Uitvoerders op afstand wat kan nog wel en wat kan niet in het level playing field



Vergelijkbare documenten
6/22/2015. Definitie bedrijfstakpensioenfonds (art. 1 PW): een pensioenfonds ten behoeve van een of meer bedrijfstakken of delen van een bedrijfstak

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

VERPLICHTSTELLING: REGELING - EN OOK UITVOERDER?

Wetsvoorstel Algemeen Pensioenfonds

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handelsnaamrecht. Partner in gezond ondernemerschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tijdens het Rondetafelgesprek in bovengenoemd wetsvoorstel kwam de volgende vraag aan bod:

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Algemeen pensioenfonds in vogelvlucht

4. Bestuur (Principes A), de uitkomst van het onderzoek

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Solidariteit tussen generaties of generatiegevecht pensioen?

2.3. Today s is onderdeel van de Todays s Groep, eveneens een online broker.

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Mr M.J.C.M. van der Poel Expertisecentrum Pensioenrecht (VU)

No.W /III/Vo 's-gravenhage, 17 september 2015

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer mr. A.J. de Geus Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer De Geus,

HOUDBAARHEID PENSIOEN

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Datum 16 november 2015 Betreft Kabinetsreactie onderzoek verplichtgestelde bedrijfstakpensioenregelingen en het algemeen pensioenfonds

Investeren in vertrouwen. Samenvatting Meerjarenbeleidsplan

Markt en overheidsbepalingen

De artikelen 5 tot en met 7 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 komen te luiden:

De eigendomskwestie KNAW. 9 januari Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur)

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Modernisering van het Uitvoeringsmodel voor Pensioenregelingen

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland

Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

DNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Pensioenbericht 9 oktober 2015

De Rol van de Ondernemingsraad bij Pensioen. 1. Wettelijke bevoegdheid

Collectieve waardeoverdracht bij de overgang umc s van ABP naar PFZW

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Motie Omtzigt/Hamer

De PPI ook voor zelfstandigen?

Bijlage 1: Nadere toelichting behorende bij paragraaf 3 over de toezeggingen

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

ALGEMENE VOORWAARDEN. De Bedrijfsmakelaar.nl

1 Missie, visie Doelgroepen Communicatiedoelstellingen Kernboodschap van de communicatie Communicatiestrategie...

Najaarsbijeenkomst Vereniging Senioren ING Regio Rotterdam/Zeeland

Bpf Schilders. Ter discussie (On) mogelijkheden vrijstelling/dispensatie ZZP-ers. 19 december 2016, door Nicolette Opdam

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Rechtspraak 2015 Bedrijfstakpensioenfondsen

10. Pensioenfondsen aan de top van een holding

Modernisering van het uitvoeringsmodel voor pensioenregelingen Een achtergrondnotitie

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

verplichte aansluiting bij bpf Hibin

Vereniging voor Pensioenrecht 22 januari 2014

Gedragscode Medewerkers Eumedion

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

Nieuwsbrief Leergang Pensioenrecht

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie

Rechtspraak Wijnanda Rutten. Vereniging voor Pensioenrecht 21 januari Clifford Chance

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

TOETSINGCRITERIA PENSIOENSTELSEL GEZAMENLIJKE OUDERENORGANISATIES

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Bijeenkomst BPOA in de regio. Mei 2014

Pensioen Flash 2010 nr. 2

Onjuiste pensioenopgaven

De Nederlandsche Bank N.V., verweerster, gemachtigde mr. C.A. Doets, advocaat te Amsterdam.

4 maart Herijking rol

Algemene Ledenvergadering VG SABIC IP

: Loyalis Schade N.V., gevestigd te Heerlen, verder te noemen Verzekeraar

DNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

HET PENSIOENFONDS ALS VERMOGENSBEHEERDER

Waardeoverdracht. internationaal. Versie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

NMLK Didio DomJur Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA SP/PV Datum:21 mei In de zaak van

Vrijwillige aansluiting bij verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Later AOW en pensioen

MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Een verkenning van een nieuw model voor de uitvoering van pensioenregelingen

Governance: uw risico en uw aansprakelijkheid

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.

