Regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

STAATSCOURANT. Nr

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

STAATSCOURANT. Nr

Regeling bekostiging personeel PO en vaststelling bedragen leerlinggebonden budget VO

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD

- 1 - Besluit: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

STAATSCOURANT. Nr. 9088

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

STAATSCOURANT. Nr

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

- 1 - Besluit: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het vo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvullende formatie basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so op grond van bijzondere omstandigheden schooljaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M. Dijksma,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs

DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

CVDR. Nr. CVDR357605_1

' md archief. "um. a 20

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Hoogeveen.

GEMEENTEBLAD. Nr

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor

gelet op de artikelen 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

CVDR. Nr. CVDR355983_1

Groeiregeling (V)SO scholen met leerlingen uit een residentiële instelling

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Modelbeleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

Beleidsregel voor bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Borsele

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

5. Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs,

GEMEENTEBLAD. Nr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs primair onderwijs gemeente Leiden 2015.

Bijlage - Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

Artikel 1. Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs

Beleidsregel Bekostiging Lokalen Bewegingsonderwijs voor een school voor

Burgemeester en wethouders van Zaltbommel - Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Zaltbommel 2017 vastgesteld

CVDR. Nr. CVDR603986_1

Artikel 1. Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

BESLUIT VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

De concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling,

Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs gemeente Amersfoort 2016

GEMEENTEBLAD. Nr

Melding geïndiceerde leerlingen

gelet op de artikelen 91, 117 en 136 van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 89, 115 en 130 van de Wet op de expertisecentra;

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school

Concept-Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs

Regeling aanvullende formatie leerlinggebonden financiering (lgf) voor het schooljaar

GEMEENTEBLAD. Nr. 6763

Regeling vaststellen bedragen leerlinggebonden financiering in het. middelbaar beroepsonderwijs

Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus 2001

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 116 en 123 van de Wet op het primair onderwijs;

Blad 1/2. Basisonderwijs VMBO (MAVO/VBO)

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Aanvullende formatie voor basisscholen op grond van bijzondere omstandigheden voor het schooljaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Regeling vaststelling van de drempel en de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar

Leerlingentelling voor groeiformatie voor basisscholen

BESLUIT BEKOSTIGING WPO

Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs gemeente Voorst 2015

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Formatiebesluit WEC Page 1 of 35

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vaststelling bedragen programma s van eisen (pve s ) voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs voor het jaar 2005

Blad 1/2. Basisonderwijs VMBO (MAVO/VBO)

Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of mlk in het schooljaar

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 oktober 2015, kenmerk SO/ ;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Regeling overgang scholen voor praktijkonderwijs naar lumpsumbekostiging per 1 augustus 2006

Wijziging van de Subsidieregeling leerlinggebonden financiering MBO in verband met het aanpassen van de subsidiebedragen

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Voorlichting Leerlingentelling voor aanvullende bekostiging personeelskosten in verband met (bijzondere) groei voor basisscholen

Transcriptie:

Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs 2006-2007 Bestemd voor bevoegde gezagsorganen van scholen voor primair onderwijs; directies en overig personeel van scholen voor primair onderwijs en scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs; regionale expertisecentra. inwerkingtreding 16 juli 2006 Geldigheidsduur onbepaald Juridische grondslag de artikelen 116, 120, 123, 124, 125, 129 en 132 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 113, 117, 120 en 124 van de Wet op de expertisecentra, artikelen VIII, IX en XIV van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van ondermeer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs, de artikelen 11a, 17, 19, 22, 26, 29 en 30 van het Besluit bekostiging WPO en de artikelen 10b, 30, 31, 35 en 56a van het Besluit bekostiging WEC Officiële publicatie Zie de Staatscourant van 14 juli 2006, nummer 135 Relatie tot eerdere publicaties De Regeling bekostiging personeel primair onderwijs 2006-2007 van 5 april 2006, nr. PO/ADR/06/51034, gepubliceerd in de Staatscourant 2006, 73, pagina 22 van 12 april 2006 wordt ingetrokken met dien verstande dat deze van toepassing blijft op bezwaar- en beroepschriften die op de datum van inwerkingtreding van deze regeling aanhangig zijn. 1 / 47

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, Gelet op: de artikelen 116, 120, 123, 124, 125, 129 en 132 van de Wet op het primair onderwijs; de artikelen 113, 117, 120 en 124 van de Wet op de expertisecentra; artikelen VIII, IX en XIV van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van ondermeer de Wet op het primair onderwijs; de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs; de artikelen 11a, 17, 19, 22, 26, 29 en 30 van het Besluit bekostiging WPO en de artikelen 10b, 30, 31, 35 en 56a van het Besluit bekostiging WEC; Besluit Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Paragraaf 1. Begripsbepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. WPO: de Wet op het primair onderwijs; b. WEC: de Wet op de expertisecentra; c. basisschool: basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; d. speciale school voor basisonderwijs: speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; e. school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra niet zijnde een instelling; f. f. schoolgewicht: het schoolgewicht, bedoeld in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO; g. cumi-leerling: leerling met een niet-nederlandse culturele achtergrond als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO en artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC; 2 / 47

