Branchetoezichtsplan Puinbrekers

Vergelijkbare documenten
Branchetoezichtsplan Schrootbedrijven

Branchetoezichtsplan Kabelverwerkingsbedrijven

Branchetoezichtsplan bandenschrotbedrijven

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Branchetoezichtsplan afvalhout verwerkende bedrijven

Rapport. Afvalstoffenlijst en acceptatiebeleid. Datum: 11 februari RJ/AKo/DSm/FA RA. 1. Afvalstoffenlijst

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

TOEZICHTPLAN <naam bedrijf> <tijdvak>

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting. DSM Advanced Polyesters Emmen BV

R01. Recycling Van Werven BV in Hattemerbroek M03 Beschrijving wijziging. datum: 12 oktober 2015

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

odijmond REGIO WATERLAND

KWALITEIT FLEXIBEL VEILIG

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Branchetoezichtsplan Scheepswerven

Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

Kenmerken van het project

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

: Acceptatie, verwerking en toepassing (depot Almere, Poortdreef ong.)

Reinigen met (heet) water onder druk / Stralen

Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen

Inhoudsopgave. 4.1 Niet samenvoegen Samenwerken met certificaathouder, onder de vlag van erkend intermediair 3

Milieuvergunningen. Recycling Dongen BV De Leest RC DONGEN. Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State

Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers. Ronald Peters PTB 11 november 2014

sectorplan Ernstig verontreinigde grond

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Gemeente: Bouw- en Woningtoezicht Toetsingslijst Sloopvergunningen/ sloopmeldingen ambt. regnr. Aanvrager : sloopadres : plaats :

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Toonaangevend in hoogwaardig hergebruik. Breken TAG reiniging Granulaat Asfaltproductie Secundaire Grondstoffen

Asbest in de milieuregelgeving toegespitst op granulaten

Wet belastingen op milieugrondslag

Het A&V-Beleid en de AO/IC

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum :

Afvalstoffen naar Duitsland

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

KETENINITIATIEVEN TIMMERHUIS GROEP/TWEE R RECYCLING GROEP

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

RICHTLIJN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN WERKPLAN

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Implementatie administratieve organisatie en interne controle.

LOS nummer: Z Correspondentieadres: Romhof 7, 9411 SB Beilen. Locatie activiteit: Dr. A.F. Philipsweg 51, 9403 AD Assen

Rutte Groep te Amsterdam; beschrijving van de milieuneutrale wijziging van de inrichting aan de Santoriniweg 29 te Amsterdam

Afdeling Vergunningen Toezicht en Handhaving Aanvraagformulier maatwerkvoorschriften op basis van het Besluit lozen buiten inrichtingen

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Aanvulling aanvraag omgevingsvergunning ITR, Weverstraat 6a te Uden

INFORMATIEBLAD KETENTOEZICHT ASBEST 1 versie 9 maart 2009

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d Ketenanalyse Sloop

* *

OA/IGEVINGSVERGUNNING WABI voor de activiteit slopen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Betonindustrie onder algemene regels

Aan de leden van de Statencommissie Omgeving en Milieu

Afvalstoffenverordening gemeente Beesel 2018

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

Bodem+, Kennis van bodemzaken

Aanvragen van vergunningen Aandachtspunten & tips

5 o. CUR Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Hergebruik van asfaltgranulaat in het kader van een optimale bouwcyclus

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Algemeen acceptatiebeleid

1 Algemeen. 2 Huishoudelijke afvalstoffen

Tabel Risicomatrix gemeente Papendrecht

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

Type C Vergunningplichtige inrichtingen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

BIJLAGE 6. Reglement Milieupark Roermond 2017

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

Laat wet- en regelgeving voor u geen puzzel zijn! Eddy Steenmeijer - Borger &Burghouts Huub Agterberg - KLM Health Services

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

sectorplan 14 Verpakkingsafval

Opslagtanks en NRB in de Omgevingswet

BIJLAGE: AV beleid en AO/IC rondom de afvalstromen

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen.

Transcriptie:

Provincie Noord-Brabant Branchetoezichtsplan Puinbrekers Auteur Jan-Gerrit Veeneman Regionaal Milieuhandhavingsteam Tilburg Maddy Reijers Provincie Noord-Brabant Datum april 2005

Voorwoord In het bestuurlijk vastgestelde Handhavingsprogramma 2005 is opgenomen dat de prioriteit wordt gelegd bij het controleren van activiteiten en voorschriften waarbij de veiligheid, de volksgezondheid, het voorkomen van rampen en/of het drinkwater in het geding zijn. Daarbij is gesteld dat wij ons in 2005 dan ook intensiever gaan richten op de doelgroepen en regels waarbij deze onderwerpen spelen. De provincie Noord-Brabant wil haar toezicht inrichten op basis van risico s. Het handhavingsprogramma 2005 heeft dan ook als ondertitel meegekregen: Naar een risicogerichte handhaving. Bij het toezicht op een individueel bedrijf krijgt de risicogerichte benadering vorm door middel van het toezichtsplan. Voor een aantal branches worden hiertoe branchetoezichtsplannen geschreven. In de (branche-)toezichtsplannen zijn de bestuurlijke prioriteiten vertaald in technische specificaties. In een branchetoezichtsplan wordt een algemene beschrijving van het bedrijfsproces en de overige bedrijfsactiviteiten gegeven. Vervolgens is per onderdeel van het proces geïnventariseerd welke mogelijke risico s daarbij kunnen optreden. Per risico wordt bepaald hoe groot dit risico is. De risico s die het hoogste scoren, zullen tijdens het preventieve toezicht de meeste aandacht moeten krijgen. In het plan wordt tevens aangegeven op welke manier het toezicht wordt uitgevoerd. Administratief toezicht krijgt daarbij nadrukkelijk een plaats. Met de uitwerking van de gewenste aanpak voor het toezicht hopen we te bereiken dat er diepgaand toezicht op de belangrijkste risico s bij een bedrijf wordt uitgevoerd. Bovendien hopen we te bereiken dat een branche in Noord-Brabant op uniforme wijze wordt gecontroleerd. Dit branchetoezichtsplan is geschreven voor de branche puinbrekers. Met behulp van dit plan dient voor iedere provinciale puinbreker een planning te worden opgesteld. Bij deze planning dient rekening te worden gehouden met bedrijfsspecifieke omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de ligging, het klachtenpatroon, de staat van de voorzieningen binnen de inrichting en het handhavingsverleden. Hiermee wordt maatwerk per bedrijf verkregen. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 2/22

