale uitvoering van het FLO-overgangsrecht 2006 in de levensloopperiode werd doorbetaald door de werkgever bij toepassing van de groene loonheffingstabel; b ,00 bruto als niet voldaan wordt aan de voorwaarden onder a gesteld. c. De overgangsvergoeding wordt betaalbaar gesteld in de laatste maand van actieve dienst

14 De levensloopregeling Afspraak is om de mogelijkheden van de levensloopregeling maximaal te benutten. Doel is het binnen de wettelijke mogelijkheden voorkomen van een fiscale boete: Medewerkers bouwen levenslooptegoed op zo lang als dat wettelijk is toegestaan. Medewerker die voor 1 januari 2022 gebruikmaken van het FLOovergangsrecht nemen het levenslooptegoed op, ter financiering van de netto-inkomensgarantie in deze periode. Het levenslooptegoed van medewerker die geen gebruik meer kunnen maken van de levensloopregeling wordt gebruikt voor de financiering van de netto-inkomensgarantie. Voor medewerkers die het LOGA-pad verlaten, of nooit gevolgd hebben wordt een berekening gemaakt van hetgeen opgebouwd zou zijn wanneer het LOGA pad wel gevolgd zou zijn. Het resultaat daarvan wordt in mindering gebracht op de aanspraken op grond van de nettoinkomensgarantie. Uitvoering na 2018.

15 Netto pensioenproduct De levensloopregeling eindigt op 31 december Afspraak is om de mogelijkheid van een netto spaar- of pensioenproduct nader te onderzoeken: - als bestemming voor de levenslooptegoeden en/of - als inkomensvoorziening in non-actieve periode, waardoor de werkgever niet de fiscale boete van 52% verschuldigd is.

16 Afspraken voor afwijkende leeftijden Medewerkers met oude FLO-leeftijd 56,57,58 en 59 jaar - Nieuwe regeling wordt toegepast. - Huidig onderscheid komt te vervallen. FLO60: - De levensloopaanspraken van de ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar en vóór 1 januari 2022 zijn gehele levensloop kan opnemen, blijven ongewijzigd. - Afkoop in december 2021 wanneer aanspraken niet of niet geheel vóór 1 januari 2022 kunnen worden opgenomen. - Vindt vanaf 1 januari 2022 vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw plaats door middel van voortzetting deelnemerschap ABP, dan neemt de werkgever de vigerende werkgeverspremie voor zijn rekening. De periode van voorzetting deelnemerschap ABP bedraagt maximaal twee jaar.

17 Compensatie AOW-hiaat Medewerkers die in de periode tot 1 januari 2013 gebruik zijn gaan maken van het FLO-overgangsrecht en inactief waren op 29 oktober 2016 ontvangen AOW-compensatie onder aftrek van eventueel genoten rijkscompensatieregling (overbruggingsregeling SVB); specifieke regelingen getroffen tussen werkgever en werknemer na met als doel AOW-gat te compenseren Medewerkers die inactief waren op 29 oktober 2016 en vanaf 1 januari 2013 niet langer konden doorwerken (vanwege ziekte), of mochten doorwerken ontvangen een compensatie van het AOW-hiaat. Geldt ook voor FLO60 Verdere stijging AOW > 67 : Procesafspraak; komt terug op onderhandelingstafel in Dus maximale compensatie 24 maanden!

18 Overige zaken Verrekening inkomsten tijdens de non-actieve periode Opschorten tweede loopbaan voor groep < 20 dienstjaren De werking van de artikelen 9b:24 en 9b:25 worden over het kalenderjaar 2018 buiten werking gezet, tenzij met de ambtenaar reeds loopbaanafspraken zijn overeengekomen. Tenzij de ambtenaar om medische redenen aan een tweede loopbaan gaat werken.

19 Ingangsdatum en transitie De inwerkingtredingsdatum van de nieuwe regeling is: 1 januari Transitie: dit zijn de afspraken over de overgang van de huidige regeling van medewerkers die op 29 oktober 2016 actief waren naar de nieuwe regeling. Medewerker die op de peildatum actief is gaat over naar de nieuwe regeling (ook wanneer de medewerker in een actieve variant zit van het huidige FLO-overgangsrecht). Werkt de medewerker op 1/1/2018 in een actieve variant van het huidige FLO-overgangsrecht en is de nieuwe uittrede-leeftijd nog niet bereikt, dan gaat men per 1/1/ % werken tegen 100% van het inkomen. Periode 50/90 en 100/120 alsmede de bonus wordt niet gesaldeerd met rechten principeakkoord. Voor medewerkers die inactief zijn op 1/1/2018 betekent de transitie een wijziging van de FLO-uitkering van 80% bruto naar 75% netto. 15 december 2017 LOGA

20 Procesafspraken Partijen zullen in 2018 bezien of het noodzakelijk is om nadere afspraken te maken in verband met gewijzigde regelgeving op het terrein van AOW en pensioen. Partijen onderzoeken in 2018 alternatieven voor de inzet van Levenslooptegoeden, zoals een netto-pensioenpolis. Partijen spreken af samenwerking te zoeken met andere sectoren met bezwarende beroepen, met als doel een gezamenlijk lobby te starten, die erop gericht is dat bij wetgevingstrajecten rekening gehouden wordt met de rechtspositie van medewerkers in bezwarende functies.

21 VRAGEN Vereniging van Nederlandse Gemeenten