h. instelling : instelling als bedoeld in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, van de Wet op de expertisecentra; i. REC: Regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de WEC; j. j. formatiebasisbedrag: het bedrag bedoeld in artikel 22, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WPO en artikel 31, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WEC; k. formatieleeftijdsbedrag: het bedrag bedoeld in artikel 22, onderdeel b, van het Besluit Bekostiging WPO en artikel 31, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WEC; l. bekostigings-fre-prijs: de gemiddelde prijs per formatierekeneenheid als bedoeld in artikel VII van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primaironderwijs met dien verstande dat artikel 8 van het Tijdelijk besluit meetjaargegevens buiten toepassing blijft. m. Samenvoeging van scholen:daadwerkelijke samenvoeging per 1 augustus van twee of meer gelijksoortige scholen, als bedoeld in artikel 1 van de WPO en artikel 1 van de WEC. Paragraaf 2 Basisscholen Artikel 2 Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen 1. De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2005 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van basisscholen, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen: a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd : 40,26 jaar b. gpl leraar : 51.066,62 c. gpl schoolleiding : 64.431,17 2. Het formatiebasisbedrag respectievelijk het formatieleeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 22, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is voor basisscholen: a. formatiebasisbedrag : 24.475,80 b. formatieleeftijdsbedrag : 660,51 3. Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de WPO bedraagt voor: bedrag per ll verhogingsbedrag a. leerlingen van 4 t/m 7 jaar : 1.458,76 39,37 en voor: b. leerlingen vanaf 8 jaar: 1.015,75 27,41 4. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van basisscholen, bedoeld in artikel VI, tweede lid, van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 3 / 47

1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs bedraagt: 3,84% en 3,16% Artikel 3 Vaststelling aanvullende bekostiging (zeer )kleine scholen en bestrijding onderwijsachterstanden Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in de in de eerste kolom genoemde artikelen, van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom bij het desbetreffende artikel: Artikel basisbedrag leeftijdsbedrag 23, eerste lid, (zeer kleine scholen) 79.270,54 1.778,56 24, tweede lid, onderdeel a, (kleine scholen voet) 52.642,55 1.420,62 24, tweede lid, onderdeel b, (kleine scholen verminderingsbedrag) 364,69 9,84 28, eerste lid, (schoolgewicht boa) 1.231,13 33,22 Artikel 4 Vaststelling aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en groei Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde l eeftijd van de leraren vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in de artikelen van het Besluit bekostiging WPO, genoemd in de eerste kolom, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel: Artikel bedrag 3a, vierde lid, (aanvang bekostiging) 10.738,53 29, vierde lid, (groei) 2.486,94 29, zevende lid, (Bv) 740,47 Artikel 5 Vaststelling bekostiging zorgvoorzieningen en bedragen bij overdracht Het bedrag per leerling verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren vermenigvuldigde bedrag, bedoeld in de artikelen van het Besluit bekostiging WPO, genoemd in de eerste kolom, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel: Artikel bedrag 31, eerste lid, (zorgvoorzieningen ) 131,58 31, tweede lid, (extra zorgvoorz. swvb zonder sbao) 3.631,02 32, eerste lid, (overdracht bij toename) 2.509,51 32, tweede lid, (overdracht boven 2%) 3.586,61 33 (overgang naar ander swv na 1 oktober) 6.096,12 4 / 47

Artikel 6 Vaststelling aanvullende bekostiging schoolleiding Het bedrag, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat niet hoger is dan 97 13.364,55 en voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat hoger is dan 97 leerlingen 26.729,10. Artikel 7 Vaststelling bedragen personele bekostiging LGF Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van basisscholen vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WPO respectievelijk het her te besteden basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is per onderwijssoort weergegeven in onderstaande tabel Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/ van: (Onderwijssoort) Bedrag Her te besteden bedrag a. dove kinderen 11.127,42 9.927,93 b. slechthorende kinderen 5.418,17 4.415,40 c. kinderen met ernstige 5.418,17 4.415,40 spraakmoeilijkheden d. lichamelijk gehandicapte kinderen 5.418,17 4.415,40 e. langdurig zieke kinderen met een 5.418,17 4.415,40 lichamelijke handicap f. zeer moeilijk lerende kinderen 5.418,17 4.415,40 g. meervoudig gehandicapte kinderen 11.127,42 4.415,40 h. Cluster 4 5.418,17 4.415,40 5 / 47

