Verantwoordingsdocument Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018

Vergelijkbare documenten
Verantwoordingsdocument

Nationaal Evaluatie Comité. Lerende mobiliteit (KA1) Tweede Call 2018

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2019

Verantwoording selectie Erasmus+ Lerende mobiliteit (KA1) Call 2016

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018

Toelichting selectie Erasmus+ VET Mobility Charter (KA109) Call 2018 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) september 2018

Voorlichting KA1 mbo Call 2018

Voorlichting KA1 mbo Call 2019

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2014 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie (ve)

Erasmus+ Femke During, HU Grant Office Liliana Dušati, International Office

Toelichting selectie Erasmus+ VET Mobility Charter (KA109) Call 2015 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) september 2015

Introductie Erasmus+ Rol van het Nationaal Agentschap. Dinsdag 18 september Marloes Hogervorst Eline van der Net

Voorlichtingsbijeenkomst Mobiliteit Nieuwkomers

Oproep experts Erasmus+

Nieuwe aanvragers Erasmus+ mbo

Van LLP Grundtvig naar Erasmus+

Verantwoording Selectie Transnationale Mobiliteit Call 2012

Het Europese subsidieprogramma Erasmus+ ( ) is de opvolger van onder andere het Leven Lang Leren programma (LLP, ).

Vragen gesteld tijdens de informatiebijeenkomst Erasmus+ voor primair en voortgezet onderwijs Utrecht, 22 november 2017

#46: Vragen en antwoorden nieuwe actielijn Erasmus+ voor scholen 'School Exchange partnerships'

Oproep experts Erasmus+ jeugd

Kick-Off KA1 mbo Call 2017

Oproep experten strategische partnerschappen (KA2) Call 2019

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer

Erasmus+ Voorlichting Call 2016 Mobiliteit van personeel KA1. Utrecht, 19 november 2015

LIFE+ Arnoud Heeres, LIFE Unit, Europese Commissie LIFE+ Presentatie Nederland

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

Erasmus+ Informatiebijeenkomst. Strategische Partnerschappen Key Action 2. School Exchange Partnerschappen. Utrecht, 22 november 2017

KA 1 Credit Mobility Hoger Onderwijs. Joy Plokker

Protocol Toetsing en Selectie Asiel, Migratie en Integratiefonds Deel A

HOE WORDT MIJN PROJECT BEOORDEELD?

FAQ s voor lopende mobiliteit projecten. Via CTRL+klikken op een van de onderstaande vragen komt u vanzelf bij het antwoord terecht.

Oproep experten Erasmus+ individuele leermobiliteit (KA1) Call 2019

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Nationaal Agentschap Erasmus+ volwasseneneducatie. Peter van Deursen Hannah Achterbosch

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Aanvraagformulier VOGIN Fonds

Wegwijzer projectadministratie

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Wetenschappelijk Onderzoek Patiëntenverenigingen

VR DOC.1263/2BIS

Mobility Tool+ Gebruikerstraining KA1

CALL FOR PROPOSALS. Die initiatieven versterken we met geld. Wij helpen ideeën te realiseren met financiële ondersteuning tot ,- per project.

KA2 strategische partnerschappen: ac1viteiten

HOE WORDT MIJN PROJECT BEOORDEELD?

Verantwoording selectie. Erasmus+ KA2. Strategische Partnerschappen. Call 2018

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

Aanvraagformulier VOGIN Fonds

Verantwoording selectie Erasmus+ Call KA1 - mobiliteit van personeel. sector primair en voortgezet onderwijs

Silvester Botman National Contact Point INTERREG North Sea Region Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende na overleg met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University

1. STAF MOBILITEIT (ONDERWIJSOPDRACHTEN EN STAFTRAINING)

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Woonvoorzieningen Aanvragen totaal Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4

Mobility Tool+ Gebruikerstraining

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:

Verantwoording selectie. Erasmus+ KA2. Strategische partnerschappen. Call 2019

Erasmus+ onderneem je zelf

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Drug Prevention and Information Programme DPIP Financieel Perspectief Doelstellingen

