Dames en heren, meneer de staatssecretaris, Nog niet zo lang geleden stond ik hier ook en hield ik een vurig pleidooi voor de verhoging van de rijksbijdrage aan kunst en cultuur naar 1% van de rijksbegroting. Vandaag presenteer ik een advies waarmee de bijdrage van de rijksbegroting aan kunst en cultuur zal zakken van 0,6% naar een luttele 0.4 %. Deze bezuinigen leiden tot een enorme verschraling van de sector met grote gevolgen voor de werkgelegenheid in de cultuursector. Ik kan u niet genoeg zeggen hoezeer de Raad dat betreurt. Er vindt een ongekende stapeling plaats van maatregelen waarmee de cultuursector te maken heeft: niet alleen de landelijke bezuiniging, maar ook de bezuinigingen bij provincies en gemeenten. Verder zitten we nog midden in de naweeën van de financiële crisis die goed te merken is in de kaartverkoop en heeft het kabinet besloten dat per 1 juli het lage BTW-percentage wordt verhoogd naar 19%. Het was moeilijk een passende titel voor het advies te vinden en ik kan u vertellen dat we menige optie de revue hebben laten passeren om uitdrukking te geven aan deze forse bezuiniging.
De Raad realiseert zich dat het andere tijden zijn, dat er overal bezuinigd moet worden en wij voelen ons verantwoordelijk voor een deskundig advies over de invulling van deze bezuinigingen. Immers, dit advies is gebaseerd op de deskundigheid van velen uit het cultuurveld die hun nek hebben willen uitsteken door in zo n moeilijke tijd zitting te nemen in één van de commissies van de Raad. De Raad heeft zich de afgelopen maanden veelvuldig in een spagaat gevoeld: enerzijds tot op het bot (dit was overigens ook een voorstel voor de titel) overtuigd van het feit dat ons land al zo n minimaal budget uittrekt voor één van de belangrijkste waarden in een democratische samenleving, anderzijds de ogen niet sluitend voor de politieke realiteit. En met dat laatste hebben we allemaal te maken. Ik waardeer het dan ook dat de staatssecretaris als vertegenwoordiger van het kabinet hier aanwezig is om het advies van de Raad in ontvangst nemen. Dank daarvoor. En hoe ziet het advies er dan uit, zult u zich afvragen. De Raad heeft de bezuinigingsaanslag gedifferentieerd verdeeld over de sectoren. Daarbij is een mix gehanteerd van een generieke korting en een aantal beleidsinhoudelijke keuzen. Zo is bijvoorbeeld de sector Amateurkunst en Cultuureducatie relatief gespaard gebleven daar
zal ik zo nog iets over zeggen. Daarnaast adviseert de Raad ervoor om binnen de sectoren te kiezen voor een verandering van de invulling van het bestel: podiumkunsten en mogelijkerwijs musea zijn daar voorbeelden van. Het voert voor nu te ver om daar op in te gaan, ik geef u hier de hoofdlijnen uit het advies, de rest kunt u straks desgewenst lezen in de uitgereikte exemplaren of downloaden van de website. De Raad is van mening dat als je zo n groot percentage bezuinigt op zo n relatief kleine sector (ter vergelijking, er wordt slechts 12% bezuinigd op defensie) je dat alleen verantwoord kan doen als het gefaseerd gebeurt. Daarom pleiten wij ervoor dat de staatssecretaris de bezuiniging per 1 januari 2013 gefaseerd invoert. Te beginnen met 72 miljoen in 2013 oplopend in 2014 tot 98 miljoen en 125 miljoen in 2015. Voor deze laatste stap zal doorslaggevend zijn of de verwachtingen van de staatssecretaris ten aanzien van marktwerking zijn gerealiseerd. Wat dat betreft adviseert de Raad een toetsingssysteem te ontwikkelen waaruit enerzijds blijkt of de instellingen voldoende inspanningen hebben gepleegd en anderzijds of de fiscale en overige rijksmaatregelen het gewenste effect hebben gesorteerd.
In de adviesaanvraag schrijft de staatssecretaris dat hij cultureel ondernemerschap wil stimuleren. Prima, dat wil de Raad ook. Maar met de invoering van de BTW-verhoging maakt het kabinet het de sector wel heel erg moeilijk om ondernemender te worden. De Raad roept de staatssecretaris dan ook op om te zoeken naar incentives die instellingen de ruimte geven om ondernemender te worden. Daarnaast bepleit de Raad een consistent pakket van fiscale maatregelen om cultureel ondernemerschap en de geefbereidheid te stimuleren. Als voorbeeld daarvan noem ik u het fiscaal aantrekkelijk maken van geven ook voor kleine gevers. De Raad onderschrijft het grote belang dat de staatssecretaris hecht aan cultuureducatie. Daarom adviseert de Raad ook om slechts 18% op deze sector te bezuinigen. Des te onbegrijpelijker vindt de Raad het dat de staatssecretaris in zijn eerste bezuinigingsronde de cultuurkaart heeft afgeschaft. De Raad pleit voor terugkeer van de cultuurkaart of een soortgelijke maatregel op de rijksbegroting. Dames en heren, meneer de staatssecretaris, Dit waren in een nutshell een paar belangrijke onderdelen uit het advies. Ik kan u zeggen dat de raad het er niet gemakkelijk mee heeft gehad. Maar dat is niets vergeleken bij de ingrijpende gevolgen die het volgen van dit advies voor kunst en cultuur in Nederland zal hebben. Desondanks hoop ik dat U ons advies over zult nemen.
Bovendien hoop ik op spoedig licht aan onze economische horizon opdat de schade van de bezuinigingen voor publiek en veld weer ongedaan kan worden gemaakt.