PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE Kenniskansen voor AMZ-relevant synthetiserend onderzoek op basis van Maltarapportages 2 Project Oogst voor Malta
Inhoud 2 1 Inleiding 3 2 Achtergrond 4 3 Oogst voor Malta 5 4 Kenniskansen: identificatie en selectie 6 5 Oogst voor Malta fase 2 7 5.1 Welke vragen? 7 5.2 Welke data? 7 5.3 Potentiële kenniskansen 11 5.4 Kenniswinst 11 6 Resultaat: kenniskansen 2014-2016 12
1 Inleiding 3 In 2013 is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed begonnen met het formuleren en aanbesteden van opdrachten voor synthetiserend archeologisch onderzoek op basis van Malta opgravingen. Begin 2014 waren zeven opdrachten voor dergelijk onderzoek aanbesteed. De eerste rapportage is eind 2014 gereed. De onderwerpen van de eerste serie Oogst voor Malta opdrachten is top-down vastgesteld. 1 De onderwerpen van de tweede serie opdrachten zijn op een andere manier tot stand gekomen. In deze notitie wordt de werkwijze uitgelegd en verantwoord, en worden de nieuwe onderwerpen gepresenteerd. Deze onderwerpen worden later dit jaar uitgewerkt tot concrete opdrachten. Bron: http://www.nvnom.com/news/groningen-university-opens-university-college/ 1 RCE 2013: Kenniskansen voor AMZ-relevant synthetiserend onderzoek op basis van Malta-rapportages.
2 Achtergrond 4 In zijn reactie op de evaluatie van de Wet en het Besluit op de archeologische monumentenzorg heeft de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een aantal voorstellen gedaan die leiden tot een versterking van het bestaande archeologische stelsel. 2 De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft als verbindende factor tussen beleid, wetenschap en praktijk de opdracht gekregen enkele van die voorstellen uit te voeren. Een aantal van deze voorstellen is tot project uitgewerkt binnen het programma Kenniskaart Archeologie. Dat heeft tot doel te zorgen voor een betere infrastructuur voor belangenafweging binnen de archeologische monumentenzorg. 3 Voor meer info over het Kenniskaartprogramma zie: http://www.cultureelerfgoed.nl/ archeologiewet/kenniskaart-archeologie Essentieel voor een goede belangenafweging is dat de kenniswinst, die door het Malta onderzoek gegenereerd wordt, leidt tot nieuwe inzichten over het verleden. Deze nieuwe inzichten vormen de basis voor nauwkeurigere archeologische verwachtingen en daarop afgestemd archeologiebeleid. Uit bovengenoemde evaluatie is naar voren gekomen dat de cyclus van archeologische monumentenzorg juist op dit belangrijke onderdeel, interpretatie en synthese (het vormen van beelden van het verleden), stagneert. In zijn beleidsreactie schrijft de Staatssecretaris hierover het volgende: Ik zet in op de creatie en validatie van archeologische informatie zoals de Raad voor Cultuur dat verwoord heeft in zijn advies. Daarom zal ik een onderzoeksprogramma opzetten naar het voorbeeld van Oogst van Malta dat in 2009 is afgerond. Doel van dit programma is het opzetten van archeologische overzichtsstudies, waarbij ook standaardrapportages worden opgewerkt tot syntheses die leiden tot kennisvermeerdering van ons verleden. Daarbij zal ook worden verkend of in incidentele gevallen, bij belangrijke opgravingen, meer kennis kan worden gegenereerd dan de reguliere archeologische standaardrapportages doorgaans bieden. De kennis die dit programma oplevert, wordt verwerkt in de archeologische kenniskaart van Nederland. Tijdens en na afloop van het programma zullen de resultaten gepresenteerd worden aan het publiek. Het programma wordt uitgevoerd in samenwerking met andere partijen zoals universiteiten, archeologische bedrijven en andere overheden. 4 2 3 4 Brief aan de Tweede kamer d.d. 7 februari 2012, Vergaderjaar 2011-2012, 33 053, nr. 3. Uitvoeringsplan voorstellen beleidsreactie evaluatie archeologiewetgeving, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, mei 2012. Brief aan de Tweede kamer d.d. 7 februari 2012, Vergaderjaar 2011-2012, 33 053, nr. 3, pagina 7.
