Rol en taken van de FOD Economie - de Economische Inspectie en de handhaving van het WER Wetboek van economisch recht: belang voor de praktijk van de schuldbemiddelaar Vrijdag 27 maart 2015, Brussel
De handhaving van het WER Structuur van de uiteenzetting: De Economische Inspectie Boek XV: Rechtshandhaving Bevoegdheden Procedures Sancties Wat kunnen de erkende instellingen van schuldbemiddeling in deze doen?
De Economische Inspectie Bijzondere inspectiedienst Sociale Inspectie, Bijzondere Belastinginspectie,. Core business : consumentenbescherming; eerlijke concurrentie; strijd tegen de economische fraude. Economische wetgeving = bijzondere wetgeving
De Economische Inspectie Bevoegdheden: Het Wetboek van economisch recht: KBO-wet (16 januari 2003) Dienstenwet (26 maart 2010) Prijzenwet (22 januari 1945) Wet Marktpraktijken (6 april 2010) Wet Consumentenkrediet (12 juni 1991) Wet Hypothecair Krediet (4 augustus 1992) Wet Betalingsdiensten (10 december 2009) Wet Veiligheid (9 februari 1994) Wet Namaak en Piraterij (15 mei 2007) Auteurswet (30 juni 1994) Wet Informatiemaatschappij (11 maart 2003) Boek III Boek V Boek VI & XIV Boek VII Boek IX Boek XI Boek XII
De Economische Inspectie Bevoegdheden: 34 andere wetten: Besluitwet verscherping prijzencontrole (14 mei 1946) Wet sluikwerk (6 juli 1976) Witwaswet (11 januari 1993) Huwelijksbureaus (9 maart 1993) Reiscontractenwet (16 februari 1994) Minnelijke invordering van schulden (2 augustus 2002) Bedrog met de kilometerstand (11 juni 2004) Wet openingsuren (10 november 2006) Ambulante handel, toegang tot het beroep, (regionalisering vanaf 1 juli 2014 / 1 januari 2015)
Boek XV: Rechtshandhaving - structuur Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Hoofdstuk 2. Bijzondere bevoegdheden Hoofdstuk 3. Waarschuwings- en openbaarmakingsprocedure Hoofdstuk 4. Coördinatie en opvolging tussen verschillende overheidsdiensten Titel 2. De bestuurlijke handhaving Hoofdstuk 1. De transactie Hoofdstuk 2. De bestuurlijke sancties Titel 3. De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. De strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuken Hoofdstuk 3. Bijkomende straffen
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Art. XV.2, 1: Onverminderd de bevoegdheden van de politieambtenaren van de lokale en federale politie, zijn de door de minister aangestelde ambtenaren bevoegd om de inbreuken op dit Wetboek op te sporen en vast te stellen. [ ] Politieambtenaren (officieren en agenten) Bijzondere bevoegdheden voorzien door de bijzondere wetten kunnen (behalve indien expliciet voorzien) niet uitgeoefend worden door de politieambtenaren Algemene Directie Economische Inspectie bevoegd voor het volledig Wetboek met uitzondering van gedeelte boek III (boekhoudwet) en boek IV (mededinging) (MB 25 april 2014, BS 5 mei 2014) Andere (inspectie)diensten FSMA (boek VII, titel 4), AD Kwaliteit en Veiligheid (boeken VIII & IX), BBI,
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Art. XV.2, 2: De door deze ambtenaren opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel. Een afschrift van het proces-verbaal wordt binnen dertig dagen na de vaststelling van de inbreuk aan de overtreder bij aangetekende brief betekend of hem overhandigd. [ ] Art. 52, 1, tweede zin Dienstenwet. De door deze ambtenaren opgemaakte processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Een afschrift ervan wordt bij een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding binnen dertig dagen na de datum van de vaststellingen, aan de overtreder toegezonden. Aangetekende brief of overhandiging afschrift PV 30 dagen Loutere inlichting (Laatste) vaststelling of identificatie verdachte
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Art. XV.3. Met het oog op het opsporen en vaststellen van de inbreuken bedoeld in artikel XV.2, 1, hebben de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren de volgende bevoegdheden: Lijst met 8 punten. Herneemt de bevoegdheden uit de bestaande wetgeving en moderniseert ze. De bijzondere bevoegdheden per boek staan in hoofdstuk 2 (specificiteiten voor het boek VII).