Beoordelen circulaire aanbesteding Douwe Jan Joustra, ICE-Amsterdam

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

Erasmus+ voor primair en voortgezet onderwijs. Strategische Partnerschappen & School Exchange Partnerships. Utrecht, 14 november 2018

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, alsmede de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Reglement projectondersteuning Gentenaars zonder Grenzen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Verantwoording selectie Leonardo da Vinci - Transfer of Innovation Call 2011

Resultaat Toetsing TNO Lean and Green Awards

Beoordelingsproces Aanvragen voor subsidiebeleidskader Samenspraak en Tegenspraak: strategische partnerschappen voor pleiten en beïnvloeden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

Subsidiereglement Bedrijf en buurt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Folder Stimuleringssubsidie

GEMEENTEBLAD. Nr. 3016

Erasmus+ Informatiebijeenkomst. Primair en voortgezet onderwijs. KA101: mobiliteit van schoolpersoneel. Utrecht, 14 november 2018

Hoofdstuk I Algemene bepalingen. Hoofdstuk II Indiening Stadsinitiatief

Algemene voorwaarden bij toekenning

VR DOC.1242/2BIS

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Oktober 2013

Erasmus+ Voorlichting Call 2016 Strategische (school) Partnerschappen KA2. Utrecht, 19 november 2015

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Financieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties

Mobility Tool. Gebruikerstraining. Anita van Doorn Sandy van der Drift. Den Bosch

Gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2016;

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

1 jaar UvA Job board

Studenten aan lerarenopleidingen

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens

Subsidiereglement. 1 maart stad Antwerpen servicepunt verenigingen

Krediet Kwaliteitsfonds Basisonderwijs provincie Groningen

Evenement Water en Klimaatadaptatie

Subsidiereglement voor ondersteuning van een. opstartende G-sportclubwerking

Transcriptie:

Verantwoordingsdocument Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018 Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Inleiding... 2 1 Procedure selectie... 3 2 Context budgetuitputting in het mbo... 5 3 Beschikbaar budget Call 2018 KA1 mbo... 6 4 Aanvragen Call 2018 KA1 mbo... 6 5 Criteria voor selectie en toekenning aanvragen... 8 6 Toelichting aanwezigheid van longterm mobiliteiten (student) bij aanvraag & toekenning... 10 7 Toelichting verhouding toekenning studenten professionals... 11 KA1 mbo Call 2018 1

Inleiding Lerende Mobiliteit, ook wel Mobiliteit of KA1 genoemd, is één van de drie key actions die onderdeel zijn van het op 1 januari 2014 gestarte programma Erasmus+ voor Onderwijs, Jeugd en Sport. In dit document wordt toegelicht hoe de KA1 mbo Call 2018 selectieprocedure is opgebouwd en uitgevoerd en wat de uitkomst van deze selectie is. Het betreft individuele mobiliteit van studenten en professionals in het mbo. Reguliere en verkorte aanvragen In 2015 is in het mbo de VET Mobility Charter ingevoerd en vanaf deze Call ook jaarlijks toegekend. Sinds de KA1 mbo Call 2016 is er daardoor een tweetal type aanvragen binnen KA1 mbo. Dit betreft reguliere aanvragen (KA102) en verkorte aanvragen voor instellingen die in het bezit zijn van een VET Mobility Charter (KA116). Nieuw in Call 2018 Met ingang van Call 2018 zijn er binnen KA1 mbo wijzigingen aangebracht. Dit betreft: - Het onderscheid tussen shortterm en longterm mobiliteiten voor studenten. In het kort: het idee hierachter is dat langere stages beter bijdragen aan de ontwikkeling van vakspecifieke kennis en vaardigheden, en dat langere stages (3+ maanden) om die reden gestimuleerd moeten worden ten opzichte van kortere stages. Hoewel er aan de mogelijke duur van studentmobiliteit feitelijk niets wijzigt (dit was al 2 weken tot 12 maanden), is er nu dus een expliciet onderscheid aangebracht. Er kan nu studentmobiliteit aangevraagd worden van 2 weken tot 3 maanden, dat noemen we shortterm. Mobiliteit van 3 maanden tot 12 maanden noemen we longterm (ook: ErasmusPro). De introductie van ErasmusPro (longterm) is tevens gelinkt aan een deel van de beschikbare middelen. Zie verder Hoofdstuk 6. - Om een toename van longterm mobiliteit te stimuleren zijn tevens Advanced Planning Visits geïntroduceerd. Dit zijn voorbereidende bezoeken die aanvragers onder bepaalde voorwaarden kunnen inzetten om tot (voorbereiding van) afspraken te komen om langere stages mogelijk te maken. Een positieve ontwikkeling omdat de ervaring leert dat het bouwen van duurzame partnerschappen tijd kost en de APV s kunnen daaraan bijdragen. KA1 mbo Call 2018 2