Inhoud 1. Branchebeschrijving 4 2. Reikwijdte en regelgeving 7 3. Procesbeschrijving 11 4. Risico-analyse 13 5. Aandachtspunten voor het toezicht 14 Bijlage 1 Risico-analyse 16 Bijlage 2 Schema bedrijfsproces 22 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 3/22

1. Branchebeschrijving Algemeen Puinbrekers hebben als doel bouw en sloop afval (BSA) te verwerken tot weer bruikbare (bouw)materialen. Dit kan zijn een menggranulaat, of een beton- of metselwerkgranulaat in diverse korrelgrootten. Het verkregen granulaat wordt in de huidige markt voornamelijk toegepast als ophoogmateriaal en als funderingsmateriaal voor wegen. Granulaten kunnen ook worden toegepast in beton als vervanger van de primaire grondstof. Puinbrekers zijn doorgaans inrichtingen voor het uitvoeren van grond- en sloopwerkzaamheden, de inname van afval afkomstig van derden en van eigen werken, en het opslaan/overslaan/verwerken van bouwstoffen. De bedrijven hebben een milieubelasting voor de omgeving en de activiteiten dragen risico s met zich mee. De provincie Noord-Brabant is het bevoegde gezag voor ca. 40 puinbrekers. Gevoeligheid Over het algemeen zijn de bedrijfsprocessen redelijke eenvoudig van aard en overzichtelijk van aard, maar de gevoeligheid van deze branche ligt ook in het aan- en afvoeren van het BSA en granulaat. Voor de overheid is het lastig om inzicht te krijgen in waar het materiaal vandaan komt en wat er uiteindelijk met het materiaal gebeurt als het de inrichting verlaat. Grootste probleem voor de branche is het voorkomen van asbest in bouw en sloopafval. Daarom is het van belang dat gemeenten goed toezicht uitoefenen op sloopvergunningen, waarin voorschriften zijn opgenomen voor het gescheiden slopen van asbest. Een ander gevoeligheid voor deze branche is de aanvoer van (chemisch) verontreinigd puin en sloopafval. Maar deze aanvoer komt over het algemeen niet zo vaak voor als asbest. Ligging van bedrijven De bedrijven van deze branche zijn veelal in het buitengebied gelegen. Een aantal bedrijven ligt op industrieterrein, maar het komt ook voor dat zij tegen bebouwingen of nabij recreatievoorzieningen zijn gelegen. De bedrijven beschikken over zware machines voor het breken van puin. Daarnaast zijn er veel aan en afvoerbeweging van zwaar vrachtverkeer. Het gebruik van steenbreek apparatuur geeft stof en geluidsoverlast. Het opslaan van steenachtig materiaal leidt vaak tot stofoverlast. Naleefgedrag De branche heeft het moeilijk vanwege de wisselingen in aanbod van het materiaal en de afzet. Dit is afhankelijk van economische omstandigheden Verder hebben deze bedrijven een gevoelige relatie met gemeenten vanwege de categorie indeling 5 voor een bestemmingsplan. De meeste gemeente hebben geen locaties met deze zware indelingen, zodat verplaatsing van een dergelijk bedrijf vaak geen optie is, terwijl dit soms de enige methode om overlast van stof en lawaai te voorkomen. Steeds meer bedrijven houden zich bezig met de handel in bouw- en sloopafval. In de branche wordt geklaagd over concurrentievervalsing vanwege de aanwezigheid en Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 4/22