Artikel 8 Vaststelling bedragen bekostiging materiële instandhouding LGF De bedragen, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO, worden volgens de onderstaande tabel vastgesteld. Toelaatbaar verklaard tot speciaal Bedrag Her te onderwijs aan/ van: besteden (Onderwijssoort) bedrag a. dove kinderen 1.004 1.298 b. slechthorende kinderen 897 478 c. kinderen met ernstige 897 478 spraakmoeilijkheden d. lichamelijk gehandicapte kinderen 898 531 e. langdurig zieke kinderen met een 897 478 lichamelijke handicap f. zeer moeilijk lerende kinderen 846 319 g. meervoudig gehandicapte kinderen 897 478 h. Cluster 4 897 478 Artikel 9 Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid 1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO, bestaat voor basisscholen uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule 'basisbedrag + A + B', waarin: basisbedrag = 7.328,05 A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 285,54 B = het schoolgewicht, vermenigvuldigd met 238,30 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen met minder dan 145 leerlingen wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: 4.584,45 minus (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 31,62 ). 3. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 70% of meer leerlingen die met de factor 0,9 bijdroegen aan het schoolgewicht, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 108,61 ) plus (het schoolgewicht, vermenigvuldigd met 134,70 ). 4. Voor de bekostiging voor personeels en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 121, van de WPO of artikel 3a, zevende lid, van het Besluit bekostiging WPO. 5. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen, bedoeld in artikel 129, eerste lid, van de WPO bedraagt: 1,60%. 6 / 47

Artikel 10 Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management 1. De bekostiging, bedoeld in artikel 9, wordt voor basisscholen met uitzondering van basisscholen die in stand worden gehouden door een bevoegd gezag dat deelneemt aan pilot 1, genoemd in de bijlage bij de Kamerstukken II 2003 / 04, 29399, nr. 2, verhoogd met 2.669,57 per school en 36,35 per leerling. 2. Aan de verhoging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor elke basisschool met minder dan 145 leerlingen een bedrag toegevoegd dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: 5.728,95 minus (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 39,51). 3. De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro s afgerond. Paragraaf 3. Speciale scholen voor basisonderwijs Artikel 11 Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen 1. De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2005 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen: a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd : 41,32 jaar b. gpl leraar : 55.520,23 c. schoolleiding : 69.618,79 2. Het formatiebasisbedrag respectievelijk het formatieleeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 22, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is voor speciale scholen voor basisonderwijs; a. formatiebasisbedrag : 23.747,67 b. formatieleeftijdsbedrag : 769,01 3. Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de WPO bedraagt: a. 1.073,39 en b. 34,76. 4. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel VI, tweede lid, van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs bedraagt: 3,42% en 2,94%. 7 / 47

Artikel 12 Vaststelling bedragen zorgvoorzieningen Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van die school, bedoeld in artikel 120, vierde lid, van de WPO is: a. (bedrag per leerling): 1.534,10 b. (verhogingsbedrag): 49,68 Artikel 13 Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbestrijding Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 28, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, is: a. basisbedrag; 952,28 b. leeftijdsbedrag: 30,84 Artikel 14 Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding 1. Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van speciale scholen voor basisonderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 3a, vierde lid, van het Besluit bekostiging WPO, is 11.603,13. 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat niet hoger is dan 99 14.098,56 en voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat hoger is dan 99 leerlingen 28.197,12. Artikel 15 Vaststelling bedragen bekostiging voor personeel en materiële instandhouding LGF De artikelen 7 en 8 zijn van toepassing op scholen in deze paragraaf. 8 / 47

Artikel 16 Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid 1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO, voor speciale scholen voor basisonderwijs bestaat uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule 'basisbedrag + A+B', waarin: basisbedrag = 10.321,92 A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 479,91 B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met 144,63 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor speciale scholen voor basisonderwijs die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening van (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met 196,55 ) + (het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met 225,06 ). 3. Voor de bekostiging voor personeels en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 121, van de WPO of artikel 3a, zevende lid, van het Besluit bekostiging WPO. 4. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel 129, eerste lid, van de WPO bedraagt: 1,44%. Artikel 17 Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management 1. De bekostiging, bedoeld in artikel 16 wordt voor speciale scholen voor basisonderwijs met uitzondering van speciale scholen voor basisonderwijs die in stand worden gehouden door een bevoegd gezag dat deelneemt aan pilot 1, genoemd in de bijlage bij de Kamerstukken II 2003 / 04, 29399, nr. 2, verhoogd met 3.470,01 per school en 57,46 per leerling. 2. De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro s afgerond. 9 / 47

Paragraaf 4. Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs Artikel 18 Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen (voortgezet) speciaal onderwijs 1. De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2005 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel, respectievelijk van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 117, veertiende lid, van de WEC, bedragen: a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd : 40,83 jaar b. gpl leraar : 53.780,79 c. gpl oop : 33.189,40 d. gpl schoolleiding : 69.702,46 2. Het formatiebasisbedrag respectievelijk het formatieleeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 31, onderdeel a, respectievelijk onderdeel b, van het Besluit bekostiging WEC, is voor de scholen, bedoeld in het eerste lid: a. formatiebasisbedrag : 18.873,49 b. formatieleeftijdsbedrag : 854,93 3. Het bedrag per leerling respectievelijk het vermenigvuldigingsbedrag, bedoeld in artikel 117, eerste lid, van de WEC, is onderverdeeld naar onderwijssoort en leeftijd van leerlingen, weergegeven in onderstaande tabel: 4. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren,onderwijsondersteunend personeel, respectievelijk van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel VI, tweede lid, van de Wet van 16 juli 2005 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs bedraagt: 3,61%, 5,29% resp. 3,04%. 10 / 47