1 Procedure selectie Ontvangst aanvragen De deadline voor het indienen van aanvragen was 1 februari 2018 12.00 uur CET. Ontvankelijkheid Alle ingediende aanvragen zijn na het verstrijken van de deadline gecontroleerd op de ontvankelijkheidscriteria zoals voorgeschreven door de Europese Commissie. De ontvankelijkheidscontrole geldt voor het reguliere en verkorte (Charter) aanvraagproces. Toewijzing en voorbereiding experts Vanuit de Europese Commissie is bepaald dat de selectie van aanvragen (kwaliteitsbeoordeling) volledig op decentraal niveau (nationaal) plaatsvindt, volgens de procedure die is beschreven in de Guide for NA s en Guide for Experts. Elke aanvraag boven de 60.000,- dient door twee experts beoordeeld te worden en elke aanvraag tot en met 60.000,- door één expert. Indien er twee experts zijn, mág één daarvan ook extern zijn. Verkorte aanvragen (Charters) worden niet inhoudelijk beoordeeld en hebben dan ook geen experts toegewezen gekregen. Voor bezitters van een VET Mobility Charter geldt namelijk dat zij met de toekenning van de Charter al aangetoond hebben over de vereiste kwaliteit te beschikken, waardoor op dit moment dan ook niet opnieuw op kwaliteit beoordeeld hoeft te worden. Voor de reguliere aanvragen geldt: Binnen KA1 heeft het NA Erasmus+ voor Call 2018, net als in voorgaande Calls, gekozen om te werken met louter interne experts. De expertise van interne experts is hoog en het NA acht haar experts in staat om op objectieve wijze tot kwalitatief hoogwaardige expertbeoordelingen te komen. De experts worden na selectie uitgenodigd voor een instructiebijeenkomst. Voorafgaand aan de instructiebijeenkomst worden de experts toegewezen aan aanvragen. De expert die een aanvraag beoordeelt, is nooit dezelfde persoon die betrokken was bij advisering van deze aanvraag of bij begeleiding van lopende of recent afgesloten projecten van deze aanvrager. Hierdoor wordt een mogelijk conflict of interest voorkomen. Tijdens de instructiebijeenkomst is een enkel project nog gewijzigd van expert als laatste voorkoming van een mogelijk conflict of interest. Alle experts tekenen een verklaring dat er geen sprake is van conflict of interest. KA1 mbo Call 2018 3