Uitgelicht: consolidatie in pensioenland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Waarom een APF? mr. Marianne M. Zweers Juridische zaken a.s.r.

Memorie van Toelichting. Algemeen

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Informatiebrochure, gevolgen arrest Gerechtshof voor uw pensioen

OR en PENSIOEN. Edwin Schop 16 november 2016, Vereniging voor Pensioenrecht

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Het speelveld van de medezeggenschap bij wijziging pensioenregeling. Bijeenkomst VVA, 30 mei 2013 Nicolette Opdam

Publieke presentatie onderzoeksresultaten Expertisecentrum Pensioenrecht VU d.d. 17 mei 2013:

Brochure Waardeoverdracht. Internationaal

De doorsneepremie ZO DENKEN WIJ ER OVER. De doorsneepremie. De doorsneepremie

Online Seminar Pensioen

Overzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking

Beslissing op bezwaar

Transcriptie:

Uitvoerders op afstand wat kan nog wel en wat kan niet in het level playing field Prof. dr. W.M.A Kalkman, Chief legal Officer ING Insurance Europe/Hoogleraar verzekeringsrecht Universiteit van Amsterdam

Wat staat er op het programma? Historie en Europese context Achtergronden van art. 5, 6 en 7 Wet Bpf 2000 Handhaving DNB inzake levensloopzaken ABP en PGGM Splitsing PGGM/Z&W Kort geding tegen PGGM/Z&W Bezwaarprocedure inzake weigering Handhaving DNB tegen PGGM/Z&W Hoe nu verder? 2

Verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds Verplichte deelneming sinds 1949 Bedrijfstakpensioenfondsen zijn door sociale partners opgerichte organen om in arbeidsvoorwaardenoverleg tot stand gekomen afspraken over pensioenvoorzieningen uit te voeren. bedrijfstakpensioenfondsen zijn aan te merken als organisaties met exclusieve rechten. Bedrijfstakpensioenfondsen hebben alleenrecht op het aanbieden van verplicht gestelde collectieve pensioenregelingen binnen een bedrijfstak de hoofdtaak van het pensioenfonds binnen de desbetreffende bedrijfstak staat niet onder concurrentie 3

Verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds Voordelen Breed verzekeringsdraagvlak (groepssolidariteit) Verkleining grijze en witte vlekken Efficiënte uitvoering door schaalvoordelen Nadelen Beperking concurrentie (markt voor verplichte deelneming niet toegankelijk voor verzekeraars) 4

Verplichtingstelling in europese context Europese Hof van Justitie: verplichtstelling niet in strijd met Europese mededingingsregels (arresten Albany, Brentjes en Drijvende bokken) Aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds mag verplichtgesteld worden. Voor toepassing EG-mededingingsrechtelijke bepalingen is een bedrijfstakpensioenfonds een onderneming. Mededingingsbeperkingen gerechtvaardigd: In verband met bijzondere sociale taak van algemeen belang, door hoge mate van solidariteit (ontkoppeling van premieniveau en gedekte risico's) 5

Verplichtingstelling in europese context Een lidstaat handelt in strijd met de voorschriften van europees mededingingsrecht: wanneer het bedrijfstakpensioenfonds door de enkele uitoefening van de haar toegekende uitsluitende rechten misbruik van haar machtspositie maakt, of indien deze rechten een situatie kunnen creëren waarin het bedrijfstakpensioenfonds tot een dergelijk misbruik wordt gebracht. Oneerlijke concurrentie kan leiden tot eind verplichtstelling 6

Beperking concurrentie leidt tot beperkingen voor pensioenfondsen Taakafbakening (art. 116 PW) Referentiekader Staatsen (2003) Vier kernactiviteiten voor pensioenfondsen 1. algemene risicobeheersing en fondsbeheer 2. administratieve uitvoering van een pensioenregeling 3. beleggen en beheren van financiële middelen 4. informatieverschaffing aan deelnemers Art. 5, 6 en 7 Wet Bpf 7