Onderwijs-soort Bedrag per leerling Vermenigvuldigingsbedrag SO jonger dan 8 jaar SO 8 jaar en ouder VSO SO jonger dan 8 jaar SO 8 jaar en ouder VSO a. Dove kinderen 10.655,46 5.757,87 5.764,46 183,04 180,99 190,31 b. Slechthorende kinderen 7.643,65 4.427,27 5.975,16 100,28 98,92 170,99 c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden 7.434,55 4.218,17 n.v.t. 100,28 98,92 n.v.t. f. Lichamelijk gehandicapte kinderen 9.819,37 9.819,37 10.322,32 100,97 100,97 172,61 h. 1 e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap 8.895,13 4.499,16 5.361,72 89,17 87,29 156,88 h. 2 e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap 6.554,59 4.283,59 4.966,05 108,83 107,89 159,10 j. Zeer moeilijk lerende kinderen 5.017,70 5.017,70 5.491,92 93,19 93,19 140,98 k.zeer moeilijk opvoedbare kinderen 6.554,59 4.283,59 4.966,05 108,83 107,89 159,10 m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut 6.554,59 4.283,59 4.966,05 108,83 107,89 159,10 n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie: a + j (doof en zmlk) 14.451,62 11.103,92 9.558,27 344,02 342,57 342,31 Doof en blind 19.038,48 14.140,90 14.140,90 515,27 513,21 513,21 b + j (sh en zmlk) 9.494,66 7.045,87 6.589,36 170,90 169,87 173,55 f + j (lg en zmlk) 13.139,11 13.139,11 13.490,09 159,79 159,79 176,29 11 / 47

Artikel 19 Vaststelling vast bedrag per school en aanvullende bekostiging voor bestrijding onderwijsachterstanden Bij aanspraak op bekostiging op grond van de artikelen van het Besluit bekostiging WEC, genoemd in de eerste kolom, behoren de bedragen, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom: Artikel basisbedrag leeftijdsbedrag 32, eerste lid, (vast bedrag per school) 22.146,15 1.003,17 41, eerste lid, (cumi-leerling oab) 726,63 32,91 Artikel 20 Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding 1. Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 3a van het Besluit bekostiging WEC, is 11.617,08. 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 35, van het Besluit bekostiging WEC, onderverdeeld in speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, alsmede naar onderwijssoort en aantal leerlingen, is weergegeven in onderstaande tabel: aantal leerlingen SO of VSO SOVSO MG SO of VSO MG SOVSO 1 tot en met 49 15.921,67 15.921,67 31.843,34 31.843,34 50 of meer 31.843,34 47.765,01 31.843,34 47.765,01 Artikel 21 Vaststelling aanvullende bekostiging voor ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 39, van het Besluit bekostiging WEC, is per onderwijssoort en afhankelijk van terugplaatsing naar basisonderwijs of overige onderwijssectoren, weergegeven in onderstaande tabel : 12 / 47

Onderwijssoort terugplaatsing naar basisonderwijs terugplaatsing naar voortgezet onderwijs of opleiding als bedoeld in art. 7.2.2., eerste lid onder a en b van de WEB basisbedrag leeftijds bedrag basisbedrag leeftijdsbedra g a. Dove kinderen 3.570,86 161,75 1.645,77 74,55 b. Slechthorende kinderen 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 c. Kinderen met ernstige 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 spraak moeilijkheden f. Lichamelijk 1.606,13 72,75 1.645,77 74,55 gehandicapte kinderen h. 1e Langdurig zieke 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 kinderen met lichamelijke handicap h. 2e langdurig zieke 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 kinderen anders dan met lichamelijke handicap j. Zeer moeilijk lerende 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 kinderen k.zeer moeilijk 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 opvoedbare kinderen m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 n. meervoudig gehandicapte kinderen met de mbinatie: a + j (doof en zmlk) 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 Doof en blind 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 b + j (sh en zmlk) 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 f + j (lg en zmlk) 1.606,13 72,75 1.075,79 48,73 13 / 47

Artikel 22 Vergoeding regionaal expertisecentrum De vergoeding voor een regionaal expertisecentrum en de bedragen per school en per leerling, bedoeld in artikel 56a, eerste lid, van het Besluit bekostiging WEC worden aangepast tot respectievelijk 28.638 en 9.581 per school en 163 per leerling. Artikel 23 Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid 1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 124, van de Wet op de expertisecentra bestaat voor de scholen in deze paragraaf uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule 'A+B+C', waarin: A = het aantal SO-leerlingen en VSO-leerlingen, vermenigvuldigd met de bedragen in de tabel genoemd onder A; B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met 113,30 ; C = het aantal ambulant begeleide leerlingen, vermenigvuldigd met 158,93. 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor scholen voor speciaal onderwijs die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening van (het aantal leerlingen vermenigvuldigd met het in de tabel onder B genoemde bedrag) plus (het aantal cumi-leerlingen vermenigvuldigd met 376,23 ) plus (het aantal ambulant begeleide leerlingen vermenigvuldigd met 81,54 ). 3. De onder A en B genoemde bedragen zijn afhankelijk van de onderwijssoort. Tabel A Onderwijssoort SO VSO a. Dove kinderen 907,29 907,29 b. Slechthorende kinderen 668,11 760,14 c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden 652,77 n.v.t. f. Lichamelijk gehandicapte kinderen 784,57 876,59 h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap 652,77 744,81 h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met 668,11 744,81 lichamelijke handicap j. Zeer moeilijk lerende kinderen 652,77 668,11 k.zeer moeilijk opvoedbare kinderen 668,11 744,81 m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch 668,11 744,81 instituut n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie: a + j (doof en zmlk) 1.305,04 1.305,04 Doof en blind 1.738,66 1.738,66 b + j (sh en zmlk) 861,28 876,59 f + j (lg en zmlk) 977,73 993,06 14 / 47