Beoordeling door experts Na de instructiebijeenkomst gaan de experts aan de slag met het beoordelen van de aanvragen (KA102). In het geval van twee experts (aanvraag > 60.000), komen experts onafhankelijk van elkaar tot een beoordeling. In de beoordeling worden scores gegeven en deze worden onderbouwd. Daarbij wordt, waar nodig, een advies gegeven over goed/af te keuren kosten. De aanvraag wordt tezamen met eventueel toegevoegde bijlagen holistisch beoordeeld op basis van wat er is aangeleverd door de aanvrager. In het geval van twee experts gaan deze experts na het submitten van hun onafhankelijke beoordeling met elkaar in overleg om te komen tot één geconsolideerde beoordeling, zowel in score als in woorden. De geconsolideerde score hoeft niet het gemiddelde van de twee afzonderlijke scores te zijn. Indien er tussen de twee afzonderlijke scores een puntenverschil van 30 punten of meer is, gaan de experts niet consolideren, maar dient er een derde expert te worden ingezet. Dit is in Call 2018 niet van toepassing geweest. In het geval van één expert, zal deze beoordeling direct leiden tot de geconsolideerde beoordeling, met inachtneming van de eventuele opmerkingen naar aanleiding van het tegenlezen. Vervolgens worden alle geconsolideerde beoordelingen tegengelezen als extra kwaliteitscontrole. Op die manier wordt de intersubjectiviteit extra bewaakt en tevens wordt gekeken of de aanvraag beoordeeld is volgens de richtlijnen, of deze volledig is en wordt gelet op taalfouten en op consistentie tussen de hoogte van de score en de toelichting hierop. Het tegenlezen stuurt op geen enkele wijze het oordeel van de expert(s). Bepalen voorlopige toekenningen Na de kwalitatieve beoordeling, wordt op basis van de criteria, zoals toegelicht in hoofdstuk 5, een voorlopige verdeling van de subsidiemiddelen gemaakt. Voor de verkorte (Charter) aanvragen geldt dat na de ontvankelijkheidscontrole er een voorlopige verdeling van de subsidiemiddelen wordt gemaakt over de aanvragen die aan alle ontvankelijkheidscriteria voldoen. KA1 mbo Call 2018 4

Nationaal Evaluatie Comité Nadat de beoordelingen voor de reguliere aanvragen definitief zijn en het Agentschap gekomen is tot een verdeling van de middelen over de aanvragers (KA102 en KA116) wordt een voorstel voor voorlopige toekenning van subsidie gemaakt. Het Nationaal Evaluatie Comité beslist over dit voorstel en kijkt met name of er sprake is van maatschappelijke zorgvuldigheid, billijkheid en redelijkheid en niet van willekeur. Besluit en bezwaar Naar aanleiding van de beslissing van het Nationaal Evaluatie Comité ontvangen alle aanvragers een brief met daarin het besluit (toekenning of afwijzing). Er bestaat de mogelijkheid om tegen deze beslissing bezwaar te maken bij de bezwaarcommissie NA Erasmus+. 2 Context budgetuitputting in het mbo Het mbo heeft sinds 2014 de wind mee ten aanzien van internationalisering en dat ziet het NA terug in de besteding van subsidies. De statistieken van de eerste afgeronde projecten onder Erasmus+ (Call 2014, Call 2015) laten zien dat er gemiddeld genomen een besteding van nabij de 100% wordt gerealiseerd. Het Erasmus+ budget wordt door meerdere instellingen zelfs aangevuld met eigen investeringen. Sinds 2015 is een groot deel van de instellingen in staat het Erasmus+ budget binnen 1 tot 1,5 jaar uit te zetten (projectduur is 2 jaar). De toegenomen vraag naar studentmobiliteit en groeiende capaciteit in de instellingen maakt dat de begunstigden steeds beter in staat zijn budgetten zodanig te managen dat ze (zo volledig mogelijk) uitgeput worden. KA1 mbo Call 2018 5

