Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs



Vergelijkbare documenten
Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

BEOORDELING OPLEIDING MET LICHTERE OPLEIDINGSACCREDITATIE

Criteria bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Nadere uitwerking

Protocol TNO Educatieve Master

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Kwaliteitszorg en accreditatie

BREEAM-NL In-Use Portfolio-aanpak Jaarlijks

AVANS DUURZAAM 2030 STAPPENPLAN VERVOLG AVANS DUURZAAM DOE MEE, DENK MEE.

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

REGELING EN BEOORDELINGSKADER BEOORDELING AFSTUDEERRICHTINGEN GGZ AGOOG

ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

BEOORDELINGSKADER. Organisatietoets MVO in het hoger onderwijs

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

PCSN IV Procedures van Certificering Inhoud

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

REGELING EN BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE BIJSCHOLINGSPROGRAMMA S GGZ AGOOG

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Versie 4.0 oktober 2016

Keurmerk Christelijke Zorg voor zzp-ers. 1. Inleiding

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Deze notitie schetst op hoofdlijnen de opbouw en inrichting van dat stelsel.

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Naam en typering. Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording DigiMV bij instelling/organisatorische eenheid. Instelling: naam en typering

Accreditatie procedure

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

Versie 1.0 REGLEMENT PLUS AUDIT FYSIOTHERAPIE 2014

Certificatieproces Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Evaluatie Accreditatiestelsel

m a o luit r n e d e rla n d s- ulaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie

Certificatiereglement Beter Leven kenmerk. Vleesverwerkende Bedrijven

1. Inleiding. 2. Certificeringsschema. Formele kenmerken

Beoordelingskader duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs AISHE 2016

Training examencommissies

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Certificeringsschema voor vrijgevestigde beroepsbeoefenaren (ZZP-ers) in de zorg- en welzijnssector

Afdeling Sportontwikkeling en beleid Augustus 2016

Algemene voorwaarden

BEOORDELINGSKADER duurzame ontwikkeling in opleidingen. AISHE 2012 Versie 2

Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs

BEOORDELINGSKADER Duurzame ontwikkeling in het middelbaar beroepsonderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Kader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september april 2015

SANA KEURMERKREGELING

Onderwijskwaliteit. Onderwijskwaliteit

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Alliantietoets. Laatst geactualiseerd 05/11/09

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

PROTOCOL STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Certificeringsschema en bouwstenenrapportage voor instellingen zonder rechtspersoonlijkheid

Reglement Organisatietoets MVO

Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

AANVRAAG CERTIFICERING

Specifiek beoordelingskader accreditatie van de NVK Herziene versie [Vastgesteld in de algemene leden vergadering van de NVK dd 4 november 2010]

Controle protocol Stichting De Friesland

Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Algemene voorwaarden bij toekenning

Raad voor Accreditatie. De overgang van BS OHSAS 18001:2007 naar ISO 45001:2018

Certificatieregeling Kabelinfrastructuur en Buizenlegbedrijven

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Instructie verlengen en hercertificeren van BREEAM- NL In-Use. Versie 1.0, november 2015

Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Toelichting Reglement Permanente Educatie (PE) Toelichting bij het Reglement Permanente Educatie per 1 januari 2016

Accreditatie 3.0 en peer review

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies >

Beleidsregel toekenning en intrekking 090x- en 18xy-nummers

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

Duurzaamheidsaudits in het hoger onderwijs

Uitkomsten pilot Duurzame ontwikkeling in opleidingen van het hoger onderwijs

Openheid binnen kaders: op zoek naar de juiste balans

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

SANA KEURMERKREGELING

Inleiding In het certificatieschema van VastgoedCert is in paragraaf 8.5 een hardheidsclausule opgenomen. Deze luidt als volgt:

Kwaliteit van toetsing

NMI KLACHTENREGELING 2009

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Internationaal onderwijs

PROCEDURE REGISTRATIE ERKENNINGSREGELING NATIONAAL KEURMERK HULPMIDDELEN

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

Dossier. Accreditatie. Studeren met een functiebeperking in de accreditatie van het hoger onderwijs