het gebruik van mobiele puinbrekers. Volgens de branche oefent de overheid te weinig toezicht uit van wat er zich zoal afspeelt rondom het gebruik hiervan. Verder hoeven bedrijven met mobiele puinbrekers volgens de branche zich aan minder regels te houden en zorgen zij voor veel overlast voor omwonenden. Ten behoeve van het prioriteringssysteem Handhaving provincie Noord-Brabant is een expertsessie gehouden. Tijdens deze expertsessie is voor verschillende branches informatie verzameld over overtredingskans en oorzaken van overtredingen. Tijdens deze expertsessie zijn over afval op- en overslag-bedrijven, waartoe sorteerinrichtingen behoren, de navolgende opmerkingen gemaakt. Afval op- en overslagbedrijven Bedrijven moeten mengen van afvalstoffen inzichtelijk maken in administratie. Registratie ingaande en uitgaande afvalstoffen en overige stoffen, stoffenbalans. Nadruk op administratief toezicht. Klachtenpatroon zegt veel over geluid, stof en stank en daarmee over de mentaliteit van het bedrijf. Nieuwe AMVB melden vanaf 1-1-2005: nu al bedrijven actief voorlichten op dit terrein vanuit toezicht. Met name bij afvalhout aandacht voor stof tijdens opslag en shredderen. Aandachtspunten zijn geluid en bodemaspecten. Te hoge opslaghoogten en te grote doorzet: stofhinder, geluid. Met name risico s voor bodembedreiging en grondwaterverontreiniging. Verder veel klachten over deze branche stof/geluid en verontreiniging van bodem- en grondwater. Brandgevaar. Hieruit kan worden opgemaakt dat het toezicht zich vooral moet richten op het administratieve toezicht rondom de verwijdering van afval. Verder zijn geluid en stof veel voorkomende oorzaken van klachten. Tot slot wordt bodemverontreiniging als een belangrijk aandachtspunt genoemd. In hoofdstuk 4 wordt hierop teruggekomen. Klachten Er zijn niet veel klachten over puinbrekers in de regio Tilburg, behoudens over een bepaalde inrichting. De klachten vloeien voornamelijk voort uit het gegeven dat vlak bij de inrichting woningen van derden zijn gelegen. Dit resulteert in klachten over trillingen, geluid en stof. Van de meeste klachten is niet te achterhalen of ze terecht zijn, omdat de overlast niet vaak te constateren is. Certificatie De certificatie die binnen de branche gebruikt wordt, is ISO 14001. Dit gebeurt alleen door de grotere bedrijven. Dit systeem kan de toezichthouder gebruiken om inzicht te krijgen in de milieuaspecten, audits en klachten. Branchevereniging De branchevereniging Recycling Breken en Sorteren, BRBS, is een vereniging van recyclingbedrijven die van bedrijfs-, bouw- en sloopafval nieuwe bouw-materialen en andere producten maken. De vereniging bestaat uit twee deelverenigingen: BRBSbreken en BRBS-sorteren. In totaal telt de BRBS circa 80 leden: circa 75-80 % van Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 5/22

de totale BSA-stroom wordt door deze bedrijven verwerkt. Bouw- en Sloopafval (BSA) is één van de grootste afvalstromen van Nederland: meer dan 16 Miljoen ton per jaar. De leden van de BRBS die beschikken over een sorteerinstallatie richten zich op het uitselecteren van de hoogcalorische fracties uit de gemengde afvalstoffen. Deze hoogcalorische fracties zijn uitstekend inzetbaar als grondstof voor secundaire brandstoffen. De secundaire brandstoffen verdringen op hun beurt con ven tio nele brandstoffen die doorgaans een bijdrage leveren aan het broeikaseffect in de wereld. BRBS: Postbus 227, 3990 GA Houten www.brbs.nl Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 6/22

2. Reikwijdte en regelgeving In dit hoofdstuk worden de regelingen, besluiten, richtlijnen en overige wetgeving die voor een toezichthouder van belang kunnen zijn, genoemd. Tevens wordt een korte beschrijving gegeven. Wet milieubeheer Een provinciale toezichthouder moet de naleving van diverse wet- en regelgevingen controleren. De meeste aandacht gaat uit naar de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer. Verder zijn in deze wet zelf artikelen opgenomen die moeten worden nageleefd. Tevens geldt dat in de meeste vergunningen is aangeven dat de aanvraag onderdeel uitmaakt van de vergunning. Besluit opslaan in ondergrondse tanks (BOOT) Het BOOT is van toepassing voor de opslag van vloeibare brandstoffen, afgewerkte olie en huishoudelijk afvalwater in ondergrondse tanks. Het BOOT blijft ook van toepassing op niet meer in gebruik zijnde tanks. Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Dit besluit is in werking sinds 1 januari 2005. Een sorteerinrichting dient alle ontvangen afvalstoffen te melden aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Tevens moeten de stoffen die worden afgevoerd, worden gemeld wanneer deze niet naar een afvalinrichting gaan maar de afvalketen verlaten (bijvoorbeeld naar een werk). Het besluit wordt aangevuld met de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Europese afvalstoffenlijst (EURAL) De EURAL betreft een lijst met zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke afvalstoffen. De EURAL bevat tevens criteria aan de hand waarvan onderscheid kan worden gemaakt tussen deze twee soorten afval. Asbestbesluit In dit besluit staat vermeld dat puinbrekers de best denkbare technieken moeten toepassen indien er (bijv. door verkeerde aanlevering van grondstoffen) met asbest wordt gewerkt. Als het bedrijf asbest tegenkomt moet het alles doen om verontreiniging van het milieu door asbestvezels of -stof te voorkomen. Bij twijfel kan het bevoegd gezag conform dit besluit luchtmetingen uitvoeren bij bijvoorbeeld luchtuitlaten om na te gaan of normen worden overschreden. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 7/22

Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen, Regeling niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval en Regeling merkteken niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval In deze regelingen is aangegeven dat BSA uitsluitend mag worden gestort wanneer dit als niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar wordt aangemerkt. Dit kan het geval zijn wanneer bouw- en sloopafval is verontreinigd op een wijze waardoor technisch of uit oogpunt van volksgezondheid bewerking of nuttige toepassing niet mogelijk of wenselijk is. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan verontreinigingen met PAK, asbest, e.d. Afvoer naar een stortplaats is alleen toegestaan met een merkteken. Alleen inrichtingen die voldoen aan de eisen ter zake van het bewerken van bouw- en sloopafval en residuen afkomstig van het bewerken van bouw- en sloopafval, zoals die zijn gesteld door een door de Raad voor Accreditatie erkende certificatie-instelling, zijn gemachtigd een merkteken te voeren. Uit informatie van de branchevereniging BRBS is gebleken dat deze regelingen niet meer in gebruik zijn. Voornaamste reden is dat de Stichting Certiva is opgeheven. Er is zodoende geen certificatie-instelling meer die bewerkers van BSA kan certificeren. Er is ook geen behoefte aan deze Regelingen bij de bewerkers van BSA omdat het meeste BSA wordt geëxporteerd, inclusief de te storten fractie. Als geen export plaatsvindt, gaan residuen doorgaans naar een verbrandingsinstallatie. Overigens kunnen deze residuen bestanddelen bevatten die niet voor verbranding geschikt zijn. Het is daarnaast toch mogelijk BSA te storten op een stortplaats doordat enkele stortplaatsen beschikken over een ontheffing van het BSSA waardoor zij dit afval toch mogen accepteren. De ontheffing is verleend in verband met de ondercapaciteit van de Nederlandse afvalverbrandingsinstallaties. Commissie Preventie Rampen (CPR) Voor de opslagen van vloeistoffen, vaste stoffen en gassen zijn CPR s van belang. In CPR s zijn eisen geformuleerd waaraan opslagruimte- en tanks moeten voldoen. Deze eisen kunnen, geheel of gedeeltelijk, worden opgenomen in de vergunningvoorschriften of in de aanvraag. CPR 15-1: opslag van gevaarlijke (afval) CPR 9-6: opslag van k3 producten in bovengrondse tanks Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) De NRB geeft het kader voor de uitvoering van de bodembeschermende voorzieningen en maatregelen en een beschrijving van de stand van de wetenschap en techniek. Tevens bevat de NRB een beslismodel ter ondersteuning van de bepaling of, en zo ja, welke bodembeschermende maatregelen of voorzieningen moeten worden getroffen bij bedrijfsmatige activiteiten. De NRB is opgenomen in de milieuvergunning. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 8/22

Nederlandse Emissie Richtlijn (NER) De NER wordt opgenomen in de milieuvergunning. Voor puinbreekinrichtingen is voornamelijk hoofdstuk 3.8 Overige bijzondere regelingen van toepassing. Deze gaat onder meer in op de stofemissie bij verwerking, bereiding, transport, laden, lossen en opslag van stuifgevoelige materialen, de diffuse stofverspreiding. De verspreiding van stof moeten worden voorkomen bij en rond het verwerken van afval. Wet Bodembescherming (WBB) Hoewel de bodembescherming in het algemeen goed is opgenomen in de milieuvergunning in het kader van de Wet milieubeheer is de Wet bodembescherming in sommige gevallen van belang. Onder andere het Bouwstoffenbesluit is tevens gebaseerd op deze wet. Bouwstoffenbesluit (BSB) Het BSB stelt regels aan het gebruik van steenachtige bouwstoffen, inclusief grond, die in een werk worden toegepast. Sinds 1 juli 1999 is het Bouwstoffenbesluit volledig van kracht. Het besluit moet voorkomen dat steenachtige bouwstoffen de bodem of het oppervlaktewater vervuilen én het hergebruik van secundaire bouwstoffen bevorderen. Degenen die de secundaire grondstoffen afkomstig van een puinbreker als bouwstof toepast, moet onder andere aan de kwaliteitseisen van dit Besluit voldoen. Een bouwstof mag alleen worden toegepast als die is voorzien van een erkende kwaliteitsverklaring of een partijkeuring. VROM en het ministerie van Verkeer & Waterstaat hebben certificeringsinstellingen en keuringsinstanties (monsternemers en laboratoria) voor het Bsb aangewezen. Het is dus van belang voor de puinbreker dat de produkten die hij maakt, voldoen aan dit Besluit. Een oog een oorfunctie is hierbij daarom op zijn plaats. BRL 2506 De Nationale Beoordelingsrichtlijn 2506 (BRL 2506) is van belang voor organisaties die Bouw- en Sloopafval (BSA) verkopen voor hergebruik. De secundaire bouwstoffen de zogenaamde BSA-granulaten moeten namelijk voldoen aan de criteria van het Bouwstoffenbesluit. Of dat het geval is, moet worden vastgesteld door bemonstering en analyse in een extern laboratorium. Dat is in de praktijk een tijdrovende schakel in het proces. BRL 2506-gecertificeerde bedrijven voldoen echter aan strenge regels. Door de inrichting van hun processen kunnen zij garanderen dat de BSA-granulaten die zij verkopen aan alle eisen voldoen. Niet elke partij hoeft daarom door een extern lab onderzocht te worden. Via www.bouwkwaliteit.nl/sbkoverzicht/index.html kan worden nagegaan of een bedrijf gecertificeerd is om een bepaald product te mogen leveren conform de BRL 2506. BRL SBC SL007 Deze beoordelingsrichtlijn gaat specifiek in op de manier waarop een sloopproject plaatsvindt. Deze BRL is opgesteld door het Centraal College van Deskundigen slopen en de Stichting Beheer Certificatieregelingen (SBC). De SBC is in 1996 door het bedrijfsleven opgericht met als oogmerk de ontwikkeling en het beheer van Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 9/22

branchespecifieke certificatieschema s. Er zijn in totaal 65 bedrijven gecertificeerd conform deze BRL. Deze BRL is echter specifiek gericht op het sloopproject en niet op een puinbreekinrichting. Wet verontreiniging oppervlaktewater (WVO) In een Wvo-vergunning wordt voornamelijk geregeld hoe lozing op de riolering plaats dient te vinden en wat er op de riolering geloosd mag worden. Voor deze Wet is Rijkswaterstaat of een Waterschap bevoegd gezag. De link met de Wet milieubeheer ligt voornamelijk op de bescherming van de riolering, de afvoer van het olie-water-slib en het onderhoud van olie- en benzine afscheiders. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 10/22