3 Beschikbaar budget Call 2018 KA1 mbo 12.611.113,- Dit is een stijging van 16% t.o.v. het initiële budget van Call 2017 KA1 mbo. Een ruime herverdeling binnen Call 2017 in april/mei 2018 van 1.321.036,28, maakt de stijging ná herverdeling netto 3%. Onderverdeling naar type aanvrager KA102 (regulier) 2.522.222,- (20%) KA116 (Charter) 10.088.890,- (80%) Ondanks een stijging van het totale budget en overwegend kwalitatief hoge aanvragen, is het niet mogelijk voor alle aanvragers om te stijgen in hun budget ten opzichte van de meest recente toekenning Call 2017 (inclusief herverdeling). Dat komt door hierboven genoemde herverdeling van Call 2017. Deze herverdeling kwam voort uit een onderbesteding bij KA2 mbo. 4 Aanvragen Call 2018 KA1 mbo Reguliere KA1-aanvragen (KA102) Er is in totaal voor ruim 8 miljoen euro aan aanvragen ingediend.; Er zijn 24 aanvragen ingediend, waarvan: - 1 aanvraag niet door de ontvankelijkheidscontrole is gekomen; - 2 aanvragen onder de threshold scoorden op de inhoudelijke beoordeling en daardoor niet in aanmerking komen voor financiering; - 21 aanvragen boven de threshold scoorden op de inhoudelijke beoordeling en daardoor wel in aanmerking komen voor financiering. Er zijn 2 aanvragen ingediend door instellingen die niet eerder een projectaanvraag indienden onder Erasmus+ KA1 mbo. Charter KA1-aanvragen (KA116) Er is in totaal voor ruim 28,5 miljoen euro aan aanvragen ingediend. Er zijn 27 aanvragen ingediend, dit betreft 37 instellingen. Alle aanvragen waren ontvankelijk. Er is ook in Call 2018 sprake van overvraging, de overvraging ligt de afgelopen jaren vrij stabiel rond drie keer het beschikbare budget. De vraag lijkt groeit mee met het budget want de verhouding blijft gelijk. Ter aanvulling: Het percentage voor de vergoedingen (individual cost) van studenten is gelijk gebleven, te weten 38% van het Europese maximum. Ook de hoogte voor staf is gelijk gebleven (100%). In het aanvraagformulier worden deze bedragen automatisch berekend. KA1 mbo Call 2018 6

De Europese Commissie heeft in vergelijking met afgelopen jaren geschoven met de landen per vergoedingscategorie en de vergoedingen per categorie zijn enigszins verhoogd. KA1 mbo Call 2018 7

5 Criteria voor selectie en toekenning aanvragen De hoogte van de voorlopige subsidie wordt bepaald op basis van de grant award criteria, zoals voorgeschreven in de Programmagids Erasmus+: Geoperationaliseerde criteria Geoperationaliseerde criteria Criteria Grant award KA102 KA116 (Programmagids) Het aantal aangevraagde mobiliteiten x Het aantal aangevraagde mobiliteiten the number and duration duur ervan binnen de aanvraag t.o.v. x duur ervan binnen de aanvraag 1. of mobility periods alle aangevraagde mobiliteiten x duur t.o.v. alle aangevraagde mobiliteiten applied for; ervan x duur ervan (exclusief accompanying persons) (exclusief accompanying persons) 2. the extent to which the proposal integrates longterm mobility from 3 to 12 months duration (ErasmusPro); Wel of niet aanwezigheid van longterm studentmobiliteiten (níet van toepassing als er alleen stafmobiliteit is aangevraagd) Wel of niet aanwezigheid van longterm studentmobiliteiten (níet van toepassing als er alleen stafmobiliteit is aangevraagd) the past performance of the applicant in terms of a) De final report score van de laatst a) De final report score van de laatst number of mobility vastgestelde toekenning (good vastgestelde toekenning (good periods, good quality in quality in the implementation of quality in the implementation of 3. the implementation of activities and sound activities) activities) financial management, in b) Budgetuitputting laatste 2 b) Budgetuitputting laatste 2 case the applicant has vastgestelde toekenningen (sound vastgestelde toekenningen (sound received a similar grant financial management) financial management) in previous years; a) De score van de aanvraag in huidige call Niet van toepassing b) Het aantal studenten in de instelling Het aantal studenten in de instelling 4. the total national budget allocated for the mobility action. t.o.v. de andere instellingen binnen de beschikbare middelen c) Hoogte van de meest recente toekenning óf max. 25.000 indien het een nieuwe aanvrager betreft t.o.v. de andere instellingen binnen de beschikbare middelen Hoogte van de meest recente toekenning d) Keuze om alle boven de threshold Keuze om alle boven de threshold scorende aanvragen een voorlopige scorende aanvragen een voorlopige toekenning te gunnen toekenning te gunnen KA1 mbo Call 2018 8