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

Inhoud. Woord vooraf

Kwaliteitscode - Vlaanderen

Kaders werkwijze certificerende en validerende autoriteiten

NGS LICENTIEBELEID vanaf 1 januari Licentiebeleid wellness- en sportmasseurs

Reglement. Accreditatie voor Permanente Educatie. I A P E Instituut Accreditatie voor Permanente Educatie. juni 2008

Transcriptie:

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs September 2013

Inhoud 1 Inleiding 3 2 Naamswijziging 3 3 Bijzonder kenmerk volgt reguliere procedure 3 4 Relatie met keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs: AISHE 4 4.1 Tot 1 september 2013 4 4.2 Na 1 september 2013 4 4.3 Overgangsregeling 5 4.4 Geldigheidsduur keurmerk en bijzonder kenmerk in relatie tot accreditatie 5 pagina 2

1 Inleiding De NVAO heeft over het bijzonder kenmerk duurzaam hoger onderwijs op opleidingsniveau in Nederland afspraken gemaakt met de evaluatiebureaus. Deze afspraken voorzien in een naamswijziging van het bijzonder kenmerk; bevestigen dat de beoordeling van het bijzonder kenmerk de reguliere procedure volgt en geven een indicatie van de hoogte waarop de NVAO-toetsing plaatsvindt; gaan in op de relatie met het keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs op basis van het Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education (AISHE). 2 Naamswijziging Het hanteren van de begrippen duurzaam hoger onderwijs als label voor het keurmerk en duurzame ontwikkeling als label voor het bijzonder kenmerk zorgden voor verwarring. De NVAO spreekt daarom vanaf september 2013 van het bijzonder kenmerk duurzaam hoger onderwijs. 3 Bijzonder kenmerk volgt reguliere procedure De Nederlandse Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs van 22 november 2011 gaan in hoofdstuk 7 in op bijzondere kenmerken (pp. 54-55). Het gestelde in dit hoofdstuk is van toepassing op een breed scala aan bijzondere kenmerken, waaronder een bijzonder kenmerk met betrekking tot duurzaamheid, als voorbeeld genoemd in 7.1. Met andere woorden, ook het bijzonder kenmerk met betrekking tot duurzaamheid volgt de reguliere procedure. Hoofdstuk 7 presenteert zes uitgangspunten bij de beoordeling. Voor twee daarvan benadrukt de NVAO hier de beoogde interpretatie: Uitgangspunt 4: De samenstelling van de beoordelende commissie of het panel is adequaat met het oog op de beoordeling van het bijzondere kenmerk. Beoogde interpretatie: de externe beoordeling van het bijzonder kenmerk wordt uitgevoerd door een panel waarvan de samenstelling vooraf is goedgekeurd door de NVAO; Uitgangspunt 5: Uitgangspunt is dat de beoordeling van een bijzonder kenmerk door de instelling of opleiding op ieder moment kan worden aangevraagd, maar dat de accreditatietermijn ervan de einddatum van de oorspronkelijke aanvraag niet overschrijdt. Beoogde interpretatie van de einddatum van de oorspronkelijke aanvraag : dit is de vervaldatum van de desbetreffende opleidingsaccreditatie. Hoofdstuk 7 presenteert twee criteria voor een bijzonder kenmerk: Criterium 1. Onderscheidend karakter: Het bijzondere kenmerk is onderscheidend voor de instelling of opleiding in relatie tot relevante instellingen of opleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs; pagina 3