3 Oogst voor Malta 5 Om dit doel te bereiken is binnen de Kenniskaart Archeologie het project NieuweNOaA-Oogst voor Malta gestart. Het deelproject Oogst voor Malta beoogt de uitvoering van synthetiserend archeologisch onderzoek te stimuleren. Beschouwend en synthetiserend onderzoek vormt de cruciale schakel tussen het Malta-onderzoek en ons beeld van de nationale voorraad archeologie. 5 Binnen Oogst voor Malta worden de komende jaren onderzoeksopdrachten uitgezet die gerelateerd zijn aan evidente kennislacunes met betrekking tot de aard en verspreiding van archeologische verschijnselen in de Nederlandse bodem. De resultaten vormen vervolgens input voor een update van de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA 2.0) en voor de Kenniskaart Archeologie. Daarnaast zullen de resultaten gebruikt worden voor publieksgerichte activiteiten. Om bij het uitzetten van synthetiserend onderzoek goede keuzes te maken, worden binnen Oogst voor Malta: Potentiële kenniskansen opgespoord (zie uitgangspunten in hoofdstuk 4). de toename van kennis (kenniswinst) sinds de introductie van Malta geïnventariseerd. Dit wordt afgemeten aan de productie van synthetiserende studies, zoals proefschriften en wetenschappelijke artikelen waarin wordt ingegaan op thema s en vragen uit de NOaA. Deze inventarisatie dient voor het toetsen van kenniskansen. Als de betreffende vragen namelijk al (in belangrijke mate) door middel van synthetiserend onderzoek blijken te zijn beantwoord of beantwoord zullen worden, kunnen ze van de lijst met kenniskansen worden geschrapt. 5 Uitvoeringsplan voorstellen beleidsreactie evaluatie archeologiewetgeving, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, mei 2012, 16.
4 Kenniskansen: identificatie en selectie 6 Een kenniskans heeft betrekking op een periode, regio en/of thema die vanuit nationaal perspectief (dus als zodanig geformuleerd in de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie: NOaA) - enerzijds een grote lacune in onze kennis vormt en anderzijds naar verwachting opgevuld kan worden door een synthetiserende analyse van een substantiële hoeveelheid Malta-rapporten. Onder een synthetiserende analyse verstaan we: een samenhangende wetenschappelijke analyse van een grote hoeveelheid gegevens uit archeologische basisrapportages, gericht op het beantwoorden van wetenschappelijke vragen of het opvullen van een geografische kennislacune. De nieuwe inzichten verkregen uit de Oogst voor Malta syntheses vormen vervolgens input voor de vernieuwing van de NOaA (NOaA 2.0). Thematische kenniskansen 6. Archeologisch onzichtbare boerderijen en erven uit de periode 1250-1650 (heel Nederland) 7. Locatiekeuze en bewoningsdynamiek in de late prehistorie, Romeinse tijd en middeleeuwen in oostelijk Noord-Brabant De resultaten verschijnen in de loop van 2014 en 2015 in de reeks Nederlandse Archeologische Rapporten (NAR) van de Rijksdienst en zijn op dat moment ook digitaal beschikbaar. De resultaten vormen input voor de Nieuwe Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOaA 2.0). De hier bedoelde Malta-rapportages betreffen rapportages van opgravingen en in mindere mate inventariserende onderzoeken met een substantiële omvang, uitgevoerd sinds ca. 1996. Prioriteit krijgen kenniskansen die belangrijk zijn voor het maken van betere keuzes binnen de context van de archeologische monumentenzorg. Belangrijk in dit opzicht zijn de zogeheten geografische kennislacunes, relatief grote gebieden waar tot Malta weinig archeologische informatie over was en zeker geen samenhangend overzicht (Zie: Kennisatlas 1997 6, Archeologiebalans 2002 (zip bestand 20 MB), Erfgoedbalans 2009). Zelfs basale syntheses betekenen hier vanuit AMZ perspectief een grote stap voorwaarts. Gebieden zonder de benodigde stapels Maltarapporten vallen op voorhand af. De volgende onderzoeksopdrachten zijn in 2013/2014 aanbesteed: Geografische kenniskansen 1. Westelijk Noord-Brabant 2. De Gelderse vallei (Utrechts-Gelders zandgebied) 3. Hollands Duingebied Chronologische kenniskansen 4. Laat-neolithicum, de vroege bronstijd en de midden-bronstijd- A (heel Nederland) 5. De overgang van de laat-romeinse tijd naar de vroegmiddeleeuwse periode in Zuid-Nederland 6 Groenewoudt, B.J. & R.C.G.M. Lauwerier 1997: Kennisatlas: stand van kennis en kennisleemten; een snelle inventarisatie, Amersfoort (Interne Rapporten ROB 33).