3. Procesbeschrijving Hieronder wordt de procesbeschrijving van een sorteerinrichting weergegeven in korte steekwoorden. Per proces is dit weer onderverdeeld in activiteiten die binnen dit proces plaatsvinden. Voor een gedetailleerde beschrijving van de branche wordt verwezen naar hoofdstuk Brekerijen en zeverijen van steen of mineralen van het Handboek voor Milieuvergunningen. Hieronder volgt in korte bewoordingen een beschrijving van de belangrijkste processen. Hierbij is geen rekening gehouden met samengestelde inrichtingen (gecombineerde activiteiten). Aanvoer BSA Klanten voeren BSA aan dat eerst wordt gekeurd en gewogen. Door gegevens te vermelden op de weegbon vindt registratie plaats (grotere hoeveelheden). Tijdens het lossen controleert het bedrijf of het afval niet verontreinigd is (acceptatie van schoon BSA). Over het algemeen bestaat sloopafval uit beton, betonijzer, bakstenen, hout enz. Transport naar de inrichting Het BSA wordt per as naar de puinbrekers vervoerd. Acceptatie, wegen en lossen Het bedrijf weegt de hoeveelheid puin en moet gegevens volgens de vergunningsvoorschriften registeren afkomst en herkomst van het afval. Het afval wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van verontreinigen zoals asbest. Als een lading niet in orde is, wordt de lading geweigerd. Opslag en overslaan van BSA Het afval wordt op het terrein opgeslagen voor verdere verwerking of afvoer. Sorteren Het binnengekomen afval wordt gescheiden in afvalfracties. Hierbij komen de volgende afvalfracties vrij: hout, breekbaar steen en beton, ijzer en grond. Deze afvalstoffen worden in aparte hoge dichte containers verzameld voor verdere verwerking of om hierin afgevoerd te worden. Bij sommige inrichtingen wordt de houtstroom ook nog als aparte fractie vermalen tot houtsplinters. Als men per ongeluk toch asbest tegenkomt, moet dit verpakt in een daarvoor geschikte container worden opgeslagen. Windshifter Met behulp van dit apparaat wordt verdere scheiding van de puinfractie bewerkstelligd zoals kunststoffen die uit het BSA wordt geblazen. Deze kunststoffen worden in een container verzameld en afgevoerd. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 11/22

Voorafzeven Om de concentratiegrens van PAK s te halen wordt het afval gezeefd. Dit is een stap die ook vaak achterwege wordt gelaten. Hierbij komt zeefzand vrij. Voorbreken Om hele grote brokken puin klein te maken heeft men een pneumatisch hamer om grof puin te verkleinen. Breken Het breken gebeurt bij een breekmachine. Er zijn verschillende soorten brekers en elk bedrijf volgt hierbij zijn breekmethode. Wassen Enkele bedrijven hebben deze stap om een product te zuiveren voor toepassing in bijvoorbeeld de wegenbouw. De toplaag van rode fietspaden is bijvoorbeeld gemaakt van gewassen rode gebroken bakstenen. Het afvalwater wordt geloosd via een slibafscheider op de gemeentelijke riolering. Opslag granulaat Het product uit de breker wordt opgeslagen totdat het afgezet kan worden in bijvoorbeeld de wegenbouw als fundering voor een weg. Afvoer producten en afvalstoffen Het meeste granulaat wordt per as afgevoerd naar de klant. Overigens worden (afval) stromen zoals hout, vermalen hout, betonijzer en overige bedrijfsafvalstoffen in containers per as afgevoerd. Deze processen en activiteiten komen terug bij de risicoanalyse in hoofdstuk 4 en bijlage 1. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 12/22

4. Risico-analyse In bijlage 1 is de risico-analyse nader uitgewerkt. Voor een puinbreekinrichting zijn 51 risico s geïnventariseerd. Hiervan hebben 15 risico s een hoge prioriteit. Daarnaast zijn er 15 risico s met een gemiddelde prioriteit en 21 met een lage prioriteit. In hoofdstuk 5 worden de risico s met de hoogste prioriteit opgesomd waarbij een globale beschrijving wordt gegeven van de controle van deze risico s. Belangrijke onderwerpen voor het toezicht zijn de acceptatie van het afval en het volledig verwijderen van onverhoopt aangetroffen gevaarlijke afvalstoffen uit het te sorteren afval, zodat deze stoffen niet mee worden verwerkt of worden afgevoerd met herbruikbare fracties. Ook de afgifte van het afval dat vrijkomt, is een belangrijk aandachtspunt. Dan is de opslag van asbest dat mogelijk wordt aangetroffen in het afval een risico met hoge prioriteit. Ten aanzien van externe veiligheid is het van belang aandacht te besteden aan de brandveilige opslag van brandgevaarlijke afvalstoffen alsmede de aanwezigheid en implementatie van brandpreventieve en brandbestrijdings-maatregelen. De kwaliteit van opslagvoorzieningen is van groot belang in verband met de bedreiging van de bodem wanneer deze voorzieningen niet in orde zijn (met name vanwege de vloeistofdichtheid). Tot slot is de afvoer van afvalwater en de kwaliteit van de riolering een belangrijk onderwerp. Opvallend is dat de risico s die hinder voor de omgeving betekenen (stof-, geluids- of geuroverlast) als laag risico zijn ingedeeld. De meeste risico s hebben een grotere prioriteit gekregen dan deze. Echter, wanneer de omgeving daadwerkelijk overlast ondervindt en dit leidt tot regelmatige klachten, is het toch van belang dat hierop nauwlettend wordt toegezien en wordt gehandhaafd indien nodig. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 13/22