Criterium 2. Concretisering: De gevolgen van het bijzondere kenmerk voor de kwaliteit van het onderwijs zijn geoperationaliseerd aan de hand van de relevante standaarden van het desbetreffende beoordelingskader. Om in aanmerking te komen voor het bijzonder kenmerk duurzaam hoger onderwijs dient (het streven naar) duurzame ontwikkeling breed en systematisch in de opleiding geïntegreerd te zijn. Met dit vereiste beoogt de NVAO een indicatie te geven van de hoogte waarop zij anno 2013 de lat legt. 4 Relatie met keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs: AISHE 4.1 Tot 1 september 2013 Voor Nederlandse hogeronderwijsopleidingen bestaat de mogelijkheid om bij de NVAO een bijzonder kenmerk duurzame ontwikkeling aan te vragen op basis van het keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs van voldoende niveau (minimaal twee sterren). Hobéon is de certificerende instantie voor het keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs en voert audits uit die zijn gericht op het keurmerk via het Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education (AISHE). De uitkomst is een score op een vijfpuntsschaal in sterren: één, twee, drie, vier of vijf sterren. Het keurmerk wordt gedocumenteerd in een certificaat, onder vermelding van het aantal sterren. Het keurmerk wordt van kracht vanaf de datum waarop het is toegekend. Het keurmerk is zes jaar geldig op voorwaarde dat na drie jaar een Midterm Review met positieve uitkomst plaatsvindt. Wordt aan die voorwaarde niet voldaan, dan is de geldigheid drie jaar. Het keurmerk kan worden gebruikt als onderbouwing van een aanvraag voor het bijzonder kenmerk. Deze aanvraag is dan gebaseerd op een certificaat keurmerk met minimaal twee sterren, dat geldig is op de datum van aanvraag. Voor de geldigheid van het bijzonder kenmerk (zo dit verleend wordt), zie eerdergenoemd Uitgangspunt 5. 4.2 Na 1 september 2013 Per september 2013 veranderen vier onderdelen: a) AISHE 2012 De NVAO is van oordeel dat het via AISHE 2012 mogelijk is te beoordelen in hoeverre wordt voldaan aan bovengenoemde criteria 1 en 2. De NVAO beschouwt daarom per september 2013 een procedure waarin gebruik is gemaakt van AISHE 2012 equivalent aan de reguliere procedure voor het toekennen van een bijzonder kenmerk. b) Van twee naar drie sterren Het bijzonder kenmerk kan per september 2013 alleen worden aangevraagd op basis van een keurmerk met ten minste drie sterren (aanvragen die voor deze datum zijn ingediend, worden behandeld volgens de regels die golden op het moment van indiening). pagina 4

c) Ook onderliggend beoordelingsrapport Bij een aanvraag voor het bijzonder kenmerk overlegt de opleiding naast het keurmerkcertificaat tevens het onderliggende adviesrapport van de AISHE-audit aan de NVAO. d) NVAO meldt toekenning bijzonder kenmerk De NVAO meldt Hobéon de door haar vastgestelde toekenningen van het bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs gebaseerd op een keurmerk. 4.3 Overgangsregeling Er geldt een overgangsregeling waarbij het bijzonder kenmerk voor drie jaar wordt toegekend aan: hogeronderwijsopleidingen die vóór 1 september 2013 een keurmerkcertificaat met twee sterren hebben behaald en na deze datum daar een bijzonder kenmerk op aanvragen; hogeronderwijsopleidingen waarmee vóór 1 september 2013 afspraken zijn gemaakt over een na die datum uit te voeren audit gericht op een keurmerkcertificaat met twee sterren en daar uiterlijk 31 juli 2014 een bijzonder kenmerk op aanvragen. Alle eventuele toekomstige aanvragen voor het bijzonder kenmerk moeten zijn gebaseerd op een keurmerkcertificaat met ten minste drie sterren. 4.4 Geldigheidsduur keurmerk en bijzonder kenmerk in relatie tot accreditatie De geldigheidsduur van het keurmerk en die van het bijzonder kenmerk kunnen uit elkaar lopen, maar worden per eerstvolgende accreditatie gelijk getrokken. Bij het toekennen of het verlengen van de geldigheidsduur van het bijzondere kenmerk in combinatie met de reguliere opleidingsbeoordeling (accreditatie) controleren de panels/evaluatiebureaus de geldigheidsdatum en het aantal sterren van het keurmerk. Bij een geldig certificaat op ten minste het niveau van drie sterren kan de beoordeling worden overgenomen. Met opleidingen die een keurmerk aanvragen en die tevens een bijzonder kenmerk willen aanvragen, stemt Hobéon de planning zodanig af dat bij accreditatie een geldig keurmerk aanwezig is. Wanneer een extra tussentijdse toets nodig is om de geldigheids-termijn van het keurmerk in overeenstemming te brengen met het accreditatieritme, overlegt Hobéon hierover met de desbetreffende opleiding. Uitgangspunt is dat de eisen voor handhaving van het keurmerk scherper zijn dan die voor het bijzonder kenmerk, en dat het (andere) evaluatiebureau daarom kan volstaan met deze check op niveau en geldigheid. pagina 5