5 Oogst voor Malta fase 2 7 In fase 1 van Oogst voor Malta zijn grote, onomstreden kansen voor synthetiserend onderzoek top-down geïnventariseerd en samengebracht in een groslijst met potentiële kenniskansen. Daaruit zijn op basis van expert judgement de meest kansrijke geselecteerd, nader gedefinieerd en aanbesteed. Vanaf 2014 worden kenniskansen bottom-up geïdentificeerd. Dat houdt in dat systematisch wordt geanalyseerd waar de grootste kansen liggen om op basis van Malta-rapporten kenniswinst te boeken. 1. Grote vragen (NOaA) + 2. Potentiële kennis (data) = 3. Potentiële kenniskansen - = 7. Kenniswinst 6. Opdrachten 4. Kenniswinst 5. Kenniskansen Dat wordt in vijf stappen gedaan. 1. Welke vragen? Wat zijn op basis van de NOaA de grote vragen, en de belangrijkste kennislacunes? 2. Welke data? Welke data bevatten de Malta-rapporten. Waar bevinden zich data clusters? 3. Potentiële kenniskansen. Overlap tussen 1 en 2; situaties waarbij data clusters de mogelijkheid lijken te bieden om grote vragen te beantwoorden. 4. Kenniswinst. Als blijkt dat grote onderzoeksvragen, zoals verwoord in de verouderende NOaA 1.0, inmiddels (deels) al zijn beantwoord of binnen andere onderzoekskaders beantwoord zullen worden, is synthese van Malta rapportages om die vragen te beantwoorden niet meer nodig of minder urgent. 5. Resultaat: onderbouwde en gecontroleerde kenniskansen. 5.1 Welke vragen? Voor de NOaA 2.0 (in aanbouw) 7 zijn overkoepelende onderzoeksthema s geformuleerd. Deze thema s zijn gebaseerd op lacunes en vragen uit de NOaA 1.0. Voor elk van deze thema s zullen vragen worden geformuleerd. De thema s zijn: 1. Archeologisch slecht bekende gebieden 2. De dynamiek van het Nederlandse landschap 3. Gebruik van het water 4. Occupatie en adaptatie in de Dutch delta en langs de kust 5. Sociale differentiatie 6. Emigratie en immigratie 7. De archeologie van het rituele 8. Conflictarcheologie 9. Dodenbestel en grafmonumenten 10. De overgang laat-paleolithicum - vroeg-mesolithicum 11. Neolithisering 12. De uitontwikkeling van de landbouw 13. De rol van natuurlijke voedselbronnen na de introductie van de landbouw 7 RCE 2014: NOaA 2.0. Naar een nieuwe Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (Programma Kenniskaart Archeologie-Project Nieuwe NOaA), bijlage 1. Werkwijze bottom-up identificatie kenniskansen en creëren van nieuwe kennis en vragen. 14. De limes: inrichting en interactie 15. Overgang Romeinse tijd - Vroege Middeleeuwen 16. Frankisering en kerstening 17. Dorpsvorming 18. De ontwikkeling van steden 19. De relatie stad - platteland 20. --- 5.2 Welke data? Het grootste deel (812) van de opgravingsrapporten verschenen sinds 2007 zijn op basis van de inhoud voorzien van de volgende metadata 8 : Datering Archeoregio Complextype Kennisthema s NOaA 2.0 Trefwoorden 9 De gemetadateerde rapporten zijn opgenomen in een database. Analyse daarvan heeft data clusters in beeld gebracht, eerst per variabele, daarna op basis van verbanden tussen variabelen (bijvoorbeeld: periode gerelateerd aan archeoregio). Opvallend zijn bijvoorbeeld het hoge aantal rapporten voor de late middeleeuwen en de nieuwe tijd (periode) en met name nederzettingen met een stedelijk karakter en het hoge aantal rapporten met betrekking op het Brabants Zandgebied (archeoregio). Belangrijk! Deze data zijn extern toegankelijk gemaakt via ADLIB waardoor men zelf selecties kan maken van opgravingsrapporten die voor een bepaald onderzoek relevant zijn. 8 9 RCE 2014: Malta-opgravingsrapportages 2007 2013 beter ontsloten (Programma Kenniskaart Archeologie Project Oogst voor Malta). RCE 2014: NOaA 2.0. Naar een nieuwe Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (Programma Kenniskaart Archeologie-Project Nieuwe NOaA), bijlage 4.