Tabel B Onderwijssoort SO en VSO a. Dove kinderen 351,42 b. Slechthorende kinderen 206,72 c. Kinderen met ernstige spraak moeilijkheden 206,72 f. Lichamelijk gehandicapte kinderen 351,42 h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap 206,72 h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap 206,72 j. Zeer moeilijk lerende kinderen 206,72 k.zeer moeilijk opvoedbare kinderen 206,72 m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut 206,72 n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie: a + j (doof en zmlk) 578,80 Doof en blind 795,45 b + j (sh en zmlk) 351,42 f + j (lg en zmlk) 496,12 Voor de bekostiging voor personeels en arbeidsmarktbeleid wordt het aantal leerlingen vastgesteld overeenkomstig artikel 118, van de WEC of artikel 3a, zevende lid, van het Besluit bekostiging WEC waarbij leerlingen op residentiële plaatsen niet worden meegeteld en het aantal residentiële plaatsen geteld wordt als leerling. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van scholen in deze paragraaf, bedoeld in artikel 124, eerste lid, van de WEC bedraagt: 1,74%. Artikel 24 Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management 1. De bekostiging, bedoeld in artikel 23 wordt voor scholen uit deze paragraaf met uitzondering van scholen die in stand worden gehouden door een bevoegd gezag dat deelneemt aan pilot 1, genoemd in de bijlage bij de Kamerstukken II 2003 / 04, 29399, nr. 2, verhoogd met 1.968,43 per school en 30,52 per leerling. 2. De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro s afgerond. 15 / 47

Paragraaf 5. Instellingen voor visueel gehandicapte leerlingen Artikel 25 Vaststelling bedragen 1. Het bedrag per leerling respectievelijk het vermenigvuldigingsbedrag, bedoeld in artikel 117, tiende lid, van de WEC is a. 1.030,49 en b. 46,68 2. Het bedrag, bedoeld in artikel 117, vierde lid, van de WEC is per instelling weergegeven in onderstaande tabel: (Bedrag per instelling visueel gehandicapte Instelling Bedrag leerlingen) Visio Onderwijsinstellingen Noord 25GP 1.843.681,68 Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte 25GR 4.992.952,34 Leerlingen Koninklijk Instituut tot Onderwijs van 25HD 3.369.753,36 Slechtzienden en Blinden Onderwijsinstelling Sensis 25HE 6.660.861,52 Artikel 26 Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid 1. De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor instellingen, bestaat uit het in de tabel opgenomen bedrag per instelling. (Bedrag per instelling visueel Instelling Bedrag gehandicapte leerlingen) Visio Onderwijsinstellingen Noord 25GP 72.019,11 Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte 25GR 241.111,41 Leerlingen Koninklijk Instituut tot Onderwijs van 25HD 152.693,26 Slechtzienden en Blinden Onderwijsinstelling Sensis 25HE 278.009,25 2. De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren van instellingen, bedoeld in artikel 124, eerste lid, van de WEC bedraagt:1,74%. 16 / 47

Artikel 27 Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management 1. De bekostiging, bedoeld in artikel 26 wordt voor instellingen verhoogd met 1.968,43 per instelling en 30,52 per leerling. 2. De verhoging wordt per instelling rekenkundig en op hele euro s afgerond. Hoofdstuk 2. Bijzondere bekostiging schooljaar 2006-2007 Paragraaf 1. Artikel 28 Aanwezigheid schipperskinderen 1. Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april wordt bezocht door 3 of meer kinderen in de leerjaren 1 tot en met 4 die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. 2. De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per ingeschreven schipperskind boven het aantal van 3 de in de tabel opgenomen bedragen die worden gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de bekostiging wordt toegekend. Aantal schipperskinderen Bedrag personeel Bedrag MI 3 tot en met 6 11.127,42 348,88 7 tot en met 10 16.545,58 523,41 11 tot en met 14 21.968,86 697,77 15 tot en met 18 27.387,03 872,30 En vervolgens per 4 leerlingen boven het aantal van 18 leerlingen te verhogen met 5.418,17 174,53 3. De aanvraag voor de bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: 4. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; 5. de datum waarop de kinderen zijn of worden toegelaten tot de school; 6. het aantal schipperskinderen dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd; 7. de school of scholen waarvan de kinderen afkomstig zijn, onder vermelding van de betreffende schoolsoort. 17 / 47

8. Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert. 9. Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag. 10. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen. 11. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel 29 Aanwezigheid zigeunerkinderen 1. Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april wordt bezocht door 4 of meer leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. 2. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; b. het aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en de Sinti en hun leerlinggewicht(en) dat op het telformulier van 1 oktober van het voorafgaande schooljaar waarin bijzondere bekostiging wordt aangevraagd, is opgegeven; c. het aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti met hun leerlinggewicht(en) dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt aangevraagd; 3 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert. 4. Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag. 5. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen. 6 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. 18 / 47

Artikel 29a. Leerlingen afkomstig uit Blijf van mijn lijf huizen 1. Het bevoegd gezag van een basisschool, waar gedurende een periode van maximaal één jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 10 leerlingen uit een Blijf van mijn lijf huis zijn ingeschreven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiele instandhouding. 2. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: 3. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; 4. een overzicht van het aantal tehuisleerlingen dat gedurende de periode van maximaal één jaar voor de aanvraag de basisschool heeft bezocht met de data van in- en uitschrijving. 5. Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het onderwijs waaronder de school ressorteert. 6. Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag. 7. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen. Artikel 30 Toename aantal asielzoekerkinderen 1. Het bevoegd gezag van een basisschool waar op de eerste schooldag van het schooljaar het aantal ingeschreven asielzoekers minimaal 10 meer bedraagt dan het aantal ingeschreven asielzoekers op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. Onder asielzoeker wordt in dit artikel verstaan een vreemdeling die in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onder c, d, f, g, h en j van die wet, onderscheidenlijk een vreemdeling van wie tenminste één van de ouders of voogden in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onder c, d, f, g, h en j van die wet, en die ingeschreven staat op een school en deze geregeld bezoekt. 2. Het bevoegd gezag van een basisschool die aanvullende bekostiging ontvangt in verband met groei, bedoeld in artikel 29, van het Besluit bekostiging WPO, en waarbij sprake is van een toename met minimaal 10 asielzoekerkinderen ten opzichte van het aantal asielzoekerkinderen op de datum van de laatste groeitelling, dan wel bij gebreke daarvan, 1 oktober van het voorafgaande 19 / 47

schooljaar ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. 3. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; b. het aantal asielzoekers op 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt aangevraagd; c. het aantal asielzoekers op de eerste schooldag van het schooljaar waarin de bijzondere en aanvullende bekostiging wordt aangevraagd. 4. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; b. de datum met ingang waarvan aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, is toegekend; c. het aantal asielzoekers dat heeft meegeteld voor de vaststelling van de toename; d. de data waarop de asielzoekers zijn ingeschreven op de school. 5. Van de aanvraag, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert. 6. Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag. 7 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen. 8 De in het eerste lid en tweede lid bedoelde bekostiging bedraagt per ingeschreven asielzoekerkind 1.138,79 voor personeel en 35,79 voor materiële instandhouding welke bedragen worden gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarvoor de bekostiging is toegekend. Artikel 31 Aanwezigheid visueel gehandicapte leerlingen 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een visueel gehandicapte leerling is ingeschreven die begeleiding ontvangt van een instelling voor visueel gehandicapte kinderen en waarvoor geen leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. 2. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend ingediend door middel van formulier nummer CFI 66052, te downloaden via www.cfi.nl en te bestellen met het plaketiket CFI 84887, bij CFI/BPO. Het aanvraagformulier dient voorzien te zijn van een 20 / 47

verklaring van ambulante begeleiding die is ingevuld door de instelling voor visueel gehandicapten die de ambulante begeleiding verzorgt. 3. De bekostiging,bedoeld in het eerste lid, bedraagt per leerling: Soort handicap Bijzondere bekostiging voor personeel Aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding Blinde leerling 11.127,42 1.130,13 Slechtziende leerling 5.418,17 955,78 De bedragen in deze tabel worden gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarin de leerling op de school is ingeschreven. 4. Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert. 5. Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag. 6. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen. Artikel 32 VSO programma voor oudere leerlingen aan school voor SO-ZMLK 1. Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen waar leerlingen een VSO-programma volgen, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens: a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school; b. het aantal kinderen van 13 jaar en ouder dat een VSO-programma volgt op 1 oktober 2005 dan wel 16 januari 2006 ingeval toepassing is gegeven aan artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC. 3. De bijzondere en aanvullende bekostiging gezamenlijk, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 2.200,00 per leerling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b. 4. Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het onderwijs waaronder de school ressorteert. 5 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag 21 / 47