5. Aandachtspunten voor het toezicht In onderstaande tabel zijn de onderwerpen met een hoog risico opgenomen. Deze zijn overgenomen uit bijlage 1. Tevens is aangegeven op welke manier de controle hierop kan worden ingevoerd. Waar sprake is van zowel een fysieke (F) als een administratieve controle (A) is in feite een meer auditachtige aanpak gewenst. Daarbij wordt niet alleen de situatie op dat moment gecontroleerd maar wordt ook onderzocht op welke manier de vergunninghouder ervoor zorgt dat het optreden van dat risico zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hier is sprake van een diepgaande controle. Vragen hierbij kunnen zijn: Zijn er instructies voor het personeel/ontdoeners? Is het personeel goed opgeleid? Vindt er een interne controle plaats op naleving van de instructies? Wordt er regelmatig onderhoud aan de voorzieningen gepleegd? Onderdeel bedrijfsproces Risico Hoe controleren? 1 Inname afvalstoffen Acceptatie van niet-vergunde afvalstoffen (bijv. A + F afval waarin gevaarlijke afvalstoffen zitten) 2 Acceptatiecontrole vindt niet of onvoldoende A + F plaats 3 Op- en overslag van Ongeoorloofde menging van verschillende A + F 4 te breken afval en geproduceerde fracties categorieën afval Opslagvoorziening onvoldoende brandwerend F en/of geen compartimentering van brandbare afvalstoffen 5 Opslagvoorziening onvoldoende vloeistofdicht F + A en/of overkapping ontbreekt 6 Asbest en ander uitgesorteerd gevaarlijk afval F + A wordt niet op de juiste manier opgeslagen 7 Sorteren Gevaarlijke stoffen worden niet of onvoldoende F + A verwijderd, bijv. C-hout, asbest 8 Voorafzeven Voorafzeven wordt niet uitgevoerd waardoor F + A PAK s in BSA aanwezig blijven 9 Breken Niet-vergunde afvalstoffen en/of gevaarlijke F + A stoffen worden (mee)gebroken (bijv. dakgrind, TAG) 10 Afvoer afvalstoffen Illegale afvoer afvalstoffen A + F 11 Puingranulaat wordt afgevoerd als bouwstof A + F terwijl niet wordt voldaan aan BSB 12 Riolering Afvalwater wordt zonder OWS-afscheider op F + A riolering geloosd 13 Riolering is niet goed onderhouden F + A 14 Veiligheid algemeen Onvoldoende brandbestrijdingsmiddelen F + A 15 Onvoldoende brandpreventieve maatregelen F + A Een groot aantal risico s vergt een administratieve controle aangevuld met waarnemingen van de gang van zaken ter plekke. Hiermee kan geverifieerd worden of eventuele procedures in de praktijk worden gehanteerd. Dit geldt met name voor risico s rondom de handelingen met afvalstoffen, zowel acceptatie, afvoer als mengen binnen de inrichting. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 14/22

Hierbij kan het zinvol zijn om aanvullende analyses te laten verrichten door bureau Milieumetingen. Voor controle op brandbestrijdingsmiddelen en brandpreventie is het mogelijk om de samenwerking met de plaatselijke brandweer te zoeken. Bij alle onderwerpen is zowel een fysieke als een administratieve controle gewenst. Het is immers de bedoeling dat een toezichthouder diepgaand onderzoek verricht om gefundeerd een uitspraak te kunnen doen over de genoemde onderwerpen. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 15/22