Toelichting op operationalisering van criterium 4 - (4a) Hoogte score van de huidige aanvraag De Programmagids Erasmus+ biedt op pagina 249 de mogelijkheid om de kwalitatieve criteria mee te nemen in de bepaling van de hoogte van de toekenning. Within the limits of the budget available for each Action, grants will be awarded to those projects which respond to these qualitative criteria in the best way. Deze kwalitatieve criteria zijn de criteria die de experts bij hun beoordeling van de aanvraag scoren. De kwaliteit van de aanvraag wordt hiermee meegenomen in het bepalen van de voorlopige toekenning. Des te hoger de kwaliteit, des te meer dat bijdraagt aan de voorlopige toekenning. - (4b) Het aantal studenten in de instelling & (4c) Hoogte van de meeste recente toekenning & (4d) Keuze om alle boven de threshold scorende aanvragen een voorlopige toekenning te gunnen Het Erasmus+ programma is bedoeld om een positief en duurzaam effect te hebben op het beleid en de aanpak inzake onderwijs en opleiding, zoals te lezen is in de Programmagids Erasmus+. De meerwaarde zit onder andere in het transnationale karakter, gericht op het bereiken van een duurzaam systeemeffect. Denk hierbij aan opgebouwde capaciteit, kennis en institutionalisering van internationalisering en aan inbedding van internationalisering in de volle breedte van het onderwijsveld. Vanuit het belang om alle betrokken instellingen een passende capaciteit te laten opbouwen wordt het aantal studenten in de instelling meegenomen als criterium (4b). Een voorspelbare subsidiëring zonder grote schommelingen helpt bij de doorontwikkeling, strategie, implementatie en kwaliteit van internationale mobiliteit en samenwerking in het onderwijs, en daarmee aan het bereiken van een duurzaam systeemeffect. Om de continuïteit te waarborgen wordt in het rekenmodel een deel van de voorlopige toekenning gebaseerd op de meest recente toekenning (4c). Om inbedding van internationalisering in de volle breedte van het onderwijsveld te faciliteren kiest het NA er voor om, net als in voorgaande Calls, niet toe te kennen op basis van ranking, omdat dan een groot aantal mbo-instellingen geen budget zou ontvangen (i.v.m. overvraging). De keuze om alle boven de threshold scorende aanvragen een voorlopige toekenning te gunnen (4d) zorgt er voor dat meer aanvragers subsidie kunnen krijgen toegekend en dat daarmee zoveel mogelijk instellingen (en daarmee studenten/staf) doorlopend kunnen profiteren van Erasmus+. Tegelijkertijd betekent deze spreiding dat nagenoeg alle projecten niet het aangevraagde bedrag voorlopig toegekend kunnen krijgen. Toepassing geoperationaliseerde criteria Aan elk geoperationaliseerd criterium is een deel van het beschikbare budget gekoppeld (een percentage). En aan criteria 1 t/m 4b zijn waarden toegekend, omgezet vanuit een score of percentage. Een voorbeeld van toegekende waarde is [-1; 0; 1] of [0;1], afhankelijk van de score/percentage op het betreffende criterium. Criterium 4c betreft een bedrag in euro s. Verder KA1 mbo Call 2018 9