Art. 5 Wet Bpf Bpf moet er voor zorgen dat: In het economisch verkeer geen naam of merk van het bpf wordt gebruikt; In het economisch verkeer geen naam of merk of daarmee overeenstemmend teken wordt gebruikt als daardoor associatiegevaar ontstaat t.a.v. naam, merk of overeenstemmend teken van het bpf 8

Art. 6 Wet Bpf Bpf mag, behoudens specifieke uitzonderingen, geen gegevens verstrekken aan anderen dan de deelnemer of diens werkgever dan wel de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde Belangrijkste uitzonderingen: 1. wettelijke verplichting tot gegevensverstrekking 2. gegevensverstrekking voor uitvoering van de pensioenregeling door bijvoorbeeld administratiekantoor; administratiekantoor is ook gehouden aan beperking gegevensverstrekking door Bpf. 3. machtiging door deelnemers om informatie aan derden te verstrekken. Bpf moet zich onthouden van suggesties met betrekking tot de aan te wijzen derde. 9

Art. 7 Wet Bpf Het bpf mag aan de deelnemers alleen algemene informatie verstrekken alsmede specifieke informatie over de eigen regelingen, dus géén specifieke informatie (daaronder valt ook reclame) voor producten bij gelieerde verzekeraars Geldt ook voor uitvoerders 10

Pensioenfondsen zoeken de grenzen op ABP position paper 2006 Zo denken wij er over Pensioenfondsen willen producten aanbieden die traditioneel tot het terrein van verzekeraars behoren. Voorbeeld: inkomensproducten op het gebied van werkloosheid. Sociale partners willen uitvoering zelf in de hand nemen, maar dat kan niet via pensioenfonds Behoefte aan geïntegreerde dienstverlening Informatieverstrekking over andere verzekeringsproducten Op het individu toegesneden productaanbiedingen doen 11

Randvoorwaarden overheid voor wensen pensioenfondsen Handhaving collectiviteit en solidariteit Sociale partners moeten volledig eigenaar blijven van de (financiële) middelen die benodigd zijn voor het feitelijk realiseren van de pensioenuitkeringen Mededingingsproof : gewaarborgd moet zijn dat pensioenfondsen niet een voordeliger positie op de markt hebben die voortvloeit of samenhangt met de verplichtstelling. 12

Levensloopkwestie Levensloop is geen pensioen en kan niet worden uitgevoerd door pensioenfondsen, wel door met bpf gelieerde bedrijven Pensioenfondsen ABP en PGGM en hun dochter hebben gezamenlijk met de pensioenfondsen opgetrokken Machtigingen Reclame maken voor levensloopproducten 13

Handhaving DNB tegen ABP/PGGM hoge boetes DNB voor ABP en PGGM Rechtbank Rotterdam oordeelt op 5 april 2007 dat boetes terecht zijn opgelegd ABP en PGGM in hoger beroep bij CBB CBB oordeelt 1 april 2008 eveneens dat boetes terecht zijn opgelegd Discussie ging over reikwijdte art. 5, 6 en 7 Wet Bpf 14

Analyse oordeel College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 1 april 2008 in de zaken van ABP en PGGM/Z&W Ratio art. 5 t/m 7 Wet Bpf: Bevoordeling van gelieerde bedrijven, door het profiteren van de reputatie van het Bpf, dient te worden voorkomen 15

Analyse oordeel College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 1 april 2008 in de zaken van ABP en PGGM/Z&W Ratio art. 5 Wet Bpf 2000: voorkomen moet worden dat het gelieerde bedrijf door het gebruik van naam, merk of teken meelift op het goede imago van het Bpf en daardoor een concurrentievoorsprong op andere marktdeelnemers krijgt. Ook maatschappelijke context (openheid, transparantie en informatieverplichtingen jegens deelnemers/consumenten) noopt in dit verband niet tot een ander inzicht. Bpf heeft de verplichting om op te treden wanneer een gelieerd bedrijf met een parallel belang aan het fonds, inbreuk maakt op de belangen die art. 5 beoogt te beschermen 16