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden 1 zich tijdens de gewone openings- of werkuren, tijdens het productieproces of op het ogenblik dat de producten of diensten worden aangeboden of er aanwijzingen zijn dat het productieproces gaande is of de producten of diensten worden aangeboden, toegang verschaffen tot of zich toegang laten verkrijgen tot alle plaatsen waarvan zij op redelijke gronden van oordeel zijn dat de betreding ervan voor het vervullen van hun taak noodzakelijk is, tenzij het bewoonde lokalen betreft. Te allen tijde Voor wat betreft de boeken IX en XI. [ ] Indien zij redenen hebben te geloven aan het bestaan van een inbreuk kunnen zij, op gemotiveerd verzoek, in de bewoonde lokalen binnentreden tussen vijf en eenentwintig uur met voorafgaande, gemotiveerde, schriftelijke, ondertekende en gedagtekende machtiging van de onderzoeksrechter en door ten minste twee ambtenaren die gezamenlijk optreden. [ ]
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden 2 alle nuttige vaststellingen doen, alle onderzoeken, controles en opsporingen uitvoeren en alle informatie verzamelen die zij noodzakelijk achten voor het verzekeren van een daadwerkelijke naleving van de bepalingen [ ]. 3 elke persoon ondervragen over elk feit waarvan de kennis ervan nuttig is voor de opsporing of de vaststelling; Houdt rekening met de rechten van verdediging (Salduz, ) Artikel XV.1 (bepalingen Wetboek van Strafvordering zijn van toepassing) COL 8/2011 + COL 15/2014 4 de pakken, kisten, tonnen en alle andere soorten verpakkingen openen waarvan zij veronderstellen dat zij goederen bevatten die het voorwerp of het bewijs van een inbreuk bedoeld in artikel XV.2, 1 uitmaken, en er de inhoud van onderzoeken;
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden 5 zich op eerste vordering, zonder verplaatsing of na zich naar de in de bepaling onder 1 bedoelde plaatsen te hebben begeven, alle inlichtingen, documenten, stukken, boeken, bescheiden, gegevensbestanden en geïnformatiseerde dragers van gegevens laten verstrekken die zij tot het volbrengen van hun taken nodig achten en hiervan gratis afschrift nemen, of ze gratis meenemen tegen afgifte van een ontvangstbewijs. 6 een inventaris van producten opmaken of ze laten opmaken; 7 kosteloos de nodige monsters nemen, tegen afgifte van een ontvangstbewijs [ ]; Ontwerp van ministerieel besluit: tem. de inwerkingtreding bestaande uitvoeringsbesluiten toepassen (art. 10 van de wet tot invoeging van het boek XV in het WER) 8 proeven en analyses uitvoeren, of laten uitvoeren.