geldt voor criteria 3a en 3b: indien er geen input is op een criterium, wordt een neutrale waarde ingevoerd. Het rekenmodel levert, nadat alle ingevoerde data zijn omgezet naar waarden, een totaalbedrag voor voorlopige toekenning op per aanvragende organisatie die recht heeft op subsidie. Dit bedrag wordt vervolgens per voorlopige toekenning verdeeld over de diverse budgetcategorieën in lijn met aanvraag en kaders uit dit verantwoordingsdocument. Hierbij wordt rekening gehouden met het volgende: - er kan nooit meer toegekend worden dan er wordt aangevraagd of goedgekeurd door experts, dit geldt óók op deelbudgetten; - de verhouding staf/studentmobiliteiten zoals beschreven in Hoofdstuk 7 (op het geheel, vertaald naar individuele aanvragen); - het aandeel longterm mobiliteiten zoals beschreven in Hoofdstuk 6 (op het geheel, vertaald naar individuele aanvragen). 6 Toelichting aanwezigheid van longterm mobiliteiten (student) bij aanvraag & toekenning Longterm mobiliteiten, ook wel ErasmusPro genoemd, zijn niet nieuw binnen Erasmus+. Wat wel nieuw is, is de expliciet aangebrachte scheiding tussen mobiliteiten die korter dan 3 maanden duren en mobiliteiten van 3 maanden tot 12 maanden (deze laatste voortaan longterm ). Deze nieuwe prioriteit binnen Erasmus+ is als volgt in de aanvragen terug te zien: KA102 63% van de totaal* aangevraagde subsidies betreft longterm Variërend per aanvraag van 25% tot 96%, m.u.v. 3 aanvragen met alleen shortterm studentmobiliteit ( beginners ) en 1 aanvraag met alleen stafmobiliteit. *incl. aanvragen die onder de threshold scoren KA116 42% van de totaal aangevraagde subsidies betreft longterm Variërend per aanvraag van 1% tot 84%, m.u.v. 2 aanvragen zonder longterm studentmobiliteit (wel shortterm). Het NA kent een percentage van 30% van het totaal voor KA1 beschikbare budget toe aan longterm mobiliteiten (KA102 als KA116). Dit percentage is vastgesteld op basis van het gemiddelde percentage over alle projecten. Per project wordt een individueel percentage vastgesteld, afhankelijk van wat aangevraagd is in relatie tot wat toegekend wordt. KA1 mbo Call 2018 10

7 Toelichting verhouding toekenning studenten professionals In de Programmagids Erasmus+ staat dat stafmobiliteit impact dient te hebben op zowel het individu als de organisatie, en met dat laatste bij kan dragen aan innovatie van opleidingen en uiteindelijk aan een positief en duurzaam (systeem)effect op beleid en praktijk. Mobiliteit van professionals is van grote waarde om bij te dragen aan de ontwikkeling van professionals, teams, kwaliteit van het onderwijs en inbedding (capaciteitsopbouw) van internationalisering in het onderwijs. Er is in het KA1 mbo budget 17% gereserveerd voor stafmobiliteit (± 2,1 miljoen) en 83% voor studentmobiliteit (± 10,5 miljoen). Het percentage stafmobiliteit is hoger dan de huidige aanvraagverhouding, wat betekent dat het NA voor Call 2018 relatief meer stafmobiliteit toekent. De verhouding staf-/studentenmobiliteit wordt wel naar beneden bijgesteld ten opzichte van voorgaande calls. De afgelopen twee calls was dat in toekenningsfase 25/75. Wat opvalt is dat in de Call 2018 zowel binnen KA102 als binnen KA116 het aandeel aangevraagde stafmobiliteit gedaald is (t.o.v. stijging eerdere jaren), vooral voor KA102: - Aandeel stafmobiliteit KA102: 10% (± 730.000 euro reis- en verblijfkosten) - Aandeel stafmobiliteit KA116: 14% (± 3,5 miljoen euro reis- en verblijfkosten) De daling in algemene zin zou een reactie kunnen zijn op de invoering van het onderscheid tussen shortterm en longterm mobiliteiten, in combinatie met zeer grote belangstelling voor studentmobiliteit. Een andere factor is dat instellingen andere middelen beschikbaar hebben voor deskundigheidsbevordering die ingezet kunnen worden (het NA weet dat een aantal scholen hiervoor kiest, al ontbreken de exacte gegevens). De grote daling bij KA102 specifiek ligt mogelijk deels in verschuiving van een vijftal instellingen naar KA116 (die vorig jaar nog onder KA102 vielen). Daarbij ontbreekt er dit jaar een organisatie die in Call 2017 alleen stafmobiliteit had. KA1 mbo Call 2018 11