Analyse oordeel College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 1 april 2008 in de zaken van ABP en PGGM/Z&W Ratio art. 6 Wet Bpf 2000: Bpf moet zich onthouden van acties waarbij gesuggereerd wordt om een machtiging tot gegevensverstrekking te verlenen aan een aan het fonds gelieerd bedrijf Vormen van overtreding: plaatsen van advertentie van gelieerde onderneming in eigen tijdschrift, in combinatie met het opnemen van een machtigingsformulier, Versturen folder aan deelnemers met coupon voor persoonlijk aanbod door gelieerde onderneming 17

Analyse oordeel College van Beroep voor het Bedrijfsleven van 1 april 2008 in de zaken van ABP en PGGM/Z&W Ratio art. 7 Wet Bpf 2000: Bpf moet zich onthouden om specifieke informatie aan deelnemers te geven over regelingen en producten, die niet door het fonds zelf worden uitgevoerd of aangeboden, maar door een aan hem gelieerd bedrijf Vormen van overtreding: Verstrekken van informatie aan deelnemers dat gelieerde onderneming levensloop voor pensioenfonds gaat aanbieden plaatsen van specifieke informatie op website over specifieke regelingen en producten die niet door fondsen zelf maar door gelieerde bedrijven werden uitgevoerd 18

Splitsing Pensioenfonds en uitvoeringsorganisatie PGGM: afsplitsing van de uitvoeringsorganisatie per 1-1-2008 Verkoop aan door sociale partners opgerichte coöperatie met structuurvennootschap Tevens overdracht van de naam PGGM aan de nieuwe uitvoeringsorganisatie (naamsbekendheid blijft behouden) Naam bpf per 1-1-2008 veranderd in Zorg en Welzijn Tevens wijziging van de naam Careon in PGGM Verkoop derde pijlerproducten onder naam PGGM ABP: afsplitsing uitvoeringsorganisatie door oprichting APG N.V.per Takenpakket uitvoeringsorganisatie APG N.V.: pensioenadministratie, vermogensbeheer, ICT en communicatie Naam Loyalis voor verzekeringsdochter blijft bestaan 19

Splitsing Pensioenfonds en uitvoeringsorganisatie Motivering door fondsen van de afsplitsing; pension fund governance, streven naar kostenefficiëntie Uitbesteding van de uitvoering van een pensioenregeling is toegestaan op grond van Pensioenwet (art. 34 PW jo. 12 Besluit uitvoering PW en Wvb) Kort-geding en bezwaarprocedure bij DNB over toelaatbaarheid volgtijdige naamsoverdracht van het Bpf aan uitvoeringsorganisatie. 20

Kort geding Rechtbank Utrecht Inzet kort geding: handelen in strijd met artikel 5 Wet Bpf oneerlijke concurrentie misleidende reclame handelen in strijd met artikel 5b Handelsnaamwet Uitspraak 13 februari 2008 21

Kort geding: handelen in strijd met art. 5 Wet Bpf 2000 Artikel 5 Wet Bpf vormt een beperking op het gebruik van een handelsnaam. Geen ruime interpretatie. Rechtzekerheid vraagt om een interpretatie die niet veel afwijkt van de letterlijke wettekst. Uit het tweede deel van deze bepaling en de strekking van de bepaling volgt niet dat naamsoverdracht door een bedrijfstakpensioenfonds verboden is. 22