Artikel 33 Bijzondere bekostiging preventieve ambulante begeleiding 1. Bevoegde gezagsorganen van scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet onderwijs ontvangen ambtshalve bijzondere bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding als bedoeld in artikel 8a, derde lid, onderdeel a, van de WEC, die bestaat uit een basisbedrag, welk bedrag wordt verhoogd met een leeftijdsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van de school op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal leerlingen van de school op de teldatum. 2. Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in het eerste lid, is onderverdeeld naar speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, alsmede naar onderwijssoort, weergegeven in onderstaande tabel Onderwijssoort SO VSO basisbedrag leeftijds basisbedrag leeftijds bedrag bedrag a. dove kinderen n.v.t n.v.t. 230,26 10,43 b. slechthorende kinderen 215,16 9,75 n.v.t. n.v.t. c. kinderen met ernstige 217,05 9,83 n.v.t. n.v.t. spraakmoeilijkheden d. lichamelijk gehandicapte kinderen 932,35 42,23 201,95 9,15 e. langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap 9,44 0,43 n.v.t. n.v.t. f. zeer moeilijk lerende 22,65 1,03 n.v.t. n.v.t. kinderen g. meervoudig n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. gehandicapte kinderen h. Cluster 4 56,62 2,56 96,25 4,36 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder het aantal leerlingen van de school op de teldatum verstaan het aantal ingeschreven leerlingen op 1 oktober 2005 dan wel 16 januari 2006 ingeval toepassing is gegeven aan artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC, exclusief de leerlingen op residentiële plaatsen afkomstig uit een justitiële jeugdinrichting en inclusief het aantal residentiële plaatsen voor leerlingen afkomstig uit een justitiële jeugdinrichting en inclusief het aantal ingeschreven leerlingen op 1 oktober 2005 dan wel 16 januari 2006 ingeval toepassing is gegeven aan artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC op overige residentiële plaatsen. 22 / 47

Artikel 34 Justitiële jeugdinrichtingen verbonden aan scholen voor VSO-ZMOK 1. Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen met een nevenvestiging die fungeert als gesloten justitiële inrichting waarbinnen het onderwijs georganiseerd moet worden, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel. 2. De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 27.578,79 per nevenvestiging en 414,11 per residentiële plaats. Artikel 35 Zeer moeilijk lerende kinderen in de groepen drie tot en met acht van de basisschool 1. Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een zeer moeilijk lerende leerling is ingeschreven waarvoor een leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding indien de leerling is geplaatst in groep 3 of hoger. 2. De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend ingediend voor een geïndiceerde zmlk-leerling die met ingang van het schooljaar vanuit groep 2 wordt geplaatst in groep 3 door middel van een per leerling volledig ingevuld formulier nummer CFI 66007, te downloaden via www.cfi.nl en te bestellen met het plaketiket CFI 84887, bij CFI/GEG. 3. De toekenning van de bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding wordt na de eerste toekenning elk schooljaar automatisch toegekend zolang de leerling op de school staat ingeschreven. 4. Indien de leerling wordt teruggeplaatst naar groep 2 stopt de toekenning met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand van terugplaatsing. Het bevoegd gezag meldt deze terugplaatsing direct aan CFI. 5. De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 5.704,14 per leerling en de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 271,00 per leerling. 23 / 47

Artikel 36 Omrekening aanvullende formatie voor opvang en begeleiding van leerlingen met autisme Het aantal formatierekeneenheden dat regionale expertisecentra ontvangen ten behoeve van het schooljaar 2005-2006 als aanvullende formatie in de zin van onderdeel 2.5. van de beleidsregel Aanvullende formatie voor basisscholen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (V)SO) en regionale expertisecentra (rec s) op grond van bijzondere omstandigheden voor het schooljaar 2005-2006, Gele Katern 2005, nr. 7, zoals die luidde op 14 oktober 2005, wordt omgerekend door genoemd aantal te delen door 195 en de op vier decimalen afgeronde uitkomst van deze berekening te vermenigvuldigen met de gemiddelde personele lasten van de leraren bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel b. Artikel 37 Omrekening formatiegarantie REC De bijlage, bedoeld in artikel 1 van de Regeling formatiegarantie lgf, Gele Katern 2003, nr. 10, wordt gewijzigd als volgt: Paragraaf 2.4 wordt vervangen door: 2.4 Formatiegarantie schooljaar 2005-2006 Voor het schooljaar 2005-2006 wordt de formatiegarantie voor het rec als volgt vastgesteld: X = de som van de formatie van de in het rec deelnemende scholen vastgesteld aan de hand van het Formatiebesluit oud, gebaseerd op de teldatum 1 oktober 2001 dan wel indien toepassing is gegeven aan artikel 9 van het Formatiebesluit WEC gebaseerd op 16 januari 2002, inclusief de formatie ambulante begeleiding, vermeerderd met: a. de aanvullende formatie, b. de aanvullende formatie voor rechtstreekse instromers zoals deze is toegekend voor het schooljaar 2002-2003 en exclusief: c. de fre s voor de schoolleiding Y = de som van de formatie van de in het rec deelnemende scholen vastgesteld aan de hand van het Formatiebesluit nieuw, gebaseerd op de voor het betreffende schooljaar geldende teldatum 1 oktober dan wel indien toepassing is gegeven aan artikel 9 van het Formatiebesluit WEC gebaseerd op 16 januari voorafgaand aan het schooljaar,vermeerderd met; a. de expertisebekostiging, 24 / 47