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Art.XV.5 1. Wanneer de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2, overeenkomstig de hun toegekende bevoegdheden, een inbreuk vaststellen, kunnen zij, tegen afgifte van een ontvangstbewijs, beslag leggen op: [ ] De ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 kunnen lokalen verzegelen wanneer zulks noodzakelijk is voor het leveren van het bewijs van een inbreuk bedoeld in artikel XV.2, 1 of het gevaar bestaat dat met de hierin aanwezige goederen inbreuken worden voortgezet of nieuwe inbreuken worden gepleegd. [ ] Formalisme: ontvangstbewijs + bevestiging door OM binnen de 15 dagen + schriftelijke vaststelling
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 1. Algemene bevoegdheden Art. XV.7. [ ], beschikken de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2, bij de uitvoering van hun taak, over de mogelijkheid om inlichtingen en adviezen te verschaffen, met name met betrekking tot de meest doeltreffende middelen voor de naleving van de bepalingen van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten. Soft law / preventie / empowerment
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 2. Bijzondere bevoegdheden Afdeling 2. De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek VII Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Bevoegdheden van de Economische Inspectie Boek VII met uitzondering van titel 4, hoofdstuk 4 (Toegang tot de activiteit van de kredietgevers en de kredietbemiddelaars) Onderafdeling 2. - De bevoegdheden van de FSMA
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 2. Bijzondere bevoegdheden Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Art. Art. XV.17. 1. [ ] de in artikel XV. 2 bedoelde ambtenaren de bevoegdheid de onderneming te benaderen door zich voor te doen als cliënten of potentiële cliënten, zonder dat zij hun hoedanigheid en de omstandigheid dat de bij deze gelegenheid gedane vaststellingen kunnen worden aangewend voor de uitoefening van het toezicht, moeten mededelen. Blijven vrij van straf, de ambtenaren bedoeld in artikel XV. 2, die in dat kader strikt noodzakelijke strafbare feiten plegen. [ ] Mystery-shopping Aanwenden als bewijs Geen provocatie in de zin van artikel 30 VT Sv. Noodzakelijkheidsvereiste
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 2. Bijzondere bevoegdheden Afdeling 8. De bijzondere bevoegdheid van het openbaar ministerie en de onderzoeksrechter Art. XV.30. Het openbaar ministerie of, indien een gerechtelijk onderzoek wordt geopend, de onderzoeksrechter, kan de voorlopige sluiting van de inrichting van de overtreder bevelen. De duur van de voorlopige sluiting mag de datum waarop over de inbreuk definitief uitspraak zal zijn gedaan, niet overschrijden.
Titel 1. De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van inbreuken Hoofdstuk 3. Waarschuwings- en openbaarmakingsprocedure Art. XV.31. 1. Wanneer is vastgesteld dat een handeling een inbreuk bedoeld in artikel XV.2, 1 vormt, [ ], kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 een waarschuwing richten tot de overtreder waarbij die tot stopzetting van deze handeling wordt aangemaand. [ ] De waarschuwing kan ook per fax of elektronische post worden meegedeeld. [ ] 3. [ ] kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 openbaar maken dat een onderneming heeft toegezegd om een in dit Wetboek of zijn uitvoeringsbesluiten bedoelde inbreuk stop te zetten. PV van waarschuwing: de feiten, de termijn, de wetgeving, Toezegging kan openbaar worden gemaakt (opnemen in PVW) Zachte aanpak voor beperkte inbreuken of miskenning van de wet (2468 in 2013)
Titel 2. De bestuurlijke handhaving Hoofdstuk 1. De transactie Art. XV.61. 1. Wanneer zij inbreuken bedoeld in artikel XV.2, 1 vaststellen, kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 een geldsom voorstellen waarvan de vrijwillige betaling door de overtreder de strafvordering doet vervallen. De overtreder krijgt in dat geval de mogelijkheid tot voorafgaande inzage en kopiename van de processen-verbaal die een inbreuk op de bepalingen van dit Wetboek vormen. KB 10/04/2014, BS 29/04/2014 2010: 58% transactie, 42% rechtstreeks parket
Titel 2. De bestuurlijke handhaving Hoofdstuk 1. De transactie Ev. waarschuwing Non-naleving Voorstel van transactie (minnelijke schikking) Onderzoek PV Wetgeving zonder transactie, ernstige feiten, Parket Non-betaling Sociale Inspectie: de inbreuken die bestraft worden met een sanctie van niveau 2, 3 of 4 worden meegedeeld aan het parket. Indien het parket afziet van vervolging, komt het dossier terug naar de administratie, die over kan gaan tot het opleggen van een administratieve geldboete.