Bijlage 1 Risico-analyse Het bedrijfsproces van een puinbreker is in een aantal hoofdactiviteiten weergegeven in onderstaande tabel (eerste kolom). Vervolgens zijn per activiteit de mogelijke risico s opgesomd. Per mogelijk risico wordt bepaald hoe groot de prioriteit is. De prioriteit van een risico wordt met behulp van de volgende formule bepaald: Prioriteit = kans x effect 2. Met kans wordt bedoeld de kans op overtredingen. Effect is een maat voor de negatieve gevolgen die overtredingen te weeg brengen. Deze formule is gebaseerd op de algemeen bekende formule om de grootte van een risico te berekenen: Risico = kans * effect. Het is in de prioritering van de handhaving gebruikelijk om het effect zwaarder mee te laten wegen dan de kans (waarin het naleefgedrag is opgenomen). Dat is de reden dat het effect kwadratisch wordt meegenomen in de berekening van de prioriteit. De statenleden van de Commissie Ruimte & Milieu hebben ingestemd met deze formule 1. Kans Met kans wordt bedoeld de kans dat het effect daadwerkelijk optreedt. Deze wordt bepaald door de kans op overtredingen. Twee factoren zijn hierbij van belang. De eerste factor betreft het financieel voordeel dat behaald kan worden als het risico daadwerkelijk optreedt. De tweede factor betreft de houding van de branche (hoe serieus gaat de branche om met het voorkómen van dit risico). Dit zal per risico verschillend zijn. Het gaat hierbij om zaken als: is de regel algemeen geaccepteerd binnen de branche, is de branche van nature geneigd om na te leven, trekt zij zich iets aan van de druk die vanuit handhaving wordt uitgeoefend of is de branche wat dat betreft arrogant? Denk ook aan gemakzucht die kan spelen bij bepaalde gedragsvoorschriften zoals het open laten staan van deuren. Beide factoren worden gescoord en de totale kans is de som van beide scores. Scoren gebeurt als volgt: Financieel voordeel 1 = geen of nauwelijks financieel voordeel, 2 = enigszins financieel voordeel, 3 = (zeer) groot financieel voordeel. Houding branche 1 = de branche stelt al het mogelijke in het werk om dit risico te voorkomen, 2 = de branche probeert enigszins om dit risico te voorkomen, maar niet tot het uiterste, 3 = de branche doet absoluut geen moeite om dit risico te voorkomen. 1 Zie rapportage sessie Statencommissie voor Ruimte en Milieu, juli 2004 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 16/22

Effect Effect wordt ingegeven door de negatieve effecten die mogelijk zijn wanneer een risico daadwerkelijk voorkomt. Er zijn diverse negatieve effecten, oftewel maatschappelijke belangen, die met de milieuvergunning en andere wetgeving voorkomen moeten worden. Voor toezichtsplannen zijn de volgende effecten benoemd: Bodem (aantasting bodemkwaliteit) Water (aantasting (drink)waterkwaliteit) Lucht (aantasting luchtkwaliteit) Fysieke leefomgeving (hinder door stank, geluid, stof, licht, trillingen etc.) Fysieke veiligheid (fysiek letsel aan personen) (Volks)gezondheid (ziekmakend) Van elk risico wordt ingeschat hoe groot het negatieve effect is dat kan optreden. Dit gebeurt door voor elk risico per effect te bepalen hoe groot dit effect is op een schaal van 1 tot 3. 1 = geen of nauwelijks effect, 2 = enigszins effect, 3 = (zeer) groot effect). Vervolgens wordt een totaalscore voor het effect berekend door de scores op te tellen. Bij deze optelling worden de scores op het gebied van Veiligheid en Volksgezondheid ieder drie keer meegeteld. De score voor Water wordt twee keer meegeteld. De risico s met de hoogste score hebben de grootste prioriteit, dan is er een groep met gemiddelde prioriteit en tot slot een groep risico s die een lage prioriteit heeft. Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 17/22

Tabel Risico-analyse en prioriteitberekening Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit) 1 Inname afvalstoffen (o.a. acceptatie en registratie) Risico Acceptatie van niet-vergunde afvalstoffen (bijv. afval waarin gevaarlijke afvalstoffen zitten) 2 Acceptatie van te veel afval (meer dan vergunde opslagcap. of verwerkingscap.) 3 Acceptatiecontrole vindt niet of onvoldoende plaats 4 Geen vakbekwaam personeel 5 Acceptatie buiten vergunde werktijden 6 Inkomende afvalstoffen worden niet gewogen 7 Weegbrug is niet geijkt 8 Geen registratie van ontvangen afvalstoffen (of onvolledige registratie) 9 Geen melding van ontvangen afvalstoffen aan het LMA 10 Op- en overslag van te breken afval en geproduceerde fracties Ongeoorloofde menging van verschillende categorieën afval Kans (per item 1,2 of 3) Financieel voordeel Houding branche Som Effect (per item 1, 2 kans of 3) Bodem Water (*2) Lucht Fysieke leefomgeving Veiligheid (*3) Volksgezondheid (*3) Som effect Prioriteit = som kans * som (effect)2 3 1 4 2 1 1 1 1 2 15 1125 3 2 5 2 1 1 2 1 1 13 845 2 3 5 2 1 1 1 1 2 15 1125 2 2 4 2 1 1 1 1 1 12 576 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 3 2 5 1 1 1 1 1 1 11 605 2 1 3 1 1 1 1 1 1 11 363 2 2 4 1 1 1 1 1 1 11 484 2 2 4 1 1 1 1 1 1 11 484 3 3 6 2 1 1 1 1 2 15 1350 11 Geuroverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 12 Opslagvoorziening onvoldoende brandwerend en/of geen compartimentering van brandbare afvalstoffen 3 1 4 1 1 1 2 3 1 18 1296 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 18/22

Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit) Risico Kans (per item 1,2 of 3) Financieel voordeel Houding branche Som Effect (per item 1, 2 kans of 3) Bodem Water (*2) Lucht Fysieke leefomgeving Veiligheid (*3) Volksgezondheid (*3) Som effect Prioriteit = som kans * som (effect)2 13 Opslagvoorziening 3 2 5 3 1 1 1 1 2 16 1280 van bodembedreigende (afval) stoffen onvoldoende vloeistofdicht en/ of overkapping ontbreekt 14 Opslagvoorziening 2 2 4 2 1 1 3 1 1 14 784 niet voorzien van (in goede staat verkerende) keerwanden 15 Geluidsoverlast als 1 3 4 1 1 1 3 1 1 13 676 gevolg van lossen 16 Stofoverlast 1 3 4 1 1 1 3 1 1 13 676 17 Opslagcapaciteit 3 2 5 2 1 1 1 1 1 12 720 en/of hoogte wordt overschreden 18 Asbest en ander 2 2 4 1 1 2 1 1 3 18 1296 uitgesorteerd gevaarlijk afval wordt niet op de juiste manier opgeslagen 19 Sorteren Geluidsoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 20 Stofoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 21 Gevaarlijke stoffen 2 2 4 3 2 1 1 1 2 18 1296 worden niet of onvoldoende verwijderd (bijv. C-hout, asbest) 22 Sorteren 2 2 4 2 1 1 1 1 1 12 576 gebeurt niet op vloeistofdichte voorziening 23 Windshifter Geluidsoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 24 Stofoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 25 Voorafzeven Voorafzeven wordt 2 2 4 3 2 1 1 1 2 18 1296 niet uitgevoerd waardoor PAK s in BSA aanwezig blijven 26 Voorbreken Geluidsoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 27 Stofoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 19/22

Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit) Risico Kans (per item 1,2 of 3) Financieel voordeel Houding branche Som Effect (per item 1, 2 kans of 3) Bodem Water (*2) Lucht Fysieke leefomgeving Veiligheid (*3) Volksgezondheid (*3) Som effect Prioriteit = som kans * som (effect)2 28 Breken Geluidsoverlast 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 29 Stofoverlast (door 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 bijv. onvoldoende bevochtiging) 30 Trillingshinder 2 2 4 1 1 1 3 1 1 13 676 31 Niet-vergunde 3 2 5 3 2 1 1 1 2 18 1620 afvalstoffen en/of gevaarlijke stoffen worden (mee) gebroken (bijv. dakgrind, TAG) 32 Breken gebeurt niet 2 2 4 3 1 1 1 1 2 16 1024 op vloeistofdichte vloer 33 Wassen Waswater wordt 2 3 5 2 2 1 1 1 1 14 980 niet zorgvuldig opgevangen en afgevoerd 34 Afvoer Illegale afvoer 3 2 5 2 2 1 1 1 2 17 1445 afvalstoffen afvalstoffen 35 Verschillende 3 3 6 2 1 2 1 1 1 13 1014 afvalcategorieën worden gemengd (bijv. zeefzand met grond) alvorens deze af te voeren 36 Puingranulaat 3 2 5 3 2 1 1 1 2 18 1296 wordt afgevoerd als bouwstof terwijl niet wordt voldaan aan BSB 37 Opslag Opslag en aftappen 2 1 3 3 1 1 1 1 2 16 768 olieprodukten gebeurt niet boven vloeistofdichte voorziening 38 Dieselopslag Opslag voldoet niet 3 1 4 3 1 1 1 2 1 16 1024 aan CPR 9-6 39 Wasplaats Niet voorzien van vloeistofdichte vloer 3 1 4 3 2 1 1 1 1 15 900 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 20/22

Nr. Onderdeel bedrijfsproces (Activiteit) Risico Kans (per item 1,2 of 3) Financieel voordeel Houding branche Som Effect (per item 1, 2 kans of 3) Bodem Water (*2) Lucht Fysieke leefomgeving Veiligheid (*3) Volksgezondheid (*3) Som effect Prioriteit = som kans * som (effect)2 40 Riolering Afvalwater wordt zonder OWSafscheider 2 2 4 1 3 1 1 1 2 18 1296 op riolering geloosd 41 Riolering is niet goed onderhouden 2 2 4 2 2 1 1 1 2 17 1156 42 Lozing van afvalwater 2 2 4 1 2 1 2 1 1 14 784 belemmert werking openbaar riool 43 Lozing van afvalwater belemmert 2 2 4 1 1 1 1 1 1 11 484 verwerking van rioolslib 44 Slibvangput en Onvoldoende 2 2 4 1 3 1 1 1 1 15 900 olie-afscheider onderhoud 45 Tankplaats Niet voorzien van 3 1 4 3 2 1 1 1 1 15 900 vloeistofdichte vloer 46 Werkplaats Niet voorzien van 3 1 4 3 2 1 1 1 1 15 900 vloeistofdichte vloer 47 Opslag gevaarlijke 2 1 3 2 1 1 1 2 2 18 972 stoffen niet conform CPR 48 Geen ventilatie 2 1 3 1 1 1 1 2 1 14 588 49 Veiligheid algemeen Onvoldoende brand bestrijdingsmiddelen 50 Onvoldoende brandpreventieve maatregelen 51 Opslag gasflessen Opslag voorziening gas flessen onvoldoende veilig 3 1 4 1 1 1 1 3 1 17 1156 3 1 4 1 1 1 1 3 1 17 1156 2 1 3 1 1 1 2 3 1 18 972 Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 21/22

Bijlage 2 Schema bedrijfsproces Bouw en sloopafval transport naar inrichting Acceptatie, wegen, lossen inrichting opslaan van bouw en sloopafval asbest afvoer wassen sorteren windzifter hout puin afval Voorafzeve zeefzand toepassen voorbreken (met crusher of pneumatische hamer etc.) ontijzeren ijzer/staal afvoeren breken, zeven zeefzand granulaat opslag granulaat ondersteunende afvoer granulaat Branchetoezichtsplan Puinbrekers / arpil 2005 22/22