Kort geding: oneerlijke concurrentie - 1 De uitleg van art. 5 Wet Bpf 2000 is van invloed op de mate van aanvullende bescherming tegen oneerlijke concurrentie die uitgaat van de open norm van artikel 6:162 BW. Uitgangspunt is van vrijheid van handel en bedrijf. Voordeel of voorsprong die een onderneming op zijn concurrenten heeft, is onrechtmatig indien voordeel of voorsprong op oneerlijke wijze is verkregen, bijvoorbeeld indien de onderneming aan specifieke omstandigheden, zoals een wettelijke monopoliepositie, voordelen kan ontlenen die niet openstaan voor andere mededingers. 23

Kort geding: oneerlijke concurrentie - 2 Standpunt verzekeraars: PGGM als pensioenfonds heeft grote bekendheid opgebouwd, alsmede een grote klantenkring en een betrouwbaar imago. Door het gebruik van deze naam voor het aanbieden van derde pijler producten maakt PGGM op een oneerlijke wijze gebruik van deze naamsbekendheid, grote klantenkring en dit betrouwbare imago. Standpunt Zorg & Welzijn en PGGM: Voor de naam PGGM is door PGGM is een marktconforme prijs aan goodwill betaald, deze prijs is met behulp van Ernst & Young tot stand is gekomen, Deloitte heeft fairness opinion over het bereikte onderhandelingsresultaat afgegeven, Er is sprake van toezicht van de Nederlandsche Bank en de Belastingdienst op de vaststelling van de koopprijs. 24

Kort geding: misleidende reclame Stelling verzekeraars: het gebruik van de naam PGGM door PGGM dient te worden aangemerkt als misleidende reclame in de zin van artikel 6:194 BW. Rechter: schending van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek omtrent misleidende reclame kan niet leiden tot het gevorderde verbod tot gebruik van een handelsnaam als zodanig, maar alleen tot een verbod tot het maken van misleidende reclame, zodat reeds om die reden de vorderingen op deze grond niet toewijsbaar zijn. 25

Kort geding: handelen in strijd met artikel 5b Handelsnaamwet Criterium: Geeft de handelsnaam een onjuiste indruk van de aard, het karakter, de betekenis of de voortbrengselen van de onderneming die onder die naam wordt gevoerd, en of dientengevolge misleiding van het publiek te duchten is. Rechter: het publiek wordt met name met de naam PGGM geconfronteerd in haar contacten met de uitvoeringsorganisatie van het Pensioenfonds. Deze uitvoeringsorganisatie is evenwel tezamen met de naam overgedragen. Dit betekent dat onder de naam PGGM nog steeds diensten met betrekking tot de pensioenen van het Pensioenfonds zullen worden verricht en aangeboden. 26

Beslissing DNB van 19 mei 2008 op bezwaar van Verbond van Verzekeraars van 12 december 2007 28 januari 2008 heeft De Nederlandsche Bank aan de Verzekeraars en het Verbond van Verzekeraars bericht dat zij van oordeel is dat de onderhavige naamsoverdracht geen overtreding vormt van artikel 5 van de Wet Bpf en dat zij niet bevoegd is ter zake handhavend op te treden. Op 19 mei 2008 handhaaft DNB haar beslissing op bezwaar. DNB: Na verkoop geen sprake van gelijktijdig gebruik van een bestaande naam (of merk); Geen verwarringsgevaar tussen de naam Zorg en Welzijn en PGGM. Rechtszekerheid vraagt strikte uitleg wettekst. 27

Hoe nu verder? Positie pensioenfondsen op de vrije markt vloeit voort uit de verplichtstelling. Overdracht uitvoeringsorganisatie niet transparant (afspraak tussen dezelfde partijen?) Sociale partners blijven ná overdracht uitvoeringsorganisatie volledig eigenaar van de (financiële) middelen. Uitvoeringsorganisatie pensioenfonds gaat integraal over (zelfde mensen, zelfde kantoor, zelfde automatiseringssystemen). Maatregelen kunnen direct of indirect concurrentieverstorend zijn. Overheid die meewerkt of behulpzaam is aan concurrentieverstoring stelt verplichtstelling ter discussie. 28