8 Opgravingsrapporten 2007-2013. Frequentie perioden.
9 Opgravingsrapporten 2007-2013. Frequentie archeoregio s.
10 Opgravingsrapporten 2007-2013. Frequentie complextypen.
11 5.3 Potentiële kenniskansen Een potentiële kenniskans is een situatie waarbij een match is tussen een data cluster en een grote vraag. Deze potentiële kenniskansen zijn geïdentificeerd door dataclusters tegen NOaA-vragen af te zetten. 5.4 Kenniswinst Het kan zijn dat dat bepaalde NOaA-vragen sinds het gereed komen van de NOaA al (deels) beantwoord zijn of binnen andere onderzoekskaders beantwoord zullen worden. In dergelijke gevallen is synthetiserend onderzoek niet (meer) nodig, of heeft minder prioriteit. Om inzicht te krijgen in de thema s en archeoregio s waarvoor de afgelopen jaren kenniswinst is gegeneerd, 10 is een database opgezet. Deze is gevuld met synthetiserende werken, als proefschriften, boeken en artikelen. Daarbij is voortgebouwd op de inventarisatie die voor de Erfgoedbalans 11 en Vragen over Malta (RAM 196) 12 is uitgevoerd. Tijdens deze zoektocht zijn verschillende bronnen geraadpleegd, zoals de websites van universiteiten (onder andere de jaarverslagen) en van NWO en een uitgebreide serie tijdschriften. Daarnaast zijn enkele in- en externe deskundigen op het gebied van de late middeleeuwen geraadpleegd. Synthetiserende studies: verdeling naar thema. De aantallen synthetiserende publicaties (= kenniswinst) zijn per thema en periode geïdentificeerd: (zie onderstaande afbeeldingen) en vervolgens meer gedetailleerd, bijvoorbeeld per thema verdeeld naar archeoregio en perioden. Belangrijke conclusie: afgezet tegen de potentiële kenniskansen is er vooral weinig kenniswinst geboekt ten aanzien van de periode late middeleeuwen - nieuwe tijd. Voor die periode zijn diverse NOaA vragen onbeantwoord. Dus zijn hier kansen voor substantiële kenniswinst, met andere woorden: kenniskansen. Synthetiserende studies: verdeling naar periode. 10 RCE 2014: Analyse archeologische kenniswinst (2000-2014). 11 De Boer 2009. 12 Lauwerier et al. 2011.
6 Resultaat: kenniskansen 2014-2016 12 Volgens die hierboven beschreven systematiek is bottom-up een reeks kenniskansen gedefinieerd. Onderstaande lijst vormde de basis van de offerte uitvraag synthetiserend archeologisch onderzoek Oogst voor Malta fase 2 (19 augustus 2014). De potentie van deze thema s in termen van kenniswinst zal nog nader onderzocht worden. Vervolgens zullen de geselecteerde onderwerpen nader gepreciseerd, ingekaderd en aanbesteed worden (vanaf eind 2014). Regionale syntheses: 1. Limburgs zandgebied (geografische kennislacune). 2. Hollands veen en kleigebied (eventueel chronologisch of thematisch ingekaderd). Thematische syntheses: 3. Bewoning en landschapsgebruik in de vroege prehistorie. 4. Nieuws over urnenvelden. 5. Verkaveling en verstening in steden in de late middeleeuwennieuwe tijd 6. Ambachtelijke specialisatie en productie in steden in de late middeleeuwen-nieuwe tijd. 7. Ruralisering als tegenpool van urbanisering in steden in de late middeleeuwen-nieuwe tijd. 8. Stadsvorming/vroeg-stedelijke ontwikkeling in de late middeleeuwen-nieuwe tijd. 9. Dorpsvorming in de late middeleeuwen-nieuwe tijd. 10. Overig: onder dit onderwerp vallen alle onderwerpen welke nog niet expliciet zijn benoemd.
Colofon Tekst: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Tessa de Groot & Bert Groenewoudt PROGRAMMA KENNISKAART ARCHEOLOGIE Project Nieuwe NOaA/Oogst voor Malta Deelproject Oogst voor Malta Actie Kenniskansen bottom-up Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Smallepad 5 3811 MG Amersfoort Postbus 1600 3800 BP Amersfoort tel. 033 421 7 421 info@cultureelerfgoed.nl www.cultureelerfgoed.nl November 2014