b. de formatie ambulante begeleiding i.v.m. herbesteding leerling gebonden budget zoals deze is toegekend op de peildatum 16 januari voorafgaand aan dat schooljaar, c. de terugplaatsings ambulante begeleiding (TAB), d. de preventieve ambulante begeleiding (PAB) en exclusief: e. de fre s voor de schoolleiding. X - Y = formatiegarantie 2005 2006 2.4a Bekostigingsgarantie schooljaren 2006-2007 en volgende schooljaren Voor de schooljaren 2006-2007 en volgende wordt voor het rec de bekostigingsgarantie telkens als volgt vastgesteld: X = de som van de formatie van de in het rec deelnemende scholen vastgesteld aan de hand van het Formatiebesluit oud, gebaseerd op de teldatum 1 oktober 2001 dan wel indien toepassing is gegeven aan artikel 9 van het Formatiebesluit WEC gebaseerd op 16 januari 2002, inclusief de formatie ambulante begeleiding, vermeerderd met: a. de aanvullende formatie, b. de aanvullende formatie voor rechtstreekse instromers zoals deze is toegekend voor het schooljaar 2002-2003 en exclusief: c. de fre s voor de schoolleiding vermenigvuldigd met de bekostigings-fre-prijs, waarna de uitkomst wordt aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde personele lasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Y = de som van de bekostiging van personeel, bedoeld in artikel 117, eerste tot en met derde lid, van de WEC, van de in het rec deelnemende scholen, gebaseerd op de voor het betreffende schooljaar geldende teldatum 1 oktober dan wel indien toepassing is gegeven aan artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC gebaseerd op 16 januari voorafgaand aan dat schooljaar, vermeerderd met; a. de expertise bekostiging, bedoeld in artikel 38 van de Regeling aanpassing bekostiging personeel PO 2006-2007 b. de bekostiging voor ambulante begeleiding i.v.m. herbesteding leerlinggebonden budget, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, met dien verstande dat wordt gerekend met het aantal ambulant begeleide leerlingen met een indicatie op 16 januari voorafgaand aan dat schooljaar, c. de bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding (PAB) en exclusief: d. de aanvullende bekostiging voor de schoolleiding, bedoeld in artikel 35, van het Besluit bekostiging WEC. X - Y = bekostigingsgarantie 2006 2007 25 / 47

Artikel 38 Omrekening Expertisebekostiging, aanvullende formatie scholen verbonden aan pedologische instituten en garantiebekostiging voor een voormalige afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen. 1. Het aantal formatierekeneenheden dat ten behoeve van het schooljaar 2005-2006 en eventueel volgende is toegekend als expertisebekostiging als bedoeld in artikel VII van de Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) en in de artikelen 1 en 2, van de Regeling Heliomare en expertisebekostiging, Gele Katern 2005, nr.1, wordt omgerekend door genoemd aantal te vermenigvuldigen met de bekostigings-fre-prijs en deze uitkomst aan te passen aan de ontwikkeling van de genormeerde personele lasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. 2. Het aantal formatierekeneenheden dat ten behoeve van het schooljaar 2005-2006 en eventueel volgende is toegekend als aanvullende formatie als bedoeld in artikel XI, tweede lid, van het Besluit van 26 februari 2003, houdende wijziging van het Bekostigingsbesluit WEC, het Formatiebesluit WEC, het Onderwijskundig besluit WEC, het bekostigingsbesluit WPO, het Formatiebesluit WPO en het Bekostigingsbesluit WVO in verband met de invoering van leerlinggebonden financiering, wordt omgerekend door genoemd aantal te vermenigvuldigen met de bekostigings-fre-prijs en deze uitkomst aan te passen aan de ontwikkeling van de genormeerde personele lasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. 3. Het aantal formatierekeneenheden dat ten behoeve van het schooljaar 2005-2006 en eventueel volgende is toegekend als garantiebekostiging voor een voormalige afdeling voor zeer moeilijk lerende kinderen als bedoeld in artikel VIII, derde lid, van de Wet van 28 november 2002 tot wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van een leerlinggebonden financiering en de vorming van regionale expertisecentra (regeling leerlinggebonden financiering) wordt omgerekend door genoemd aantal te vermenigvuldigen met de bekostigings-fre-prijs en deze uitkomst aan te passen aan de ontwikkeling van de genormeerde personele lasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. 26 / 47

Paragraaf 2. Bijzondere bekostiging bij samenvoeging Artikel 39 Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van basisscholen 1. Het bevoegd gezag van een basisschool die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren en die van de schoolleiding berekend op grond van het derde en vierde lid. 2. Het bevoegd gezag, bedoel in het eerste lid, ontvangt in het tweede schooljaar na de samenvoeging a. de helft van de bijzondere bekostiging berekend op grond van het derde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen en b. de bijzondere bekostiging berekend op grond van het vierde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen. 3. De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan X Y, waarin: X = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 23, 24, 25 en 28 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en Y = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 23, 24, 25 en 28 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging. 4. De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van de schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs Ys, waarin: Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging. 27 / 47