Titel 3. De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Klassieke bepalingen: Art. XV.69. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek zijn van toepassing op de inbreuken bedoeld in dit Wetboek, onder voorbehoud van toepassing van de hiernavermelde bijzondere bepalingen. Art. XV.71. Wanneer de feiten voorgelegd aan de rechtbank, het voorwerp zijn van een vordering tot staking, kan er over de strafvervolging pas uitspraak gedaan worden nadat over de vordering tot staking een in kracht van gewijsde getreden beslissing is genomen.
Titel 3. De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Opdeling in 6 sanctieniveaus Niveau 1 een strafrechtelijke geldboete van 26 tot 5.000 euro Niveau 2 een strafrechtelijke geldboete van 26 tot 10.000 euro Niveau 3 een strafrechtelijke geldboete van 26 tot 25.000 euro Niveau 4 een strafrechtelijke geldboete van 26 tot 50.000 euro Niveau 5 een strafrechtelijke geldboete van 250 tot 100.000 euro en een gevangenisstraf van één maand tot één jaar of uit één van die straffen alleen Niveau 6 een strafrechtelijke geldboete van 500 tot 100.000 euro en een gevangenisstraf van één jaar tot vijf jaar of uit één van die straffen alleen
Titel 3. De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten Hoofdstuk 2. De strafrechtelijk gesanctioneerde inbreuken Afdeling per boek + afdeling belemmering van toezicht Bijvoorbeeld: Afdeling 5. de straffen voor de inbreuken op boek VII Art. XV.87. Met een sanctie van niveau 3 wordt gestraft, zij die ter kwader trouw de bepalingen overtreden : 1 van de artikelen VII. 57 tot VII. 59; [ ] Art. XV.90. Met een sanctie van niveau 5 worden gestraft, zij die : 1 als kredietgever de bepalingen van artikel VII. 95, 1, 2 of 3 overtreden; [ ]
Titel 3. De strafrechtelijke handhaving van dit Wetboek en zijn uitvoeringsbesluiten Hoofdstuk 3. Bijkomende straffen In bepaalde gevallen: Verbeurdverklaring Aanplakking van het vonnis of arrest Tijdelijke of definitieve sluiting
Boek VII. Betalings- en kredietdiensten Titel 5. Burgerlijke sancties Tussen partijen, afdwingbaar voor Burgerlijke rechtbank Bijvoorbeeld: Art. VII.197. De consument kan de terugbetaling eisen van de door hem gestorte bedragen, verhoogd met de som van de wettelijke intresten, wanneer een betaling gebeurd is ondanks het in de artikelen VII. 79, VII. 90 en VII. 114, 1, bedoelde verbod, of wanneer zij is gebeurd in het raam van een in artikel VII. 115 verboden schuldbemiddeling.
Wat kunnen de erkende instellingen schuldbemiddeling betekenen voor de ADEI? Om vaststellingen te doen: meldingen en input nodig Schuldbemiddelingsdiensten: eerste lijn en contactpunten met cliënt/consument Door veldervaring en kennis van schuldbemiddelaars: kunnen eerste selectie maken ADEI : meestal pas in laatste instantie op de hoogte Om praktijken aan te tonen: dossiers nodig
Vragen? Gecoördineerde versie wettekst: /nl/fod/codificatie_economische_wetgeving/ of http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=n&cn=2013022819&t able_name=wet Geannoteerd Wetboek Consumentenkrediet: http://www.consumercredit.be/nl/home/ Brochure betalingsdiensten /nl/binaries/brochure_nieuwe_wetgeving_sepa_201102_tcm325-128429.pdf Nicolas Cobbaert, Inspecteur / Jurist Nicolas.cobbaert@economie.fgov.be 02/277.60.23